DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN. No. 34. Honderd en tiende jaargang. 1908 MAANDAG 10 FEBRUARI. De Friesche Poort. Een aardig idee, maar BINNENLAND. Deze Courant wordt eiken avond, behalve oji Zon- en Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden voor Alkmaar f 0,80; franco door het geheele Rijk f 1, Afzonderlijke nummers 3 Cents. Telefoonnummer 3. Prijs der gewone advertentiën: Per regel f 0,10. Bij groote contracten rabat. Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdrukkerij v/h. HERMs. COSTER ZOON, Voordam C 9. ct Z. K. H. de Prins. ALKMAARSCHE COURANT. (S 1 o t.) Des daags daarna was dit versje, waaruit spot en verontwaardiging klinkt, aan de poort ge,plakt. Menig Alkmaarder zal dit met blijdschap, als uiting van eigen stemming, gelezen hebben. Evenwel er waren ook, die het voor het bestuur der stad opnamen en die bij monde van een hunner dit op de volgende wijze deden. Wie, wie trekt mijn partij, Moet ik dan eeuwig duren? Was hun besluit niet vrij Die deze stad besturen? Door wie wordt deze Raad Gehekeld en beleedigd? Door hem, die land en staat Verraadt, maar niet verdedigt. Ja zulk een man is hij, Die achter 't slot moet zitten, Die hekelt ieder vrij Maar wie kent geen de. Witte? Wees niet op hem verstoórd Al schrijft hij soms wat grof; Want, pleit hij voor de poort, 't Ontbreekt hem dan aan stof. W. IJ. De man, die het besluit van den Raad verdedigde, was de bekende patriot Willem Hofdijk, toen makelaar en ontvanger van eenige stads-aeeijnsen. Vreemd! Een vurig democraat, die het oppermachtig welbehagen der regeering verdedigt en die dit hoofdzakelijk doet door uit te vallen in personaliteiten tegen hem, die, wat hij overigens moge geweest zijn, ten minste toonde eerbied te hebben voor de uit monumenten en bouwwerken sprekende geschiedenis. Hij, die voor het behoud der poort opkwam, was Ja cob Eduard de Witte, die om zijn in 1782 gepleegd ver raad hij zou de Engelschen helpen om op Schouwen of Goedereede te landen tot gevangenisstraf en ver banning uit Holland, Zeeland, Friesland en Utrecht was veroordeeld. Toen hij, ondanks zijn verbanning uit Holland, zich daar weder vertoonde, werd hij ge vangen genomen en veroordeeld om 2 jaren op een ver zekerde plaats in Holland te verblijven en dan weer de 4 provinciën te verlaten. Hij werd te Alkmaar gevan gen gezet, omdat de cipier van het stadstuchthuis zeer aannemelijke voorwaarden had aangeboden. Toen hij hier in de gevangenis zat het werd echter met zijn gevangenschap niet zoo erg nauw genomen was hij redacteur van het blaadje Janus. Terwijl nu deze strijd om de poort menig hoofd en hart warm maakte, werd de slooping voortgezet en vol tooid. Eenige brokstukken der afbraak werden gekocht door den hoer Bucerus. Op een heuveltje van zijn buitenver blijf Middenhout, liet hij daarvan maken een soort van bouwval, waartegen een marmeren plaat met een dich terlijk opschrift van Mr. L. Dijl. Toen ook dit buiten na het overlijden van den eigenaar mr. J. Nuhout v. d. Veen (12 April 1833) werd gesloopt, kocht de notaris Haarselhorst te Obdam de bewaarde- overblijfselen en liet in zijn tuin een gebouwtje optrekken dat, met een daarvoor geplaatst wipbruggetje, een stadspoort met torentje voorstelt. Sic transit gloria Zoo stond dan nog de buitenpoort in al hare glorie. Doch ook voor haar zou spoedig aanbreken het uur li a r e r s 1 o o p i n g. Het handelsverkeer had het noodzakelijk gemaakt, dat Amsterdam op betere wijze met de zee werd ver bonden dan over het ondiepe Pampus. Er moest een verbindingsweg komen zoo diep, dat de groote koop vaardijschepen zonder gelicht te worden, Amsterdam konden bereiken. Daartoe werd in 1821—24, ten koste van 12V2 millioen, het Gi-oot-Noord-Hollandsch Ka naal gegraven. Dit kanaal nu, waarvan men bevordering van Alk- maars bloei verwachtte, was de oorzaak van den onder gang der Eriesche buitenpoort. Zeker men had haar bij de graving van het kanaal willen sparen en had daarom het kanaal boogsgewijs om het bolwerk laten slingeren. En toen dit was ge schied stond zij daar -- verlaten. Haar deuren in dien zij niet werden geopend om in het bovenvertrek een onwilligen schutter op te sluiten bleven geslo ten. Want de weg voerde niet meer door haar heen naar de overzijde der gracht. Ter zijde van haar was de vlotbrug gelegd, die de verbinding tot stand 1 vacht. L angs haar voerde voortaan de weg voor de trekpaarden. Een treurige vertooning maakte zij zoo. En indien zij nu nog maar enkel nutteloos was geweest. Doch zij was ook lastig en schadelijk voor dé scheepvaart. In de bocht, die men om harentwille in het kanaal had gemaakt, bleef menig schip zitten. Klacht op klacht kwam daarover bij de regeering in. Zij begreep dat de toestand zoo niet blijven kon. Dc poort moest of worden verplaatst of weggebroken, om door de weggraving van het bolwerk de lastige bocht weg te nemen. Gedachtig evenwel aan de groote on te vredenheid, die de afbraak der binnenpoort had ver oorzaakt, onderzocht ons stadsbestuur eerst de moge lijkheid van verplaatsen. Eén plan kwam er in, inge diend door den Heer C. J. Hellingwerf, (volstrekt geen bouwkundige), die daarvoor de uitgeloofde 100 mocht ontvangen. Waren de kosten van het plan misschien te hoog, was er iets anders dat verhinderde aan de uit voering gevolg te geven? In ieder geval de zaak bleef zooals zij was, totdat de liooge regeering in het belang der scheepvaart den afbraak gelastte. Den 17 Februari 1834 had do aanbesteding voor de afbraak van poort en portierswoning plaats, waarbij hoogste bieder, voor 2700, bleek te zijn Jan Smits Junior te Haarlem. De burgemeester Verschuil- kwam den 27 Juni met hem overeen, dat hij met 100 minder kon volstaan, indien de steen minder deugdelijk zou bevonden worden dan hij scheen. Zulks moet het geval zijn geweest, want in do zeker wat laat opgemaakte stadsrekening over 1834 is 2600 verantwoord, volgons den 12 November 1833 door Gedep. Staten verleende machtiging tot het in ontvang brengen van dit bedrag. Voornamelijk in 1833 viel nu de poort, die eens mede Alkmaars glorie had uitgemaakt. De bocht in het kanaal werd wegge nomende wateren stroomden over de plaats waar de poort eens stond. De twee wallen van het kanaal werden door een brug verbonden en voor de huisves ting van den brugwachter en de inning der stedelijke iccijnsen van Rijkswege 2 elk aan de voorzijde met 4 kolommen prijkende woningen met afsluithek op dc standplaats der vroegere binnenpoort geplaatst. Volledigheidshalve zij nog dit medegedeeld, dat op het bolwerk, dienende tot bescherming van de buiten poort, in 1814 zich het volgende tooneel afspeelde. De korporaal Jan Volkers, 23 jaar oud, had zich aan insubordinatie schuldig gemaakt en een sergeant een klap gegeven. Daarom was hij veroordeeld tot den dood met den kogel. Den 25 Maart zou de terechtstel ling plaats vinden op het Friesche bolwerk. „Ten twaalf uren zoo lezen wij in de Alkmaarsche Courant van 28 Maart 181'4 werd de gemelde korporaal door een Detachement van het Provoosthuis naar de Executie plaats gebragt, begeleid wordende door den Heer Lee- raar der Hei-vormde gemeente Woesthoff, welke de be langrijke taak op zich genomen had om den gecondem- neerden ter dood te bereiden en dezelven tot aan het einde zijner beproeving op de loffelijkste wijze en met het gewenschte gevolg heeft volbragt. De gecondemneerde op de executie-plaats gekomen zijnde, werdt het Vonnis met de gebruikelijke militaire ceremoniën uitgesproken, waarvan dezelve in eene kor te aanspraak zijne cameraden vermaande om zich aan zijn voorbeeld te spiegelen en zich op de hem aangewe zen plaats voor het commando plaatste, hetwelk tot de uitvoering van het vonnis voorwaarts was gerukt, waar op de gecondemneerde na zijne bereidvaardigheid tot het ondergaan zijner straf nog uitgeboezeind te hebben, zich liet blinddoeken en voor het gemelde commando knielde. Op dit oogenblik toen een ieder niets anders dan de dood voor den gecondemneerden te gemoet zag, gaf de commandeerende officier aan den krijgsraad het besluit van Z. K. II. onzer geliefden souverein over, waarbij hoogstdezelve aan den gecondemneerden gra tie van den doodstraf verleende en dezelve in een twee jarig confinement veranderde, waarop alle de omstan ders hunne vreugde met het hartelijk en herhaald ge roep van Oranje boven betuigden, en deze in den aanvang droevige ceremonie met een blij Veldmuziek besloten werd." Deze gelukkige uitkomst was, naar men verhaalt, te danken aan den Erfprins Van Oranje, die, in den avond van den 24 hier gekomen, onmiddellijk een be roep op zijn vader had gedaan. Z. II. verliet de stad weder in den morgen van den 26, gelogeerd hebbende ton huize van den heer A. A. van der Ley, waar nu de woning van het hoofd der burgerschool staat. A. P. J. G. Iemand, die zich A. M. Z. teekent schrijft een inge zonden stuk in het Handelsblad van gisteren, gedateerd „Jan. 1908 Alkmaar" over „Postpakkettentreinen voor rijpe vruchten en versche groenten." Ilij betoogt en te recht dat de wijze van verkoo- pen en vervoeren van vruchten en groenten groote ge breken heeft. Alvorens de vruchten van den eigenaar van den boomgaard zijn gekomen bij den opkooper, zijn zij driemaal verkocht, n. 1. a. Van kweeker aan opkooper; b. Van opkooper aan winkelier of rondventer; c. Van winkelier of rondventer aan de verbruikers. „Dat er behalve de kweeker nog minstens twee perso nen winst moeten maken, kan zeker niet anders leiden dan tot verhooging der prijzen of vermindering der qualiteit of minder voordeel voor den kweeker. Of wel alles tegelijk. Letten wij nu op den tijd, die er noodig- is, om de vruchten van den boom tot verbruiker te brengen, dan zien wij, dat de weg van opkooper tot winkelier of rondventer zeker wel een halve dag lang is en daar na tot den verbruiker veelal eenige dagen, soms zelf vele dagen. Het tijdsverloop tusschen afplukken en verbruiken is lang en onzeker en het gevolg is, dat dc opkooper geen rijpe vruchten wenscht af te zenden en het slechts do<»" als hij niet anders kan en dat komt voor, wanneer de minder rijpe of onrijpe v-ruchten niet genoeg afname vinden. Dit te zamen genomen, namelijk het driemaal verkoo pen en de lange benoodigde tijd, maakt, dat wij ons niet mogen verwonderen, als wij bemerken, dat de win keiier steeds vruchten geeft van mindere kwal. dan die, welke hij voor zijne ruiten ten toon stelt, of dat dc rondventer steeds vruchten geeft van mindere quali teit dan die welke boven op de kar liggen. Zij kunnen niet anders; de wijze van verknopen dwingt hen. Ook voor andere vruchten en voor groenten is nog geen wijze van verkoopen en verzenden gevonden, die- voldoet. De huidige postpakkettendienst bewijst in dit op zicht slechts zeer geringe diensten. Als iemand een pakket wil ontvangen, clan moet hij betalena. het verzenden van een postwissel, b. dc waarde der vruchten, c. de waarde der mand, 152( of 25 ets. verzendingskosten, al naar de hoeveelheid 3 Kg., 4 Kg. of 5 Kg. bruto moet wezen. Maar zulke groote hoeveelheden worden voor huis houdelijk gebruik niet gevraagd en al zou misschien 3 Kg. daarvoor wel eens een enkele maal in aanmerking kunnen komen, dan nog maken de bijkomende onkos ten voor ]xjstwiss-el, mand en verzending het pakket te duur, nl. voor vruchten ter waarde van 10 centen het pond of nog minder. Bij kleinere hoeveelheden woi-dt de verhouding tus schen waarde en onkosten nog nadeeliger, zoodat de huidige postpakkettendienst wel het voordeel geeft van een rechtstreeksche en vlugge verbinding van kweeker of opkooper met de verbruikers en ook wel het driemaal verkoopen verandert in tweemaal of éénmaal, maar toch ongeschikt is voor dagelijkseh gebruik wegens de hooge bijkomende kosten, te hooger naarmate het gewicht minder wordt; ook het moeten afzenden van postwissels is een bezwaar. Als de verpakking der postpakketten teruggezonden kon worden; als er getene postwissels ter bestelling noodig warenen al de verzendingskosten hoogstens 5 et. bedroegen, dan zou de postpakkettendienst bruik baar zijn voor de verzending van vruchten en groenten, ook voor hoeveelheden van pl.m. 1 Kg. of 2 pond, dat is de hoeveelheid, die voor huishoudelijk gebruik ge vraagd wordt. De schrijver stelt zich dit aldus voor: Van uit verschillende middelpunten van ooft- en groententeelt (hij noemt o. a. Broek op Langendijk) moeten in versohillende richtingen treinen loopen, hoofdzakelijk voor het vervoer van vruchten en groen ten in postpakketten van hoogstens 21/2 Kg. „Deze treinen zijn geheel posttreinen; zij worden in gesteld gedurende den zomer, éénmaal per dag en op vaste uren, heen en terug. De besteldienst, aan de postpakketten tot nu toe ver bonden, wenscht de schrijver voor zoover dat betreft den dienst buiten den trein, te laten vervallen en ge heel voor rekening' van afzenders en geadresseerden te laten. Aan het station van uitgang moeten de vruch ten- en groentenverkoopers zelf hunne pakketten bezor gen en niet de post, zoodat dus voor deze de besteldienst tusschen postkantoor en station vervalt. Aan de ove rige stations moeten de koopers hunne yiakketten zelf van clen posttrein komen halen en niet de post, waar door voor deze de besteldienst tusschen station en post kantoor en daarna tusschen postkantoor en geadresseer de achterwege blijft. Doordat bij deze regeling een aanzienlijk deel der be stelling komt te vervallen, zal ook het tarief der post pakketten aanzienlijk verlaagd kunnen worden. Zoo zelfs, dat de inzender het stelt voor een pakket van hoogstens l1/2 Kg. 3 ct., voor een pakket van hoogstens 2 Kg. 4 ct., voor een pakket van hoogstens 21/2 Kg. 5 Hierbij is het gewicht dor verpakking inbegrepen en berekend op 1/2 Kg. Van de terugkeerende ledige posttreinen wenscht hij gebruik te laten maken voor het terugzenden van ge bruikte verpakking (ledige manden of bussen), tegen het lage tarief van 1/2 ct. per mancl of bus. Om eenige ervaring op te doen zou de schrijver wil len beginnen met eerst dagelijks één posttrein te laten loopen en wel van de vruchtenstreek Tiel langs Gorin- chem, Dordrecht, Rotterdam, Schiedam naar Den Haag en terug. De taak der afzenders (de opkoopers der boomgaar den) zal dan zijn het aanstellen van één of meer zaak gelastigden in de groote plaatsen langs deze lijn. Deze moetin in de plaatselijke advertentie-bladen de post treinen en de vruchten adverteeren, benevens de wijze van bestellen, de terugzending der verpakking etc., en door daarvoor aangestelde personen (groentevrouwen) dagelijks de bestelorders tegen bestelloon laten ophalen en uitvoeren. Zij zenden de orders met postwissels naar Tiel. Verder zal het de taak der afzenders zijn, volgens bestelling in te pakken, de pakketten te voor zien van postzegels en ook van de namen der afzenders: daarna moeten zij de pakketten vóór den bepaalden tijd van vertrek van den posttrein aan het station te Piel bezorgen. De taak van de postadministratie zal zijn, de adres sen in den trein te stempelen met duidelijke aangifte van den datum en de pakketten af te geven aan de zaakgelastigden te Gorinchem, Dordrecht, Rotterdam, Schiedam en Den Haag, die de pakketten door middel van de groentevrouwen zullen doorzenden naar de ver bruikers. Met den op vastgestelden tijd terugkeerenden trein neemt de post van de zaakgelastigden op de verschillen de plaatsen de postwissels met bestelorders, en ledige manden in ontvangst, die deée afzenden naar Tiel. Bij aankomst aldaar reikt de post de postwissels aai: de op het station wachtende belanghebbenden over, evenals de ledige manden. Omtrent het bezorgen der pakketten aan den trein door de afzenders wordt nog opgemerkt dat dit geen bezwaar kan zijn, mits die pakketten slechts in genoeg zaam getal besteld zijn, wat zeker te verwachten is. Evenzoo kunnen de groentevrouwen ook wel de pak kotten komen afhalen bij niet geringe hoeveelheden wat óók te verwachten is, en tegenbehoorlijk bestelloon, b.v. 1 ct. voor l'/„ Kg. bruto, 11/2 ct. voor 2 Kg. en 2 ct. voor 21/., Kg. bruto. Het werk wordt hun gemakkelijk gemaakt door de zaakgelastigden. De taak der zaakgelastigden zal zijn, eiken dag twee maal aan het station aanwezig te zijn, iederen keer mis scliien een uur; zoodat het aanstellen van deze perso nen geen onoverkomelijk bezwaar behoeft te zijn. Ziedaar het denkbeeld in theorie zeer aanlokke lijk. Maar in de praktijk? Het wil ons voorkomen dat er vele practische bezwa ren verbonden zullen zijn aan dezen maatregel. In de eerste plaats doet zich de vraag voor: waaroy heeft de inzender de kosten voor het vervoer door een p;'stpakkettentrein gebaseerd? Wanneer het willekeurig aangenomen bedragen zijn, dan is hieraan natuurlijk weinig waarde te hechten, en dan gaat het niet op, te zeggen: een proef moet maar eens uitmaken of de gel delijke regeling goed is. De redactie van het „Hbld." verklaart dan ook terecht, dat die kosten eerst nader zouden moeten worden onderzocht. Zij zegt wel, dat goedkooper vervoer van rijpe vruchten en versche groenten wenschelijk is, maar vraagt niet of het moge lijk is op de wijze, waarop de inzender zich dit voor stelt. En nu vreezen wij juist, dat er ernstige bezwaren van de zijde der spoorwegdirecties tegen de postpakot- tentreinen zullen worden ingebracht. liet gaat onder gewone omstandigheden al niet ge makkelijk een trein in te leggen, vooral niet op zoo'n druk gedeelte als bijv. van Dordrecht naar den Haag'. Maar wanneer moeten die treinen worden ingelegd Juist in het drukste seizoen, wanneer de treinenloop uitgebreid en het vervoer buitengewoon groot is. Men vergete ook niet, dat de spoorwegtoestanden in ons land vooral bij dergelijke regelingen zeer veel te wen- schen overlaten. In hoeverre de meerdere administratie, welke de nieuwe maatregel noodzakelijk tengevolge zal moeten hebben, bezwaar oplevert, wagen wij niet te beoordec- len, evenmin de beteekenis van allerlei kleinigheden, welker invloed eerst in de praktijk kan worden vastge steld. Hoe mooi en hoe sympathiek het plan ons dus lijkt, wij gelooven niet, dat de postpakkettentreinen- van-het-papier, spoedig zullen loopen op de „blanke ijzers." Z. K. H. de Prins der Nederlanden heeft zich heden morgen naar Altenburg begeven ten einde op Dinsdag aldaar te kunnen bijwonen de begrafenis van Z. H. den Hertog van Saksen-Altenburg. Z. K. II. zal vergezeld zijn van den kapitein jhr. Van Suchtelen van den Haare. Woensdagmorgen zal Z. K. II. weder in de Resi dentie terugkeeren. Liberale Unie. (Vervolg.) Op punt 2 van de motie van het hoofdbestuur waren eenige amendementen ingediend. De afd. Den Haag stelt voor in a te doen vervallen het woord„mannelijke" en b geheel te doen ver vallen. Rotterdam stelt voor in 2b te doen vervallen het woord „ongehuwde" en den leeftijd voor de vrouwen die kiesrecht krijgen op 23 jaar te stellen. De afd. Zevenhuizen en Leeuwarden wenschen ook het woord „ongehuwde" voor vrouwen weg te laten. De afd. Kampen wil 2b geheel laten vervallen en dus het vrouwenkiesrecht niet te aanvaarden. De heer Jurriaan Kok, te 's-Gravenhage, verdedigde het amendement-Den Haag. Hij bracht hulde aan het hoofdbestuur, dat het aan de vrouw ook het kie-ireclit wil geven. Spr. verdedigde verder het stemrecht voor de gehuwde vrouw, zeggende, dat het toch niet aan gaat dat in een gezin de dienstbode zou gaan stemmen en de vrouw des huizes niet- Door ook aan de gehuwde vrouw het stemrecht te geven, zal de volksvertegenwoordiging een getrouwer afspiegeling zijn van de belangen en behoeften, be ginselen en denkbeelden, die in de natie op den voorgrond treden. Dr. Koch, afgevaardigde van Kampen, achtte het vraagstuk van vrouwenkiesrecht ook niet rijp voor oplossing. Men moge er een platonische genegenheid voor hebben, of in de practijk de oplossing van de vraag mogelijk is, noemt spr. een andere zaak. Spr. stelde voor de quaestie van het vrouwenkies recht niet te behandelen. Rotterdam stelt voor eerst de leeftijdsgrens voor de vrouw vastgesteld te zien en daarna te bepalen, welke nadere uitsluitingen men wil maken. Leeuwarden verdedigde het denkbeeld om voor de vrouwen de leeftijdsgrens hooger te stellenmaar achtte het onjuist de gehuwde vrouw uit te sluiten. Een andere quaestie, ven later zorg evenwel, is, dat men aan de vrouw wel het kiesrecht, maar niet den stemplicht zou kunnen geven. Haarlem constateerde mét genoegen, dat feitelijk niemand tegen het vrouwenkiesrecht is. De heer Patijn sloot zich aan bij het denkbeeld van Kampen. Spr. is in beginsel voorstander van het kiesrecht aan de vrouw. Maar evenzeer als spr. van meening is dat vrouwen kiesrecht in de toekomst noodig en ge wenscht is, is spr. overtuigd, dat het denkbeeld niet is een onmid dellijk te verwezenlijken actueele zaak. Men wil aan de vrouw invloed in de Staatszaken gaven, maar dan is de formule van het hoofdbestuur niet juist. Want eerder zou men aan de Ilollandsche huismoeder het kiesrecht willen geven. Wat nu de Liberale Unie wil is feitelijk een „oude-juffrouwen- kiesrecht." Geroep: „Op 25-jarigen leeftijd!" Spr. „Nu ja, ze hebben pas een verjongenskuur ondergaan Vervolgens zegt spr., dat de denkbeelden van vrou wenkiesrecht in ons volk nog niet bezonken zijn en dat z. i. bij een volksstemming het denkbeeld verwor pen zou worden. Spr. aanvaardt het beginsel van vrouwenkiesrecht, maar hij aanvaardt het vrouwenkiesrecht niet als eisc-h van het oogenblik. (Applaus). De heer Misset (Doetinchem) verdedigde het denkbeeld om vrouwen en mannen geheel gelijk te stellen ten opzichte van het kiesrecht. Hij steunde derhalve het amendement 's-Gravenhasye. De afgevaardigde van Delft zeide, dat eene vrouw van 23 jaar niet rijp is voor politieke zelfstandigheid. De voorzitter noemde de quaestie van het vrou-

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1908 | | pagina 1