DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
Honderd en tiende jaargang.
WOENSDAG
4 MAART.
BINNENLAND.
FEUILLETON.
Deze Courant wordt eiken avond, behalve op Zon- en
Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden
voor Alkmaar f 0,80; franco door het geheele Rijk f 1,
Afzonderlijke nummers 3 Cents.
Prijs der gewone advertentiën:
Per regel f 0,10. Bij groote contracten rabat. Groote
letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdrukkerij
v/h. HERMs. COSTER ZOON, Voordam C 9.
HERFSTSTO
Telefoonnummer 3.
SMAKELIJK..
PITTIG.
overtrelt het buitenlandsch.
Vacature Rheden.
Oud-minister Kraus op reis.
AARSCHE COURANT.
tlAVlj
ALKMAAR, 4 Maart.
Te Chicago is een aanslag gepleegd op den hoofd
commissaris van politie George H. Shippy. Een on
bekende had zich Maandag naar de particuliere wo
ning van den commissaris begeven en verklaard, dat
hij dezen persoonlijk spreken en een belangrijken brief
overhandigen moest. De man kwam binnen op het
oogenblik, dat de commissaris en zijn zoon samen
stonden te praten. Onmiddellijk trok de vreemdeling
zijn revolver en schoot eerst op den zoon, die in elkaar
zakte. De vader wierp zich op den moordenaar en
worstelde met hem. Een koetsier, die het schieten had
gehoord snelde toe. Toen hij de kamer binnentrad had
de man zich losgerukt. Hij greep weer zijn revolver
schoot twee kogels op den koetsier af en trachtte daar
na te vluchten. De commissaris zond hem echter een
vijftal kogels achterna, waardoor de vluchteling doo-
delijk werd getroffen. De koetsier bleek er nogal vrij
goed te zijn afgekomen, maar de zoon van den cemmis-
snris werd levensgevaarlijk gewond.
Wie de moordenaar is, weet men nog niet. Hij was
nog zeer jong, naar het uiterlijk niet ouder dan twin-
ti, jaar.
Dergelijke brutale moordaanslagen zijn den laatsten
tijd in Amerika herhaaldelijk voorgekomen.
23 Februari bijv. werd er te Denver in een kerk een
Roomseh-Katholiek priester gedood. De dader bleek
een Italiaan te zijn. Andere Italianen verspreidden
terzelfdertijd ophitsende vliegende blaadjes tegen de
g< estelijken. De politie vond in dit alles aanleiding
buitengewoon strenge maatregelen te nemen. Bij de
legrafenisplechtigheden van den vermoeden pries te.'
werden geheime politieagenten ter bescherming van d*
geestelijken zeer dicht bij het altaar geplaatst. En op
straat werd veel acht geslagen op menschen, die er
verdacht uitzagen, terwijl er tal van personen in hech
tenis genomen werden. Men vermoedt, dat deze maat
regelen aanleiding hebben gegeven tot den moord op
den hoofdcommissaris van politic. Het is n.l. geble
ken dat men hier niet te doen heeft met enkele afzon
derlijke individuen, maar met een georganiseerde ben
de. Er is een huiszoeking gedaan in een door anar
chisten bewoond huis, er werden papieren gevonden,
ci is aan het licht gekomen, dat de leden van deze or
ganisatie die voor het meerendeel Italianen zijn
bij hun toetreding den volgenden eed moesten afleg
gen: „Ik zweer mijn heele leven lang trouw aan het
genootschap. Zijn belangen zijn de mijne. Ik zweer,
alles te doen was de „Groote Hand" zal bevelen. Ik
verbind mij, eiken moord uit te voeren die geëischt zal
worden door onze groote en roemruchte doodsrecht-
tank en indien ik niet slaag, zweer ik, mij te zullen
opofferen voor mijn broeders."
Niet alleen Italianen maar ook Amerikanen behoor-
<ien tot dit genootschap. Zoo werden er 40 Amerika
nen in hechtenis genomen, die een feest gevierd had
den ter gelegenheid van de vermoording van den Ko
ning van Portugal en die brochures hadden uitgege
ven, waarin op minachtenden toon werd gesproken van
president Roosevelt, dien men een man-zonder-even
wicht noemde. „Men" dat zijn óók jongens van
twintig jaar, die dure eeden zweren en moorden be
gaan als de „groote en roemruchte doodsrechtbank" het
hun oplegt, die zelf mee rechtbankspelen en doodvon
nissen uitspreken. Het zou belachelijk zijn als het
niet zoo diepdroevig en zoo gevaarlijk was
Officieel is gisteren alléén candidaat gesteld voor
de Tweede Kamer en" dus gekozen jhr. J. W. van
Nispen tot Sevenaer.
De heer Kraus, afgetreden minister van Waterstaat,
zal weldra 's-Gravenhage verlaten, tot het doen van een
reis, gedurende het voorjaar, in het zuid-oosten van
Europa.
Zending in Indië.
H. M. de Koningin heeft het Paleis op den Kneu
terdijk ter beschikking gesteld van het Comité tot
Bevordering der zending in Ned.-Indië te 's-Graven
hage voor het houden van twee lezingen op 10 en 13
Maart a.s.
Op beide dagen zullen als sprekers optredends. J.
WGunning, zendingsdirector te Rotterdam en dr. N.
Adriani, te 's-Gravenhage.
Voor elke dezer bijeenkomsten zijn een tweehon
derdtal ujtnoodigingen verzonden. De Koningin is
voornemens de eerste dier lezingen met Hare tegen
woordigheid te vereeren.
GEMENGD NIEUWS.
Politieke rede van Jhr. Van Foreest.
Op uitnoodiging van de vrijzinnige kiesvereeniging
te Dirkshom sprak gisteravond in de kolfbaan van den
heer S. Brommer aldaar de heer Jhr. Mr. P. van Eo-
rcest, de afgevaardigde voor het distriet Alkmaar voor
de Tweede Kamer.
De vergadering werd geopend door den voorzitter,
aen heer ds. F. Sinnighe Damsté, predikant. Deze be
tuigde zijn vreugde over de groote opkomst. Er zijn
hier al zooveel bijeenkomsten, die toch veel nut hadden
kunnen stichten, door de slechte opkomst van belang
stellenden mislukt, daarom verheugt' het spr. dat dit
heden anders is. Spr. riep allen een welkom toe en
gaf het woord daarna aan den heer Van Foreest.
Deze begon zijn rede over den politieken toestand
met een kleine inleiding, waarin hij uiteenzette waar
om hij hier hedenavond optrad. Als bekend, zei spr.,
mag ik zeker aannemen dat toen ik indertijd werd aan
gezocht een candidatuur voor de Tweede Kamer te wil
len aanvaarden, daarbij de conditie stelde dat ik nooit
of te nimmer zou optreden in tijden van verkiezingen
om te spreken voor eigen candidatuur. Daaraan heeft
spr. zich steeds gehouden en hij zal dit ook blijven
doen. Dat hij nu toch optreedt vindt zijn oorzaak
hierin. In Barsingerhom was hij onlangs uitgenoo-
ROMAN
door
IDA BOY-ED.
vertaling van S. S.
53)
jó°u Brita reeds weder weg zijn? Zou Brasch soms
niet gezien hebben, dat zij reeds naar huis was gegaan,
omdat hij zoo verdiept was in Trina's heldere oogen
Of zou Brita het rijtuig soms bij den herbergier Kram-
pau hebben laten uitspannen? Of hij daar eens zou
gaan vragen? Maar als zij dat gedaan had, dan moest
zij toch ergens te zien zijn. En er was langs het ge
heele strand niata te zien.
Droevig was de ontgoocheling', waaraan de man ten
prooi werd. Hij kon niet meer denken; slechts een
enkel uur was hij te laat gekomen, en nu, wat 13
doen
Maar daar zag hij tot zijn geweldigen schrikt iets,
vat hem haast krankzinnig maakte.
Eensklaps ontdekte hij, dat er boven het strand, uit
oen der velo kuilen zich een hoofd liet zien daarna
een bovenlichaam, van.André.
Hij kon zie n,dat deze zijn hoofd vooroverboog en
'lat zij'11 schouders bewogen men kon wel begrijpen,
waarom want het was eene beweging van iemand,
die een ander, welke lager zit dan hij, de hand toe
steekt
Vervolgens werd er een hoofd met donkerbruin haar
zichtbaar, en op dat hoofd kon hij duidelijk een groo
ten, breedgeranden zwarten hoed zien. Toen hij
verder oprees kwam zij halverwege uit deze diepte te
voorschijn.
Nu kon men iets vreemds opmerken. Daar men niet
hon zien dat zij liepen, leek het wel, alsof er twee
oistbeelden, onzichtbaar voortbewogen, verder gin
gen.
Zij kwamen dichterbij. Men kon hun gezichten
reeds herkennen. Hij verbeeldde zich met zijn scher
pen blik, dat hij de uitdrukking op hun beider gezicht
kon lezen..Zij keken elkander lachend aan Alleen
maar lachend?
Niet innig niet overgelukkig?
Toen Brita hooger wilde klimmen, gleed zij uit, en
men kon haar gelach hooren.
André hielp haar. Hij omvatte haar taille met beide
handen en duwde haar omhoog.
Hij had den moed haar aan te rakenHij volgde
achter haar en in drie passen waren zij de helling af.
N u waren zij op de vlakte, welke zich zacht glooiend
tot aan het dorp uitstrekte. Wat zouden zij daar wel
gedaan hebben in dien kuil, waar geen menschelijk
oog hen had kunnen zien?
Elkander gekust? Geminnekoosd? Het werd hem
groen en geel voor de oogen.
En hij zag niets meer. Ook niet, dat het jonge
paar nu erg langzaam en zeer ernstig vender ging.
Evenmin, dat André eenmaal de hand van Brita nam
en deze innig drukte.
Op geriugen afstand gingen zij aan hem voorbij,
doch zoo, dat zij hem slechts dan hadden kunnen zien,
wanneer zij met alle inspanning hadden rondgekeken.
Maar zij hadden het te druk met zich zelf
iS een, hij zag niets meer dan hun wazige gedaanten
en hij gevoelde, dat hij André wel zou kunnen dooden.
HOOFDSTUK IX.
Bruhn, de huisknecht, keek de morgenpost van zijn
meester na, terwijl hij de correspondentie een voor
een op de schrijftafel neerlei. Eigenlijk was er niets
aan te zien en ook niets aan na te kijken.
Maar door zijn gewone nieuwsgierigheid bitdien
den vaak eigen gedreven, kon hij toch niet nalaten
lederen brief nauwkeurig te onderzoeken en dezen,
wanneer het adres door een dameshand geschreven
waar tegen het licht te houden.
Hij had zich het leven bij zulk een beroemden en
daarbij zulk een deftigen man geheel anders voorge
steld: erg druk, rijk aan avonturen en vooi'iieelisr
Maar het ging er ontzettend stil en ernstig toe. Mijn
heer was bijna altijd aan het werk en scheen in niets
anders plezier te hebben dan af en toe in een ritje
digd eens een avond in de kiesvereeniging te komen
om wat te praten over politiek. Toen spr. er kwam
bleek hem dat men daar een openbare vergadering had
belegd en dat verwacht werd dat hij een rede zou hou
den. Spr. heeft dat dan ook maar gedaan. En toen
hij daarmee dus a gezegd had, moest b wel volgen en
kon hij moeilijk een uitnoodiging van de kiesvereeni
ging in Haringkarspel, om daar een avond te spreken,
afwijzen. Spr. zal hier geen diepzinnige speech hou
den, dan zou hij eerst alles op papier hebben moeten
uitwerken en daarvan houdt hij niet. Liever wil hij
vrijuit spreken dan een geschreven opstel voordragen.
Spr. bracht in herinnering een vergissing door hem
iu zijn rede te Barsingerhom onlangs begaan, n.l. dat
bei huidige kabinet het eerste zou zijn, waarin drie
Katholieken zitting hadden en verzocht om, indien
eenige uitdrukking niet geheel correct is, deze zelf te
willen rectificeeren. Spr. dankte de aanwezigen voor
hun flinke opkomst. Daaruit blijkt alweer dat er ook
ten plattelande allengs meerdere belangstelling komt
voor de politiek. De toestand zooals hij op 't oogenblik
is, is wel eenige belangstelling waard.
Spr. ging in liet kort na, den weg, welken de regee
ring de laatste jaren heeft doorloopen. Na eenige ja
ren gezucht te hebben, zoo mag ik geloof ik wel zeg
gen, zei spr., onder het ministerie Kuyper, werd er in
1905 verzamelen geblazen aan den linkerkant. Het ge
volg hiervan was inderdaad dat de meerderheid van
rechts naar links overging, een meerderheid van 52 te
gen 48 rechts. Daardoor was evenwel nog verre van
een gezonden toestand geboren. De linkerzijde was
wel de meerdere in getal, doch niet in kracht. Rechts
was men vast aaneengesloten, het cement waarmee de
rechtsche groepen aaneen waren gesloten was nog
hecht, zooals het door iemand is gezegd. Door den
tijd is dit wel wat minder geworden, doch toen stond
men rechts zeer vast. Daarvan kon bij links geen spra
ke zijn. De linksche meerderheid toch bestond uit
vier groepen die het onderling in het minst niet eens
waren. In de eerste plaats waren er de sociaal-demo
craten, die zich met de anderen wel is waar aansloten,
doch dit meegaan, zeiden zij, zou niet verder zijn dan
zij het wilden. De tweede groep was die van de vrij
zinnig-democraten, die meegingen, doch ook met het
voornemen niet langer mee te gaan als niet gedaan
werd wat zij wenschten. Enkelen van dezen stonden
al even vast op hun stuk als de sociaal-democraten. De
derde greep was die van de liberale Unie. Een weid-
schen naam wel is waar, zei spr., doch in haren boe-
sem was nog al veel oneenigheid en had het weinig
van een Unie. Ten slotte waren er de oüd-liberalen,
die zich noch met de vrijzinnig-democraten, noch met
de liberale unie geheel konden vereenigen.
Een dergelijke vereeniging van partijen die 't lang
niet met elkaar eens waren, moest wel zwaar te kam
pen hebben tegen de sterke rechterzijda
Het heeft spr. dan ook verwonderd dat het ministe
rie Borgesius zich zoolang heeft staande gehouden. Ze
ker is dit een bewijs van de groote bekwaamheid van
dit ministerie, dat ondanks haar moeilijke positie, nog
zooveel heeft weten tot stand te brengen. In den laat
sten tijd werden de verhoudingen echter steeds meer
gespannen. Bij coaliseeren moet er naar getracht
worden ieder zooveel mogelijk zijn zin te geven en den
Ratsten tijd nu kwamen er teekenen dat het ministe
rie steeds meer naar links ging en daarmee kon men
niet meegaan. Toen de Grondwetsherziening werd
aangekondigd, is er gezegd nu is er langer geen den
ken meer aan samengaan. Voor enkele partijen was
dit te veel gevergd. Voor het echter tot een hevige
botsing was gekomen, is het ministerie uiteen gegaan.
Dit werd geenszins verwacht dien dag, noch van rechts,
noch van links. Wat er gebeurd zou zijn als de minis
ters niet waren heengegaan, is voor spr. een open
vraag. Gevolgd is daarop de opdracht tot het formee-
ren van een nieuw kabinet aan den heer Heemskerk,
't Ging niet gemakkelijk en lang heeft Eet geduurd,
doch hij is er toch mee klaar gekomen.
Spr. stelde hierna de vraag: wat hebben we van dit
kabinet te wachten? Het is zeer moeielijk met zeker
heid te zeggen. Het kabinet bestaat uit drie Katholie
ken, drie anti-revolutionnairen en drie heeren waar
van niemand eigenlijk weet wat ze zijn. Welke rich
ting is nu dit kabinet toegedaan? 't Is eigenaardig,
ieder partijblad tracht het ministerie de kleur te ge
ven van de partij waarvoor het werkt. De Stan
daard bijv. zegt het kabinet is rechts gezind. De
drie die geen bepaalde kleur hebben, komen volgens
het blad wel aan de zijde der anderen. Zelfs geeft het
blad raad hoe net kabinet zich gedragen moet. 't Best-»
is dat het bij monde van zijn formateur verklaart
rechts te zijn en zooveel mogelijk zich beweegt in de
neutrale zóne, aldus de Standaard. De Groene
Amsterdammer zegt daarvan, dat dit nc g wel
zou gaan als het betrof een dinertje dat de heeren sa
men zouden gebruiken, doch met regeeren is het een
heel andere zaak.
Zullen nu de ministers zich werkelijk bewegen in de
neutrale zóne? Spr. vreest van wel en zou dit in elk
geval een slimmen zet van het ministerie vinden. Als
zfi dit toch den eersten tijd doen, dan hoort men geen
klachten dat er te veel links over wordt gegaan. Ala
dan de a.s. verkiezingen komen, zal men zeer tevreden
over de ministers zijn en zullen ze waarschijnlijk aan
blijven. Alle kans bestaat dan ook dat vele kiezers,
hoewel niet tegen links, maar wel bevreesd voor te-
vèèl-links, rechts zullen stemmen. Een rechtsche
meerderheid volgt en naar alle waarschijnlijkheid komt
dan ook de groote man van rechts weer voor den dag,
want Dr. Kuyper blijft thans wel achter de schermen,
doch werkt daar hard. De gevolgen van een d rgelij-
ken ommekeer, zouden niet aangenaam zijn voor do
vrijzinnigen. Daarom hoopt spr. dat de ministers
reeds nu niet geheel in de neutrale zóne blijven. Spr.
herinnert aan een politieke plaat, waar de heer Heems
kerk voorzichtig aan het biljarten is. Spr. weet dat
de heer Heemskerk niet altijd even voorzichtig is bij
het biljarten en hij hoopt dat deze maar spoedig eens
wat te hard zal stooten. Dan is er kans dat men niet
tevreden zal zijn met dit kabinet.
't Eigenaardige van den toestand is, dat de geheele
rechterzijde drijft op de Katholieken. De anti-revolu
tionnairen die heeten den toon aan te geven, zijn zeer
zwak. Maar de Katholieken hebben er niet zooveel
op tegen als dr. Kuyper weer recht van meepraten
krijgt, zij krijgen in elk geval dan hun subsidies voor
bijzondere scholen enz. Hierbij herinnerde spr. er
aan dat dr. Kuyper wel is een man van groote be
kwaamheid, groote handigheid en belezenheid, doch
dat hij naast deze goede eigenschappen een slechte
heeft, n.l. een grenzenlooze zucht om te heerschen.
Alle middelen zijn, meent spr., dr. Kuyper welkom, als
die zucht maar bevredigd wordt. En de hulp van do
Katholieken is hem daarom ook niet onwelkom.
Doch, eens zal de tijd waarschijnlijk komen, dat de
Katholieken dr. Kuyper op zij zetten om zelf de eere
plaats in te nemen. Wat nu te doen om te voorkomen
dat in 1909 rechts weer de meerderheid krijgt? In
hoofdzaak moet men sterkere aansluiting links krij
gen en de groote massa twijfelaars wakker schudden;
Er kwamen geen dames in dichte voiles gehuld, en de
fooien waren ook maar mager. Vandaag had de post,
ook weer niets belangrijks gebracht. Wel waren er
een paar brieven bij, die klaarblijkelijk door een dames
hand geschreven waren, maar hij had reeds lang uit
de papiermand de doormidden gescheurde en dus ge
makkelijk weer aan elkander te passen velletjes papier
gehaald, en kunnen opmaken, dat er slechts in ge
vraagd werd om een enkelen regel schrift van zijn
meester te mogen ontvangen.
Hij was nog bezig een briefkaart te lezen, ofschoon
de mededeeling daarop van den boekhandelaar, hem
volstrekt niet interesseerde, of daar ging de deur open
en kwam Hagen binnen. Bruhn lei haastig de brief
kaart op den stapel andere brieven en zette zich daar
na in zijn grijs linnen jasje en met zijn glad gebor
steld haar, een voorbeeld van accuratesse, naast de
schrijftafel in postuur, om in die houding mede te dee
lt n, dat de post zoo even bezorgd was.
„Goed, goed," zei Hagen, hem met een gebaar te
kennen gevende, dat hij verder geen woord verlangde.
Soms werd hij kriebelig, als men hem maar aansprak.
Hij ging zitten, hij had dien nacht niet gerust en
gevoelde zich vermoeid.
nij loosde een zucht, terwijl hij de post doorliep. Hij
nam de briefkaart, las, dat het bestelde werk niet
voorhanden was, maar binnen enkele dagen geleverd
zou worden, en hield ze gedachtenloos in de rechter
hand, ondersteunde met de linker zijn voorhoofd, als
iemand, die ondragelijke hoofdpijn heeft, en voor wier.
het gevoel van de koude hand tegen het voorhoofd
weldadig aandoet.
In deze houding bleef hij geruimen tijd zitten, tot
dat hij van schrik opstoof er sloeg ergens in het
huis een deur dicht en dit maakte hem zenuwach
tig.
Maar de post was er, en deze moest nagekeken wor
den. Hij maakte den eersten brief open. Een nog
jeugdig schrijver verzocht hem een uitgever op te ge
ven. Dat kostte den grooten, beroemden man toch
ciaar een enkel woord. Zelf had hij reeds lang te ver
geefs alle moeite gedaan, en nu had hij geen lust meer,
zich altijd te laten afwijzen; ook was dit slecht succes
volstrekt niet te wijten aan den inhoud van zijn boek,
waarvan hij wel durfde te zeggen, dat deze van betee-
kenis was; maar de heeren uitgevers hadden nu een
maal een vooroordeel tegen eerstbeginnenden.
Verder: Een handelsbediende vraagt in koopmans
stijl aan, of hij niet het drama, door hem gemaakt,
aan mijnheer ter beoordeeling mag toezenden, en geeft
den wensch te kennen, dat Hagen voorts een directeur
van een theater er op attent zou maken, opdat het
stuk zoo spoedig mogelijk worde opgevoerd. Voorts ver
zocht hij Hagen, teneinde door minder zorgen gekweld
zich geheel en al aan zijn werk te kunnen wijden, een
paar honderd mark ter leen.
De derde briefEene dame, welke ergens eens aan
een of andere tabla d'hote een praatje met hem had
gehouden over het weer, herinnerde hem aan de vriend
schappelijke verhouding tusschen hen beiden, en grond
de daarop nu haar recht tot hem het verzoek te rich
ten, of hij niet ingesloten novelle van haar begaafde
kleindochter voor feuilleton bij een of andere courant
zou willen recommandeeren. Haar kleindochter schreef
af en toe uit tijdverdrijf, en om zich een beetje zakgeld
te verdienen. Want haar papa, die zeer exclusief
dacht, zou haar nooit permitteeren, dat zij niets anders
deed dan boeken schrijven.
VerderEen man, die zich als een miskend genie en
als een slachtoffer van uitgevers, wien het ten eenen-
male aan gevoel voor kimstontbrak, beschouwde, zond
hem zijne gedichten, die hij voor eigen rekening had
uitgegeven, met het verzoek hem daarvoor een mark
of vijf per post te willen remitteeren. Eindelijk nog
een brief eener weduwe, wier man beambte geweest
was, waarin zij beweerde, dat de eenige aangename
oogenblikken, welke zij in haar aan teleurstellingen
zoo rijke leven had gehad, deze waren geweest, toen zij
de werken van Hagen had gelezen, inhoudende voorts
het verzoek om vijftienhonderd mark ter leen te mogen
ontvangen, teneinde een pension te kunnen oprichten.
En een bakvischje uit Oostenrijk verzocht dringend
om de handteekening van Hagen, daar zij een enthou
siaste vereerdstor was van zijne werken, vooral van
zijn roman „Starre Herzen."
(Wordt vervolgd.)