DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN. Sneltreimta en snel Treinverkeer. "ïJ P 1:1| II t No. 86 Honderd en tiende jaargang 1908 V R IJ D A O 10 APRIL. Landweeroefeningen. BINNENLAND. 1 Deze Courant wordt eiken avond, behalve op Zon- en Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden voor Alkmaar f 0,80; franco door het geheele Rijk f 1, Afzonderlijke nummers 3 Cents. Telefoonnummer 3. Prijs der gewone advertentiën: Per regel f 0,10. Bij groote contracten rabat. Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdrukkerij v/h. HERMs. COSTER ZOON, Voordam C 9. Ontheffing of vergoeding. Tweede Kamer. Professor en student. ^Riavi BURGEMEESTER en WETHOUDERS der gemeen te Alkmaar, brengen ter kennis van belanghebbenden, dat bi] Koninklijk besluit van 9 Mei 1906 (Staatsblad No. 111) eene regeling is vastgesteld betreffende het toekennen van de vergoeding, bedoeld in artikel 15bis der Landweerwet, in verband waarmede door den Minister van Oorlog bij besluit van 12 Mei d.a.v. ter bevordering van,.een spoedige afdoening, en daardoor van de belangen der verzoekers, het volgende is bepaald lo. Verzoeken om vergoeding, alsook verzoeken om ontheffing van den werkelijken dienst, als kost winner de laatste gericht tot H. M. de Koningin worden ingediend aan zijne Excellentie den Mi nister van Oorlog, door tusschenkomst van Burge meester en Wethouders dezer gemeente, voor zoover zij, die de verzoeken doen, wonen in de gemeente Alkmaar, of, ingeval zij buitenslands verblijf hou den, in het register van inschrijving van het per soneel van de landweer dezer gemeente voorkomen. 2o. dat de bovenbedoelde verzoeken in het bezit van Burgemeester en Wethouders moeten zijn gesteld binnen tien dagen na de dagteekening van de openbare kennisgeving tot oproeping in werkelijken dienst, dus vóór of op®16 April a.s. De verzoeken, waarvoor formulieren kosteloos ter ge meente-secretarie verkrijgbaar zijn gesteld, moeten aldaar worden onderteekend door hem, haar of hun, die ver meent of vermeenen daarvoor in aanmerking te komen, alsmede door den dienstplichtige. Het zakboekje moet dan worden medegebracht. Burgemeester en Wethouders voornoemd Alkmaar, G. RIPPING, Voorzitter. 8 April 1908. DONATH, Secretaiis. De BURGEMEESTER der gemeente ALKMAAR brengt ter kennis van belanghebbenden, dat door den Minister van Oorlog i3 bepaald hetgeen volgt: „Gedurende de aanstaande oefeningen, kan aan Je landweermannen, die gehuwd zijn of als hoofd van een gezin zijn aan te merken, door den Landweerdistricts commandant worden vergund om thuis te slapen, mits hun gezin in of nabij de plaats van oefening gevestigd is en de vergunning niet aanleiding geeft tot het af leggen van zoodanige afstanden, dat daardoor invloed wordt uitgeoefend op den goeden gang der oefeningen ten gevolge van, buiten deze, opgedane ver moeienis. De landweermannen, aan wie zoodanige vergunning wordt verleend, zullen hebben zorg te dragen, dat z:j ten minste een half uur vóór den aanvang der morgen oefening in de kazerne terug zijn, terwijl zij des avonds eerst naar huis kunnen gaan, nadat alle oefeningen en diensten vóór hen zijn afgeloopen." „Aan de vorenbedoelde landweerplichtigen kan te vens door den Landweerdistricts-commandant worden vergund, om in eigen voeding te voorzien; zij ontvan gen dan alleen een ration brood, terwijl aan hun 0.25 per dag, als vergoeding van levensmiddelen wcrdt uitgekeerd. De landweermannen, die deze laatste vergunning erlangen, mogen zich echter niet tusschen de morgen en middagoefening naar huis begeven; eenmaal in de kazerne, blijven zij daar, tot zij zich des avonds, na af lcop der diensten, naar huis begeven; op dezenregel mag alleen eene uitzondering worden gemaakt, indien eene avondoefening plaats heeft, waarvan de betrok kenen dan tijdig verwittigd moeten worden. De bovenbedoelde vergunningen worden verleend voor den geheelen duur der opkomst en niet voor enk( le willekeurig te kiezen dagen. Indien van de vergunningen misbruik wordt ge maakt, moeten deze, onverminderd de eventueel op leggen straf, voor den overtreder onmiddellijk worden ingetrokken." Belanghebbenden, die de bovenbedoelde vergunning of vergunningen wenschen te erlangen, behooren zich daartoe ten spoedigste tot den landweerdistricts-com mandant (Kennemerpark No. 23 te Alkmaar) te wen den. Allernaar, 6 April 1908. De burgemeester voornoemd G. RIPPING. Wij kijken naar de lucht of wij de eerste bestuur bare luchtballon nog niet het Nederlandsche luchtruim zien doorklieven. Doch intusscben moeten wij ons aan den grond [houden en op den grond ons heil zoeken indien wij ons snel willen verplaatsen. Wij moeten ons voorloopig nog tevreden stellen met het vervoer per trein. En aangezien het te verwachten is, dat wij nog geruimen tijd op dit 19do eeuw che middel zullen zijn aangewezen, doen wij goed met te zorgen dat dit vervoermiddel in ons land zoo goed mogelijk blijft. Is het zoo goed? mogelijk Wij gelooven, dat er op verscheiden punten reden tot tevredenheidis is als men de^exploitatie in zijn geheel en over het geheele land beschouwt. Over het geheel zien onze treinen er niet slecht uit en vooral in het centrum des lands is de reisgelegenheid vol doende. De spoorwegen stonden daar voor het moei lijke en zeer specifiek-Nederlandsche probleem om eenige zeer groote en eenige niet onbelangrijke steden, die allen vlak bij elkaar liggen, zoo goed mogelijk te verbinden en zij hebben dat niet [onverdienstelijk gedaan. Doch er zijn ook ernstige gebreken, die niet zelden samenhangen met het feit, dat het centrum des lands zulke eigenaardige verkeerseischen stelt. Als zoodanige gebreken zouden wij willen noemen het gemis aan nachttreinen, de aartsvaderlijke langzaamheid onzer groote sneltreinen en de minder goede verbindingen tusschen de meer uitmiddelpuntige gedeelten van ons vaderland. Op het eerste gemis is al weer de landacht geves tigd. Wij zijn het eenige land in Europa dat geen nachttreinen kent. De behoefte aan zulke treinen is het centrum van ons land dan ook niet groot. Doch wél voor de meer uit het middelpunt gelegen streken als de Noordelijke en Oostelijke gedeelten van ons vaderland. Speciaal voor de post zou de invoering enkele nachttreinen voor Friesland, Groningen, Drenthe, Overijsel en Limburg althans van groot be lang kunnen zijn. De concurrentie mogelijkheid met landen, waar wel nachttreinen zijn, zou voor deze streken zoodoende belangrijk vergroot worden. Niet minder curieus is de opmerkelijke langzaamheid waar mee de groote sneltreinen langs onze rails gaan. Een vergelijking met het buitenland kan dit, mits voor zichtig toegepast, aantoonen. Zonder meer gaat zoo'n vergelijking natuurlijk niet op. De afstanden zijn daar veelal grooter en ook zijn de terreinmoeielijkheden natuurlijk verschillend. Bovendien heeft men te rekenen met het verschil van bevolking, met verschillende eischen enz. Doch hoe men ook vergelijkt altijd komen wij tot voor Nederland zeer ongunstige cijfers. Men neme b.v. (voor 1906) de verbinding van Utrecht (d. i. van geheel Holland) met de belangrijkste stad uit het Noorden en met de belangrijkste stad uit het Zuiden. De snelste trein UtrechtGroningen doet den afstand van 192.2 kilometer in 3 uur 25 minuten, de snelste trein UtrechtMaastricht heeft voor dien af stand van 205.9 kilometer 4 uur 22 minuten noodig. De eerste trein legt dus 56.22 kilometer per uur af, de tweede 47.1 kilomer. Leg daarnaast nu Hannover Stendal, een afstand van 150.3 kilometer. Een door gaande trein doet dat in 1 uur 47 minuten, alzoo 84.24 kilometer per uur. Doch rekenen wij, dat wij zulke eischen niet kunnen stellen, dan vinden wij toch dat de gewone, wel (3 maal) stoppende sneltreinen 2 uur 6 minuten noodig hebben, dus 70.44 kilometer per uur doen. Op de lijn Berlijn—Stettin rijdt een doorgaande trein met een vaart van 77.28 kil. per uur, doch ook de stoppende sneltreinen doen in een uur nog 64.8. Nemen wij nu voorname verbindingswegen tusschen de grootste steden. HamburgBerlijn, een afstand van 286 kilometer, doen de sneltreinen in 220 minuten, dus tegen 78 kilometer het uur, ParijsLyon, 512 kilometer, in 378 minuten, dus tegen 81.24 kilometer het uur. En voor AmsterdamRotterdam, een afstand van m -ir 85.7 kilometer, hebben de snelste treinen der H. S. M. nog 78 minuten noodig, wat neerkomt op 67.6 kilo meter per uur. Hetzelfde ongunstige resultaat krijgt men als men de buitenlandse e verbindingen bekijkt. UtrechtEmmerik, 87.8 kilometer, kost den snelsten trein 90 minuten, d. i. 58.50 kilometer per uur. En toch is dit de allervlugste verbinding over een lijn, waarop het geheele, dichtbevolkte centrum van ons land voor een zeer groot deel is aangewezen voor zijn verbinding met Duitschland. Vergelijk daarmee nu eens KarlsruheBasel, 196.8 kilometer, die in 162 minuten worden afgelegd tegen 72.84 kilometer het uur. Er is één betrekkelijke uitzondering en wel een zéér typisch-Hollandscheuitsluitend ten bate van het buitenland. Op de lijn Vlissingen—Boxtel loopen treinen die den afstand van 137 kilometer in 113 minuten afleggen, wat neerkomt op 72.6 kilometer per uur. Dat is inderdaad betrekkelijk vlug, al valt deze snelheid in het niet bij de snelheid, waarmee de lijn Parijs—Calais (298 kilometer) bediend wordt, en die voor een niet stoppenden trein 89.4 kilometer per uur is, voor een gewonen sneltrein 81.kilometer per uur. Zetten wij de snelheden dus nog eens bij elkaar dan vinden wij voor de snelste treinen op de onder staande trajecten de volgende snelheden per uur (oponthoud aan de stations inbegrepen) UtrechtEmmerik 58.5 kilometer per uur. Utrecht—Groningen 56.22 Utrecht—Maastricht 47.1 HannoverStendal (84.24 (doorg.) 70.44 Berlijn—Stettin (77.28 (doorg.) (64.8 HamburgBerlijn 78. ParijsLyon 81.24 KarlruheBazel 72.84 ParijsCalais 89.4 (doorg.) (81.— VlissingenBoxtel 72.6 Nu zijn die cijfers zoo allemaal niet zonder meer met elkaar te vergelijken. Maar deze conclusies mag men er toch wel uit trekken, dat wij achteraankomen, Bedriegen wij ons niet, dan is in de laatste jaren deze achterstand voor Nederland steeds grooter ge worden en zou men een 15-tal jaren geleden voor Nederland niet zoo ongunstige cijfers gevonden hebben Op het derde bezwaar, dat wij tegen de tegenwoor dige exploitatie der spoorwegen in Nederland hebben de minder goede verbinding buiten het centrum om is in d^ Tweede Kamer bij de laatste behandeling der Staatsbegrooting al met nadruk gewezen. Met name is daar betoogd, dat de verbinding tusschen Noord en Zuid veel te wenschen overlaat. En nu gewagen wij nog niet van de klein re be zwaren het voortdurend gecontroleer, de moeielijk- heden bij aansluiting tusschen verschillende maatschap pijen, de bezwaren, dat niet op slle lijnen dezelfde kaarten en dezelfde prijzen gelden, de onbillijke ver schillen in de reizigerstarieven bij één maatschappij iverg. b.v. de kosten van het traject Leeuwarden Utrecht en van het ongeveer even lange traject Gro ningenUtrecht) en de desorganisatie van het reizi gersverkeer 's zomers in een groot gedeelte van ons land. Ook uit het oogpunt van den gewonen reiziger zijn er dus tegen de spoorwegexploitatie in Nederland grieven, waarmee men wel ernstig rekening zal heb ben te houden bij de straks aan de orde komende vraag hoe de exploitatie in Nederland verder zal wor den geregeld. nemen. Prof. mr. M. W. F. Treub heeft in een cursusver gadering, waar hij sprak voor de Ameterdamsche studentenvereeniging, over de zaak een en ander gezegd. Twee zaken zoo zeide hij staan vast. In de eerste plaats dat de betrokken student volkomen on bevoegd is de rechterstoel te beklimmen, dien hij meende te moeten bezetten, en waarbij is gebleken, dat zijn zakelijke kennis daartoe ontoereikend was. Ten tweede, dat de wijze van op'reden volkomen wordt afgekeurd door alle beschaafde studenten. De heer Treub sprak zijn vertrouwen uit, dat het ge wraakte optreden ook zal worden afgekeurd door deze studenten (de studenten in deze vergadering), als zijnde geschied door een student tegen een hoogleeraar. i GeroepBravo en krachtig applaus). Voortgezet werd gisteren dc behandeling van eenige eonclusiën, o. a. op het adres van den vader van den ontslagen soldaat H. Alberts van het 5e regiment in fanterie, waarin hij klaagt over onrechtvaardige behan deling van zijn zoon in militairen dienst. De heer Thomson (U. L. Leeuwarden) criti- seerde scherp de houding der militaire autoriteit te genover Alberts, die, zijns inziens, grof onrechtvaardig is bejegend. Onrechtvaardig is jegens Alberts, die on geschikt bleek te zijn voor den dienst, het ten uitvoer gelegd verbod van het dragen van wapenen buiten dienst, aangezien de termijn voor die ten uitvoerleg ging reeds verstreken was. Dit onrecht is aanleiding geweest tot verdere moeilijkheden. Alberts is toen in de strnfklasse van het depót van discipline gekomen, gevolgd door niet-eervol ontslag uit den militairen dienst, omdat hij zich niet had kunnen schikken in het onrecht jegens hem begaan. Spreker weet uit erva ring, dat men zelfs het grofste onrecht in den dienst kalm en gelaten moet dragen, want het is spreker overkomen, dat, niettegenstaande het Hoog Militair Gerechtshof acht tegen hem ingebrachte aantijgingen geheel ongegrond oordeelde, zijn kolonel, die thans op het punt staat divisie-generaal te worden, toch deze aantijgingen in sprekers geheime conduitestaat heeft opgenomen. Spreker, met militaire toestanden bekend, heeft dit grof onrecht met gelatenheid gedragen.^ An dors was dit het geval met den eenvoudigen jongen Albertsdeze is door het hem aangedane onrecht opge wonden geworden, maar nu ging het volgens spreker niet, aan om Alberts zijn geheele leven gebukt te doen gaan onder het oneervol ontslag dat uit het bedoeld onrecht is voortgekomen. De heer Ter Laan (8. D. Hoogezand) sloot zich bij deze critiek aan. De heer Limburg (V. D. Den Haag I) verde- iigde de conclusie der commissie, die slechts stond voor de vraag of Alberts, wiens strafregister in 3 jaren tijd 37 straffen aanwees, al of niet terecht oneervo was ontslagen. Want over dit ontslag liep de klacht van Alberts' vader. De minister van oorlog de heer S a b r o n, had uit de stukken den indruk gekregen, dat Alberts, die als vrijwilliger bij het Instructie-Bataljon was gekomen, eigenlijk nooit in dienst had moeten tre den; maar, eenmaal in dienst,, had hij zich goed moe ten gedragen. De minister oordeelde, in verband hier mede, dat hij reeds een maatregel overweegt, opdat een vrijwillige verbintenis bij het Instructie-Bataljon g< makkelijker kan worden verbroken bij gebleken ong- schiktheid voor den militairen dienst. De minister protesteerde tegen de bewering als zou Alberts' kapitein tegen hem gezegd hebben; dat hij wel zou maken, dat deze in de gevangenis zou komen. Met stemverheffing riep de minister, dat kapitein Van Sehilfgaar'de daarvoor een veel te nobele man was. De minister, verder de zaak-Alberts nagaande, er kende, dat het verbod van het dragen van wapenen te laat was ten uitvoer gelegd, en dat het beter zou ge weest zijn, indien men Alberts toen uit den dienst had gezet. Voor wijziging van de conclusie der commissi" zag de minister echter geen reden, want zij slaat volko men op de klacht van Alberts' vader. Na eenige replieken werd de conclusie goedgekeurd. Na goedkeuring van de overige aan de orde gestelde eonclusiën werd behandeld de suppletoire Waterstaats begrooting, strekkende om een hoofdingenieur toe te voegen aan den Raad van Toezicht op de Spoorwegen Na verdediging door den minister werd deze supple toire Waterstaatsbegrooting aangenomen met 54 tegen 17 stemmen. Bekrachtigd werd daarna de overeenkomst met de Exploitatiemaatschappij betreffende den aanleg i een spoorweg HeerlenValkenburg. Vervolgens werd goedgekeurd de conclusie der com missie omtrent de overeenkomst met Pruisen betref fende de Dinkel en Vecht. Bij het voorafgaand deba beweerde de minister van Buitenlandsche Zaken (de Marees van Swinderen), dat uit de overeenkomst geen geldelijke verplichtingen voor den Staat voortvloeien aangezien de provincie Overijsel de werken moet uit voeren en de Staat alleen moet zorgen dat de uitvoe ring geschiedt. Over het conflict tusschen prof. Van Embden en den student Bakker, waarvan gisteren melding is ge maakt, wordt nog gemeld, dat de aanklacht wegens beleediging tegen den student niet is ingebracht door prof. Van Embden, maar door de juridische faculteit der Amsterdamsche universiteit. De aangeklaagd' moet tegenover den Rector verklaard hebben dat hij niets van hetgeen hij geschreven heeft terug neemt en ook heeft hij geweigerd zijne excuses aan te bieden De zaak is daarop in handen gesteld van den Senaat die haar na de Paaschvacantie in behandeling zal GEMENGD NIEUWS. Uit Heerhugowaard. Onder voorzitterschap van den heer Wiebr. van Slooten vergaderde den Ssten dezer ten huize van den heer Pijper de vereeniging „Ons Belang." De voorzit ter betreurt het, dat zoo weinige leden ter vergadering aanwezig zijn. Door den heer A. Borst, secretaris, wor den de notulen der laatst gehouden vergadering gele zen/welke onveranderd worden vastgesteld. Tngekomea stukken worden van weinig belang geacht en voor ken nisgeving aangenomen. Hierna bekomt de heer D. Stet, penningmeester het woord tot het uitbrenger van het financieel verslag. We stippen hieromtrent^slechts het volgende aan: De inkomsten, waaronder ^0 kasgeld, waarmee 1907 werd ingegaan en 40, elke van den Rijkspostspaar bank werden opgenomen, bedroegen 151.49, de uitga ven 155.61, alzoo een tekort van 4.12. Door de heer J. de Geus en J. Does werd de rekening met haar be scheiden nagegaan. Deze commissie verklaarde bij monde van eerstgenoemde de rekening in orde te heb ben bevonden, doch de opmerking wordt gemaakt, dat do uitgaven de inkomsten feitelijk met ruim 54 heb ben overtroffen, aangezien het saldo van 1906 en de opname van 40 van de spaarbank niet onder de in komsten gerekend mogen worden. Na deze opmerking- wordt de rekening door de vergadering goedgekeurd. De heer K. Buisman, marktmeester, brengt verslag uit. over het marktwezen in het afgeloopen jaar. Ge veild werden 170153 roode, 71451 gele kooien en 117 baal nep, 128 baal uien, 1121/., baal drielingen, 8 zak aardappelen en 6000 slaboonen. Hiervoor werd besomd 5362.33, terwijl het totaal der marktgelden beliep 56.16. Van de drie laatste veilingen is geen opgave gedaan, aangezien deze werden gehouden voor het op gebrachte marktgeld. De voorzitter dankt den heer Buisman voor zijn ver slag en stelt aan de orde punt 6 der agendaverkie zing van bestuursleden. Aan de beurt van aftreding zijn de heeren D. Stet, Jn. Snelten en P. Schilder Sz. De voorz. deelt mee, dat allen herkiesbaar zijn. De uitslag der stemming is, dat de aftredenden worden herkozen, doch de h.h. Stet en Snelten verklaren voor de benoeming te bedanken. Hierop wordt een nieuwe stemming gehouden en gekozen worden daarbij de h.h K. Buisman en J. Does, die beiden de benoeming aan vaarden. Als punt 7 vermeld de agenda: Bespreking aardap pelveiling. De voorzitter leidt dit punt in en deelt mee, dat door sommige leden de wenschelijkheid was geopperd een proef te nemen met het veilen van aard appelen door „Ons belang." Persoonlijk ziet voorzit ter hier niet veel heil in, hij is van oordeel, dat aardap pelveiling door de vereeniging niet zal opgaan. Ande ren meenen, dat wanneer maar alle aardappelbouwers uit het Zuidelijk deel van Hugowaard aanvoerders werden op de eigen markt het licht nog wel zou gaan. Met het oog op de kas zullen de aanvoerders zelfs d kosten der aardappelveiling moeten betalen, meent men. Uit de verdere discussie blijkt, dat men deels van oordeel is niet op de zaak te moeten ingaan, deels het gewenscht vindt om in den tijd, dat de aardappe len klaar zijn nog eens op de zaak terug te komen, ten einde te onderzoeken wat de aardappelbouwers het meest gewenscht achten. Tot het laatste wordt beslo ten met 8 tegen 5 stemmen, terwijl de andere aanwezi gen zich er niet over uitspreken. Nog is de agenda niet afgehandeld. Thans komt ter sprake de slechte toestand, waarin het gedeelte dijk verkeert van de boerenplaats van den heer D. de Boer tot aan de Broekerbrug. Deze toestand wordt onhoud baar geacht, weshalve wordt besloten aan het Polder bestuur te verzoeken, hierin verbetering te willen bren gen. Bij de rondvraag wordt door den heer De Geus ge vraagd of de veiling van vereenigingswege nog zal worden voortgezet, ook wanneer de kas geheel is uitge put. Uit de rekening toch blijkt, dat de markt onge veer twee maal zooveel heeft gekost, als er marktgel den zijn ontvangen. De voorzitter antwoordt hierop, dat hierin zal moe ten worden voorzien door zoonoodig liooger marktgeld te heffen. Nog komt ter sprake de vraag, hoe men denkt over het houden eener tentoonstelling. Na eenige bespreking wordt besloten, dat den 14den dezer een gecombineerde vergadering zal worden ge houden van de vereenigingen „Nieuw Leven," „Ons Belang en de afdeeling van de ILollandsche Maat schappij van Landbouw, teneinde hieromtrent een be slissing te nemen. De secretaris der afd. van de Hol- landsche Maatschappij van Landbouw neemt op zich voor publiciteit te zorgen. In deze vergadering zal mede worden gesproken over proefnemingen betref fende het verbouwen van andere producten. Hierna sluit de voorzitter de vergadering, hopende, dat de genomen besluiten in belang zullen blijken te zijn van de vereeniging en hare leden.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1908 | | pagina 1