DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
im
No. 78
Honderd en tiende jaargang
1908
Deze Courant wordt eiken avond, behalve op Zon- en
Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden
voor Alkmaar f 0,80; franco door het geheele Rijk f 1,
Afzonderlijke nummers 3 Cents.
Prijs der gewone advertentiën:
Per regel f 0,10. Bij groote contracten rabat. Groote
letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdrukkerij
v/h. HERMs. COSTER ZOON, Voordam C 9.
WOENSDAG
1 APRIL.
Nationale Militie.
Gevonden Voorwerpen.
BINNENLAND.
Telefoonnummer 3.
gemakkelijk verteerbaar.
Speciaal voor zwakke magen.
Eerste Kamer.
Tweede Kamer.
Een aanval op Atjeh.
RECHTZAKEN.
Arrondisscments-Rechtbank te Alkmaar.
De BURGEMEESTEE der gemeente Alkmaar gelast,
krachtens bekomen aanschrijving, den onderstaanden
hier wonenden verlofganger, om zich ter bijwoning-
der herhalings-oefenlngen, 's namiddags vóór 4 ure,
bij zijn korps te vervoegen
2e Regiment vesting-artillerie lichting 1903 gar
nizoen Amsterdam
13 April 1908, JAN MET.
Alkmaar, De Burgemeester voornoemd,
31 Maart 1908. G. RIPPING.
Te bevragen aan het Politiebureau van 912 uur:
Vijf rozenkransen, een schooltasch, een boezelaar,
een bril in étui, drie portemonnaie's met en zonder
geld, twee ceintuurs, een bal, een zilveren ringetje,
een medaillon, een jurkje, een hoedenspeld, een hon
denhalsband, een bont, een kanarievogel, een knipmes,
een gewichtje, een sabelkwast, een parasol, een arm
band met zakkam, een* verm. gouden ring en een
brillen-étui. 5' 1SsS? -MB
Alkmaar, [De Commissaris van Politie
1 April 1908. W. Th. van GRIETHUIJSEN.
ALKMAAR 1 April.
Wij hebben gisteren melding gemaakt van een onge
luk in het circus Busch te Berlijn. Een Franschman,
Gadbin genaamd, sprong avond aan avond van een
hoogte op een glijplank, waarop zijn vaart langzamer
hand verminderde. Het was geen erg verheffende
voorstelling! De man, die op de programma's Despera
do heette, stelde een zelfmoordenaar voor, die uit de
zesde verdieping van een huis sprong. Als hij zijn ge
vaarlijken toer had volbracht, boog hij onder de luid
ruchtige toejuichingen van het publiek, dat even
„heerlijk had geijsd," dat het hart had voelen ineen
krimpen en gerild had. Zondag is in deze spanning
volle seconde de sprong mislukt. De man smakte met
den buik tegen den rand van de glijplank en plofte
neer. Zwaar gewond werd hij opgenomen, twee uur
later was hij dood. Deze gebeurtenis wordt op het
oogenblik in Berlijn druk besproken. En veelvuldig
leest men in de bladen, dat dergelijke vertooningen
moeten worden verboden. Dit geschiedt na eiken cir-
custoer met doodelijken afloop. Maar spoedig wordt
dit gestaakt en dan wordt de zaak op den ouden voet
voortgezet. Dan zijn er weer nieuwe doodsritten,
doodssprongen en dergelijke „artistieke" narigheden,
welke de zenuwen moeten prikkelen en genot moeten
geven. Vroeger geschiedden dergelijke vermaken in
de open lucht, had men bijv. opstijgingen in luchtbal
lons en dalingen in valschermen, of dansen op hoog
gespannen koorden. In 1902 heeft evenwel het dol
zinnige zijn intrede in het circus gedaan met de Loo
ping the Loop. Diavolo, de eerste vertoonder, zorgde
wel dat hij zijn leven er niet bij inschoot. Maar er zijn
sedert zoovele „verbeteringen" in het stelsel gebracht.
Men begrijpt niet, hoe de menschen zooiets kunnen sa
menstellen en als men er over nadenkt, moet men het
betreuren dat die combinatie-geest niet tot wat edelers
wordt aangewend. Soms evenwel is het in het geheel
niet vernuftig, is het slechts een uitvloeisel van durf
en volharding. Zoo hebben wij in hetzelfde circus
Busch eens gezien, dat een man zich liet overrijden
door een automobiel met zes personen. Eerst gingen
de raderen over zijn hand, toen over zijn been, eindelijk
over zijn borst. Maar wat was daaraan voor een nor
maal-denkend mensch te kijken? Het was alleen de
kans, dat de auto een centimeter zou afwijken, zoodat
de jongeman morsdood werd opgenomen, die spanning
veroorzaakte. Later hebben we gelezen dat deze man
in hetzelfde circus werd overtroffen, door een collega,
die zich door een olifant liet betrappen!
De helden van het geharkte zand doen zulke dolle
dingen natuurlijk alleen ter wille van de hooge gages,
misschien ook een beetje in opgewonden geestestoe
stond, om de roem, om de eer. Gadbin kreeg eiken
avond voor de weinige seconden spanning, welke hij
het publiek bezorgde, 300 mark. Dat is dus een jaar-
lijksch salaris van 65.700 gulden! Zijn toer gold voor
het stoutste, dat Berlijn in de laatste jaren had aan
schouwd. Thans heeft het circus Busch een „aantrek
kelijkheid" minder en het circus Schumann kondigt
extra aan zijn „Resito, het electrische wonder," dat
zich aan gevaarlijke electrische stroomen blootstelt om
te laten zien, dat hij ertegen bestand is, zoolang het
duurt n.l. Om de slachtoffers bekommert men zich
slechts eventjes, om hun nagelaten betrekkingen de
dertigjarige Gadbin had vrouw en kinderen in het
geheel niet. De overheid laat zich met die waaghalze
rijen niet in, althans te Berlijn heeft de magistraat
tot heden niets gedaan. Slechts nu en dan leest men,
dat bijzonder gevaarlijke en weerzinwekkende voorstel
lingen worden verboden: zoo heeft onlangs de gemeen
teraad van Groningen aan den heer Cortij Althoff ver
gunning verleent daar zijn tent op te slaan, onder
voorwaarde, dat hij geen verscheurende beesten zou la
ten vertoonen. Dat is ten minste iets. Te wenschen
ware het echter dat de overheid verder ging, looping
the loop, hooping the loop, autobolide, cercle de la
mort, flèche humaine, globe of life en dergelijke ge
vaarlijke stukjes eenvoudig verbood. Maar er zullen
nog heel wat nekken geheel of bijna gebroken moeten
worden, nog heel wat dooden of verminkten in het cir-
cuszand moeten vallen voordat de overheid krachtig
oproeit tegen den steeds wassenden stroom van sen-
satielust en overprikkeld zingenot.
De besprekingen over het blijvend gedeelte werden
gisteren voortgezet.
De Minister van Oorlog de heer Sabron,
begon met de verantwoording van het verslag.
Nader verdedigende de noodzakelijkheid van voldoende
troepen voor mobilisatie, achtte de minister een groote
troepenmacht voor Amsterdam onnoodig.
De Voorzitter zal, zoo noodig, in den loop van
het openbaar debat een comité-generaal beleggen.
De heer Van Löben Seis, het optreden van
dit kabinet met voldoening ziende, ook van dezen
minister van oorlog, meende, dat geen strijd over de
land verdediging zou ontstaan zijn, indien Kuyper's
defensiedenkbeelden waren gevolgd.
Spreker zal den minister de voor de defensie be-
noodigde middelen toestaan. Hij verwacht echter
moeilijkheden van de opkomst van twee ploegen, maar
acht overigens de regeling geheel overeenkomstig de
Militie wet.
De heer Van Voorst tot Voorst steunt het
ontwerp. Hij ontvouwt de nadoelen der beperking
van het blijvend gedeelte en betoogt, dat het k la
minute onder de wapens komen van verlofgangers
een hersenschim is, terwijl binnen 24 uur een Duitsche
grenstroepenmacht te Utrecht kan zijn. Het ontwerp
bespoedigt die opkomst.
De heer Staal verdedigde zijn beleid als minister
van oorlog tegen de daarop geoefende critiek. Als
minister mocht hij slechts het noodige voor de defensie
uitgeven.
De heer van den Biesen, interrumpeerende,
roept„En daarvoor moest ge den heelen boel be
derven
Spreker betoogt uitvoerig, dat de staatsveiligheid
de voorgestelde versterking niet eischt, en is zeker,
dat bij mobilisatie geen opkomst vertraging te vreezen
is. Hij verklaarde, dat minister Wentholt ook vroeger
tegen beperking van het blijvend gedeelte was.
Voor handlangerswerk zijn geen volledig geoefende
miliciens noodig het kader is bestemd voor de mobi
lisatiewerkzaamheden. Men vraagt dus 2200 hand
langers ergo is het ontwerp onnoodig, en dus ook
de 41/2 ton. En dat bij eene slecht gevulde schatkist
als thans. Overtuigd, dat daardoor 's lands defensie
niet bevorderd wordt, stemt spreker zonder aarzelen
tegen het ontwerp.
De heer Van Wassenaar stemt vóór, mits vol
doende ingelicht in comité-generaal.
De heer Van Voorst doet opmerken, dat, bij
afstemming van het ontwerp, de heer Staal toch ook
de gewenschte handlanger niet krijgt.
Na ei n gedachtenwisseling tusschen de heeren Van
Voorst en Staal over de tijdsruimte bij mobili
satie, bestreed de minister van oorlog het op
timisme van den heer Staal, die consequent in 1906
het geheele blijvend gedeelte had moeten heenzenden.
De minister aanvaardt geen verantwoordelijkheid
voor niet tijdige opkomst der militie bij mobilisatie.
De defensiebelangen eischen de vrij hooge kosten van
den maatregel.
Minister Heemskerk kwam in het debat om
op te komen tegen de qualificatie van dit ministerie
door den heer Staal als een schuins-rechter kabinet
en verzekert dat dit kabinet een rechts kabinet is.
De heer Staal erkent dit maar acht het kabinet
toch niet heelemaal rechts, getuigen de „Standaard"-
artikelen. Iets demigreerends bedoelde hij niet.
Hiervan neemt deministerHeemskerk akte.
De Kamer gaat alsnu over in comité-generaal,
Na heropening der vergadering werd tot stemming
overgegaan.
Het ontwerp werd daarna aangenomen met 32 tegen
11 stemmen, die van de heeren Staal, Breebaart, Van
Beyma, Laan de Jong, Welt, Pelinck, Scholten, Van
Nierop, Bloembergen en Dojes.
Goedkeurd werd nog 't wetsontwerp tot ruiling van
grond met Venlo.
De Kamer is op reces gegaan.
Aan de orde was gisteren de Interpellatie-Drucker
omtrent den achterstand bij eenige rechterlijke colleges,
De interpellant wees met eenige voorbeelden op de
schadelijke gevolgen der tegenwoordige langzaamheid
in de rechtspraak bij burgerlijke processen. Onze bur
gerlijke rechtspraak is dooi en door verouderd. In den
laatsten tijd is de aanvulling van rechterlijke colleges
ook niet geschied uit de allerbeste juristen; bovendien
is onze burgerlijke rechtsvordering geheel verouderd
Na deze vooropstelling bepaalde de interpellant zich
meer hoofdzakelijk tot de bespreking van het groote
euvel van het uitstellen door rechter en advocaat,
Uit eene door spreker ingesielde enquête bleek, dat
wanneer men den termijn om tot pleidooi te komen
bijvoorbeeld bepaalt op 2 k 3 maanden, dan is over
het algemeen de toestand bij de rechterlijke colleges
bevredigendmaar er bestaat achterstand bij de Recht
banken te Haarlem, Arnhem, Utrecht, Rotterdam, Den
Haag, Amsterdam, waar men respectievelijk 4, 6, 10,
9, 10 en 13 maanden op pleidooi moet wachten.
Sprekers vraag was nu: wat de Regeering voorne
mens is te doen om aan dezen achterstand een einde
te maken.
Al dacht spreker nu op dit oogenblik niet aan on
middellijke blijvende versterking, oordeelde spreker
toch, dat er nog wel andere middelen zijn om in deze
dringende b-hoefte te voorzien.
De Minister van Justitie, de heer N e«
lissen, stelde in het licht, dat de trage procesgang
aan verschillende oorzaken, is te wijtenoorzaken,
die buiten de bemoeiing der Regeering liggen. Slechts
dan wanneer de oorzaak gelegen is in geringe be
zetting van de rechterlijke colleges, is de Regeering
er bij betrokken. En in dit opzicht erkent en be
treurt de Regeering, dat de toestand bij de recht
banken te 's-Gravenhage, Amsterdam en Utrecht en
bij het Amsterdamsche Gerechtshof niet goed is.
Door de Kinderwetten is de achterstand zeer toe
genomen. In Den Haag staat de toestand vrijwel
gelijk met rechtsweigering. Te Amsterdam liggen
400 a 500 strafzaken te wachten.
De Minister meende, dat de Rechtbank te Utrecht
haar achterstand kan inhalen, wanneer zij het voorbeeld
der Bossche Rechtbank volgt.
Wat het Amsterdamsche Gerechts of aangaat, was
zijns inziens de toestand ook nog wel te verbeteren,
wanneer de Amsterdamsche Strafkamer inspringt.
Wat de Rechtbank te Rotterdam aangaat, betoogde
de Minister, dat hij bereid is die Rechtbank, aan wier
groote werkkracht hij hulde bracht, te versterken.
Wijl de achterstand te wijten is aan te geringe be
zetting van het college, is de Minister dus volgaarne
bereid hulp te verleenen.
Een wetsontwerp tot versterking van de rechtbanken
te 's-Gravenhage en te Amsterdam heeft zijn departe-
-£iient reeds verlaten.
Versterking van het Amsterdamsche Gerechtshof
achtte hij vooralsnog niet noodig.
Ook de kantongerechten worden in den bestaanden
toestand gelaten, en ook is de Regeering niet voor
nemens het getal kantons te Amsterdam uit te breiden.
De minister ging vervolgens ja de middelen, welke,
behalve versterking van personeel, kunnen leiden tot
voorkoming van achterstand. Afwenteling van de
taak der rechtbank op den kantonrechter, door uit
breiding van diens rechterlijke bevoegdheid, achtte de
minister niet wenschelijk maar wèl meende hij, dat
afwenteling van die taak kan geschieden door het
proces met goedvinden van beide partijen door één
rechter te doen behandelen.
Tenzij partijen het uitdrukkelijk anders willen,
zou en ook de conclusiën van het Openbaar Ministerie
in burgerlijke zaken achterwege kunnen gelaten worden.
De heer Drucker gaf vervolgens nog eenige
wenken om verbetering in den achterstand bij de rech
terlijke colleges te brengen. Zijns inziens moet de mi
nister zich geregeld op de hoogte houden van den toe
stand bij de Rechtbanken. Wanneer hem dan blijkt, dat
er erg'ens achterstand is, dan kon hij den president
van een dusdanige Rechtbank uitnoodigen tot vriend
schappelijk overleg.
Door overal te volgen het devies van de Bossche
Rechtbank, n.l.: „Er mag geen achterstand bestaan,'
zcu' men ook het kwaad kunnen keeren. Wenschelijk
zou ook zijn benoeming van tijdelijke rechters of eigen
lijk rechters in algemeenen dienst.
Bij aanstelling van den rechter moet ook niet gel
den de vraag, wie heeft het langst gesolliciteerd, maar
wie is het meest geschikt.
De minister van Justitie verzekerde,
zulks te doen en zette uiteen, dat tegen versterking
van het Amsterdamsche Hof een onoverkomenlijk be
zwaar gelegen is in des heeren van Raalte's ontwerp,
dat de mogelijkheid laat van samenstelling van Ge
rechtshoven uit 3 in plaats van 5 raadsheeren.
De minister bestreed des heeren Drucker's denkbeeld
van rechters in ambulanten dienst.
De interpellatie was hiermede geëindigd.
Bij het opmaken der nominatie voor een raadsheer
ter voorziening in de vacature-Feith werd gekozen tot
eersten candidaat mr. O. Krabbe, raadsheer in het
Ilaagsche Gerechtshofjnet 39 van de 73 stemmen.
Na verschillende stemmingen werd gekozen tot
tweeden candidaat mr. J. Limburg, advocaat te 's-Gra
venhage met 29 tegen 22 stemmen op mr. Romme,
raadsheer te Amsterdam en tot derden candidaat mr.
Bosch, raadsheer te 's Hertogenbosch.
De correspondent van de N. R. Gt. te Batavia seint
Een klewangaanval op een troep onder sergeant
majoor Zijlstra in Tapa Toean werd zonder verlies
afgeslagen. De vijand had 10 dooden.
Een aanval van een bende van 60 man op de keude
te Kandang Kloeet werd door de bevolking zelve af
geslagen. De vijand had 18 dooden, waaronder een
paDglima4 geweren werden buitgemaakt, Door een
patrouille werden nog 7 vijanden neergelegd en 3. ge
vangen genomen.
Zitting van Dinsdag 31 Maart.
De eerste zaak die heden in behandeling werd geno
men betrof een opzettelijke mishandeling. Den nacht
van 6 op 7 December j.l. logeerden in de slaapstedi
van de weduwe Brantenaar te Schagen zekere P. K
en diens echtgenoote. Ook P. Nijdam, een koopman
te Schagen, vertoefde daar dien avond. Nijdam
maakte wat grapjes tegen de vrouw van K., waar de
ze in 't geheel niet van gediend was. K. kon zjjn woe
de hierover niet onderdrukken en kort daarna, toen
men zich ter ruste zou begeven, sloeg hij Nijdam met
een pot zoo hevig op het hoofd dat deze er van bloed
de. Nijinan verliet daarop het logement om de poli
tie met het geval in kennis te stellen en tevens om
zich bij den dokter te laten verbinden. Hij kwam de
agent van politie J. de Liefde tegen, wien hij om hulp
vroeg en die daarop met hem mee terug ging naar het
logement. Nog steeds was de woede van K. niet be
koeld, wat wel hieruit bleek dat toen Nijman en de
Liefde binnentraden en de laatste zei dat hij als poli
tieagent kwam, K. nog een paar slagen aan Nijman
toebracht. De Liefde deed onderzoek naar het gebeur
de en vroeg den naam van K., die daarop zeide P.
Groentjes te heeten. Den volgenden morgen heeft
ook de gemeente-veldwachter J. P. Abma zich met het
geval bemoeid. Een proces-verbaal is het gevolg ge
weest en later is de beklaagde nog gehoord door den
commissaris van politie, de heer W. Th. van Griethuy-
sen te Alkmaar. Bij de eerste verhooren bekende be
klaagde met den pot geslagen te hebben, doch ontken
de hij later toen Nijman met De Liefde terugkwam
nog weer geslagen te hebben. Ter terechtzitting he
den verklaarde hij echter niet met den pot geslagen te
hebben, doch wel later met de hand. Het bleek al spoe
dig dat de beklaagde geen Groentjes heette, zoodat hij
zich ook schuldig maakte aan het opgeven van een val-
sehen naam.
De O. v. J. eischte wegens de mishandeling, twee
maal gepleegd, 10 dagen gevangenisstraf en wegens
het opgeven van een valschen naam 7 boet© of 14
dagen hechtenis.
J. H. Jz„ een timmerman en metselaar, zonder vaste
woonplaats, had op 11 Maart te Hoorn gebedeld aan
den barbierswinkel van J. Ridderikhof en op den open
baren weg. De agent van politie, P. Swart, die getui
ge was van deze bedelarij, maakte proces-verbaal op.
Beklaagde zei heden ter terechtzitting dat hij werke
loos is en om toch in zijn onderhoud te voorzien, had
hij moeten bedelen.
Er komt een goede tijd om werk te krijgen, zoodat
beklaagde vroeg geen lange straf te moeten ondergaan.
De O. v. J. meende echter dat het nog niet zoo'11
goede tijd is om werk te vinden en eischte daarom 2
dagen hechtenis en opzending naar een rijkswerkinrich
ting voor den tijd van 3 maanden.
Wegens vernieling toegebracht aan een rijwiel moest
zich daarna verantwoorden zekere W. O., arbeider te
Anna-Paulowna.
Den 20sten Februari reed J. Ruitenberg, een land
bouwer te Anna-Paulowna aldaar op zijn rijwiel met
een vriend. C. kwam achter hen aan rijden en wilde
passeeren. Daar de weg zich daartoe niet gemakke
lijk leende duurde het even voor Ruitenberg plaats had
gemaakt en O. zag hierin een poging om hem te ver
hinderen voorbij te gaan. Hij werd kwaad en riep te
gen Ruitenberg: „kom jij er es af." Ruitenberg die
bijna viel, stapte van zijn fiets en zei: „als je aan me
komt dan zal je dat berouwen." Toch kwam C. op hem
toe en er ontstond een worsteling, waarbij C. niet de
sterkste bleek en daarom zei: „als je me los laat zal
ik je verder niet lastig vallen." Ruitenberg geloofde
dit en liet hem los. Doch daarop greep C. een sikkel
die Ruitenberg bij zich had en kwam daarmee op de
zen toe. Ruitenberg, vreezende gewond te worden met
dit scherpe voorwerp, waagde zich aan geen nieuwe
worsteling en week voor O. Daarop wierp O. met zijn
klomp een paar maal naar de fiets van Ruitenberg die
daardoor hevig beschadigd was; spaken waren er uit
geslagen, de achtervork verbogen, lak er af geschaafd.
Volgens verklaring van een der getuigen heden, heeft
het 20 gekost voor de fiets weer goed in orde was.
De landbouwers G. Daalder en C. Thijsen, die getui
ge van de beschadiging waren geweest, verklaarden ge
zien te hebben dat O. met kracht met zijn klomp naar
het rijwiel gooide. O. beweerde dat de schade niet zoo
groot kon zijn, daar hij alleen een paar spaken had
stukgemaakt. Ook gaf hij de schuld van de twist aan
Ruitenberg die niet had willen uitwijken.
De O. v. J. vroeg wegens deze beschadiging van
eenig goed dat een ander toebehoort, 15 boete of 3
dagen hechtenis.
Twee personen hadden zich daarop te verantwoor
den wegens ordeverstoring bij een uitvoering in de
herberg van P. Bruin te Zijdewind in den nacht van
23 op 24 Februari, n.l. A. N. en S. J. te Haringkar
spel. A. N. had „herrie" gemaakt en S. J. was onwil
lig geweest bij het dicht doen van de deur, waarop de
herbergier Bruin hen gelastte zijn lokaliteit te verla
ten. Zij probeerden echter daarna nog een paar maal
weer binnen te komen en werden daarop door de Rijks
veldwachter O. v. d. Hulst en A. Kooiman, gemeente
veldwachter te Oude-Niedorp uit de zaal naar buiten
verwijderd.
De O. v. J. vroeg voor beiden een gevangenisstraf
van 7 dagen.
I11 een café in de Wildemansstraat te Alkmaar ont
stond den 15den Februari oneenigheid tusschen eeni
ge arbeiders. Twee begaven zich naar buiten, J. F.
ILoekmeijer en J. v. Leersum, die in de Oosterburg
straat nog eenige oneenigheid kregen. Daar kwam
zekere P. M. op af, die in het café al iets met Hoek
meijer had gehad. Een twist volgde en hierbij gaf M.
Hoekmeijer met een hard voorwerp een hevigen slag,
zoodat deze ernstig boven het oog werd verwond en
bloedde. Hoekmeijer gaf de zaak aan en heden moest
M. zich verantwoorden. Beklaagde zei dat Hoekmeijer
hem eerst had geslagen, wat de getuigen tegenspraken.
De eiscli luidde 14 dagen gevangenisstraf. Beklaag
de vroeg deze straf te willen veranderen in een geld
boete.