DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN. Verjaring van Schuldïorderingen. Honderd en tiende jaargang. 1908 ZATERDAG 11 APRIL. Landweeroefeningen. Groote Yoorjaars veemarkt te ALKMAAR, op Dinsdag 21 April 1908. GROOTE PAARDENMARKT te Alkmaar, op Woensdag 22 April 1908. Drankwet. Jacht en lfisscherij. ENGELSCHE BRIEYEN. BUITENLAN D. No. 87 Deze Courant wordt eiken avond, behalve op Zon- en Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden voor Alkmaar f 0,80; franco door het geheele Rijk f 1, I Wonderlijke nummers 3 Cents. Prijs der gewone advertentiën: Per regel f 0,10. Bij groote contracten rabat. Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdrukkerij v/h. HERMs. COSTER ZOON, Voordam C 9. Gemengde Mededeelingen. vriavis Telefoonnummer 3. De BURGEMEESTER der gemeente ALKMAAR brengt ter kennis van belanghebbenden, dat door den Minister van Oorlog is bepaald hetgeen volgt: „Gedurende de aanstaande oefeningen, kan aan de landweermannen, die gehuwd zijn of als-hoofd van een gezin zijn aan te merken, door den Landweerdistricts- eommandant worden vergund om thuis te slapen, mits hun gezin in of nabij de plaats van oefening gevestigd is en de vergunning niet aanleiding geeft tot het af leggen van zoodanige afstanden, dat daardoor invloe 1 wordt uitgeoefend op den goeden gang der oefeningen ten gevolge van, buiten deze, opgedane ver moeienis. De landweermannen, aan wie zoodanige vergunning wordt verleend, zullen hebben zorg te dragen, dat z;i ten minste een half uur vóór den aanvang der morgen oefening in de kazerne terug zijn, terwijl zij des avonds eerst naar huis kunnen gaan, nadat alle oefeningen en diensten voor hen zijn afgeloopen." „Aan de vorenbedoelde landweerplichtigen kan te vens door den Landweerdistricts-commandant worden vergund, om in eigen voeding te voorzien; zij ontvan gen dan alleen een ration brood, terwijl aan hun 0.25 per dag, als vergoeding van levensmiddelen wcrdt uitgekeerd. De landweermannen, die deze laatste vergunning erlangen, mogen zich echter niet tusschen de morgen en middagoefening naar huis begeven; eenmaal in de kazerne, blijven zij daar, tot zij zich des avonds, na af kop der diensten, naar huis begeven; op dezen regel mag alleen eene uitzondering worden gemaakt, indien eene avondoefening plaats heeft, waarvan de betrok kenen dan tijdig verwittigd moeten worden. De bovenbedoelde vergunningen worden verleend voor den geheelen duur der opkomst en niet voor enke le willekeurig te kiezen dagen. Indien van de vergunningen misbruik wordt ge maakt, moeten deze, onverminderd de eventueel op -e leggen straf, voor den overtreder onmiddellijk worden ingetrokken." Belanghebbenden, die de bovenbedoelde vergunning of vergunningen wenschen te erlangen, behooren zich daartoe ten spoedigste tot den landweerdistricts-com mandant (Kennemerpark No. 23 te Alkmaar) te wen den. Alkmaar, 6 April 1908. De burgemeester voornoemd G. RIPPING. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALK- MAAR herinneren belanghebbenden er aan, dat de schuldvorderingen over het jaar 1907, ten laste der gemeente, ingevolge de wet van 8 November 1815 (Stbl. No. 51) vóór of op den laatsten Juni a.s. moeten worden ingediend bij gebreke waarvan zij verjaard en mitsdien nietig zijn. Voorzoover nog vorderingen moeten inkomen, wordt vroegtijdige Inzending daarvan aanbevolen. Burgemeester en Wethouders voornoemd, G. RIPPING. Voorzitter. DONATH, Secretaris. Alkmaar, 8 April 1908. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Alkmaar brengen ter algemeene kennis, dat bij hun college zijn ingekomen verzoekschriften van 1. G. VRIESMAN, aldaar, om verlof tot den verkoop van alcoholhoudenden anderen dan sterken drank in het perceel Wilhelminalaan E 12; 2. P. BOSMAN Az., aldaar, om verlof tot den ver koop van alcoholhoudenden anderen dan sterken drank in het perceel Doelenstraat B 2. Binnen twee weken na deze bekendmaking'kunnen hiertegen bezwaren worden ingebracht. Burgemeester en Wethouders voornoemd, Alkmaar, G. RIPPING, Voorzitter. 10 April 1908. DONATH, Seeretaris. De BURGEMEESTER der gemeente ALKMAAR brengt ter algemeene kennis, dat van heden af ter secretarie dier gemeente verkrijgbaar zijn gesteld de blanco-verzoekschriften ter bekoming van jacht- en vischakten en van kostelooze vergunningen tot visschen. Hjj noodigt belanghebbenden uit deze verzoek schriften wel vóór 1 Mei a.s. te willen indienen, ten einde verzekerd te zijn dat de verlangde akie vóór 1 Juli a.s. in hun bezit zijn. De Burgemeester voornoemd, Alkmaar, 8 April 1908. G. RIPPING. De Atjehsche tragi comedie, die soms de allures van een tragedie aanneemt, trekt weer eens meer de aan dacht dan anders. Eerst heeft de buitenlandsche, mot name de Engelsche ners gewag gemaakt van een krach tiger worden van het verzet. Aanvankelijk was ons daarvan officieel noch officieus iets bekend. Doch langzamerhand zijn wij ook zoo wat op de hoogte ge komen. De gouverneur-generaal heeft een inspectie- rei? gedaan. Men heeft vernomen, dat belangrijke mi litaire versterking niet noodig was. Vervolgens zijn er berichten gekomen van een Krachtiger optreden van den vijand. 24- Februari, 29 Februari, 1 Maart, 7 Maart en 30 Maart zijn weer zwarte dagen in de ge schiedenis van den eindeloozen strijd. Men hoort dat de priesters, van de tegenpartij voorspellen, dat in 1908 eindelijk de Hollanders uit Atjeh zullen worden gezet. Wat nu? Het is voor den belangstellenden Nederlander niet mogelijk zich een beeld te vormen an wat er ginds ge beurt is, laat staan van wat er gi ids zou moeten ge beuren, om aan die eeuwigdurenden jammer een einde te maken. Wij hooren politici, die zonder rekening met de omstandigheden te houden, zitten boven op een of ander principieel stokpaardje, onmiddellijke ontrui ming zouden wenschen. Wij hooren de anti- Van Heutsz-mannen, die in een verandering van systeem het panacee zouden zoeken. En wij hooren de bewon deraars van den Jandvoogd, die gelijk onlangs weer de heer Moresco, secretaris van het gouvernement het systeem proefhoudend en goed oordeelen, doch de tegenvallers toeschrijven aan de fouten van uitvoering van den gouverneur, niet aan beginselfouten. Het stel sel is goed .maar den gouverneur moet men nemen met zijn deugden en gebreken en met de gevolgen van deze laatste moet men geduld hebben aldus de heer Moresco. Dit is alles. Of neen er is nog een Indische pers, die in het oorlogsgebied correspondenten heeft en ook enkele Nederlandsche bladen hebber hier en daar wel buitengewone correspondenten. D .oh al zijn niet wei nigen van die correspondenten wel betrouwbaar, zij missen de onafhankelijkheid en de bewegingsvrijheid, welke een goed en eerlijk journalist noodig heeft om de waarheid te leeren kennen en mede te deelen. Daar bij komt dat zoo één pers lijdt aan gemis aan objecti viteit, dit de Indische is. Hierop is nu weer terecht door den boven bedoelden gouvernementssecretaris de aandacht gevestigd, toen hij verklaarde, dat de pers in een kolonie in den regel de handelingen der regeering veroordeelt en steeds negatief critiseert. „Immers „in „een kolonie bestaan geen partijen in den Europee- „schen zin. De poging om door een persbureau verbe tering te brengen, zijn mislukt." Dit alles is volkomen juist. Maar de regeerings- secretaris verzuimt daaruit de juis;e conclusies te trek ken. Hij wil meerdere publicatie van regeeringsstuk- ken, die desnoods niet anoniem moeten zijn. Doch der gelijke publicaties kunnen o. i. een onafhankelijke pers nooit overbodig maken. Wij zouden eerder meene i, dat, waar ©r geen pers is, er een moet worden aange voerd. En aangezien er in de Nederlandsche pers nau welijks één orgaan in staat is om de groote kosten van een oorlogscorrespondent te betalen, moet er van re- geeringswege naar getracht worden om aan eventueele scrieuse oorlogscorrespondenten belangrijke facilitei ten te verleenen. Geschiedde dit en konden enke.e bladen correspondenten uitsturen, dan zouden wij cenerzijds voor het Atjeh bes tuur de heilzame controle scheppen van een meer objectief oordeelende pers, ge lijk die in Europa veel en goed werk doet, anderzijds zou het publiek in Europa niet zijn aangewezen op bui tenlandsche couranten, officiëele berichten of echt-In- disclie berichten van het soort, dat door den heer Mo resco niet ten onrechte gewraakt wordt. In de huidige omstandigheden is het gevaar groot, dat de Nederlandsche regeering onder de pressie van Kamerleden en van een publieke oijinie, die zeer slecht moeten zijn ingelicht, ongewenschte dingen doet. Want de keus is buitengewoon moeielijk. Eenerzijds staat de handhaving van het tegenwoordige systeem. Daarvoor pleiten de continuïteit en de onmiskenbaar goede resultaten, die met dit systeem zijn verkregen. Doch kan het vasthouden aan zulk een systeem ook koppigheid worden, kan men ook Oost-Indisch doof zijn voor de taal der feiten, kan men in zijn bewonde ring voor het systeem ook de politiek volgen van den struisvogel, die nadeelige gevolgen niet ziet, omdat hij die niet wil zien? En kon men, vasthoudend aan het oude uit neiging tot het scheppen van continuïteit, zoo niet plotseling voor het feit komen te staan, dat de on gunstige omstandigheden ons over het hoofd zijn ge groeid en dat wij niet meer in staat zijn den toestand te beheerschen? Dus een ander systeem? Maar dan gaan wij weer naar het onbekende. Dan vervallen wij weer in de fout, die in Atjeh al zoo vaak is begaan. Dan verra den wij door ons optreden een zenuwachtigheid, die beter niet verraden wordt. Inderdaad de keus is moeielijk, te moeielijk zelfs voor wie zoo eenzijdig en zoo onvoldoende zijn inge licht als de Nederlandsche Kamer en het Nederland sche publiek. En toch zal er spoedig gekozen moeten worden en toch zal die keus niet gedaan kunnen worden zond c dat de Nederlandsche regeering en dus het Nederland sche volk daarop zijn invloed uitoefent. Het eenige wat ons te hopen overblijft is, dat men alsnog maatregelen neemt om ons volk, om de kamer leden beter in te lichten. Mogen de kamers spoedig hei besluit nemen om zich zelfstandig maar buiten de re- gtering om -- zonder eenige vijandige bedoeling tegen welke regeering ook te doen inlichten over den toe stand in Indië. En moge de regeering overwegen oi er geen middel is om aan de pers de bovenbedoelde fa ciliteiten te verschaffen, en zoodoende te verkrijgen, dat er op de Indische regeering i- en billijke en meer objectieve controle komt van de publieke opinie, ter wijl anderzijds de Nederlandsche lezers beter, d. i. ob jectiever, worden ingelicht over de Indische zaken. Tegen deze laatste methode zal dan wel worden aan gevoerd, dat de correspondenten niet alles volmaaxt goed zullen kunnen observeeren en weergeven. Doch men moge dan bedenken dat het betere de vijand van het. goede is en dat er tusschen de onvoldoende inlich tingen van tegenwoordig en de allerbest denkbare in lichtingen van conscienteus, geleerde ethnografie-ken- ners een tusschending is, n. 1. goede inlichtingen uit eigen aanschouwing, die onder de huidige omstandig heden de rijke en machtige buitenlandsche pers wèl, onze pers echter niet kan krijgen. (Van onzen Londenschen medewerker). VOORJAAR. LONDEN, 6 April 1908. 'k Heb verleden jaar mijn best gedaan een duidelijk beeld te geven van Londen als de beroemde roeiwed- strijd tusschen de studenten van Oxford en Cambrid ge gestreden wordt. Ook nu weer waren de treinen, de huizen en de wegen langs de rivier propvol, ook nu weer werd er gejuicht en geschreeuwd, dat hooren en zien verging en ook nu weer was de volte en de drukte overgroot. Het beste merkte men dit in de stad zelve, na den afloop. Die viel namelijk zoo, dat de matinees der theaters en concerten zoowat op hetzelfde oogenblik eindigden, als de propvolle treinen en omnibussen de kijkers terugbrachten, dus juist op het traditioneele theeuurtje der Engelschen, 5 uur. Het was om en bij Piccadilly Circus zoowat onmogelijk ergens een stoel en tafel in een der bekende theerestaurantsLyons, Slaters, the Cabin en hoe ze verder heaten mogen machtig te worden. Ik toog de Cabin in Piccadilly zelf binnen, vond daar een leeg plekje en was nauwelijks gezeten, toen de klok 5 uur sloeg. Toen gebeurde wat me nog nooit was overkomen. Alle „waitresses" zet ten als op commando hun bladen en zoo voorts uit de hand, maakten rechtsomkeer en liepen de trap op, naar boven. Als een mensch erg naar zijn time verlangt ,is zoo'n pardoes verdwijnen van de feeën die u dat troos tend vocht behooren te schenken, een alles behalve aangename gewaarwording. De dorpelwaehter sloot bovendien de deur en liet niemand meer binnen. Al gauw hoorde ik wat de oorzaak was van die overhaaste vlucht der theemaagden. Ze hadden gestaakt, wijl een der haren, naar hare meening, onrechtmatig ont slagen was. Ze hadden met waarlijk genialen veld heersblik dit speciale uur op dezen specialen dag uit gekozen en waren op het allerdrukste oogenblik, mis schien van het heele jaar, naar den directeur getogen om dien armen man te stellen voor de keus tusschen intrekking van het ontslag der eene, of onmiddellijke dienstweigering van allen. Hij moest ook beloven bin nen de eerste drie maanden niemand van het tegen woordig personeel te ontslaan. Na 20 minuten kwamen de juffers weer naar bene den, ze hadden langs de geheele linie den slag gewon nen, de directeur had toegegeven en er ging een helder hoeraatje op voor de kordate meisjes en voor het voor uitzicht dat we nu eindelijk thee kregen en daarmee een beter humeur. Het voorjaar is anders achterlijk. Gedurende de boat-race kregen we nog een paar gietbuien, die waar schijnlijk uit Maart waren overgebleven. Ook in de parken en tuinen ziet men nog maar nauwelijke een waas van groen over de boomen en struiken komen. Doch de trouwe crocu slaat ons niet in den steek. Men ziet ze hier bij massa's tusschen het gras en dat maakt een alleraardigst effect, door de schitterende heldere kleur van de mooie voorjaarsbloem. Doch over het algemeen is het nog niet de mooiste tijd om hier te komen. Over een dag of veertien zal dit echter wel anders zijn. Dan zal Llyde Park en Rotten Row nog voller worden dan nu met ruiters, amazones en rijtui- g'en. Het is er een tijd zeer leeg geweest, want de in fluenza heeft hier talloozen de stad uit en naar het zuiden of naar de zeebadplaatsen op de Engelsche zuidkust gejaagd. Die menschen komen nu ook lang zamerhand terug en na de Paaschvacantie begint men in ernst aan den „Season" te denken. De winkels hebben het al zeer druk gehad, gedurende de mooie dagen die we over het algemeen te genieten kregen. Verleden jaar was het in dat opzicht nog al treurig vóór de groote winkeliers, want het voorjaar begon met slecht weer en dat hebben we toen verder den ge heelen zomer gehouden. Al in het begin werden de dames toen afgeschrikt zomertoiletjes te koopen en ik weet van winkels die zeker met de helft van het goed, dat ze naar gewoonte hadden ingeslagen, zijn blijven zitten. Het is anders merkwaardig welk een moeite de win keliers doen om hier klanten te werven. Een mijner kennissen heeft ernstige trouwplannen en heeft om een begin van uitvoering te geven aan dit edel voornemen een huis gehuurd. Hij wordt nu kompleet gebombardeerd met „proefzendingen." Keurig ver pakte boter, kaas en eieren, room en melk worden hem van alle kanten toegezonden. Slagers maken hem visi tes, en kolenkoopers schrijven hem roerende brieven voer de voortreffelijkheid van hun speciale steenkool soort. De fruit- en groentenwinkels blijven ook niet achter en het verbaast hem dat hij nog niet een bloem kool thuisgestuurd kreeg. Als hij een deftigen mijn heer met gekleéde jas en hoogen hoed gewapend ziet aankomen krijgt hij al een schrik, want hij is dan vrij zeker, dat de man den een of anderen leverancier ver tegenwoordigt. Daar die menschen deze visites nu ook niet voor hun pleizier maken, acht mijn bruide gom zich verplicht ze allen te woord te staan en alleen om die reden snakt hij naar het oogenblik, dat hij ge trouwd zal wezen. De Engelschen adverteeren trou wens geweldig en wie hier zaken wil doen, moet niet opzien tegen kosten maken op dat gebied. Een minder aangename manier van zich advertee ren houden tal van dames uit elke soort van wereld er op na. Die uit de halve dito zijn er het hardst mee in de weer, doch de groote, of wat zich voor „groot" houdt, doet dapper mee. Het nieuwste kunstje is nu geurf on tuintjes in het haarkapsel te hebben. Zij heb ben den vorm van haarspelden en men behoeft slechts even zoo'n speld aan te raken, dan heeft een geuront- lading plaats. In onze romans laat men de schoone Angelina haar blond of anderkleurig hoofd tegen Edwins mannelijke borst leggen. Edwin kust dan be deesd haar lokken en het boek is uit. Hij zal nu even wel voorzichtig moeten zijn, of hij krijgt den mond vol Jockey Club, White Rose, of de hemel weet hoe die dingen anders heeten. Ik sprak in den beginne over propvolle treinen. Die vormen altijd een grief voor de Londenaars. Nu moet ik zeggen dat het gedurende de Boat-race nog al ging. Wij behoefden slechts 5 treinen voorbij te laten gaan, waarin volstrekt geen plaats was, voor we staanplaat sen vonden. En bij het teruggaan vonden wij dadelijk plaats. Doch de regeling is slecht. Dat bleek nog weer bij de begrafenis van den Hertog van Devonshi re. Toen wist men dat er een groot aantal genoodig- den zouden komen, buiten en behalve de nieuwsgieri gen, die zich bij dezen zouden aansluiten. Toch had de maatschappij zoo slecht hare maatregelen genomen, dat de gewezen Onderkoning van Britsch-Indië Lord Curzen, nergens anders plaats kon vinden, dan in het hokje van den conducteur. Dit herinnert mij het geval van Lord Aberdeen, den Onderkoning van Ierland. De- zi kwam eens vroeg in den morgen in Dublin aan en vond geen rijtuig, zelfs geen huurrijtuig, zoodat hij een melkventer moest overhalen hem op zijn melkwa gen naar de plaats zijner bestemming te brengen. On zen ouden bekende Lord Milner is iets dergelijks over komen, toen hij pas uit Zuid-Afrika terug was. Ook hij moest op een melkwagen rijden, om een vroegen trein te pakken. Men zegt ook, dat de bisschop van Stepney, toen hij eens in West-Londen moest preeken, geen kans zag anders op tijd in de kerk te wezen, dan met behulp van een „oostermonger" een straatventer, dus van het allerlaagst allooi die Zijn HoogEerwaarde met zijn ezelkarretje door Londen reed. Dat zijn even- vel toevallige omstandigheden, de drukte bij 's hertogs begrafenis had kunnen worden voorzien. Het zal hen die Londen kennen waarschijnlijk in teresseeren, dat 's hertogs paleis in Piccadilly wel niet zal verkocht of afgebroken worden. De nieuwe her togin is namelijk eene dochter van Lord Lansdowne en diens paleis of liever de tuin daarbij ligt vlak tegen dien van Devonshire House. Het paleis is van binnen zoo prachtig als het van buiten leelijk is, doch de nieuwe hertog heeft niet de dure liefhebberijen van zijn oom en voorganger, zal wel geen renstallen hou den en de nieuwe hertogin zal ook wel niet zoo dol zijn op het geven van vorstelijke feesten, diners, bals enz., waar koningen en koninginnen komen, zooals de vori ge hertogin was. Om harentwille hield de overleden hertog het kostbare landgoed Chatsworth aan, dat al leen aan onderhoud meer kostte per jaar, dan een flink burgermansfortuin zou bedragen. Het oude paleis zal dus wel blijven en de jonge her togin gemakkelijk eens naar haar ouders kunnen over wippen en dezen naar haar. Het aantal oude, geschiedkundige gebouwen in Lon den verdwijnt intusschen langzamerhand en daarom is het betrekkelijk een geluk, dat men Crosby Hall, het oude paleis van Richard III, midden in de City, dat nu afgebroken is, in een der zuidwestelijke voor steden, Chelsea, weer gaat opbouwen. Het oude pa leis heeft namelijk prachtige houten zolderingen en paneelen, vol mooi snijwerk, terwijl de schoorsteen mantels, de lichtkronen en de gekleurde vensters ook zeer groote kunstwaarde hebben. Al blijft het dan niet op zijn oude plaats het blijft toch in wezen en dat is veel waard. Py'ramiden in Amerika. Niet alleen Egypte is het wonderland der pyrami- den, maar ook in Amerika bevinden zich dergelijke bouwwerken, die het wel tegen de Egyptische kunn n opnemen. In de merkwaardige provincie Sonora ont dekte men midden in een oerwoud een pyramide, waar van de basis 1450 M. en de hoogte 250 M. bedraag\ Naar den top voert zigzagsgewijze een breede rijweg. Die pyramide is zorgvuldig met gladde granietstee- nen bedekt. Niet ver van het gevaarte af bevindt zich een berg, die tot rotswoning met honderden vertrek ken gemaakt is. De kleine glaslooze vensters hebben met beelden en letters versierde kanten. De bewoners zouden mayos geweest zijn, die voor de Aplatten leef den, blauwe oogen, blond haar en een lichte huidkleur hadden. V oor kinderrijke families. In Parijs werd onlangs een vereeniging gesticht, die zich ten doel stolt bijzondere gebouwen in te rich ten voor families met talrijke kinderen. De vereeni ging heeft tot motto „Redt de kinderen." Het eerste gebouw werd in Manilmontant opgericht, een streek ten Oosten van Berlijn. Het gebouw bevat 72 wonin gen van twee, drie en vier kamers, waarvoor de huur 65 tot J 180 's ja ars bedraagt. Als huurders worden slechts families met minstens 3 kinderen aangenomen. Binnen weinig weken was alles verhuurd en woonden in het huis 435 personen waarvan er 344 kinderen wa ren. Het goede doel van de onderneming blijkt het duidelijkste daaruit, dat de kindersterfte daar aanmer kelijk afgenomen is. Thans is een tweede gebouw ge-

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1908 | | pagina 9