DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
No. 52
Honderd en tiende jaargang
1908
DINSDAG
3 MAART.
NATIONALE MILITIE.
Herhalingsoefeningen.
BINNENLAND.
Uit Hof- en Hoofdstad.
Deze Courant wordt eiken avond, behalve op Zon- en
Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden
voor Alkmaar f 0,80; franco door het geheele Rijk f 1,
Afzonderlijke nummers 3 Cents.
Telefoonnummer 3.
Prijs der gewone advertentiën:
Per regel f 0,10. Bij groote contracten rabat. Oroote
letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdrukkerij
v/h. HERMs. COSTER ZOON, Voordam C 9.
V»
V«
Vs
lU
1li
V4
Vs
Vb
Vb
Dr. Kuyper's Encyclopaedic.
Vrijzinnig democratische raadsleden.
Apothekersbedienden.
Bond van Nederlandsche architecten.
VI
De BURGEMEESTER der gemeente ALKMAAR
brengt ter kennis van belanghebbenden dat bij Konin
klijk besluit van 13 Februari 1908 No. 70 is bjpaald
dat de miliciens-verlofgangers der lichting van 1904,
die van de regimenten Huzaren zijn overgeplaatst
bjj de treinafdeelingen der regimenten veld-artillerie,
krachtens art. 111 der Militiewet 1901, in 1908 onder
de wapenen worden geroepen tot hunne oefening in
het rijden met bs spanningen en voertuigen, voor de
door den Minister van Oorlog nader bepaalde, hier
onder aangegeven tijdperken
i/3 deel van 30 Maart tot 18 April
Is „21 April 9 Mei
le Regiment
veldartillerie
11 Mei
30 Mei.
2e idem
3e idem
5 deel van 30 Maart tot 18 April
n n
1/4 deel van
21 April
11 Mei
9 Juni
30
9 Mei.
4e idem
30
27 Juni.
18 Juli.
6 April tot 25 April.
27 April
18 Mei
15 Juni 4 Juli
l/5|deel van 23 Maart tot 11 April
16 Mei.
6 Juni.
9 Mei.
21 April
11 Mei 30 Mei.
1 Juni 20 Juni.
V,5 22 Juni 11 Juli.
De namen van de verlofgangers en de plaats, waar
zjj zich zullen behooren aan te melden zullen later
worden bekend gemaakt in de openbare kennisgeving
der oproeping.
De Burgemeester voornoemd,
G. RIPPING.
Alkmaar, 28 Februari 1908.
HINDERWET.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van A1 k-
m a a r brengen ter algemeene kennis, dat zij bij hun
besluit van 27 Februari 1.1. vergunning hebben ver
leend aan C. KAAL aldaar, tot het oprichten van eene
kuiperij met brandplaats voor kuipwerk op de open
bare straat, in het perceel Achterdam, wijk C No. 21.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
Alkmaar, G. RIPPING, Voorzitter.
29 Febr. 1908. DONATH, Secretaris.
ALKMAAR, 3 Maart.
In het Engelsche Lagerhuis is gisteren alweer ge
sproken over vermindering der oorlogstoerustingen.
Het is, alsof men aan de Theems tegenwoordig aan
den lijve voelt, dat de bewapening noodzakelijkerwijze
moet worden verminderd. De weerkracht dreigt de
draagkracht van land en volk te boven te gaan. Een
radicaal afgevaardigde diende daarom gisteren een
motie in, waarin werd gezegd dat met het oog op de
voortdurende vriendschappelijke betrekkingen van En
geland met de buitenlandsche mogendheden, de uitga
ven voor oorlogstoerustingen een verdere verminde
ring moesten ondergaan.
De minister van financiën, de heer Asquith vowtf
dat de strekking der motie te ver ging. Hij wilde de
volksvertegenwoordiging slechts laten verklaren, dat
zij de ministers zou steunen in al zulke bezuinigingen
op de uitgaven voor leger en vloot als overeen te bren
gen zijn met een behoorlijke verdediging van het
Britsche grondgebied. Hij is dus vóór weermachtsbe
perking, maar deze moet niet een zekere grens over
schrijden. En hij motiveerde zijn meening op de vol
gende wijze:
„Wij hebben als gevolg van de verstandige diploma
tie van Lord Landsdowne en Sir Edward Grey betrek
kingen aangeknoopt, berustende op geschreven over
eenkomsten, doch hechter gemaakt door wederzij dsche
welwillendheid, welke enkele van de gevaren, waarme
de wij in het verleden rekening hadden te houden, heb
ben weggenomen.
Zelfs ten opzichte van Duitschland hebben wij de
beste reden om aan te nemen, dat beide volleen al na
der en nader komen tot algeheele wederzij dsche over
eenstemming.
Wij hebben geen reden om met argwaan of vrees de
uitbreiding der zeemacht van eenig land daar of el
ders gade te slaan, welke eenvoudig gelijken tred
houdt met 's lands behoefte aan bescherming op eco
nomisch gebied.
Onze marine-politiek is zuiver verdedigend. De re
geering meende dat onze positie ter zee er een was
van onbetwistbaar overwicht en dat zij dit moest blij
ven.
De voor Groot-Brittannië noodzakelijke maat is die,
welke ons de volkomen gepaste heerschappij der zeeën
zal verschaffen tegen, redelijkerwijs gesproken, elke
mogelijke combinatie."
De heer Asquith zeide er zeker van te zijn dat geen
der groote mogendheden het met een vijandig oog, met
naijver of wantrouwen aanzag, dat de Britsche zee
macht op den twee-maohtenvoet werd gehouden. De re
geering had lust noch neiging om die grens te over
schrijden.
De spreker van de regeeringstafel die terloops
mededeelde, dat het leger met 21000 man verminderd
zou worden en dat in de bezetting van Zuid-Afrika
eveneens vermindering zou worden aangebracht
had succes. De motie van den radicalen afgevaardig
de werd verworpen met 320 tegen 73 stemmen. Zelfs
de oppositie stemde met de regeering mee, terwijl de
minderheid voornamelijk bestond uit de radicalen en
vertegenwoordigers van de arbeiderspartij. De oud
premier Balfour stelde een wijziging in het amende
ment van de regeering voor, door invoeging van een
besliste verklaring van instemming met het stelsel
van twee-machten-voet. Maar het was inmiddels elf
uur geworden, de zitting moest worden gesloten en
overeenkomstig het parlementair gebruik in Engeland
werden de beraadslagingen over dit punt voor onbe
paalden tijd verdaagd.
Wij gelooven intusschen niet, dat er van de mooie
woorden veel in de praktijk terecht zal komen. Het
opzet van de Engelsche regeering is te duidelijk, dan
dat de andere mogendheden erin zouden loopen. De
twee-machten-voet toch beteekent, dat Engelands weer
macht sterker moet zijn dan die van twee andere mo
gendheden. In 1907 heeft men alles gedaan wat men
kon doen om dit stelsel te bevorderen en in 1910 zal
Engeland 7 „Nooitbenauwd's" van 18.000 ton en 3
„Onoverwinnelijken" bezitten van 17.250 ton en 3
Amerika en in Europa slechts één dergelijk slagschip
bestaat en Japan er twee krijgt. In 1907 is de En
gelsche vloot toegenomen met 130.000 ton, alle overige
vloten te zamen met slechts 123.000. Het Engelsche
voorstel tot bezuiniging wil dus zeggen„Bespaart
ons en n zelf onnoodige kosten." Maar intusschen
denkt men„wij kunnen dan geld besteden voor onge
vallenverzekering, zonder de belasting te moeten ver-
hoogen en wij hebben de zekerheid dat wij zonder
kesten tot 1910 de baas zullen blijven."
De andere mogendheden en met name Duitsch
land zullen daarom niet bijten in het Engelsch aas
en wel zorgen, dat ze niet aan den Engelschen hengel
geraken. Dientengevolge zal er op deze wijze van de
bezuiniging in Engeland niet veel terechtkomen. Wil
men bezuinigen, dan moet men misschien andere mo
gendheden en zeker het stelsel van twee-machten-voet
buiten spel laten.
Vacature Rheden.
De centrale raad van de R.-K. kiesvereenigingen in
het district Rheden heeft heden tot candidaat voor de
Tweede Kamer gekozen jhr. J. W. van Nispen tot
Sevenaer. (Hdbl)
Naar wij vernemen, ligt er bij den uitgever J. H.
Kok, te Kampen, een tweede, geheel herziene en ver
beterde druk ter perse van dr. A. Kuyper, „Encyclo
paedia der Heilige Godgeleerdheid". (Stand.)
Zondagmiddag hield de vereeniging van Vrijz. Dem.
raadsleden in Nederland haar jaarlijksche algemeene
vergadering in een der zalen van het Gebouw voor
Kunslen en Wetenschappen te Utrecht. Van de 49
leden waren slechts 14 aanwezig.
De heer Marchant stelde voor, een bezoldigd amb
tenaar aan te stellen, die onder leiding van den secre
taris werkt en een deel van diens arbeid overneemt,
welk voorstel na eenig debat werd aangenomen.
Hierin kwam hij tot de conclusie dat hit algemeen
belang eischt, dat ieder ook de armen, zich verzekert.
Brandverzekering behoort daarom gemeentezaak te
ziju, daardoor wordt zij teruggebracht tot haar zuiver
beginsel van onderlinge hulp. Zij is echter niet moge
lijk zonder verzekeringsdwang voor de inwoners, anders
zou de gemeente van de kapitaal-krachtige maatschappij
een te sterke concurrentie ondervinden. Maar laat de
gemeentewet toedat die dwang aan de inwoners
wordt opgelegd vroeg spreker ten slotte. De wet is
niet duidelijk, doch spreker hoopte, dat verschillende
groote gemeenten zich zullen uitspreken.
In het op deze inleiding volgend debat legden vooral
de heeren Marchant en Kapinga er den nadruk op,
dat men bij propageeren van het beginsel niet te veel
mocht werken op de groote winst voor de gemeenten.
Niet alleen omdat dit strijdt met het beginsel der
vrijzinnig-democraten, maar ook omdat deze in de
practijk wel eens zou kunnen blijken, niet zoo groot
te zijn. Ook de heeren Fokker, Van. der Kemp en
de voorzitter maakten nog eenige opmerkingen, die
door den inleider kortelijk werden beantwoord. Hierna
ging de vergadering uiteen.
Te Amsterdam vergaderde Zondag de Algemeene
Apothekersbediendenbond, ter bespreking o. m. van
den boycot, door de Amsterdamsche Apothekersver-
eeniging uitgesproken over het hulppersoneel uit zoo
genaamde „pseudo-apotheken" (volksapotheken etc.).
Aangenomen werd eene motie-Den Haag, waarin ver
klaard wordt dat het besluit der Apothekersvereeni-
ging in strijd was met hetgeen de bediienden billij
kerwijze van de apothekers mogen verwachten, Het
H.B. werd, op zijn voorstel, gemachtigd te voorzien
in vacatures ontstaan in geboycotte apotheken.
Wordt een lid (voorstel Amsterdam) door eene uit
sluiting getroffen, dan kan de bond eene contra-boycot
uitlokken.
In een vergadering te Utrecht 29 Februari 1908
gehouden door zeven-en-twintig architecten uit alle
deelen des lands, is besloten tot het stichten van den
Bond van Nederlandsche Architecten, die, zonder in
concurrentie te treden met de reeds bestaande bouw
kunstlichamen, als zuivere vakvereeniging zich uit
sluitend met de beroepsbelangen van de architecten
zal bezig houden.
Zes-en-twintig architecten, die verhinderd waren ter
vergadering te verschijnen, gaven schriftelijk hunne
instemming met de oprichting te kennen.
Als voorloopige bestuurderen werden gekozen de
heeren G. van Arkel, Jonas Ingenohl en W. Krom
hout Cz. te Amsterdam, K. P. C. de Bazet te Bus
sum, A. W. Weissman te Haarlem.
Het secretariaat is voorloopig gevestigd O. Z. Voor
burgwal 249 te Amsterdam.
„Zooals de natuur voor ieder vergif een tegenvergif,
voor elke krankheid een heilmiddel heeft, aldus
Flanor uit de hoofdstad in de „Leeuw. Cour." zoo
heeft gelukkig onze maatschappij tegen de ellende der
werkloosheid nog meer gevonden dan de publieke
soepkokerijen, broodkaartjes-uitdeelingen, de brood
manden van het Heilsleger en de liefdegiften van het
Vondelstraatsche speelhuis. Zij heeft ons mannen
gegeven als I. I. Samson en Joseph Loopuit, beiden
kinderen van het volk, waarop Isaac da Costa, zaliger
gedachtenis, doelde, toen hij dichtteIk ben geen zoon
der lauwe westerstranden
Wij moeten dit in 't oog houden als een feit van
beteekenis, waarover ik te zijner tijd nog wel eens
iets zal zeggen, als ik het over 't verloop der arbeiders
beweging te Amsterdam in 't algemeen heb. Doch nu
reeds meen ik verplicht te zijn aan deze beide man
nen, die den werkloozen het gemis van het Boedel-
siaansche genot vergoeden, eenige regels te wijden.
Ik onderstel, dat gij lang niet allen de heeren Samson
en Loopuit kent. Laat ik u dus vertellen, dat beiden
naar schatting niet veel in leeftijd zullen verschillen,
beide m.i. 35 a 40 jaar. Ook geloof ik, dat ze beiden
zoowat even lang in de beweging zijn, beiden, als ik
mij niet vergis, vroeger diamantbewerker. Loopuit
meer een heer dan Samson, welken laatsten gij op 't
eerste gezicht misschien voor een Gronmgschen of
Drentschen boerenjongen zoudt houden blonde kroes
kop, volbloedig, robust van lichaamsbouw. Gij zoudt
hem eerder voor een boerenknecht, een slagersknecht
of bediende uit een vischwiukel houden, dan voor een
spreker op politieke vergaderingen, die niet schroomt
tegen mr. Treub in 't krijt te treden alhier te Am-
sterdam al meer dan eens vertoond.
Loopuit is daarentegen een heer, ja, ja een studiosus,
wien het blokken op ernstige sociale vraagstukken
de oogen uitschijnt.
Vraagt gij mij, wie mij van beiden het sympa
thiekst is, dan is mijn antwoord SamsonVerreweg.
Hoewel Samson ook op arbeidersvergaderingen
spreekt en ongetwijfeld ook heel wat lecture over
sociale onderwerpen verslindt, tracht hij zich aller
minst het voorkomen van een heer te geven. Hij is
de eenvoudige werkmansjongen, die in 't zweet zijns
aanschijns zijn valies met socialistische en anarchis
tische propagandageschriften van de eene vergadering
naar de andere, van meeting tot meeting sjokt,
trachtende zoo voor zich en zijn gezin iets te ver
dienen. Is er herrie op staat te maken, is het kapita
lisme een hak te zetten, is er een gelegenheid de
kapitalisten te hoonen, te brutaliseeren, Samson zal
zich niet onbetuigd laten. Hij is overal, waar hij
denkt, dat er voor zijn partij, de revolutionaire, iets
te winnen is, maar deelt, zooals ik wel meermalen
gezien heb, met zijn partijgenooten trouw de risico,
welke de strijd voor zijne beginselen oplevert. Hij
beurt gaarne eenige dubbeltjes voor boekjes over
Kropotkin, Bakoenin en de anarchistische helden van
den jongsten 'tijd, maar schuwt ook den politiestok
niet. Hij is al ontelbare malen naar een politiebureau
opgebracht en heeft meermalen met de gevangenis
cel kennis gemaakt, voornamelijk wegens het venten
met socialistische of anarchistische geschriften, maar
blijft steeds wèlgemoed en weet menigmaal aan zijn
speechjes een humoristisch tintje te geven.
Hoe geheel anders de heer Joseph LoopuitDie is
één bonk ernst; ook in den Gemeenteraad. Als er
iets komisch aan hem is, dan is 't de ernst, de breed
sprakigheid, het quasi-wetenschappelijke air, waarmede
hij de meest alledaagsche dingen te berde brengt. Ik
kan het niet helpen, maar de goede man boezemt mij
altijd een gevoel van medelijden in. Heel vaak zie ik
hem uit het Leesmuseum komen. Gij kent toch die
deftige inrichting, op het Rokin, waar voornaam en
gelettsrd Amsterdam zijn krantjes en tijdschriftjes
leestDaar zie je ook veel meneer Loopuit. Ik stel
mij hem zoo voor, gebogen over een Duitsch tijdschrift,
waarin een Grübelnde Duitscher, geheimrath doctor in
dit of dat, in wiens bol het geheimzinnig verward is,
in duistere taal een verschrikkelijk geleerd artikel ge
schreven heeft, b.v. over den oorsprong en de verdee-
liug van het kapitaal. Het eerste hoofdstuk handelt
over het kapitaal ten tijde van den Argonautentocht;
in 't laatste hoofdstuk lees je iets over het tegen
woordige bankwezen en de beteekenis der arbeiders
voor de zedelijke verheffing van 't menschdom, De
heer Loopuit leest dit en herleest dit. Wat een ge
leerdheid. De verwarde denkbeelden van een Duitschen
doctor worden in zijn brein met het verwarde kluwen,
die er de theorieën van Louis Blanc, Karl Marx, Bern
stein en Kautsky vormen, tot een wetenschappelijk
ratjetoe verwerkt. Dien ballast sleept de arme tobber
mee door 't leven en zoo nu en dan moet hij, die
geen handwerk en geen emplooi heeft anders dan dat
van soc. democr. propagandist, en gelegenheids-schrij
ver van dien on verteer baren kost, dan een maaltje
opdisschen op een arbeidersvergadering of probeert hij
er iets van in een tijdschrift aan den man te brengen.
Dat er in 't laatste geval maar al te vaak een
wetenschappelijk jargon voor den dag komt, waaraan
geen touw is vast te knoopen, is duidelijk."
De Amsterdamsche briefschrijver van de ,,Prov.
Grom Courant" vangt als volgt zijn brief aan:
„Er woedt thans een strijd om de Nieuwezijdskapel
in de hoofdstad, 't Gaat zonder straatbetoogingen,
zonder bereden politie, zelfs zonder één onvertogen
woord, maar daarom is het conflict niet minder inte
ressant.
De Nieuwezijdskapel is nog een overblijfsel uit oud-
Amsterdam. Gelegen tusschen Kalverstraat en Rokin,
omsloten door huizen en aanbouwsels, dagteekent de
kerk uit de dagen van vóór de hervorming en het Mi
rakel van Amsterdam het wonder van den Heiligen
Ouwel, die ongedeerd bleef, toen hij in den branden
den haard werd geworpen, vond er weleer een onder
komen. Voor de katholieken is de N. Z. Kapel deswe
ge een hoogvereerd gebouw gebleven en elk jaar wordt
een stille processie, een ommegang ter eere van dit
wonder gehouden. Geen optocht, zelfs niets wat er
op gelijkt, doch een wandeling van een groot aantal
vrome katholieken langs een bepaalden weg, in stille
gebeden verzonken. Een katholiek, die bovendien wat
gevoeld voor de geschiedenis van zijn stad, voor haar
eerwaardige oude gebouwen, voor de traditie, moet
gratie veneratie koesteren voor de N. Z. kapel en hij
kan het niet Anders als heiligschennis achten, dat het
oude gebouw gesloopt zou worden.
Maar een protestant, vooral een, die wat rechtzinnig
is, moet niet minder sympathie gevoelen voor een
sloopingsplan. Niet zoozeer omdat daardoor het kruk
kig oude vervangen zal worden door wat nieuws, als
wel omdat daarmede een einde gemaakt zal worden
aan iets, wat hem zeker een doorn in het oog is, de ver
eering van het mirakel van Amsterdam. Gaat het ge
bouw tegen den grond, dan is het gedaan met wat hij
zeker een uiting van het bijgeloof acht en daarom ia
het zeker o.a., dat de kerkeraad van de Ned. Herv. Ge
meente besloten heeft tot slooping.
Maar nu is het ook verklaarbaar, dat de katholieken
onder aanvoering van den heer J. F. M. Sterck en an
deren zich daartegen verzetten met hand en tand en
allerlei middelen te baat nemen om dit te voorkomen.
Zelfs heeft men zich tot B. en W. gewend doch het
zou me toch bar verwonderen als dit college zich in de
zaak wilde mengen, nadat der gemeente Amsterdam
onlangs na een proces van ettelijke jaren bij rechter
lijk vonnis was aangezegd, dat zij geen enkel recht van
eigendom op de N. Z. Kapel kan doen gelden, zoodat
zij zich met de verbouwing enkel kan bemoeien als pu
bliekrechtelijk lichaam, met het bouw- en woningtoe
zicht als orgaan. En uit den aard der zaak gevoelt
dit heel weinig voor de restauratie van een oud ge
bouw, dat op sommige punten reeds teekenen van ver
zakking zou vertoonen.
Zoodat de kans op slooping zeer groot is, tenzij
ja,^ 't is werkelijk nog zoo'n kwaad idéé niet, dat de
Tijd half schertsend heeft opgeworpen! Men moet we
ten dat aan onze Kalverstraat twee Katholieke kerken
palen: de Papagaai- en de Boomkerk. Officieel hee-
ten ze_ natuurlijk anders, doch in den volksmond
ook bij katholieken dragen die kerken die populair
klinkende namen. De Papagaai, het dichtst bij den
Dam gelegen, wordt op 't oogenblik uitgebreid, een be
wijs, dat ze in een behoefte voorziet, doch de Boomkerk
is op den duur gebleken overbodig te zijn en zal ver
kocht worden.
En nu is in de Tijd het denkbeeld opgeworpen, dat
dc^ Katholieken en de Ilervormtfbn met elkaar zullen
ruilen, de eersten de beschikking zullen krijgen over
de N. Z. Kapel, de Hervormden daarvoor de Boomkerk
zullen erlangen voor hunne godsdienstoefeningen. Dat
wil mij werkelijk nog zoo mal niet toeschijnen, doch ik
ben bevreesd, dat de verdraagzaamheid van den kerke
raad der Ned. Herv. Gemeente, welke toch al niet uit
munt door vrijzinnige inzichten, daarvoor lang niet
groot genoeg is. En dan loopt 't mis met de N. Z.
Kapel I"
GEMENGD NIEUWS.
De ramp van de „Berlin".
Een commissie uit het Bestuur van den Nationalen
Oranjebond te Amsterdam heeft gisteren ten Konink
lijke Paleize te Den Haag aan den Prins aangeboden
de gedenkpenning, vergezeld van een album als hul
deblijk, wegens het menschlievend optreden van Z.
K. H. ter gelegenheid van de ramp met de „Berlin."
De bondsvoorzitter, de heer A. van der Horst, over
handigde den Prins het huldeblijk met eene toespraak.
Hij vertolkte daarbij de gevoelens van het Nederlandsche
volk, dat daarmede zijne onverdeelde sympathie ken
baar maakte. Uit alle rangen en standen is daaraan
deelgenomen, ook buiten Nederland.
Het was slechts een bescheiden huldebetuiging
maar geëerbiedigd werd 's Prinsen wensch om de dank
betuiging met den meesten eenvoud te ontvangen.
De gedenkpenning is in goud, zilver en brons ver
vaardigd door de firma Begeer. Aan de voorzijde is
het borstbeeld van den Prins als vice-admiraal. De
keerzijde stelt voor het wrak van de „Berlin."
Daarboven in gebogen rand „Hulde aan het Ne
derlandsche volk", onderaan „Nationale Oranjebond
Wat ook Vall Trouw staat Pali."