DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN. No. 64. Honderd en tiende jaargang. 1908 MAANDAG 16 MAART. BINNENLAND. Uit Hof- en Hoofdstad. Deze Courant wordt eiken avond, behalve op Zon- en Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden voor Alkmaar f 0,80; franco door het geheele Rijk f 1,— Afzonderlijke nummers 3 Cents. Telefoonnummer 3. Prijs der gewone advertentiën: Per regel f 0,10. Bij groote contracten rabat. Oroote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdrukkerij v/h. HERMs. COSTER ZOON, Voordam C 9. Opwekkend Versterkend. Voedzaam gemakkelijk verteerbaar. Het verschijnsel der tuchteloosheid. Vergadering van Zuiderzeevlsschers. I ARSÜEE S^fïÏAVi BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Alkmaar brengen ter algemeens kennis, dat in het Gemeente blad van Alkmaar, Nos 256 en 257, zijn opgenomen de besluiten van den Raad dier gemeente van 4 Maart 1.1., waarbij zijn'vastgesteld lo. Eene verordening, houdende verdeeling van het eerste kiesdistrict voor de verkiezing van leden van d*n ge meenteraad in twee 2o. Eene verordening, tot aanwijzing der stemlokalen voor de verkiezingen van leden van de Tweede Kamer der Staten-Generaal, van de Provinciale Staten en van den Gemeenteraad, welke verordeningen, heden afgekondigd, gedurende drie maanden voor een ieder ter lezing zijn nederge- legd ter gemeente-secretarie en aldaar tegen betaling van resp. f 0.05 en f 0.071/2 zijn verkrijgbaar gesteld. Burgemeester en Wethouders voornoemd, Alkmaar, G. RIPPING, Voorzitter. 14 Maart 1908. DONATH, Secretaris. ALKMAAR 16 Maart. Er zijn in de Hongaarsche hoofdstad Boedapest weer eens straatbetoogingen gehouden. De sociaal-de mocraten waren na afloop .van een meeting tegen het meervoudige kiesstelsel ten getale van 2000 bijeengeko men voor de verschillende vergaderlokalen der vakver- eenigingen met het doel om vereenigd naar het clubge bouw der onafhankelijkheidspartij op te trekken en daar een betooging te honden ten bate van het alge meen stemrecht. De politie wilde echter het houden van een optocht, waarvoor geen vergunning was ge vraagd, tegengaan. Al heel gauw stj,et de menigte op een sterke politiemacht. Zij trok toen naar de Kos- suth-Lajos-straat, waar het lands- en het nationale casino gelegen zijn, om daar te demonstreeren. Doch de politie had dit voorzien: toen de betoogers de bo vengenoemde straat naderden vonden zij deze reeds ge heel afgezet. De menigte werd woedend en plotseling werden er schoten gelost en steenen geworpen naar de politie. Eenige agenten werden door kogels gewond anderen door steenen, terwijl een inspecteur een ge vaarlijken houw over den arm kreeg. De bereden poli tie verspreidde toen de menigte. Een deel der betoo gers verdween door de Rakoczystraat, verzamelde zich evenwel weer voor het café New-York en gooide daar ettelijke ruiten in. Ook werd er van buiten af in het lokaal geschoten, maar niemand werd geraakt. Een ander deel der menigte trok naar den „Karlsring" e sloeg er verschillende ruiten van winkeliers in. Zoo werd een uitstalling van een confectiemagazijn totaal vernield. En ook in andere deelen der stad ging men even bal dadig te werk tot na het middernachtelijk uur toen de politie de orde had hersteld. Er werden vijftig betoo gers door de politie in hechtenis genomen en natuur lijk waren daaronder velen, die eigenlijk geen betoo gers maar meeloopers waren. Doch zij waren te voren gewaarschuwdde hoofdcommissaris van politie had de bevolking door aanplakbiljetten op muren aange maand zich op een afstand te houden van de betoogers, daar tegen deze met kracht zou worden opgetreden Van de in hechtenis genomen personen zullen dan ook de meesten er af komen met een politiestraf, maar acht zullen worden vervolgd wegens daden van geweld jegens ambtenaren in de rechtmatige uitoefening zij ner bediening. Bovendien werden er verscheiden be toogers gewond. Zaterdag is de betooging in de Kamer van afge vaardigden ter sprake gekomen. De minister van bin- nenlandsche zaken verzette zich krachtig tegen fculke sociaal-democratische bewegingen, die slechts ten doel hebben pressie uit te oefenen op de regeering, om te komen tot de invoering van algemeen kiesrecht. Doch aldus verklaarde de minister dergelijke pogingen hebben een averechtsche uitwerking. Hij hoopte, dat er ook socialisten zitting zouden krijgen in het Huis van afgevaardigden, maar hij achtte het niet onmoge lijk dat die socialisten niet door hun medeafgevaardig den zouden worden toegelaten en erkend, die door re volverschoten op den openbaren weg trachten het par lement vrees aan te jagen. De minister verklaarde voorts dat hij desnoods onder aanwending van de uiter ste kracht de openbare orde zou doen handhaven de vakvereenigingen, van welke de betoogingen zijn uitgegaan, zou hij eenvoudig doen ontbinden, indien zij zich weer aan iets dergelijks schuldig maakten. Nu is in dezen de regeering, althans een deel dei- partijen, niet zonder schuld. Zij heeft beloofd geheim algemeen kiesrecht te geven, met als leeftijdsgrens 24 jaar. Maar nu begint een deel der regeeringscoalitie uit een ander vaatje te tappen: zij wil het méérs tem mig kiesrecht (als bijv. in België) invoeren. Vandaar dat men zich de oppositie kan voorstellen, al billijkt men niet het middel, welke zij gebruikt: de straatbe- tooging met de meestal onvermijdelijke relletjes. De Rijksmiddelen. Was de eerste maand van dit jaar voor 's Rijks schatkist een tegenvaller, Februari heeft weer veel goed gemaakt. De opbrengst van de middelen was toch aanzienlijk hooger dan in de gelijknamige maand van het vorig jaar, terwijl deze reeds een flink bedrag bo- Eebruari 1906 opleverde. De ontvangsten bedroe gen n.l. 10.367.814.89 tegen 9.808.487.07 in Febru ari 1907 en 9.666.422.33 in Februari 1906. Moest ook de vorige maand de opmerking worden gemaakt, dat het aantal der middelen, hetwelk minder opbracht dan in de correspondeerende maand van het vorig jaar grooter was dan dat, hetwelk meer opbracht, dit is thans niet het geval. Een groot deel van de meerdere ontvangst is even wel te danken aan de toevallige hoogere opbrengst van het successierecht. Deze belasting gaf toch een bedrag 1.176.504.325, tegen 711.382.61 in Februari 1907, dus ruim 41/2 ton meer. Behalve do bedrijfsbelasting, die 74.000 beneden het vorig jaar bleef, leverden de directe belastingen al le een hooger bedrag op, en wel de grondbelasting 30.000, de personeele belasting 10.000 en de vermo gensbelasting 58.000. Op de invoerrechten werd bijna 27.000 meer ont vangen 1.142.059.975 in Februari 1908 tegen 1.115.228.685 in Februari 1907.) Van de accijnzen waren die op de suiker en die op bier en azijn lager dan in Februari 1907, en wel res pectievelijk 93.000 en 11.000. Meer werd echter ont vangen op den wijn 6000; het gedistilleerd 74.000, het zout 4000 en het geslacht 8000.* De belasting op gouden en zilveren werken gaf een kleine 5000 minder. De groep der indirecte belastingen leverde het leeu wendeel van de meerdere ontvangst; de zegelrechten 35.000, de registratierechten 38.000, de hypotheek rechten 5000 en de successierechten, gelijk wij reeds opmerkten, 465.000 meer dan in Februari 1907. Ook de posterijen toonden weer flinken vooruit gang aan, en wel het bedrag van 65.000, waartegen over een mindere opbrengst staat van de rijkstelegraaf van 8000. De domeinen en de staatsloterij gaven 1000 en 67.000 minder, terwijl ten slotte de loods gelden weder een meerdere ontvangst van ruim 3000 opleverden. Van de eerste twee maanden van dit jaar was de totale opbrengst 21.176.888.185 tegen 20.785.027.045 in gelijk tijdperk van 1907. We zijn dus al weer 3^1.861.44 op verleden jaar voor. commissie vond de oprichting van een tuchtbond gewenscht. De vergadering werd door den voorzitter, dr. H. J. Kiewiet de Jonge, geleid, die in zijn openingswoord de aanwezigen welkom heette en wees op de nood zakelijkheid om in de besprekingen van dit zoo moei lijk onderwerp vooral de beknoptheid te handhaven. Men herinnerde er aan dat het initiatief voor deze beweging eigenlijk is uitgegaan van een oud-officier, den heer J. M. van Hoogstraten, en een dienstdoend officier, den heer H. J. D. van Maanen. Zij brachten hun voorstel bij spr. als voorzitter van het Ned. Ver bond, dat door zijn onpartijdigheid aangewezen wa3 om de leiding van de beweging te hebben. Om die beweging tot een goed einde te brengen, moeten we vooropstelltn dat ons volk in zijn kern gaaf is. Zon der die overtuiging zou een bestrijding van zijn on deugden nutteloos zijn. En ook mogen niet uit het oog verloren worden algemeen menschelijke en toe valligheidstoestanden. Daarom moet men zich wachten voor overdrijving en goed inzien op welke wijze en waarin zooveel verschillende bonden en vereenigingen moeten samenwerken. Ook over den naam wilde spr. nog iets zeggen. De naam Tuchtbond" is reeds eenigszins bekend ge worden. Toch kan spr. zich daarmee niet goed ver eenigen. Hij hoopte dat het nog mogelijk zal zijn een anderen te vinden. Voorts is naar spr.'s oordeel noodig een kantoor met een vasten beambte, die voor alle aangesloten vereenigingen het werk doet en waarvoor de onkosten door dezen gezamenlijk bestreden wordt. Mocht een krachtige maatregel zeer kostbaar zijn, dan stelde spr. zich voor dat van Staat, Provincie, Gemeente, parti culieren en vereenigingen toch voldoende financieele steun zal inkomen. Voorloopig zou zoo noodig het kantoor van het Alg. Ned. Verbond als centraal bureau kunnen dienst doen. Vele sprekers voerden het woord. Na veel debat werd ten slotte besloten het bestuur te machtigen om stappen te doen tot het oprichten van een federatie ter bestrijding der tuchteloosheid. voor zijn Door enkele leden der vereeniging Volksweerbaar heid werd in 1905 het plan opgevat in het belang eener verhoogde ontwikkeling van onze zedelijke en lichamelijke weerbaarheid, samenwerking uit te lokken tusschen alle vereenigingen, die geacht kunnen worden te streven naar verhooging der zedelijke en stoffelijke kracht van het Nederlandsche volk, om zoo te komen tot een stelselmatige bestrijding van de ondeugden en gebreken, welke die ontwikkeling belemmeren. De groep Nederland van het Algemeen Nederlandsch Verbond werd aangezocht om de leiding op zich te nemen. Toen haar Dag. Bestuur besloot zich van de opdracht te kwijten om samenwerking te zoeken met andere vereenigingen, ter bestrijding der tuchteloos heid, nam het als vaststaande aan, dat het gebrek aan tucht een algemeen voorkomend en erkend ver schijnsel bij ons geheele volk is. Middelen werden aan de hand gedaan om deze misstanden uit den weg te ruimen. Ten einde in dezen strijd eenige eenheid te brengen, werd een vergade ring bijeengeroepen, die Zaterdag te Utrecht plaats had, en waar vertgenwoordigers waren o. m. van de volgende vereenigingenMij. tot Nut van 't Alge meen, Volksweerbaarheid, A. B. L. O., A. N. W. B., Alg. Ned. Verbond, Vrijzinnig-Democratische Bond, Ver. voor Gemeente- en Volksbelangen, Ned. Vegeta- riërsbond, Vereeniging Tesselschade, Vereeniging van leeraren bij het Middelbaar Onderwijs, Nationale Bond v. Vreemdelingenverkeer, Ned. Vrouwenbond tot Ver hooging v/h zedelijk bewustzijn, Bond van Amster damsche Buurtvereenigingen, Ver. Het Nederlandsche Lied, Ned. Ver. tot bestr. v. h. gebruik van alcoho lische dranken, Ver. tot vereenvoudiging van Examens, Patrimonium, Ons Huis, Ned. Onderw. Genootschap, Bond van Ned. Onderwijzers, Mij. tot Nut der Israëlieten, Ver. Zed. Verb, van Gevangenen, Nationaal Comité tot bestrijding van den Handel in Vrouwen, Ver. van hoofden van Scholen, Ver. Vincentius v. Paulo, 't Koggeschip, Mij. v. Nijv., Ver. van Chr. Onderw., Volksbond tegen Drankmisbruik, Nationale Vrouwenraad van Nederland, Ned. Automobielclub, Ned. Chr. Vrouwen-Geheelonth. Ver., en bovendien een aantal persoonlijke belangstellenden. Aan deze groote vergadering waren voorafgegaar, een viertal vergaderingen van een voorbereidende commissie. De commissie ging uit van de bandeloosheid van de straatjeugd, maar kwam algemeen tot de erken ning, dat de tuchteloosheid zich onder verschillende vormen in alle geledingen der samenleving vertoont, dat het heele Nederlandsche volk behoefte heeft aan het besef dat zonder tucht (ook zelftucht) een geordende samenleving niet mogelijk is. Samenwerking in deze werd noodig geoordeeld. Het A. N. V. en Volksweer waarheid gaven ieder f 100 voor de voorloopige onkosteneen vragenlijst werd rondgezonden aan tal van ver. en personen 168 in 't geheel. De antwoorden op deze vragenlijst werden bestu deerd en het zijn deze voorstudies, die als grondslag dienden voor de drukbezochte vergadering, te Utrecht n het Gebouw voor Kunsten en Wetenschappen. De Uit alle visschersplaatsen aan de ZuiderzeeVolen- dam, Bunschoten, Harderwijk, Elburg, Kampen, De Lommer, alsmede uit Urk en Marken waren Zaterdag te Utrecht visschers opgekomen naar het Gebouw voor Kunsten en Wetenschappen, waar andermaal de kuilvisscherij zou worden besproken. Tot nog toe waren meestal de tegenstanders in het openbaar aan het woord thans zouden de voorstanders hunne meening uiteen zetten, aan de tegenstanders gelegenheid gevend zich ook te doen hooren. De vergad r:ng was zeer goed bezet en werd geleid door den heer Kempeis, burgemeester van Harderwijk. De voorzitter zei, dat met groote belangstelling in de kringen der visschers en in die der nevenbedrijven wordt uitgezien naar de middelen om het bedrijf tot grooteren bloei te brengen, o.a. door wettelijke bescherming. Men vreest een wettelijk verbod van het gebruik van het kuilnet. Daarom wenschen de voor standers van de kuilnetten te protesteeren tegen een eventueel in te voeren verbod. Iedere spreker kreeg tien minuten. Na de pauze kwamen de tegenstanders aan het woord. Aanwezig waren de heeren Duymaer van Twist, graaf van Bijlandt, Mr. A. Ferf, en P. Nolting, leden n de Tweede Kamer, en Mr. A. Reekers, lid der Eerste Kamer. Dr. Redeke vertegenwoordigt de regeering, Mr. M. de Mos, uit Scheveningen, de „Vereeniging tot bevordering van de Nederlandsche Visscherij". Het eerst werd het woord gegeven aan den heer Denner, hoofd der school te Volendam. Spreker wees op het rapport, uitgebracht door dr. Redeke en stemt in met de conclusies van dezen wetenschappelijken rapporteur. In de laatste 15 k 20 jaren is de Zuider- zeevisscherij niet geschaad door de kuilvisscherij, hetgeen niet wegneemt, dat eenige beperking nuttig zou kunnen werken. De kuil moet blijven bestaan, omdat zij aan honderden een goed bestaan geeft en den vischstand geen kwaad doet. De heer J. M. van Meer, visscher uit Harderwijk, verklaarde dat het verbod van de kuil voor Harderwijk een ramp en een slag zal zijn. Hij verweet aan de leiders van de tegenpartij een laakbaar egoïsme, want verscheidenen zijn handelaars in netten en zijde-ar tikelen, en zullen profiteeren als de kuil wordt afge schaft en de visschers met ander tuig moeten gaan visschen. Nog voerden verschillende visschers het woord, die allen vcór de kuil spraken en zich zeer sterk uit spraken tegen het gebruik van de staande netten, die oneindig veel schadelijker zijn. Niemand kan bewij zen dat de kuil den vischstand benadeelt en men ver- gete niet, dat de kuilvisscherij aan inkomsten f 5 k f 600,000 opbrengt. Wordt de kuil verboden, en overal het staande net in gebruik genomen, dan eerst zal er overproductie komen en armoede t6n gevolge hebben. Hierna werd pauze gehouden. Als eerste spreker trad na de pauze op de heer Brandts, voorzitter der Visscherij-Vereeniging, te Urk. Vervolgens voerde het woord de heer J. M. van Meer van Harderwijkdie een warm pleidooi hield voor het behoud der kuilnetten. Een verbod daarvan zou voor de visschers armoede beteekenen. De heer G. Top, van Elburg, wees er op, dat de belangen der visschers van verschillende plaatsen niet dezelfde zijn. Verbod acht spreker niet gewenscht, maar wel regeling. Men zou bijvoorbeeld kunnen be palen, dat met de kuilnetten gevischt mag worden van 5 April tot 15 Juli. Hierna kwamen de tegenstanders der kuilnetten aan het woord. Als eerste spreker hiervan trad op de heer B. J. Gelder, redacteur der Visscherij-Courant, die deed uit komen, dat de voorstanders alleen hebben afgegeven op de staande netten, maar geen argumenten daartegen hebben aangevoerd. De door dr. Redeke opgemaakte statistiek wordt door spreker vervolgens aan critiek onderworpen. Spreker zegt, dat wel degelijk de haring in de Zuiderzee aan het afnemen is en beroept zich daarbij op een rapport van dr. Hoek, waaruit ook blijkt dat de haring in de Zuiderzee aan het afnemen is. Zeker, er kleven ook aan staande netten fouten, maar zulks wordt door ons openlijk erkend. Er zijn in het algemeen te veel visschers, zooals er trouwens in vele bedrijven te veel personen zijn. Spreker gaat voort en zegt dat hij zijn vischtuighandel zelf heeft gekortwiekt. Meent men dat de strijd alleen wordt gevoerd om spreker gelegenheid te geven grooter omzet te doen krijgen voor zijn vischtuighandel, daar is spr. bereid onmiddellijk zijn tuigenhandel te staken Spreker blijft bij zijne meening, dat wel dege lijk door de wonderkuil veel zoetwatervisch wordt vermoord. Uit Urk hebben 105 visschers den minister verzocht invoering van het verbod van de kuil. Spreker eindigt met te zeggen, dat de visscherij in de Zuider- beslist achteruitgaat. Het rapport van dr. Hoek verklaart het duidelijk genoeg. Handhaaft men de kuil, dat gaat de geheele Zuiderzeevisscherij te gronde, dat is sprekers overtuiging. Verschillende sprekers voerden nog het woord. Bij het einde der vergadering bracht de voorzitter dank aan de sprekers van beide zijden voor de wjjze waarop zij zich van hun taak hebben gekweten. Re- sumeerende gelooft spr. dat de uitgenoodigde sprekers het behoud van den kuil eenparig van oordeel dat thans voor algeheel verbod geen reden be staat, alsmede dat zulk een verbod een groot aantal beroepsvisschers der Zuiderzee tot nadeel zou zijn. Verder resumeert hij dat de hiertegen ingebrachte bedenkingen deze overtuiging niet aan het wankelen hebben kunnen brengen. Voorts bracht spreker een woord van dank aan de regeering wegens hare vertegenwoordiging en besloot met den wensch dat de Tweede Kamer in samen werking met de regeering en zoo mogelijk in aan sluiting met de conclusies van het rapport van dl. Redeke er in moge slagen de Zuiderzeevisscherij door maatregelen van wijs beleid tot hoogeren bloei te brengen, zonder een deel der visschersbevolking te schaden. De heer Demmer van Volendam dankte hierop den voorzitter voor de uitmuntende leiding der ver gadering. „Ilaganus" schrijft in de Leeuw. Ot. over het nieu we Katholieke lid der Tweede Kamer, jhr. van Nissen tot Sevenaer o. a. het volgende: ,De schalksche humor en goed-Hollandsche bon- hommie van mr. Kolkman, welke deze ook achter de ministerstafel wel eens te pas zullen ko-men wanneer het met de dubbeltjes soms niet erg vlotten wil, die jo lige leukheid, waarmede de Rhedensche afgevaardigde daar nu bijna 'n kwart-eeuw de puntjes op de i kon zet ten, wordt nu verdrongen door een der scherpzinnigste journalisten, die, toegerust met een zeer fijn polemisch talent, met de kracht van een autodidactische vorming, die aan veelzijdige ontwikkeling niets te wenschen overliet, als journalist steeds den strijd wist te voeren met de ronde eerlijkheid van een Zeeuw, maar ook stand wist te houden met de stugge volharding van den Fries, wanneer nauwgezette overweging hem daar toe ook na de felste polemiek noodzaakten. Maar ook als edelman van ouden Gelderschen stam bleef zijn bla zoen ongerept van wat 't wapen, ook van den be- kwaamsten journalist, in de hitte van den strijd be smeuren kan. Wie met de Residentiebode vechten gaat, weet voor af dat 't gaan zal volgens de regelen van eerlijk spel. Man van goeden stijl, journalist van goede vormen heeft hij zich vrij weten te houden van te offeren aan de mode van den dag, van te geven die journalistiek a la minute, die zoo velen later noodzaakt tot wijken waar zij de weloverwogen meening voor zich geplaatst zien. Wat juist in een tamelijk militante figuur als deze nog meer te waardeeren valt. Wanneer op den dag zijner installatie de griffier der Tweede Kamer zal zijn verdwenen, om hem te gaan uitnoodigen in 't plenum dezer vergadering te ver schijnen, zal men hem zien binnenkomen, zeer moeilijk zich voortbewegend, steunend op twee stokken. Wel licht dat velen zich zullen verbazen over deze verschij ning. Maar wie hem hebben leeren kennen als de eer lijke journalist van uitnemenden stijl, den man die door veei lichaamslijden gevoerd werd tot verhoogde energie, zullen tevens weten dat met hem 's lands ver gaderzaal toch ook nog iets zal binnenkomen van dien schalkschen lach, van dien blijden levenslust, die ne vens de liooge ernst, wanneer de omstandigheden dat noodig maakten, den zetel voor Rheden nu bijna 'n kwarteeuw in ons Parlement een eigen plaats hebben verschaft." „Kiekjesman" van het Nieuwsbl. v. h. Noorden spreekt over de verkiezingen voor den gemeenteraad van 's-Gravenhage. Hem is verzekerd, dat er bouw maatschappijen bestaan, die voor gemeenteraadsverkie zingen er een aparte strijdkas op na houden waar om, is duidelijk. Óm eens een staaltje te geven van hetgeen in dit verband alzoo op electoraal gebied daar doodgewoon is, laat hij het gesprek volgen gevoerd tusschen zekeren Ekster en een nieuwsgierig medeburger. Ekster" 's mans ware naam doet er niet toe

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1908 | | pagina 1