DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
No. 44.
Honderd en tiende jaargang.
1908
V R IJ D A G
21 FEBRUARI.
Hinderwe t.
BINNENLAN D~
Bescheidenheid.
Deze Courant wordt eiken avond, behalve op Zon- en
Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden
voor Alkmaar f 0,80; franco door het geheele Rijk f 1,
Afzonderlijke nummers 3 Cents.
Telefoonnummer 3.
Prijs der gewone advertentiën:
Per regel f 0,10. Bij groote contracten rabat. Groote
letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdrukkerij
v/h. HERMs. COSTER ZOON, Voordam C 9.
Eerste Kamerverkiezing.
Kamerverkiezing voor Sliedrecht.
Mr. Van Zinnicq Bergman.
Prov. Staten van Noord-Holland.
Ontevredenheid over een blad.
In De S t andaard komt een ingezonden stuk
oor, waarin door het bestuur der antirevolutionaire
kiesvereeniging „Nederland en Oranje" te Moordrecht
medegedeeld wordt, dat in eene ledenvergadering dier
kiesvereeniging besloten werd een motie in te dienen
tegen de antirevolutionaire Rotterdammer, welke luidt
als volgt:
Een tuchtbond.
De geredden van de „Amsterdam".
Gestrand.
Oordeel van hardrijders over alcohol.
Twee zeelieden verdronken.
Een Kwajongen.
Vroeg voorjaar?
Werkloozen te Amsterdam,
Werklooze diamantbewerkers.
De Nieuwe Zijds Kapel te Amsterdam.
Uit Heer Hugowaard.
ALRMAARSCBE COURANT.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Alk
maar brengen ter algemeene kennis, dat heden op
de gemeente-secretarie ter visie is gelegd het aan
hen ingediende verzoek met bijlagen van
J. KORVERaldaar, om vergunning tot het op
richten van eene vleeschrookerij, achter het perceel
St. Annastraat, Wijk C, No. 11.
Bezwaren tegen deze oprichting kunnen worden in
gediend ten raadhuize dezer gemeente, mondeling op
Woensdag 4 Maart e.k., 's voormiddags te elf uur en
schriftelijk vóór of op dien tijd. Gedurende drie dagen
vóór gemelden dag kan de verzoeker en hij, die be
zwaren heeft ingebracht, op de secretarie dezer ge
meente van de ter zake ingekomen schrifturen kennis
nemen.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
Alkmaar, G. RIPPING, Voorzitter.
19 Febr. 1908. DONATH, Secretaris.
Men kent het bekende Duitsclie rijmpje:
„Bescheidenheit ist eine Zier
Doch weiter kommt man ohne ihr."
Van geen waarheid is onze tijd zóó overtuigd als van
deze. Het „bloempje, dat in het verborgen bloeit" zal
wel volmaakt uitgebloeid zijn en men moet zich haas
ten om de laatste bescheidene menschen in een museum
van oudheid onder te brengen. Want spoedig zal de
laatste der bescheidenen in een afgelegen oord nauw
hoorbaar den laatsten adem uitblazen. En dan begint
het begrip te verdwijnen, dan zal men al heel spoedig
niet meer weten wat bedoeld werd, toen een beter in
gelichte dan 7a. M. de Keizer van Duitschland ver
klaarde, dat deze tijd staat in het teeken van de niet-
bescheidenheid.
Wij kunnen gelukkig nog nagaan wat bescheiden
heid is. Wij kunnen ons nog voorstellen hoe de maat
schappij er zou uitzien als die eigenschap nog in ruime
mate bestond. Het zou wel héél vreemd zijn. Men den-
ke zich een jongen van 18 jaar, die van meening zou
zijn, dat hij niet over alles een oordeel kan vellen, om
dat hij nog zoo weinig ervaring heeft.
Een gloednieuw literator zou kunnen verschijnen,
zonder dat hij ajle andere schrijvers, op een paar na,
voor dwazen zou uitmaken, zonder dat hij één kunst
theorietje voor dè theorie zou laten doorgaan.
Wij zien al hoe het personeel van een bureau de kop
pen bijeensteekt om te verklaren, dat er toch een heele
massa dingen zijn waarover de chef en deze alléén
kan oordeelen. En dan die nieuwe motie, wat zou
die vreemd klinken
„Deze groote vergadering van georganiseerde steen-
bewerkers, bijeen in de zalen van de Yereeniging „De
„zon in het Oosten," gehoord de verklaringen en uit
eenzettingen van Jansen en juffrouw Klaassen, over
tuigd dat noch elke steenbewerker voor zich noch de-
„ze vergadering van steenbewerkers in haar geheel in
„staat is te beoordeelen hoe de staat geregeerd moet
„worden, van meening dat de jonge mannen en de jon-
„ge meisjes in haar midden heelemaal niet mogen mee
praten en dat de ouderen, die toch ook geen opzette
lijke studie van economie of politiek hebben gemaakt,
„niet anders kunnen doen dan verlangens uitspreken
„ten aanzien van den gang van zaken in het algemeen,
„overwegendegeeft als haar meening te kennen,
„dat zij niet kan oordeelen over de vraag of Jansen
„dan wel Klaassen gelijk heeft en besluit deze motie
ter kennis te brengen van den gemeenteraad."
Ons dunkt, een vereeniging die in ernst zulk een
motie aannam, zal om haar bescheidenheid even be
roemd worden als deze onbeschcidenste van alle onbe-
scheidenen, de befaamde Herostratus, die een tempel
van Artemis op Ephesus in brand stak, alleen omdat
bij van meening was, dat het van grooter belang voor
de wereld was dat zijn naam in alle eeuwen bekend zou
zijn dan dat dit prachtige gebouw bleef bestaan.
Niet minder komiek zou het volgende bericht aan
doen
„Dat er tegenwoordig niet meer nieuwe anarchisti
sche aanslagen worden gepleegd, ligt daaraan, dat
„onder de voor het anarchistschap van de daad aange
legde jongelui en jonge meisjes een zekere aarzeling
„is of zij de maatschappelijke toestanden en de persoon-
„lijke verdiensten van bepaald aangewezen slachtoffers
„wel zóó goed kunnen beoordeelen, dat zij over bepaalde
„personen zonder hen te hooren, zonder getuigenver-
„hoor, zonder wetboek, zonder beroep, zonder eenig hou-
„vast een doodvonns kunnen uitspreken en dat dood-
Ponnis kunnen uitvoeren."
En ten slotte dit bericht:
„Heden kwam een zekere S. alhier aan het stembu
reau in de Tweede A-straat om te stemmen in een ver
kiezing voor Tweede Kamerlid. De man vroeg aan het
stembureau inlichtingen en stelde met name de vraag
hoe hij kon weten, dat een sociaal-demoeraat een beter
mzieht had in het staatsbestel dan een Liberale Unie-
man^ of een Christelijk-Historisch staatsman. Men
bleef hem hierop het antwoord schuldig. Een oogenblik
vertoefde de man in het hokje, toen kwam hij terug,
verklaarde, dat hij zichzelf niet bevoegd achtte tot oor
deelen en verdween. Het geval baart geweldig opzien
in de stad. Men meent te weten dat Barnum's opvol
ger zich al verzekerd heeft van het monopolie van de
vertooning van dezen bescheiden kiezer."
Inderdaad wanneer de wijsheid van Socrates eens
tot de aarde terugkeerde, zou men gekke dingen kun
nen beleven. Men zou het mogelijk vinden dat een kies
«ereeniging een partijlid, tevens lid van een of ande
ren raad, die alleen zooveel praat en voorstel als de an
dere leden te zemen, tot de orde riep met de overwe
ging, dat iemand toch niet in zóó hooge inate moet
nisetiei), dat hij de waarheid in pacht heeft. Men zou
de oude, meer ervaren mensehen, die tegenwoordig veel-
i! de dienstwillige dienaren zijn van het kind, het mo
ge dan een aanvallig jongske of een twintigjarige
taarddrager zijn, men zou die oude lui weer terug
vinden in de rol van de menschen. die wat meer gezien
en gedacht hebben en wier meening dus meer waarde
heeft. Iets van eerbied voor grijze haren indien de
drager van die haren dien eerbied inderdaad verdient
voor meer ervaring en meer menschenkennis zou
weer zijn op te merken, men zou niet meer zoo schrik
ken als iemand iets aannam op gezag van een ander.
Maar wij gaan te ver, wij vragen te veel van de ze
nuwen onzer lezers, wij zijn niet bescheiden met onze
meening, dat het mogelijk zou zijn zelfs in gedachten
tegen den stroom op te roeien.
Want sedert Multatuli in Nederland de bescheidenheid
heeft aangetast, is deze draak terdege geslacht. De
Nieuwe Gids heeft het begrip uit de Nederlandsche
taal geschrapt en het geslacht van 1880-1890 heeft me
de dapper tegen deze kwaal gestreden. Trouwens
er kwam hulp uit het buitenland, waar de bescheiden-
beid ook langzaam tot een ondeugd is gepraat. En
hadden de eerste strijders nog te vechten tegen een
slechte bescheidenheid, die bij voorkeur op gezag aan
nam, die niet durfde, iets mufs had, aan oude vormen
bleef hangen en gevaar liep in vormelijkheid onder te
gaan, die na hen kwamen vonden al niets meer van dit
soort en verdelgden dus de andere bescheidenheid van
den aardbodem. En zoo is er voor ons niets vreemds
meer aan, dat een jongmensch van 20 den „ouden heer"
doceert en voor geen sterveling meer uit den weg gaat,
dat iemand van 25 precies weet hoe hij moet stemmen
en welke partij de wijsheid in pacht heeft, dat een meis
je van 18 jaar gouverneurs en keizers ombrengt, omdat
zij niet passen in het regeersysteem, dat dit jonge meis
je zich als het beste heeft gedacht. In gezelschap
vindt men een veelprater een ongemanierd mensch,
doch dat één lid in de vergadering alleen zooveel praat
als tien anderen samen vindt men nauwelijks meer een
fout. Dat een stuurman aan den wal op het gebied
van kunst, van politiek, van wetenschap of staatsbe
stuur in dit walstuurmanschap aanleiding zou moeten
vinden tot bescheidenheid, klinkt haast wondervreemd
En als men bescheiden menschen wil zoeken, zal men
moeten wachten tot er weer een reactie komt tegen de
overdreven verkettering van de bescheidenheid van te
genwoordig. Die reactie kan niet uitblijven. Ten
slotte zal men toch inzien, dat de hoogste wijsheid de
wijsheid is, die zich van eigen beperktheid en onwetend
heid bewust is, die steun zoekt voor eigen inzichten bij
ouderen en wijzeren, die het bestaande tracht te begrij
pen, voordat zij veroordeelt en vernielt, die zichzelf niet
alomvattend oordeelt maar het gezag waardeert en er
kent, binnen zekere grenzen. En als wij dan eenmaal
weer zoover zijn, dan zal ook iets van de opwinding en
overspanning wijken, die onzen :ijd kenmerken en die
meer het resultaat van zelfoverschatting dan van de
veelgenoemde stoom en electricteit zijn.
Bij Koninklijk besluit is machtiging verleend aan
den commissaris der Koningin iri de prov. Zuid-Holland
tot het bijeenroepen van de Staten dier provincie in bui
tengewone zitting op Dinsdag 3 Maart 1908, ten einde
alsdan aan de orde te stellen de verkiezing van een lid
van de Eerste Kamer der Staten-Genera al, ter voorzie
ning in de vacature, ontstaan door de benoeming van
mr. J. G. S. van Bevers, tot minister van Waterstaat.
Naar aanleiding van het bericht als zou Mr. Mendels
voor de hem in het district Sliedrecht aangeboden can-
di datuur bedankt hebben, deelt de Dordr. Ct. mede,
dat hem door de gezamenlijke afdeelingen van de S.
D. A. P. in dat district geen candidatuur aangeboden
Naar de Tijd verneemt, is de toestand van mr. Van
Zinnicq Bergmann, lid van de E. rste Kamer, nog zor
gelijk en doet het ergste vreezen.
Door Erfgooiers der nieuwe partij is den heer Floris
os officieel een candidatuur aangeboden voor de
I rov. Staten van Noord-Holland, kiesdistrict Weesp-
Hilversum. De heer Vos heeft echter daarvoor bedankt.
(N. v. d. D.)
„De Anti-Revolutionaire Kiesvereeniging „Nederland
en Oranje' te Moordrecht, van oordeel, dat door het
optreden dei antirevolutionaire Rotterdammer
tegenover het beleid der partij, het belang onzer partij
niet. wordt gediend, maar veeleer wordt geschaad, om
dat haar vinnige artikelen, b. v. de dood der Anti-revo
lutionaire partij, eensdeels verdeeldheid brengt in de
partij zelve, en anderdeels den vijanden buiten de par
tij gelegenheid geeft zich over ons vroolijk te maken,
rpreekt in deze vergadering haar innig leedwezen en
afkeuring uit over deze onbroederlijke houding der An
ti-revolutionaire Rotterdam me r."
De groep Nederland van het Alg'. Ned. Verbond, die
de leiding op zich genomen heeft van pogingen om, in
liet belang eener verhoogde ontwikkelng van onze zede
lijke en lichamelijke weerbaarheid, samenwerking uit te
lokken tusschen alle vereenigingen, die geacht kunnen
worden te streven naar verhooging der zedelijke en
stoffelijke kracht van het Nederlandsche volk, om zoo
te komen tot een stelselmatige bestrijding van de on
deugden en gebreken, welke die ontwikkeling belemme
ren, heeft haar rapport in druk laten verschijnen.
Het dagelijksch bestuur der genoemde groep heeft,
na een samenspreking met vertegenwoordigers van
eenige groote vereenigingen over het verschijnsel dei-
tuchteloosheid, zijn oorzaken en gevolgen en de midde
len tot bestrijding, een vragenlijst opgesteld en gezon
den aan alle vereenigingen die maar eenigszins in ver
band met de beweging konden weiden gebracht.
Nadat de antwoorden ontvangen waren, is het rap
port samengesteld, dat echter nog niet voor openbaar
heid bestemd is.
Te Utrecht zal op 14 Maart een vergadering worden
gehouden, waartoe tal van vereenigingen zijn uitgenoo-
digd, en waar men tot de oprichting van een „tucht
bond" hoopt te geraken, die de tuchteloosheid zal be
strijders
GEMENGD NIEUWS.
De 23 geredden van de Harwichboot „Amsterdam"
op 23 Januari j.l. hebben gezamenlijk een geschenk
aangeboden aan kapitein Erland van de Noorsche boot
„Songa", die hen na de aanvaring met de „Axminster"
zoo vriendelijk en gastvrij aan boord opnam en be
handelde.
Het geschenk is vervaardigd in de metaalwaren-
fabriek der firma J. N. Daalderop en Zonen, te Tiel,
en bestaat uit een compleet verzilverd theeservies met
blad laatstgenoemd voorzien van een opschrift in het
Engelsch (met zwart ingelegde letters) gegraveerd.
Vad.)
Het Duitsche stoomschip „Syria", van Hamburg
naar Antwerpen, is gisteren op de Schelde gestrand.
Het zal waarschijnlijk zonder assistentie vlot komen.
De pers-commissie voor drankbestrijding in "Fries
land heeft aan verschillende hardrijders de vraag ge
steld, hoe zij denken over het gebruik van alcohol,
als zij moeten uitkomen.
Allen antwoordden„De ondervinding heeft ons
geleerd, dat dit stellig nadeelig is."
Nu de familieleden van de beide in Italië verdron
ken zeelieden van het stoomschip Louise door de
directie van het Aanwervingsbureau van Rotterdam-
sche Reeders zijn ingelicht, kon zij de N. B. Ct. de
namen van de verdronkenen mededeelen. Het zijn J.
Flinck, 2de machinist, uit Haarlem en P. Keuls, licht
matroos, uit Leiden.
De geredde Willem Jonker is tweede-stuurman en
staat te Rotterdam ingeschreven.
Vanwege de directie der H. IJ. S. M. is proces
verbaal opgemaakt tegen een student te Delft, die in
den laatsten trein van Rotterdam een dames-coupé
was binnengedrongen. De daarin aanwezige dames
trokken aan de noodrem, waarna de trein stilstond en
de ongewenschte bezoeker werd verwijderd.
In de Eempolders hebben zich de eerste kieviten
vertoond.
Te Rijsen op den huize Oosterhofï van jhr. Coe-
nen is door timmerlieden, die eenige herstellingen aan
het dak moesten verrichten, een nieuw spreeuwennest
met drie eieren gevonden. Nog werden in den tuin
van het kasteel door een arbeider bij 't spitten van
den grond vijf meikevers gevonden.
Ia de week van 12—19 Februari 's middags 1 uur
zijn bij den penningmeester van de commissie voor
de werkloozen te Amsterdam giften ingekomen (waar
onder de reeds verleden week vermelde f 5000) tot
een bedrag van f 13,200waardoor het totaal aan
giften en toezeggingen thans is gestegen tot ruim
f 184.000.
De penningmeester ontving een met 71/2 cent straf
port bezwaarde prentbriefkaart (met den Dom van
Utrecht erop), 'van den volgenden inhoud
„Beste Mijnheer
U wordt wel bedankt voor hetgeen wat u agter
gehouden heb van de gelden voor de werklozen en
niet voor u bestemd. De groten stelen het meest.
(Get.) De Jong, Jansteenstr. 106."
Tegenover dit minder sprekend bewijs van waar
deering van ons werk schrijft de penningmeester,
de heer K. van Lennep hoop ik over eenigen tijd
tijd mededeeling te kunnen doen van ontvangen dank
betuigingen.
In de week van 9 tot 15 Februari werd door den
A. N. D. B. uitgekeerd aan 3296 personen f 17.924.
Het aantal werkloozen bedroeg 4487 tegen 4431
de vorige week.
Naar het Hdbl. verneemt, is thans door den Alge-
meenen Kerkeraad der Ned. Herv. Gemeente te Am
sterdam na langdurige en ernstige overweging, -op
voorstel der Commissie van Kerkmeesters, besloten de
Nieuwe Zijds Kapel met de daarom liggende aan de
gemeente toebehoorende gebouwen geheel af te breken
en in gewijzigden vorm weder op te bouwen.
Volgens dit nieuwe plan zal, naar het blad nader
hoorde, de kerk in het midden worden gehouden, met
een winkelgaelrij daaromheen.
Verslag der vergadering van de afd. Heer-Hu-
g o w a a r d van de Hollandsche Maatschappij van
Landbouw, gehouden 19 Februari, bij den heer Klaver.
Aanwezig 12 leden en 1 gast. De heer Jc. de Geus
epent en leidt de vergadering, aangezien de voorzitter
absent is. Spr. betreurt het, dat zoo weinig leden en
belangstellenden zijn opgekomen, vooral nu er over een
zeer belangrijke zaak „Contróle-vereenigingen voor
melkonderzoek" een lezing zal worden gehouden. Na
ltzing der notulen, welke, onveranderd worden vastge
steld, komen de ingezonden stukken aan de orde. Hier
omtrent meenen we te mogen volstaan met te vermel
den, dat het souvenir aangeboden aan den heer Korte-
weg, bestaat in een album met de handteekening van
den voorzitter en secretaris der atdeelingen, dat in een
circulaire van den Directeur-Generaal van Landbouw
wordt ter kennis gebracht van veehouders, dat hun vee
j ratis kan worden behandeld met serum tegen mond
en klauwzeer.
Vervolgens komt aan de orde de rekening over 1907.
De uitgaven bedroegen 243.21°, de inkomsten
226.61, alzoo een nadeelig saldo van 16.60°. De
commissie voor het nazien der rekening, bestaande uit
de heeren P. Scholten en S. Brugman adviseeren tot
goedkeuring, waartoe de vergadering besluit. De Voor
zitter dankt den Penningmeester en de commissie en
constateert met genoegen dat de financiën vooruitgaan,
immers 1907 ving'aan met een kastekort van 35.91°.
De behandeling van den beschrijvingsbrief gaf slechts
omtrent enkele zaken aanleiding tot discussie. Voor
secretaris-penningmeester zal namens de afdeeling
worden gestemd voor den heer A Korteweg, no. 1 van
de voordracht, voor voorzitter op den heer Sterling'.
Viijwat discussie werd gevoerd over het Landbouwweek
blad. Het rapport der commissie van onderzoek bevre
digd de afdeeling maar matig; algemeen is men van
gevoelen, dat de 8000, welke dit blad de Maatschappij
kost, wel beter te besteden zijn. Men gevoelt dan ook
zeer veel voor het streven van Oud-Beierland en draagt
den afgevaardigden op aan het desbetreffende voorstel
dier afdeeling- adhaesie te betuigen.
Voorts wordt den afgevaardigden vrij mandaat ver
strekt. Tot afgevaardigden worden gekozen de heeren
W. van Slooten en Jc. Met, tot plaatsvervangers de
heeren Jc. de Geus en C. den Hartigh. Thans bekomt
de heer Wiebe van Slooten het woord, die een lezing
houdt over het door den voorzitter reeds genoemde on
derwerp.
Ter inleiding' wijst spr. er op, dat tegenwoordig ook
in onzen polder den laatsten tijd meer en meer werd
aangedrongen op uitbetaling der melk naar het vetge
halte. Deze aandrang, zegt spr., is zóó sterk geworden,
dat één onzer fabrieken (bijna al de melk wordt hier
tegenwoordig in fabrieken verwerkt) dezer dagen tot
uitbetaling op vetgehalte besloot. Dit gaf het bestuur
aanleiding om de zaak in deze vergadering, die toegan
kelijk werd gesteld ook voor niet-leden, eens onder de
cogen te zien, wat spr. er toe had gebracht om over dit
onderwerp een lezing te houden. Vrij algemeen is men
thans van oordeel, dat uitbetaling naar het vetgehalte
de eenige rechtvaardige wijze van uitbetaling is en
de beste. Naar spr's oordeel staat het vast, dat deze
maatregel moet leiden tot het maken van een beter
product, aangezien melkvervalsching of ontrooming nu
geen voordeel meer oplevert, wat vermoedelijk enkele
kaasgebreken zal verhelpen.
Spr. vermoeit, dat sommige voorstanders van de
zaak zich aanvankelijk wel teleurgesteld zullen kunnen
gevoelen, aangezien het onderzoek geheel andere uit
komsten soms geeft, dan men verwachtte. Men wij te dit
dan niet aan ondeugdelijk onderzoek, doch schrijve het
in hoofdzaak toe aan zijn minder geschikt vee. Een
zeer sterk sprekend voorbeeld wordt door spr. aange
haald uit een art. van de hand van den veearts Kroon.
Hieruit bleek, dat iemand met een stal vee, waarvan
iren in alle opzichten alles en alles zou verwachten ge
regeld melk van minder gehalte bleek te krijgen van
z'n vee, trots uitstekende verzorging, dan z'n buurman,
wiens veestapel met de zijne niet kon worden vergele
ken. Een nauwgezet onderzoek bracht aan het licht,
dat sommige koeien van eerstgenoemde, melk leverden
van 2.2 terwijl de buurman in 't bezit was van vee,
dat stuk voor stuk melk gaf met meer dan 3 vetge
halte. Na dit onderzoek was eerstgenoemde veehouder
verstandig genoeg', zich kalveren aan te schaffen met
gunstiger individueele eigenschappen en z'n vroegere
melkkoeien, na ze gemest te hebben, van de hand te
doen.
Op allerlei factoren wordt door spr., die met de mees
te asödacht wordt gevolgd, gewezen. Hierbij blijkt,
dat vooral de keuze van fokmateiiaal van groot belang
moest worden geacht, doch dat uitstekende verzorging
mede moet worden aangeprezen. Buitengewone voe
ding mag van eenigen invloed zijn, op den duur even
wel niet. Vooral wordt ook aanbevolen het steeds goed
uitmelken, aangezien de laatste «tralen een hoog vetge
halte bezitten, soms 8 a 9 Het driemaal daags mel
ken verhoogt het vetgehalte der melk.
Door spr. werd o. a. in zijn lezing melding gemaakt
van een zeer merkwaardige melkveekeuring in Duitsch
land gehouden. Voor deze keuring waren 100 dieren
ingezonden. De commissie had aanvankelijk zich ge-
bplitst in tweeën met het voornemen ieder 50 dieren te
onderzoeken. De besprekingen echter gaven aanleiding-
tot de opmerking, dat bij de aanschaffing' van melk
vee wel eens wat veel waarde word gehecht aan het