DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
No. 34.
Honderd en tiende jaargang.
1908
MAANDAG
10 FEBRUARI.
De Friesche Poort.
Een aardig idee, maar
BINNENLAND.
Deze Courant wordt eiken avond, behalve oji Zon- en
Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden
voor Alkmaar f 0,80; franco door het geheele Rijk f 1,
Afzonderlijke nummers 3 Cents.
Telefoonnummer 3.
Prijs der gewone advertentiën:
Per regel f 0,10. Bij groote contracten rabat. Groote
letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdrukkerij
v/h. HERMs. COSTER ZOON, Voordam C 9.
ct
Z. K. H. de Prins.
ALKMAARSCHE COURANT.
(S 1 o t.)
Des daags daarna was dit versje, waaruit spot en
verontwaardiging klinkt, aan de poort ge,plakt. Menig
Alkmaarder zal dit met blijdschap, als uiting van eigen
stemming, gelezen hebben.
Evenwel er waren ook, die het voor het bestuur der
stad opnamen en die bij monde van een hunner dit op
de volgende wijze deden.
Wie, wie trekt mijn partij,
Moet ik dan eeuwig duren?
Was hun besluit niet vrij
Die deze stad besturen?
Door wie wordt deze Raad
Gehekeld en beleedigd?
Door hem, die land en staat
Verraadt, maar niet verdedigt.
Ja zulk een man is hij,
Die achter 't slot moet zitten,
Die hekelt ieder vrij
Maar wie kent geen de. Witte?
Wees niet op hem verstoórd
Al schrijft hij soms wat grof;
Want, pleit hij voor de poort,
't Ontbreekt hem dan aan stof.
W. IJ.
De man, die het besluit van den Raad verdedigde,
was de bekende patriot Willem Hofdijk, toen makelaar
en ontvanger van eenige stads-aeeijnsen. Vreemd! Een
vurig democraat, die het oppermachtig welbehagen der
regeering verdedigt en die dit hoofdzakelijk doet door
uit te vallen in personaliteiten tegen hem, die, wat hij
overigens moge geweest zijn, ten minste toonde eerbied
te hebben voor de uit monumenten en bouwwerken
sprekende geschiedenis.
Hij, die voor het behoud der poort opkwam, was Ja
cob Eduard de Witte, die om zijn in 1782 gepleegd ver
raad hij zou de Engelschen helpen om op Schouwen
of Goedereede te landen tot gevangenisstraf en ver
banning uit Holland, Zeeland, Friesland en Utrecht
was veroordeeld. Toen hij, ondanks zijn verbanning
uit Holland, zich daar weder vertoonde, werd hij ge
vangen genomen en veroordeeld om 2 jaren op een ver
zekerde plaats in Holland te verblijven en dan weer de
4 provinciën te verlaten. Hij werd te Alkmaar gevan
gen gezet, omdat de cipier van het stadstuchthuis zeer
aannemelijke voorwaarden had aangeboden. Toen hij
hier in de gevangenis zat het werd echter met
zijn gevangenschap niet zoo erg nauw genomen was
hij redacteur van het blaadje Janus.
Terwijl nu deze strijd om de poort menig hoofd en
hart warm maakte, werd de slooping voortgezet en vol
tooid.
Eenige brokstukken der afbraak werden gekocht door
den hoer Bucerus. Op een heuveltje van zijn buitenver
blijf Middenhout, liet hij daarvan maken een soort van
bouwval, waartegen een marmeren plaat met een dich
terlijk opschrift van Mr. L. Dijl. Toen ook dit buiten
na het overlijden van den eigenaar mr. J. Nuhout v. d.
Veen (12 April 1833) werd gesloopt, kocht de notaris
Haarselhorst te Obdam de bewaarde- overblijfselen en
liet in zijn tuin een gebouwtje optrekken dat, met een
daarvoor geplaatst wipbruggetje, een stadspoort met
torentje voorstelt.
Sic transit gloria
Zoo stond dan nog de buitenpoort in al hare glorie.
Doch ook voor haar zou spoedig aanbreken het uur
li a r e r s 1 o o p i n g.
Het handelsverkeer had het noodzakelijk gemaakt,
dat Amsterdam op betere wijze met de zee werd ver
bonden dan over het ondiepe Pampus. Er moest een
verbindingsweg komen zoo diep, dat de groote koop
vaardijschepen zonder gelicht te worden, Amsterdam
konden bereiken. Daartoe werd in 1821—24, ten koste
van 12V2 millioen, het Gi-oot-Noord-Hollandsch Ka
naal gegraven.
Dit kanaal nu, waarvan men bevordering van Alk-
maars bloei verwachtte, was de oorzaak van den onder
gang der Eriesche buitenpoort.
Zeker men had haar bij de graving van het kanaal
willen sparen en had daarom het kanaal boogsgewijs
om het bolwerk laten slingeren. En toen dit was ge
schied stond zij daar -- verlaten. Haar deuren in
dien zij niet werden geopend om in het bovenvertrek
een onwilligen schutter op te sluiten bleven geslo
ten. Want de weg voerde niet meer door haar heen
naar de overzijde der gracht. Ter zijde van haar was
de vlotbrug gelegd, die de verbinding tot stand
1 vacht. L angs haar voerde voortaan de weg voor
de trekpaarden. Een treurige vertooning maakte zij
zoo. En indien zij nu nog maar enkel nutteloos was
geweest. Doch zij was ook lastig en schadelijk voor dé
scheepvaart. In de bocht, die men om harentwille in
het kanaal had gemaakt, bleef menig schip zitten.
Klacht op klacht kwam daarover bij de regeering in.
Zij begreep dat de toestand zoo niet blijven kon. Dc
poort moest of worden verplaatst of weggebroken, om
door de weggraving van het bolwerk de lastige bocht
weg te nemen. Gedachtig evenwel aan de groote on te
vredenheid, die de afbraak der binnenpoort had ver
oorzaakt, onderzocht ons stadsbestuur eerst de moge
lijkheid van verplaatsen. Eén plan kwam er in, inge
diend door den Heer C. J. Hellingwerf, (volstrekt geen
bouwkundige), die daarvoor de uitgeloofde 100 mocht
ontvangen. Waren de kosten van het plan misschien
te hoog, was er iets anders dat verhinderde aan de uit
voering gevolg te geven? In ieder geval de zaak bleef
zooals zij was, totdat de liooge regeering in het belang
der scheepvaart den afbraak gelastte. Den 17 Februari
1834 had do aanbesteding voor de afbraak van poort en
portierswoning plaats, waarbij hoogste bieder, voor
2700, bleek te zijn Jan Smits Junior te Haarlem. De
burgemeester Verschuil- kwam den 27 Juni met hem
overeen, dat hij met 100 minder kon volstaan, indien
de steen minder deugdelijk zou bevonden worden dan
hij scheen. Zulks moet het geval zijn geweest, want in
do zeker wat laat opgemaakte stadsrekening over 1834
is 2600 verantwoord, volgons den 12 November 1833
door Gedep. Staten verleende machtiging tot het in
ontvang brengen van dit bedrag. Voornamelijk in
1833 viel nu de poort, die eens mede Alkmaars glorie
had uitgemaakt. De bocht in het kanaal werd wegge
nomende wateren stroomden over de plaats waar de
poort eens stond. De twee wallen van het kanaal
werden door een brug verbonden en voor de huisves
ting van den brugwachter en de inning der stedelijke
iccijnsen van Rijkswege 2 elk aan de voorzijde met 4
kolommen prijkende woningen met afsluithek op dc
standplaats der vroegere binnenpoort geplaatst.
Volledigheidshalve zij nog dit medegedeeld, dat op
het bolwerk, dienende tot bescherming van de buiten
poort, in 1814 zich het volgende tooneel afspeelde.
De korporaal Jan Volkers, 23 jaar oud, had zich aan
insubordinatie schuldig gemaakt en een sergeant een
klap gegeven. Daarom was hij veroordeeld tot den
dood met den kogel. Den 25 Maart zou de terechtstel
ling plaats vinden op het Friesche bolwerk. „Ten twaalf
uren zoo lezen wij in de Alkmaarsche Courant van
28 Maart 181'4 werd de gemelde korporaal door een
Detachement van het Provoosthuis naar de Executie
plaats gebragt, begeleid wordende door den Heer Lee-
raar der Hei-vormde gemeente Woesthoff, welke de be
langrijke taak op zich genomen had om den gecondem-
neerden ter dood te bereiden en dezelven tot aan het
einde zijner beproeving op de loffelijkste wijze en met
het gewenschte gevolg heeft volbragt.
De gecondemneerde op de executie-plaats gekomen
zijnde, werdt het Vonnis met de gebruikelijke militaire
ceremoniën uitgesproken, waarvan dezelve in eene kor
te aanspraak zijne cameraden vermaande om zich aan
zijn voorbeeld te spiegelen en zich op de hem aangewe
zen plaats voor het commando plaatste, hetwelk tot de
uitvoering van het vonnis voorwaarts was gerukt, waar
op de gecondemneerde na zijne bereidvaardigheid tot
het ondergaan zijner straf nog uitgeboezeind te hebben,
zich liet blinddoeken en voor het gemelde commando
knielde. Op dit oogenblik toen een ieder niets anders
dan de dood voor den gecondemneerden te gemoet zag,
gaf de commandeerende officier aan den krijgsraad het
besluit van Z. K. II. onzer geliefden souverein over,
waarbij hoogstdezelve aan den gecondemneerden gra
tie van den doodstraf verleende en dezelve in een twee
jarig confinement veranderde, waarop alle de omstan
ders hunne vreugde met het hartelijk en herhaald ge
roep van Oranje boven betuigden, en deze in den
aanvang droevige ceremonie met een blij Veldmuziek
besloten werd."
Deze gelukkige uitkomst was, naar men verhaalt, te
danken aan den Erfprins Van Oranje, die, in den
avond van den 24 hier gekomen, onmiddellijk een be
roep op zijn vader had gedaan. Z. II. verliet de stad
weder in den morgen van den 26, gelogeerd hebbende
ton huize van den heer A. A. van der Ley, waar nu de
woning van het hoofd der burgerschool staat.
A. P. J. G.
Iemand, die zich A. M. Z. teekent schrijft een inge
zonden stuk in het Handelsblad van gisteren, gedateerd
„Jan. 1908 Alkmaar" over „Postpakkettentreinen voor
rijpe vruchten en versche groenten."
Ilij betoogt en te recht dat de wijze van verkoo-
pen en vervoeren van vruchten en groenten groote ge
breken heeft. Alvorens de vruchten van den eigenaar
van den boomgaard zijn gekomen bij den opkooper, zijn
zij driemaal verkocht, n. 1.
a. Van kweeker aan opkooper;
b. Van opkooper aan winkelier of rondventer;
c. Van winkelier of rondventer aan de verbruikers.
„Dat er behalve de kweeker nog minstens twee perso
nen winst moeten maken, kan zeker niet anders leiden
dan tot verhooging der prijzen of vermindering der
qualiteit of minder voordeel voor den kweeker. Of wel
alles tegelijk.
Letten wij nu op den tijd, die er noodig- is, om de
vruchten van den boom tot verbruiker te brengen, dan
zien wij, dat de weg van opkooper tot winkelier of
rondventer zeker wel een halve dag lang is en daar
na tot den verbruiker veelal eenige dagen, soms zelf
vele dagen. Het tijdsverloop tusschen afplukken en
verbruiken is lang en onzeker en het gevolg is, dat dc
opkooper geen rijpe vruchten wenscht af te zenden en
het slechts do<»" als hij niet anders kan en dat komt
voor, wanneer de minder rijpe of onrijpe v-ruchten niet
genoeg afname vinden.
Dit te zamen genomen, namelijk het driemaal verkoo
pen en de lange benoodigde tijd, maakt, dat wij ons
niet mogen verwonderen, als wij bemerken, dat de win
keiier steeds vruchten geeft van mindere kwal. dan die,
welke hij voor zijne ruiten ten toon stelt, of dat dc
rondventer steeds vruchten geeft van mindere quali
teit dan die welke boven op de kar liggen. Zij kunnen
niet anders; de wijze van verknopen dwingt hen.
Ook voor andere vruchten en voor groenten is nog
geen wijze van verkoopen en verzenden gevonden, die-
voldoet.
De huidige postpakkettendienst bewijst in dit op
zicht slechts zeer geringe diensten.
Als iemand een pakket wil ontvangen, clan moet hij
betalena. het verzenden van een postwissel, b. dc
waarde der vruchten, c. de waarde der mand, 152(
of 25 ets. verzendingskosten, al naar de hoeveelheid 3
Kg., 4 Kg. of 5 Kg. bruto moet wezen.
Maar zulke groote hoeveelheden worden voor huis
houdelijk gebruik niet gevraagd en al zou misschien 3
Kg. daarvoor wel eens een enkele maal in aanmerking
kunnen komen, dan nog maken de bijkomende onkos
ten voor ]xjstwiss-el, mand en verzending het pakket te
duur, nl. voor vruchten ter waarde van 10 centen het
pond of nog minder.
Bij kleinere hoeveelheden woi-dt de verhouding tus
schen waarde en onkosten nog nadeeliger, zoodat de
huidige postpakkettendienst wel het voordeel geeft van
een rechtstreeksche en vlugge verbinding van kweeker
of opkooper met de verbruikers en ook wel het driemaal
verkoopen verandert in tweemaal of éénmaal, maar toch
ongeschikt is voor dagelijkseh gebruik wegens de hooge
bijkomende kosten, te hooger naarmate het gewicht
minder wordt; ook het moeten afzenden van postwissels
is een bezwaar.
Als de verpakking der postpakketten teruggezonden
kon worden; als er getene postwissels ter bestelling
noodig warenen al de verzendingskosten hoogstens 5
et. bedroegen, dan zou de postpakkettendienst bruik
baar zijn voor de verzending van vruchten en groenten,
ook voor hoeveelheden van pl.m. 1 Kg. of 2 pond, dat
is de hoeveelheid, die voor huishoudelijk gebruik ge
vraagd wordt.
De schrijver stelt zich dit aldus voor:
Van uit verschillende middelpunten van ooft- en
groententeelt (hij noemt o. a. Broek op Langendijk)
moeten in versohillende richtingen treinen loopen,
hoofdzakelijk voor het vervoer van vruchten en groen
ten in postpakketten van hoogstens 21/2 Kg.
„Deze treinen zijn geheel posttreinen; zij worden in
gesteld gedurende den zomer, éénmaal per dag en op
vaste uren, heen en terug.
De besteldienst, aan de postpakketten tot nu toe ver
bonden, wenscht de schrijver voor zoover dat betreft
den dienst buiten den trein, te laten vervallen en ge
heel voor rekening' van afzenders en geadresseerden te
laten. Aan het station van uitgang moeten de vruch
ten- en groentenverkoopers zelf hunne pakketten bezor
gen en niet de post, zoodat dus voor deze de besteldienst
tusschen postkantoor en station vervalt. Aan de ove
rige stations moeten de koopers hunne yiakketten zelf
van clen posttrein komen halen en niet de post, waar
door voor deze de besteldienst tusschen station en post
kantoor en daarna tusschen postkantoor en geadresseer
de achterwege blijft.
Doordat bij deze regeling een aanzienlijk deel der be
stelling komt te vervallen, zal ook het tarief der post
pakketten aanzienlijk verlaagd kunnen worden. Zoo
zelfs, dat de inzender het stelt voor een pakket van
hoogstens l1/2 Kg. 3 ct., voor een pakket van hoogstens
2 Kg. 4 ct., voor een pakket van hoogstens 21/2 Kg. 5
Hierbij is het gewicht dor verpakking inbegrepen en
berekend op 1/2 Kg.
Van de terugkeerende ledige posttreinen wenscht hij
gebruik te laten maken voor het terugzenden van ge
bruikte verpakking (ledige manden of bussen), tegen
het lage tarief van 1/2 ct. per mancl of bus.
Om eenige ervaring op te doen zou de schrijver wil
len beginnen met eerst dagelijks één posttrein te laten
loopen en wel van de vruchtenstreek Tiel langs Gorin-
chem, Dordrecht, Rotterdam, Schiedam naar Den Haag
en terug.
De taak der afzenders (de opkoopers der boomgaar
den) zal dan zijn het aanstellen van één of meer zaak
gelastigden in de groote plaatsen langs deze lijn. Deze
moetin in de plaatselijke advertentie-bladen de post
treinen en de vruchten adverteeren, benevens de wijze
van bestellen, de terugzending der verpakking etc., en
door daarvoor aangestelde personen (groentevrouwen)
dagelijks de bestelorders tegen bestelloon laten ophalen
en uitvoeren. Zij zenden de orders met postwissels
naar Tiel. Verder zal het de taak der afzenders zijn,
volgens bestelling in te pakken, de pakketten te voor
zien van postzegels en ook van de namen der afzenders:
daarna moeten zij de pakketten vóór den bepaalden
tijd van vertrek van den posttrein aan het station te
Piel bezorgen.
De taak van de postadministratie zal zijn, de adres
sen in den trein te stempelen met duidelijke aangifte
van den datum en de pakketten af te geven aan de
zaakgelastigden te Gorinchem, Dordrecht, Rotterdam,
Schiedam en Den Haag, die de pakketten door middel
van de groentevrouwen zullen doorzenden naar de ver
bruikers.
Met den op vastgestelden tijd terugkeerenden trein
neemt de post van de zaakgelastigden op de verschillen
de plaatsen de postwissels met bestelorders, en ledige
manden in ontvangst, die deée afzenden naar Tiel.
Bij aankomst aldaar reikt de post de postwissels aai:
de op het station wachtende belanghebbenden over,
evenals de ledige manden.
Omtrent het bezorgen der pakketten aan den trein
door de afzenders wordt nog opgemerkt dat dit geen
bezwaar kan zijn, mits die pakketten slechts in genoeg
zaam getal besteld zijn, wat zeker te verwachten is.
Evenzoo kunnen de groentevrouwen ook wel de pak
kotten komen afhalen bij niet geringe hoeveelheden wat
óók te verwachten is, en tegenbehoorlijk bestelloon, b.v.
1 ct. voor l'/„ Kg. bruto, 11/2 ct. voor 2 Kg. en 2 ct.
voor 21/., Kg. bruto. Het werk wordt hun gemakkelijk
gemaakt door de zaakgelastigden.
De taak der zaakgelastigden zal zijn, eiken dag twee
maal aan het station aanwezig te zijn, iederen keer mis
scliien een uur; zoodat het aanstellen van deze perso
nen geen onoverkomelijk bezwaar behoeft te zijn.
Ziedaar het denkbeeld in theorie zeer aanlokke
lijk.
Maar in de praktijk?
Het wil ons voorkomen dat er vele practische bezwa
ren verbonden zullen zijn aan dezen maatregel.
In de eerste plaats doet zich de vraag voor: waaroy
heeft de inzender de kosten voor het vervoer door een
p;'stpakkettentrein gebaseerd? Wanneer het willekeurig
aangenomen bedragen zijn, dan is hieraan natuurlijk
weinig waarde te hechten, en dan gaat het niet op, te
zeggen: een proef moet maar eens uitmaken of de gel
delijke regeling goed is. De redactie van het „Hbld."
verklaart dan ook terecht, dat die kosten eerst nader
zouden moeten worden onderzocht. Zij zegt wel, dat
goedkooper vervoer van rijpe vruchten en versche
groenten wenschelijk is, maar vraagt niet of het moge
lijk is op de wijze, waarop de inzender zich dit voor
stelt.
En nu vreezen wij juist, dat er ernstige bezwaren
van de zijde der spoorwegdirecties tegen de postpakot-
tentreinen zullen worden ingebracht.
liet gaat onder gewone omstandigheden al niet ge
makkelijk een trein in te leggen, vooral niet op zoo'n
druk gedeelte als bijv. van Dordrecht naar den Haag'.
Maar wanneer moeten die treinen worden ingelegd
Juist in het drukste seizoen, wanneer de treinenloop
uitgebreid en het vervoer buitengewoon groot is. Men
vergete ook niet, dat de spoorwegtoestanden in ons
land vooral bij dergelijke regelingen zeer veel te wen-
schen overlaten.
In hoeverre de meerdere administratie, welke de
nieuwe maatregel noodzakelijk tengevolge zal moeten
hebben, bezwaar oplevert, wagen wij niet te beoordec-
len, evenmin de beteekenis van allerlei kleinigheden,
welker invloed eerst in de praktijk kan worden vastge
steld. Hoe mooi en hoe sympathiek het plan ons dus
lijkt, wij gelooven niet, dat de postpakkettentreinen-
van-het-papier, spoedig zullen loopen op de „blanke
ijzers."
Z. K. H. de Prins der Nederlanden heeft zich heden
morgen naar Altenburg begeven ten einde op Dinsdag
aldaar te kunnen bijwonen de begrafenis van Z. H.
den Hertog van Saksen-Altenburg.
Z. K. II. zal vergezeld zijn van den kapitein jhr.
Van Suchtelen van den Haare.
Woensdagmorgen zal Z. K. II. weder in de Resi
dentie terugkeeren.
Liberale Unie. (Vervolg.)
Op punt 2 van de motie van het hoofdbestuur waren
eenige amendementen ingediend.
De afd. Den Haag stelt voor in a te doen vervallen
het woord„mannelijke" en b geheel te doen ver
vallen.
Rotterdam stelt voor in 2b te doen vervallen het
woord „ongehuwde" en den leeftijd voor de vrouwen
die kiesrecht krijgen op 23 jaar te stellen.
De afd. Zevenhuizen en Leeuwarden wenschen ook
het woord „ongehuwde" voor vrouwen weg te laten.
De afd. Kampen wil 2b geheel laten vervallen en
dus het vrouwenkiesrecht niet te aanvaarden.
De heer Jurriaan Kok, te 's-Gravenhage, verdedigde
het amendement-Den Haag. Hij bracht hulde aan het
hoofdbestuur, dat het aan de vrouw ook het kie-ireclit
wil geven. Spr. verdedigde verder het stemrecht voor
de gehuwde vrouw, zeggende, dat het toch niet aan
gaat dat in een gezin de dienstbode zou gaan stemmen
en de vrouw des huizes niet-
Door ook aan de gehuwde vrouw het stemrecht
te geven, zal de volksvertegenwoordiging een getrouwer
afspiegeling zijn van de belangen en behoeften, be
ginselen en denkbeelden, die in de natie op den
voorgrond treden.
Dr. Koch, afgevaardigde van Kampen, achtte het
vraagstuk van vrouwenkiesrecht ook niet rijp voor
oplossing. Men moge er een platonische genegenheid
voor hebben, of in de practijk de oplossing van de
vraag mogelijk is, noemt spr. een andere zaak.
Spr. stelde voor de quaestie van het vrouwenkies
recht niet te behandelen.
Rotterdam stelt voor eerst de leeftijdsgrens voor de
vrouw vastgesteld te zien en daarna te bepalen, welke
nadere uitsluitingen men wil maken.
Leeuwarden verdedigde het denkbeeld om voor de
vrouwen de leeftijdsgrens hooger te stellenmaar
achtte het onjuist de gehuwde vrouw uit te sluiten.
Een andere quaestie, ven later zorg evenwel, is, dat
men aan de vrouw wel het kiesrecht, maar niet den
stemplicht zou kunnen geven.
Haarlem constateerde mét genoegen, dat feitelijk
niemand tegen het vrouwenkiesrecht is.
De heer Patijn sloot zich aan bij het denkbeeld
van Kampen. Spr. is in beginsel voorstander van het
kiesrecht aan de vrouw.
Maar evenzeer als spr. van meening is dat vrouwen
kiesrecht in de toekomst noodig en ge wenscht is, is
spr. overtuigd, dat het denkbeeld niet is een onmid
dellijk te verwezenlijken actueele zaak.
Men wil aan de vrouw invloed in de Staatszaken
gaven, maar dan is de formule van het hoofdbestuur
niet juist. Want eerder zou men aan de Ilollandsche
huismoeder het kiesrecht willen geven. Wat nu de
Liberale Unie wil is feitelijk een „oude-juffrouwen-
kiesrecht."
Geroep: „Op 25-jarigen leeftijd!"
Spr. „Nu ja, ze hebben pas een verjongenskuur
ondergaan
Vervolgens zegt spr., dat de denkbeelden van vrou
wenkiesrecht in ons volk nog niet bezonken zijn en
dat z. i. bij een volksstemming het denkbeeld verwor
pen zou worden.
Spr. aanvaardt het beginsel van vrouwenkiesrecht,
maar hij aanvaardt het vrouwenkiesrecht niet als eisc-h
van het oogenblik. (Applaus).
De heer Misset (Doetinchem) verdedigde het
denkbeeld om vrouwen en mannen geheel gelijk te
stellen ten opzichte van het kiesrecht. Hij steunde
derhalve het amendement 's-Gravenhasye.
De afgevaardigde van Delft zeide, dat eene vrouw
van 23 jaar niet rijp is voor politieke zelfstandigheid.
De voorzitter noemde de quaestie van het vrou-