DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN. No. 62 Honderd en tiende jaargang 1908 V R IJ D A G 13 MAART. Nationale Militie. BINNENLAND. Deze Courant wordt eiken avond, behalve op Zon- en Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden voor Alkmaar f 0,80; franco door het geheele Rijk f 1, Afzonderlijke nummers 3 Cents. Telefoonnummer 3. Prijs der gewone advertentiën: Per regel f 0,10. Bij groote contracten rabat. Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdrukkerij v/h. HERMs. COSTER ZOON, Voordam C 9. Versterking blijvend gedeelte, tijdvak 27 Maart tot 25 Juli 1908. Stemming ^maken. Verkiezingen Tweede Kamer. Tweede Kamer. Rijkspensioen. Staatscommissie voor den Middenstand. Van den Hoek van Holland. Gemeenteraadslid en krijgsman In werkelljken dienst. Vrijzinnig-Democratische Bond. Een zeilboot opgevischt. Geen Renard-trelnen meer. Hollandsche Maatschappij van Landbouw. Arme weduwe! Relletjes te Krommenie. Uit Den Helder. COURANT De Burgemeester der gemeente ALKMAAR brengt ter kennis van belanghebbenden de volgende aanschrij ving van den heer Commissaris der Koningin in deze provincie van 9 Maart j.l. No 15/1182 M/L, betreffen de het bovenaangehaalde onderwerp „De Minister van Oorlog wenscht het verblijf onder de wapenen bij het wapen der Infanterie gedurende het tijdvak van 27 Maart tot 25 Juli 1908 krachtig te bevorderen en dit wel door het uitloven van geldelijke premiën. Door zijne Excellentie zijn voorts !n verband met deze vrijwillige verbintenis, welke ech(ter alleen zal kunnen worden aan gegaan" onder voorbehoud dat de voor de 'daaraan' verbonden premie benoo- digde gelden door de Wetgevende Macht worden toegestaan, bepalingen ont worpen, die nader zullen worden'vastgesteld en welke in hoofdzaak hierop neerkomen: 1. De miliciens, wien wordt toegestaan om van 27 Maart tot 25 Juli 1908 vrijwillig onder de wapenen te komen of te blijven, ontvangen eene premie van hon derd twintig gulden 120.) Komt vóór 25 Juli 1908 door omstandigheden van hun wil onafhankelijk (bijv. door ziekte) een einde aan hun verblijf onder de wapenen, dan bedraagt de premie een gulden 1.voor eiken dag van hun vrijwillig' verblijf. 2. De premie wordt in eens uitbetaald bij vertrek met groot verlof of, bij voortgezet verblijf onder de wa penen, op 25 Juli 1908. 3. De verlofgangers, die dit jaar voor herhalings oefeningen worden opgeroepen en die tot het vrijwil lig verblijf als hiervoren bedoeld zijn toegelaten, mo gen voor het volbrengen dier oefeningen dadelijk na 25 Juli onder de wapenen blijven. 4. In het geheel kunnen tot bedoeld vrijwillig ver blijf worden toegelaten ten hoogste 2200 man, om het even tot welke lichting der militie zij behooren. Melden zich meer dan het vereischte getal aan, dan hebben zij, die zich het eerst aanmeldden, den voorrang boven hen die later komen. 5. De aanmelding van verlofgangers geschiedt bij den korpscommandant per brief, waarin hun volledig adres duidelijk is vermeld en waarbij is ingesloten een bewijs van goed gedrag, dat ter gemeente-secretarie moet worden aangevraagd." De gegadigden kunnen desverlangd ter gemeente secretarie nadere inlichtingen verkrijgen, terwijl al daar desgewenscht zorg zal worden gedragen voor de opzending van den brief van aanmelding. Ten slotte wordt belanghebbenden nog medegedeeld dat spoedige aanmelding zeer gewenscht is. Alkmaar, 12 Maart 1908. De Burgemeester van Alkmaar, G. RIPPING. i. Raar aanleiding van een tweetal artikelen in dit blad over het wenschelijke van het maken van propa ganda voor onze Nederlandsche koloniën in het moe derland, hebben wij een interessante correspondentie gehad met een van de bekendste en bekwaamste ken ners van Indië in ons land. Deze was wel met ons eens, dat het zeer gewenscht was sympathie voor Indië op te wekken en kennis van land en volk te verspreiden. Doch hij gelooft niet dat het middel om Nederland sche journalisten naar Indië te dirigeeren ten einde van daar uit hun indrukken aan het Nederlandsche publiek mede te doelen, van zoo groote beteekenis zou zijn, dat daarvoor zelfs de hulp der regeering zou mo gen worden ingeroepen. „Indië is een land, dat men niet door een kortstondig bezoek leert kennen." Deze laatste stelling, die wij gespatieerd gedrukt hebben, werkt onze hooggeachte briefschrijver nu uit. Voor een „vertrouwbaar oordeel" is een verblijf van ettelijke jaren in verschillende streken gewenscht. Jus tus van Maurik heeft in zijn „Indrukken van een To tok" een geheel scheeve voorstelling van Indië gege ven. En de schrijver geeft de uitvoerige en interes sante bespiegelingen over wat de pers zou moeten doen om tneer menschen in Nederland „Indische studiën" te doen maken. Wij gelooven dat onze geachte briefschrijver groot gelijk heeft. Doch zien wij wel dan schrijft hij over iets anders dan wij. Het is ons er met onzen jouma- listentocht niet in de eerste plaats om te doen om een nieuwe „bron van betrouwbare informatie te openen." bn al willen wij de Indische studiën in de hand werken, in de eerste plaats stellen wij ons iets anders Voor. Wij constateeren in Nederland een groot gemis aan belangstelling in Indië. Hoe zoo hebben wij ons af gevraagd die belangstelling grooter te maken? Gij moet zoi'gen, aldus onze briefschrijver, dat man- "en als Snouck Hurgronje, Van Vollenhoven, Nieu- wenhuis, de Groot en Heeres niet enkel voor Indolo- gen spreken, gij moet zorgen voor een op meerdere en degelijke kennis berustende belangstelling in Ned.-In dië. ,?eer juist, maar wat kunnen wij daaraan doen? Als wij schrijvenGaat u ontwikkelen bij Snouck Hurgron je. v an Vollenhoven enz., kan onze schrijver dan wer- elyk meenen, dat men aan die uitnoodiging gevolg zou geven? Of gelooft hij, dat een dergelijke uitnoodi ging om dergelijke boeken over Indië ter hand te ne men iets zou uitwerken? Neen toch, zeker. Eerst moet er belangstelling ge wekt zijn, eerst moeten wij wat meer meeleven, wat meer nog van de uiterlijke levensomstandigheden van Indie1, weten, eerst moet de akker omgewoeld zijn en dan eerst kan er het zaad van de degelijke kennis ge zaaid worden. De pers heeft hier in de eerste plaats de taak om een ruime belangstelling te wekken. Eerst dan is de tijd voor intensiever cultuur gekomen. Indië moet voor Nederland nog altijd ontdekt wor den. Eerst als die ontdekking heeft plaats gehad kun nen wij een meer algemeen beroep op de kennis van mannen als Snouck Hurgronje, een meer algemeene belangstelling voor degelijke geschriften verwachten. In de eerste plaats moet dus stemming gewekt, recla me gemaakt worden. En hier stuiten wij een brief als de hier bespro kene van een van onze bekwaamste landgenooten is ons daarvoor weer een afdoend bewijs - op een beslist Nederlandsche tekortkoming. Wij Nederlanders begrij pen de beteekenis van dat stemming maken, van recla me maken in dezen zin niet. Zijn wij daarvoor te de gelijk, te veel in onszelf gekeerd, te weinig uitbundig, te sober of te provinciaal? Het moet wel zoo zijn. Want waar Nederland in zooveel opzichten vooraan komt in de rij der beschavingsvolken, op dit punt ko men wij beslist achteraan. Enkele groote firma's begrijpen wel de kracht van suggestieve reclame. En in ons openbaar leven zien wij de reclame met groot succes gebruiken door de drankbestrijders en de sociaal-democraten. Doch verder gaan we niet. En wat het stemming-maken van deze beide laatste categorieën aangaat, zien wij die geheel naar buitenlandsche voorbeelden te werk gaan, zóó zelfs, dat de sociaal-democraten vaak niet eens de moeite nemen om de Duitsche woorden bij hun stem ming-maken geheel te vertalen. Een goed begrip van de noodzakelijkheid om stem ming te maken, van de beteekenis van zoo'n reclame vinden wij in Nederland niet. Of hebben wij daarvan nog niet een treffend staaltje gehad hij de laatste be handeling van „buitenlandsche zaken" in de Tweede Kamer. Aan de orde waren: „buitenlandsche stem- mings-campagnes!" Men had opgemerkt dat zulk een stemmingscampagne in Engeland gevoerd was tegen de Zuid-Afrikaansche republieken en gevoerd wordt tegen het bestuur van den Congostaat, dat zij in Ame rika gevoerd was tegen de Spaansche heerschappij op Cuba. En men vroeg: Doe daar wat tegen. Zet pers schildwachten uit, die onmiddellijk kunnen waken en die alarm kunnen blazen opdat wij niet het lot deelen van de Zuid-Afrikaansche republieken en van Spanje. En wat antwoordt de minister? „Al is de leugen nog zoo snel. De waarheid achterhaalt haar wel." Dat is nu toch werkelijk te naief, dat is nu toch een hardnekkig-niet-willen-zien Van de kwade gevolgen van een stemmingscampagne, welke toch bijna eiken dag door eiken intelligenten courantenlezer kunnen worden opgemerkt. Onze nieuwe minister van buitenlandsche zaken, zal zeer zeker anders geprofiteerd hebben wan de aan schouwelijke lessen op het klavier der volksconscientie, die Z. Ex. in Amerika heeft kunnen krijgen. Hij zal zeker beter begrijpen van hoeveel gewicht het is zulke perswaehtposten op te stellen. Hij zal zeker eerder het oor leenen aan ons voorstel om officieuze persdes kundigen aan te stellen met de opdracht na te gaan, wat er buitenlands over ons 'of onze koloniën geschre ven wordt, overeenkomstig het onlangs ook meer door de „Standaard" aanbevolen plan. Doch met dat al heeft een Nederlandsche bewinds man zoo iets kunnen zeggen zonder dat dit overal te genspraak verwekte. Ons ontgaat hier vrij algemeen de beteekenis van zulke stemmingmakerij. Dus ook van het sfemmingmaken ten bate van een goede zaak, ten bate van de levensbelangen van een land, zonder dat er stemming tegen iemand gemaalct- wordt. Gisteravond hebben wij tijdig den uitslag van de verkiezingen voor de Tweede Kamer in de twee dis tricten in de stad bekend gemaakt. Wij laten dezen uitslag hier thans nog even volgen District TietjerksteradeelMr. R. Rink (lib.) 1663 stemmen W. H. Vliegen (soc.-dem.) 1502 st.ds. C. van der Voort van Zijpe (ant.-rev.) 3825 st. zoodat gekozen is de heer ds. van der Voort van Zijpe. In 1905 behaalden bij de stemming ds. A. S. Talma (ant.-rev. aftr.) 3853 st.mr. II. Goeman Borgesius (lib.) 1916 st.; mr. P. J. Troelstra (soc.-dem.) 1469 st., zoodat ds. Talma onmiddellijk herkozen was. District SliedrechtJ. van der Molen Tzn. (ant.-rev.) 3633 st.Jhr. Mr. H. Smissaert (oud-Iib.) 2412 st. H. J. Spiekman (soc.-dem.) 312 st., zoodat gekozen is de heer J. van der Molen. In 1905 behaalden bij de stemming ds. J. Ancker- man (Fr. ehr. hist.) 742 st.mr. Th. Heemskerk (ant.- rev.) 2778 st.L. M. Hermans (soc.-dem.) 255 st. Jhr. Mr. II. Smissaert 2017 st., bij de herstemming Mr. Heemskerk 3267 st., Jhr. Mr. Smissaert 3088 st. De Kamer heeft gisteren voortgezet de beraadslaging naar aanleiding van ^le regeeringsmededeeling omtrent het optieden van het nieuwe Kabinet. De heer D e W aalMalefijt (a.-r Breukelen) con stateerde, dat het optreden van het nieuwe Kabinet vrij wel voldoende gemotiveerd wordt geacht. Hij betoogde namens zijne partijgenooten, dat het afstemmen van de oorlogsbegrooting niet geschiedde om redenen gelegen buiten die begrooting, en allerminst ter verovering van het regeeringskasteel, maar uitsluitend omdat men de wijze, waarop werd voorgesteld in 's lands defensie te voorzieD, niet in 's lands belang werd geacht. De heer Nol er s (R.-kath., Venls) constateerde de welwillende ontvangst van het Kabinet in de Kamer. De gisteren gehouden redevoeringen waren een zui veren weerklank van de Regeeringsverklaring. Uit drukkelijk verzekerde spreker, namens zijn politieke vrienden, dat het afstemmen der Oorlogsbegrooting geschiedde om door den Minister van Oorlog het ge heele Kabinet te treffen. Ook was het niet de bedoe ling om de quaestie van Grondwetsherziening van de baan te krijgen. Voorts oordeelde spreker, dat de for mateur en de overige bewindslieden waardeering ver dienen, dat ze in moeilijke omstandigheden de regee ring hebben aanvaard. Spr. keurde de Regeeringsplannen goed. Wel be treurde ook hij, dat de politieke gebeurtenissen van invloed zijn op den toch al tragen gang in de orde der sociale wetgeving, zij het dan ook wellicht slechts schijnbaar. Minister Heemskerk verheugde zich over de welwillende ontvangst van het Kabinet. Met vol doening constateerde hij het optreden van het Kabinet, dat over het algemeen gerechtvaardigd werd geoor deeld. Onjuist is des heeren Drucker's gissing, dat het votum over de Oorlogsbegrooting niet slechts voort sproot uit bezorgdheid voor onze defensie, maar ook met het oog op Grondwetsherziening. Om deze her ziening te ontwijken was het spr. niet te doen ge weest. Hij beschouwde zich niet zoo grif de persoon, die als formateur moest optreden, zooals gisteren nog door verschillende sprekers is betoogd. Slechts toen spreker moest aannemen tot die taak bevoegd te zijn, heeft hij haar aanvaard. Voorts zette de Minister uiteen waarom in 1905 wèl en thans niet een optredend Kabinet op een be paalde meerderheid moet kunnen rekenen. In antwoord aan den heer Borgesius zeide do Minister van meening te zijn, dat uiteenzetting van hetgeen verstaan moet worden onder beginselen, levende in de partijen der rechterzijde, onnoodig is. De samenstelling van het Kabinet besprekende, zeide de Minister, dat Minister de Marees ten volle instemt met de beginselen van het Kabinet. Zonder als vertegenwoordiger daarin van een bepaalde groep te zijn aan te merken, gevoelt Minister de Marees, wat zijn beginselen aangaat, zich het meest aangesloten bij de christ. historische partij. In den overgang van Minister Wentholt ligt niets bevreemdends aan de aanleiding van de aftreding van het vorig Kabinet is hij ten eenenmale vreemd ge bleven een Minister van Marine staat buiten de politiek dit is niet zijn taak. Minister Wentholt is op de hoogte van het vraagstuk der kustverdediging en hij en Minister Sabron zijn deskundigen, met wie hun ambtgenooten volkomen homogeen zijn. Vervolgens verdedigde de Minister de aangekondigde plannen. De grondwetsherziening blijft niet zonder betrekking tot het kiesrecht. Het kiesrechtvraagstuk, bij uit nemendheid moeilijk, is niet van de baan, doch kon niet in een formule van de regeeringsverklaring wor den opgenomen De defensieraad wordt bedoeld als adviseerend college. Het plan betreffende het blijvend gedeelte is niet agressief, het geldt hier een bepaalde leemte, door Minister Sabron reeds lang ingezien. Hierna volgden replieken. Na nog eenig debat werd de beraadslaging gesloten. Woensdagmiddag a.s. zal een nominatie voor den Hoogen Raad worden opgemaakt. Door het Rijkspensioenfonds is een begin gemaakt met de toezending aan alle gemeentebesturen in Ne derland van formulieren ter invulling, door de man nelijke en vrouwelijke ambtenarenin dienst der gemeenten. De gegevens dezer zeer uitvoerige formulieren zijn benoodigd voor de berekening van de kosten van de pensionneering der gemeente-ambtenaren en van hunne weduwen en weezen, met welk omvangrijk werk een begin zal worden gemaakt, zoodra de formulieren in gevuld zullen zijn terugontvangen. Gisteren vergaderde aan het ministerie van Land bouw, te 's-Gravenhage, de staatscommissie voor den middenstand. De zitting was in hoofdzaak gewijd aan het rapport van de IVde sub-commissie, inzake vervroegde winkelsluiting (voorzitter Mr. Schiirmann). Langdurig word over de algemeene beginselen be raadslaagd. De commissie kwam tot het besluit, dat om velerlei redenen, het wenschelijk ware, de regeling bij rijkswet te doen geschieden. Aan de sub-commissie werd opgedragen de vastge stelde beginselen nader uit te werken, in den vorm van een wetsontwerp. De voorzitter deed verslag van een audiëntie bij den minister van Landbouw, die zich bereid verklaarde, de enquête te bevorderen op den voet, waarop deze door zijn voorganger aan de volksvertegenwoordiging was voorgesteld. De minister zegde daarbij toe nader overleg met zijn ambtgenoot van Binnenlandsche Zaken, omtrent dat deel van de enquête, dat betrekking heeft op het vakonderwijs. De staatscommissie, in pleno vergaderd, sprak zich met algemeene stemmen uit, voor een wettelijke rege ling van het, sluitingsuur voor winkels, zonder even wel dat uur nog mul er te bepalen. Gisteren werd in tegenwoordigheid van 'enkele autoriteiten, onder wie de secretaris der Staatscom missie, de heer H. van Oordt, de opzichter van de Reddingsmaatschappij, de heer Idema, en de heer Mons, met de reddingboot aan den reddingssteiger geland. Met den korf, die den steiger met den hulplichtopstand in verbinding stelt en waarin enkele heeren plaats namen, werden proeven genomen. Ook zouden olie stortingen hebben plaats gehad, maar wegens te weinig zee werd,/hiervan afgezien. De Staatscommissie, die eerst den 10 dezer hier bezoek xou hebben'gebracht, welk bezoek waarschijn lijk is uitgesteld wegens het nog niet geheel gereed zijn van den reddingssteiger tengevolge van ruw weer, zal nu wel binnenkort een bezoek ter inspectie van de reddingsmiddelen brengen. Met? het door het gemeentebestuur van Velsen* tot H. M. de Koningin gericht adres om van art. 23 k der Gemeentewet, waarin het lidmaatschap van den gemeenteraad onvereenigbaar wordt verklaard met de betrekking van krijgsman in werkelijken dienst wijzi ging voor te stellen in dien zin, dat in plaats van krijgsman in 'werkelijken dienst wordt gelezen be roepskrijgsman" in werkelijken dienst, hebbenr reeds instemming betuigd de gemeentebesturen van Alk maar, Baarn, Bergen-op-Zoom, Bolsward, Benthuizen, Bleskensgraaf en Hofwegen, Breda,Dockum, Doe- tinchem (stad), Ede, Ferwerderadeel, Franeker, Fin- sterwolde, Goes, Giethoorn, Haskerland, Heemskerk, Hillegom, Krimpen aan de Lek, Kampen, Landsmeer, Leeuwarderadeel, Opsterland, Schiedam, Schoonhoven, Schoterland/en Streefkerk. N. R. Ct. Op de algemeene vergadering van den Vrijzinnig- Democratischen Bond zal het midden stands vraagstuk worden behandeld door de heeren dr. D. Bos, te Win schoten, en M. H. G. Th. Fiedeldy Dop, te Amster dam, en de kwestie van den wettelijk geregelden 10-urigen arbeidsdag door de heeren J. Mussert, sec retaris van het centraal bestuur van het Alg. Ned. Werkliedenverbond, te Amsterdam, fen mr. H. L. Drucker, te 's-Gravenhage. GEMENGD NIEUWS. De in den storm van 22 Februari voor de stad Tiel omgeslagen zeilboot is opgevischt te Opijnen, geheel onttakeld. Men vermoedt, dat het lijk van den verongelukten gymnasiast K. met het tuig ge zonken en*daardoor nog niet gevonden is. De Renard-treinen, indertijd met zooveel goede ver wachtingen begroet, hebben zich hier te lande geen burgerrecht knnnen verzekeren. Het materieel, dat dienst deed tusschen Den Haag en Wassenaar zal einde dezer maand door den makelaar C. de Vlaming worden geveild. De treinen hebben 6 maanden op genoemd traject geloopen. Door H. M. de Koningin is een groote zilveren medaille geschonken voor de in September a.s. te houden landbouwtentoostelling op Texel. Het bedrag in geld, op verschillende plaatsen in het huis der wed. Z. in de gemeente Schoterland gevon den, oedroeg de som van f 7.200, en niet zooals ge meld werd f 120.000. De 9 erfgenamen hebben voor- loopig den buit al gedeeld. Voor de Rechtbank te Haarlem stonden gisteren terecht een tweetal stakers uit Krommenie, die tijdens de bekende s'aking aldaar op 7 Januari, tegen den zin der politie in, werkwilligen volgden naar hun huis, en daardoor een volksoploop veroorzaakten. Het O. M. eischte 6 weken gevangenisstraf, achtend dat dit misdrijf, juridisch onbeduidend, maatschappelijk een ernstig kwaad is. Mr. Mendels trad op als verdediger, betoogende dat de memchen deden wat gelukkig in Nederland nog een recht is, n.l. minachting te toonen jegenï hem die 't verdient. Overigens betwistte hij dat 't bewijs van het ten laste gelegde is geleverd. Uit Graft. De verhuring van het gras- en rietgewas van de wegen en dijken van de Graftermeer heeft voor 1908 opgebracht f 163 tegen f 157 in 1907. De gemeenteraad van Graft heeft den 12en tot onderwijzeres benoemd mej. J. Bakker, tijdelijk werk zaam aldaar, en tot onderwijzeres te West-Graftdijk mej. J. A. Swantje te Den Helder. Tot onderwijzers alhier zijn/] benoemd de heeren S. Snel te Heemstede en H. Wijchman te Aima- Paulowna en tot onderwijzeressen de dames J. de Boer te Amsterdam en£H. Godfried te Hoogezand. üg

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1908 | | pagina 1