•eeeeeseei N.V. Herms. Coster Zoon De Schat des Hemels 's-HERTOGENBOSCH. BLOOKER'S DAALDERS CACAO; Behangsel-Magazijn. Amandel Makronen. Breek met de sleur; drink in plaats van koffie, véél goedkooper, véél gezonder, altijd goed. C. VAN STAM. - Alkmaar. - Telef. 58. N.V. VAN NIEUWKUYK's Schoen- en Laarzenmagazijn, Algemeene Boekhandel Voordam C 9, Telefoon No. 3. MARIE CORELLI. f 1.50 ingenaaid 51(1 Bladzijden f 1.90 gebonden. Zaterdag 22 Febr., Stationsweg, Alkmaar. Tj. W1TTEVEEN. H.H. Patroons. De Provinciale Noord-Brabantsche en 's-Hertogenbossclie Courant ■™,p '.J'' Alkmaar, Zaadmarkt 79. Heeft voorradig Lijnkoekbrekers, Wortel- en Stroosnijders, Maalmolens, Veevoederketels, Ploegen, Karns, Cen- trifuce voor melkonderzoek en ont- rooming. Verder alle mogelijke arti kelen benoodigd voor Land-, Tuinbouw en Zuivelbereiding. Wasch- en Wringmachines. N. V. ,,Het Landbouwhuis" saak in behangselpapieren zal openen SAISOü 1908. Aannemen. Trouwen. Houttil 16. eene dienstbode, SIDONIUS DE JONG IEÜTCIO, Gebruikte Gasmotor-installatie. Dwerg-poedel. Privaatlessen in recht gevraagd. BARBIERSLEERLING werk aan huis. Vraagt steeds MAIVHEIM's Steeds voorradig. F EIIIL L E T 0 N. H ERFSTSTÖR Zooeven verscheen de goedkoope uitgave van Pr ij s van den eersten druk f 4.50 's avonds 8 uur, geeft de Heer E. J. DE SCHEPPER, (Prof. 'T is me Edso) een biljart séance in het Hotel „Bellevue", Voor 's-Hertogenbosch meest^afdoende publiciteit. Alles wordt op proef geleverd. Vaste doch lage prijzen. J. WONDER Pz. Directeur. Ondergeteekende heeft het genoegen te berichten, dat hij a.S. Zaterdag een naar de eischen des tijds ingerichte in het perceel ZAADMARKT 67. Alle goederen afkomstig van de zoo gunstig bekendstaande firma C. B. SCHNEIDER, Leidsckestraat Amsterdam, worden volgens contract tegen dezelfde prijzen en condities geleverd. Cocoskransjes groot en klein. Diverse Banketsoorten. Groote verscheidenheid luxe taarten. RINGERS' Pastilles, Tabletten en Bon bons, Botercakes en Koek de voyage (ook per ons verkrijgbaar). Huis van vertrouwen. Solide waar. Reëele bediening. Elegante modellen. Gemakkelijke pasvorm. Billijke prijzen. Wordt gevraagd tegen Mei TE KOOP: 1 drijfas, 2 poelies, 2 riemen en gr. reservoir, Overheerlijke I. MANHEIM, Laat 42 IJZERWAREN. Ter overname gevraagd eene gevestigde zaak in ijzerwaren en aanverwante artikelen. DOOR Aanbevelend Heer, algemeen ontwikkeld, 30 jaar, zoekt werk kring te ALKMAAR of omgeving. Branche onverschillig. Br. lett. K L aan den Boekhandel v.h. P. KLUITMAN, Alkmaar. Mej. C.tM. EGMOND, Leerares Piano en Theorie. Mient C 15, ALKMAAR. Spreekuren Woensdag, Donderdag en Vrij dag v. 1-2 uur. is het Hoofdblad van de Provincie NOORD-BRABANT, wordt daar het meest gelezen, in vele 'gemeenten schier uitsluitend ens verschijnt dagelijks. Uitgevers J. J. ARKESTEYN ZOON's Her togenbosch. ALKMAAR, 20 Febr. 1908. AANBEVELEND. loon f 110.met verhooging. Van goede getuigen voorzien. Br. fr. no. 104, P. van Cittert Zonen, Haarlem. gaat zich eerstdaags verplaatsen naar in 't huis vroeger bewoond door den heer P. D A M A V E. voor billijken prijs. Te bevr. bureau dezer courant. TE KOOP een zeer klein sneeuwwit dwerg- poedeltje, kamerzindelijk, allerliefst salonhondje, bij Jb. BRANDS Fz., Schapenstee g. Aanbiedingen onder lett. T 64, bureau dezer courant. Er kan TERSTOND een nette geplaatst worden bij J. P. PATER, Breedstraat 27. Een bekwaam COSTUUMNAAISTER vraagt beleefd Aanbevelend, Wed. M. VAN RIJS, Landstraat 46. Beleefd aanbevelend, ZONDAGS VERSCH BROOD. Br. met opgave van omzet, koopsom enz., lett. A 41, a. h. Alg. Adv.-bureau Rouma'& Co., Amsterdam. g Hulpmeststoffen. J Turfstrooisel. ROMAN door IDA B O Y - E D. vertaling van S. S. 42) De gedachte, zich als huisvrouw te bekwamen, maakte baar bizonder vroolijk. Lubbers kwam binnen met thee en eieren. „Lubbers", .zei zij op gestrengeu toon: „ik heb niet gaarne, dat je in'dien ouwen jas bedient. Livrei, als 't je belieft, altijd in livrei." Hij gaf geen antwoord. Brita begon met smaak te ontbijten, maar zij moest toch terloops de opmerking maken, dat de thee dun, al bijzonder dun was. Hare gedachten hielden zich meer met de „huis vrouw" bezig. Zij stelde zich de vraag, of zij wel de kunst verstaan zou baar vader een gezellig tehuis te bereiden. Zij was overtuigd, dat zij niet van kunste- naarssmaak ontbloot was. Maar zij begreep ook wel, dat deze alleen niet voldoende was. „Huisvrouw zijn", daar kwam zooveel bij kijken. Men moest menschen kunnen bevelen en een massa dingen naar zijn band kunnen zetten. Een ongeloofelijke menigte van schijn baar belachelijke kleinigheden weten, en toch bet ge heel slechts in 't oog houden. Men moest een goed hoofd hebben en zich over iedere onaangenaamheid spoedig kunnen heenzetten. Men moest er op bedacht zijn, zuinig te wezen en de kunst verstaan om ter recbter tijd het geld uit te geven. Het was vreeselijk, wat men al niet moest. Maar de grootste moeilijkheid was nu niet zoozeer, daarmede te beginnen, en omdat het een nieuwtje was al zijn krachten daaraan te wijden neen, maar bet ook vol te houden. Eensklaps besefte Brjta, dat men dit wel doen kan, wanneer men een man liefhad. Daar sohrikte zij van. Dat kwam ook zoo onverwacht op, dat zij er zelf door verrast was. Zij moest aan Hagen denken, van wien baar groot mama altijd gezegd had, dat. En het denkbeeld kwam zoo in baar op, dat deze zij ne vrouw wel als een vorstin zou beschouwen. dat die wel geen buisvrouw zou willen hebben, maar mis schien eerder een godin, zooals hi; die zich in zijn dich terlijke phantasie voorstelde. Maar om nu altijd voor „godin" te moeten spelen, dat was toch op den duur ook nipt alles. Indien grootmama gelijk heeft gehad, dan had zij joch juist als dame uit de groote wereld den meesten indruk op hem gemaakt, of had hij misschien toch op gemerkt, dat zij haar rol nog niet kende, al trachtte zij het nog zoo te verbergen? Ja, aio men dat eens wist! „Gekheid" dacht Brita. Het was zeker maar een idee fixe van grootmama geweest. Hagen wilde alleen maar een vriend van haar zijn. Meer niet. Brita was wat trotseh, dat zulk een voor treffelijk man vriendschappelijk met haar wilde om gaan. Zij wilde dan nu toch ook eens zijn gedichten lezen. Of liever eerst zijn roman „Simson." Zij hield eigen lijk niet veel van gedichten. Zij had dan altijd het ge voel, alsof dat maar onnutte woordenpraal was, die haar niet aanging. Haar geweten beschuldigde haar, want zij was er al tijd nog niet toegekomen, en zag er daarom tegen op met hem alleen te zijn, omdat het gesprek er toch zeker op zou komen. Zij had daarom gisteren eenvoudig belet laten geven en laten zeggen, dat zij hoofdp'jn had, toen Lubbers mijnheer van de „Roode Heide" aandiende. Toen zij daarna achter het gordijn verborgen, gezien had, dat het niet Hagen maar André von Marschner geweest was, had zij 't land gehad. Dat was zeker de straf geweest voor haar leugen. Met André had men toch na al die plechtige nare dagen wel eens een beetje pret kunnen hebben. Zij stond op. Zij gevoelde, dat zij ongeduldig werd, dat zij niet zou kunnen wachten op de komst van haar vader. Onrustig liep zij door de kamer. Als het nog lang duurt voor papa komt, dan zal het niet om uit te houden zijn. Haar oog viel op het opgelapte behang. Nu dacht zij aan iets: Men moest de portretten verhangen, dan ziet men die stukken nieuw behang niet zoo. Aan iederen wand hingen in een halven boog ver- -cheidene kleine silhouetten, zwart op wit in donkere lijstjes. Bovenaan een ovale schilderij in olieverf in vergulde lijst, voorstellende op een derde van de groot te een der Benraths, die bij de jagers gediend had in den slag bij Lutzow, en er dus uitzag als Theodoor Körner. Als men nu de silhouetten een beetje verder van de schilderij hing, dan zou juist een er van een plaatsje krijgen midden op het bijgeplakte stuk, een ander rechts boven in* den hoek, een derde links onderaan ko men te hangen, en dan zou men het niet zoo kunnen zien. Brita ging op een stoel staan om het eerst eens te probeeren, en nam een van de portretjes van den spijker af om ze op de plaats, die zij bedoelde op te hangen. Maar toen was het werkelijk om wanhopig te worden. vVant nu kwam eerst dtiidelijk uit, hoe geel van ouder dom en stof het overige behang was. Dit gaf te denken: Zoo zou het wel overal wezen; als men dacht door verandering iets te verbeteren, zou het maar al te zeer blijken, dat alleen maar het tegenover gestelde er mede bereikt werd. Daar zou wel niets anders opzitten, dan dat haar papa het geheele huis moest laten opknappen. Mis schien was hij middelerwijl wel een beetje gelukkig ge weest en bracht hij een paar duizend dollars mede, ot mogelijk, dat er in de nalatenschap van grootmama hier of daar nog geld verstopt was. Brita had toch nog onlangs in de courant gelezen, hoe een oude dame, die van gierigheid haast den hon gerdood gestorven was en koude geleden had, tusschen de dekens en in de linnenkasten een menigte van bankbiljetten verborgen had. Daar haar grootmama altijd erg vreemd geweest was, moest men hier wel cenigszins op bedacht zijn. Zij klom van haar stoel af, want de deur werd geo pend. Met dat onverdragelijke, langgerekte, piepende geluid, zooals dit altijd het geval is, wanneer in jaren de scharnieren niet meer gesmeerd zijn, alsof men wilde te kennen geven, dat er iemand wenschte binnen te ko men. Wat dan ook inderdaad zoo was, want Lubbers kwam andermaal binnen. Brita dacht, dat hij de ontbijttafel wilde afnemen, vtant men was reeds druk bezig in de keuken aan het opspelen, omdat zoodoende de geheele voormiddag in de war was gebracht. Op hoogen toon commandeerde zij„Breng eens gauw een hamer en een paar spijkers, k wil toch eens probeeren. „Hier is iemand, die de juffrouw voor zaken spreken moet", zei Lubbers, de kruk van de deur in de hand vasthoudende en ze geheel openende, alsof er wel een regiment infanterie moest binnenrukken. „Zaken. dat is toch het werk van den rentmees ter. Maar reeds zag Brita-twee heeren binnenko men. De een was Ludwig. En de andere had een haard en was erg beleefd. Ook dioeg hij een uniform, welke Brita niet kende. Nu, het was ook wel niet van haar te verwachten, dat zij in dit land van uniformen, met al de knoopen en tressen en kragen op de hoogte zou zijn, en zij had zich daarom ook onlangs op het bal bij Ilaldenwang onder talrijke grappen laten uitleggen wat het onderscheid was tusschen de uniform van den eersten luitenant der infanterie "Muller en dat van den luitenant van de garde Pullman. Ook wist zij, hoe de postboden er uitzagen. Zij ging van haar stoel af en dacht een beetje nieuwsgierig: Wie is dat dan? I)at hij noch een col lega var. Pullman noch van Muller noch een postbode was, zag zij wel. Ludwig met zijn opgezet en verachtelijk gezicht kwam met groote stappen op Brita af. Niet zoozeer om haar toe te spreken maar met de bedoeling om. den onbekende te presenteeren. „Juffrouw von Benrath", zei hij. (Wordt vervolgd.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1908 | | pagina 4