DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
oWUenhoven's Stout
No. 94
Honderd en tiende jaargang
1908.
DINSDAG
Plaatselijke Belastingen.
Uit Hof- en Hoofdstad.
BINNENLAND.
Deze Courant wordt eiken avond, behalve op Zon- en
Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden
voor Alkmaar f 0,80; franco door het geheele Rijk f 1,—.
Afzonderlijke nummers 3 Cents.
Telefoonnummer 3.
Prijs der gewone advertentiën:
Per regel f 0,10. Bij groote contracten rabat. Groote
letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdrukkerij
v/h. HtRMs. COSTER ZOON, Voordam C 9.
AANGIFTE van het BEDRIJF van
VLEESCHVERKOOPER.
Versterkend
Voedzaam
geneeskundig aanbevolen.
Het Arbeidscontract.
Sterna's op Texel.
Slaapziekte.
Een vergissing
60e Landhuishoudkundlg Congres.
Een grintbank In zee.
Drukkerij-geheim.
Mooi commando.
Diefstal.
Uit Stompetoren.
ALKMAARSCHE COURANT.
HAVtg
KENNISGEVING.
Uet HOOFD van het Plaatselijk Bestuur te ALK
MAAR brengt, op grond van artikel I der Wet van
22 Mei 1845 (Staatsblad No. 22) ter kennis der inge
zetenen, dat bij hem ingekomen en aan den ontvanger
der Rijks directe belastingen binnen deze gemeente
ter invordering is overgegeven
één kohier der Personeele belasting No. 1, voor
het dienstjaar 1908,
executoir verklaard door den Directeur der directe
belastingen in Noordholland te Amsterdam, den 16
April 1908; dat ieder verplicht is zijn aanslag,
op den bij de Wet bepaalden voet, te voldoen en dat
heden ingaat de termijn van zes weken binnen welken
daartegen bezwaarschriften kunnen worden ingediend.
Het Hoofd van het plaatselijk bestuurij voorn.,
G. RIPPING
Alkmaar, den 17 April 1908.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALK
MAAR,
Gelet op het eerste, tweede, derde en vierde lid van
»rt. 27 der Verordening op de keuring van vee en
vleesch en den invoer, het vervoer, den doorvoer en den
verkoop van vleesch in deze gemeente, luidende:
„Ieder, die op het tijdstip van het inwerking-treden
van deze verordening het bedrijf van vleeschverkooper
uitoefent, is verplicht daarvan BINNEN EEN
MAAND na dit tijdstip schriftelijk kennis te geven
aan den directeur, onder nauwkeurige opgave van de
winkels, verkooplokalen, werkplaatsen, berg- of be
waarplaatsen, zouterijen en rookerijen, met vermelding
van de kadastrale sectie en het nummer, door hem
daartoe gebezigd.
Ieder die na voormeld tijdstip met het bedrijf van
vleeschverkooper aanvangt, is gehouden tot gelijke
kennisgeving en opgave binnen twee dagen nadat door
hem met het bedrijf is aangevangen.
Bij het in gebruik nemen van andere localiteiten, zij
het ook tijdelijk, geldt gelijke verplichting tot opgave
daarvan, binnen twee dagen na de ingebruikneming.
Van de gedane kennisgeving en opgave wordt door
den directeur schriftelijk bewijs verstrekt.
NOODIGEN BELANGHEBBENDE INGEZETE
NEN DEZER GEMEENTE UTT AAN DE IN" BO
VENGENOEMD ARTIKEL OPGELEGDE VER
PLICHTINGEN VóóR 1 MEI a. s. TE VOLDOEN.
Bij nalatigheid stellen zij zich bloot aan toepassing
van art. 38 derzelfde verordening, waarbij de hierbe
doelde overtreding strafbaar is gesteld met hechtenis
van ten hoogste 6 dagen of geldboete van ten hoogste
25.
Alkmaar, 17 April 1908.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
O. RTPPTNG, Voorzitter.
DONATH, Secretaris.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALK
MAAR brengen ter algemeene kennis, dat het supple
toir kohier der STRAATBELASTING, dienst 1907.
door den Gemeenteraad vastgesteld den 8en April 1908
en door dé Gedeputeerde Staten goedgekeurd den 15en
April d. a. v. beiden aan den Gemeente-Ontvanger ter
invordering is uitgereikt en gedurende vijf maanden
op de secretarie in afschrift voor een ieder ter lezing
is nedergelegd.
Bezwaren tegen den aanslag kunnen op oiigezegeld
papier bij den Gemeenteraad worden ingediend binnen
drie maanden na den dag der uitreiking van de aan
slagbiljetten.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
G. RIPPING, Voorzitter.
DONATH, Secretaris.
Alkmaar, 18 April 1908.
ALKMAAR, 21 April.
Italië heeft Turkije met een vlootdemonstratie ge
dreigd. De verhouding tusschen deze beide mogend
heden was den laatsten tijd gespannen. Oorzaak van
deze spanning was het volgende:
Sinds geruimen tijd vroegen Italiaansche onderda
len, die in verschillende Turksche steden wonen, om
oprichting van Italiaansche postkantoren. De Itali
aansche minister van Buitenlandsche Zaken besloot
<"cn dergelijk kantoor te openen te Konstantinopel, Va-
lona, Smyrna, Saloniki en Jeruzalem. Tegen het ein
de van Maart ontving de Porte een schriftelijke mede-
deeling, dat de voormelde kantoren geopend waren.
Zij antwoordde op 30 Maart, dat krachtens een reeds
bestaande overeenkomst deze kantoren niet konden
worden geduld. Op 9 April stelde de Italiaansche ge
zant der Porte opnieuw een nota ter hand, waarin op
gemerkt werd, dat het recht van Italië onbetwistbaar
was. Op 14 April antwoordde de Porte op hoogen toon,
nadrukkelijk bevelen gegeven te hebben, om de open
stelling dezer kantoren te beletten.
Het Italiaansche gezantschap had vernomen, dat de
ze bevelen, volgens verklaringen van officiëele perso
nen, bestonden in het plaatsen van gewapende peletons
vóór de kantoren, om het publiek met geweld den toe
gang te beletten.
Nu besloot de Italiaansche regeering voor haar
waardigheid en rechten met kracht op te komen en zij
dreigde voor alle zekerheid drie divisies naar de Turk
sehe wateren te zullen zenden. In Italië werd deze
stap luide toegejuicht. Men keurde het goed, dat de
regeering zoo krachtig optrad om de rechten der on
derdanen te beschermen.
furkije heeft echter bakzeil gehaald. De gezant van
Turkije heeft een bezoek gebracht aan den minister
van buitenlandsche zaken en uit naam van den sultan
en zijn regeering verklaard, dat nu Italië slechts post
kantoren wil inrichten in de vijf steden, waar reeds
postkantoren van andere mogendheden gevestigd zijn,
er geen enkele reden is om tegenover Italië een ande
re gedragslijn te volgen dan tegenover die andere bui
tenlandsche mogendheden. Daar de opening yan bui
tenlandsche postkantoren in het Rijk geenszins berust
op een verkregen recht noch op een verplichting, aan
gegaan door de Ottomaansche regeering, spreekt het
vanzelf dat er ook ten opzichte van de Italiaansche
kantoren gehandeld zal worden volgens een beslissing,
die later zal worden genomen omtrent alle buitenland
sehe postkantoren, zoodat vastgesteld is, dat die ope
ning niet zal kunnen worden uitgelegd als een speciaal
verkregen, recht.
Oeze mededeeling is, zeide de gezant meer diploma
tiek dan oprecht, de uitdrukking van de onveranderlij
ke gevoelens en de oprechte vriendschap, die reeds
sinds jaren bestaan tusschen den koning van Italië
en den Sultan en hun heiderzijdsche regeeringen.
De minister van buitenlandsche zaken nam acte
\an deze verklaring en sprak zijn voldoening uit over
ie gepaste oplossing van het geschil.
at de gevoelens van vriendschap betreft van den
Sultan en zijn regeering ten opzichte van Italië en
zijn vorst, liet de minister niet na te verklaren, dat het
hem genoegen heeft gedaan, daarvan de mededeeling
te ontvangen, maar hij voegde daaraan toe, dat hij het
i eodig achtte, ten einde die vriendschap duurzaam te
doen zijn, dat alles vermeden zou worden wat weder
tot incidenten aanleiding zou kunnen geven.
De- minister vestigde verder ook de aandacht van
ien gezant van Turkije op de volgende drie punten lo.
de houding van de Ottomaanscheambtenareninsommi-
g': plaatsen tegenover de Italiaansche consulaire auto
riteiten, 2o. de hinderpalen door sommige Turksche
autoriteiten in den weg gelegd aan de verwerving van
oi.roerende goederen door Italiaansche onderdanen, 3o.
het verbod aan de Italiaansche paketbcoten, die van
I ripolis op llems en Myarata varen, om passagiers en
get deren in te nemen.
Deze drie punten zullen nader worden ontwikkeld
m een nota, die de Italiaansche regeering aan de Porte
ter hand zal stellen en waarin acte zal worden geno
men van de verklaring van den Turksehen gezant.
Ook uit deze drie punten blijkt weinig van „oprech
te vriendschap." Er blijkt slechts uit, dat Italiaan
sche handelsondernemingen en Italiaansche onderda
nen of beschermelingen bloot staan aan vijandige beje
gening door de Turksche overheid. De Italiaansche
bladen noemen voorbeelden daarvan. Zij spreken over
een missionaris die in Tiflis is vermoord, van een
1 urksch onderdaan, die in Hems in de gevangenis
werd geworpen, omdat hij aan een Italiaan een stuk
grond had verkocht enz. De Italiaansche regeering
klaagde, maar de regeering van .het Ottomaansche rijk
hield zich Turksch-doof. Zij zal nu ook wel op deze
punten moeten toegeven, nu Italië laat zien dat het
ernst begint te worden. En de politiek van de Porte
is altijd er op gericht, de zaken sleepend te houden en
wenschen en eischen niet eerder in te willigen, dan op
het oogenblik, waarop er werkelijk gevaar dreigt.
Aan de brieven uit de hofstad iu de „Arnh. Ct."
ontleenen we het volgende
„Den Haag is de hofstad, maar niet de hoofdstad.
Art. 51 van de Grondwet zegt, dat „de Koning, de
regeering aanvaard hebbende, zoodra mogelijk plegtig
beëedigd wordt en ingehuldigd binnen de'stad Am
sterdam" in eene openbare en vereenigde vergadering
der Staten-Generaal. Men spreekt nu van Amsterdam
als de hoofdstad. Wij hebben evenwel geen hoofdstad,
zooals de andere landen van Europa, en wij hebben
er nooit een gehad. Tijdens de republiek was Dor
drecht officieel de eerste stad van Holland, als de
oudste. Amsterdam was nummer vijf. En Holland was
officieel ook niet de eerste provincie, Gelderland, als
gewezen hertogdom, had den voorrang in de Staten-
Generaal en in Gelderland was Nijmegen de oudste
en mitsdien de eerst j stad.
Op den keper beschouwd is den Haag niet eens de
hofstad, maar Apeldoorn waar het hof langer vertoeft
dan te dezer s ede.
Den Haag is de centrale stad van Nederland. Alle
soorten van menschenbelangen, -praestaties en -genoe
gens zijn hier te kust en te keur vertegenwoordigd.
Dat centrum heeft zelf een kern, een hart, zooals
andere Hollandsche steden missen. Een kern, betrek
kelijk klein en met geringe bevolking, maar bijna
iedereen treedt er geregeld binnen. Trek een niet te
grooten cirkel met het eilandje in den Vijverberg als
middelpunt, en gij vindt binnen zijn' omtrek de
Kamers, de ministerieele bureau's, de rechtsgebouwen,
de voornaamste kerken, de sociëteiten, de beste win
kels, de kunstzalen, de restaurants,'de schouwburgen,
de theehuizen, de hotels et cetera.
Den Haag is ook de rijkste stad van Nederland. In
de eerste jaren der Vermogensbelasting stond Amster
dam bovenaan, maar wij hebben het al spoedig een
heel eind ingehaald.
De dames van allerlei slag zijn alweder een
privilege van den Haag hier voor het meerendeel
beter gekleed dan elders in den lande. Zekere mate
van elegantie hebben haast alle jongeren, die niet
doodarm zijn. Zij kijken het heel aardig af van de
hoogere standen, die hier een grooter contingent vor
men dan in andere plaatsen."
De Haagsche kroniekschrijver van de N. Gron. Ct.
verkla.artdat de behoefte aan een nieuw Ziekenhuis
groot is. „Hoe uitgebreid ook, ons stedelijk „gasthuis"
is voor onze toenemende bevolking te kiein en er ont
breken nog altijd verschillende inrichtingen, die nu
eenmaal bij een ziekenhuis van modernen aard onmis
baar zijn wij hebben bijv. geen afdeeling, hoe klein
ook, voor ongeneeslijken, die niet tehuis zijn" te "ver
plegen en hinder veroorzaken voor mede-patiënten,
zoodat ze niet in gemeenschappelijke lokalen zijn op
te nemen. Nog onlangs moest een 80-jarig man, die
in ijlende vlagen'geweldige kreten slaakte, dag en
nacht en die, met zijn even bejaarde vrouw in "een
ellendig kamertje samenwonend, onmogelijk daar kon
worden verzorgd, na eenigen tijd in 't ziekenhuis te
zijn opgenomen, naar zijn armelijk woninkje worden
teruggebracht, omdat er geen plaats meer voor hem
was. Gelukkig voor hem en zijn oude vrouw stierf hij
w Jdra misschien wel door ontbering van de noodigè
zorg. Ik heb bij die gelegenheid tot mijn groot leed
wezen ook ontwaard van hoe weinig beteekenis en
waarde de „wijkverpleging" isde zusters van die
instelling kwamen nu en dan wel eens naar den
armen stumperd kijken, maar de hulp die zij ver
leenden, was hoogst onvoldoende en van den factor
van „liefderijkheid" was bij haar ongeveer, geen spoor
te ontdekken,
Een nog veel sterker staaltje van liefdeloosheid
om 't niet krasser te noemen kwam mij intusschen
dezer dagen ter oore. In een onzer „Christelijke" zie-
keninrichtingen werd een vrouw binnengedragen, die
in barensnood, hartverscheurend kermde. Maar men
kon haar daar niet houden, want dat was niet de be
stemming van de inrichting Twee zusters brachten
haar ijlings naar- 't Stedelijk Ziekenhuis, zetten haar
in het kritiekste oogenblik hetwelk1 een vrouw be
leven kan. in de wachtkamer neer en gingen heen
De geneesheer-directeur liet de beide dames terugroepen
en vroeg ha r verantwoording voor zoo inhumane han
deling zij konden alleen verklaren op last van supe
rieuren te hebben gehoorzaamd, onder herhaling dat
haar instelling geen inrichting voor kraamverpleging
was, te meer wijl er geen inwonend geneesheer aan
verbonden is. De "vrouw werd natuurlijk dadelijk ver
zorgd en gaf na weinige oogenblikken 't leven aan
een kind. Doch nu 't pikantste van de zaakde be
doelde „Christelijke" instelling heeft bij het gemeen
tebestuur thans een aanvraag gedaan om subsidie, op
grond van de kostelooze dienstend die zij aan behoef-
tigen verleent en onder mededeeling dat, zoo er al
geen inwonend geneesheer aan verbonden is, op zeer
korten afstand van 't gebouw een dokter woont, die
te allen tijde gereed is om zijn bijstand te verleenen.
Ik heb gemeend dit feit te moeten openbaar maken
opdat er, als de subsidie-aanvraag straks in den Raad
aan de orde komt, na behoorlijk onderzoek natuurlijk
rekening mee "zij te houden
Het moet in de bedoeling der regeering liggen om
de wet op het Arbeidstractaat met 1 Juli a.s. in
werking te doen treden. „Vad."
GEMENGD NIEUWS.
Bij het terugkeeren van allerlei trekvogels, die
gewoon zijn hier een broedplaats te vinden, mist men
in 't oogloopend de sterna's. Deze fraaie witte vogels,
die hier voorheen bij duizenden broedden, werden in
de vorige lente door jagers bij geheele troepen ge
dood. Uit Frankrijk kwamen toen, van handelaars in
mode-artikelen, groote orders in en zoo werden soms
in ééne week twaalfduizend sterna's geschoten. Een
der geduchtste jagers, die destijds in ernstig conflict
kwam met de politie, red 'e zich door de vlucht naar
Amerika voor wekenlange gevangenisstraf.
Intusschen werden de vroeger hier zoo talrijk
broedende vogels nagenoeg uitgeroeid.
De lijder aan slaapziekte te Suameer, die ongeveer
een week in slapenden toestand is gebleven, ia weer
ontwaakt. De man, een arbeider, was erg verzwakt
en is onder geneeskundige behandeling.
(L. Ct.)
Zaterdagmorgen vroeg om 7 uur al, wapperde te
Utrecht van den Domtoren de driekleur met den
oranjewimpel. Het gymnasium, het stadhuis, de
Buurttoren hadden eveneens de vlag aan den stok
geheschen Maar om 11 uur was op den Dom en
alle andere gebouwen het vroolijk rood-wit-en-blauw
weer verdwenen. De oorzaak Vermoedelijk deze dat
men den Zaterdag voor den 19den April* 's Prinsen
verjaardag heeft aangezien. (U. D
Voor het garantiefonds voor de veetentoonstelling
en feestelijkheden (f 6000) is slechts f 3200 ingetee-
kend. De commissie heeft besloten de inschrijving
14 dagen te verlengen. Is het bedrag dan nog onvol
doende, dan gaan expositie en feestelijkheden niet door.
Niet ver van het eiland Terschelling in het vaar
water „De Meep," is onlangs een grintbank ontdekt.
De stoomschelpzuiger „De Tijd" is daar ter plaatse
gaan werken en de uitkomst is aanvankelijk zeer
bevredigend.^ Reeds twee tjalkschepen werden door
den schelpzuiger beladen met de opgebaggerde grint,
die naar de Tesselsche haven werd vervoerd. De
grint schijnt van goede hoedanigheid te zijn, doch
men weet nog niet of de ontdekte bank van grooten
omvang is.
De Haagsche Kouter van de Prov. Gron. Ot. schrijft
over de pet.
„De pet is sedert eenige maanden het hoofddeksel der
toekomst. Vroeger bleef de pet binnenshuis; zij be
hoorde tot de huisplunje. Tiet geslacht van een halve
eeuw geleden droeg de pet in huis, uit vrees van an
ders kou te vatten. Vader of grootvader zette de pet
op, als hij 't warme vertrek uitstapte om in gang of
portaal een of ander te verrichten. Doch behalve die
c de paaien, die erg bang voor hun hachje varen, was
er niemand die een pet meer gebruikte. Hoeden in al
le mogelijke soorten of stoffen, maar petten geen
sprake daarvan. Daar werd de auto, de motor, de
Uets geboren, 't Was lastig, de hoed of hrt hoofddek
sel stevig op het hoofd te houden, als dat helsche vlieg
toestel over de keien donderde, of de fiets als een ra
zende Roland den bliksem in snelheid nabootste. Toen
werd het goed sluitende, juist passende petje bedacht
en gekozen. FTet petje kwam, zag en overwon! In een
oogwenk was het populair. En nu? Zie eens, hoe heel
jong Nederland 'een pet draagt, overal, waar men ook
komt, waar men ook rondkijkt, regeert de platte, op
het hoofd drukkende pet. Niet alleen in het bierhuis
ui hi de kroegs maar op straat, in gezocht damesgezel
schap of bij het brengen van bezoeken, Leve de pet
dus! de pet die bij auto en fiets behoort, die bij wind
vlaag of tocht haar meesters hoofd niet plotseling ver
laat, maar steeds getrouw en solied op 's mans hoofd
blijft en één inet den modernen wereldling is. Het rijk
der petten is aangebroken en de hoeden zijn op zij ge
schoven."
De a.r. „Rotterdammer" schrijft onder het opschrift
„Beleefd verzoek" het volgende
„Volgens mededeeling van onzen drukker vervoegde
zich op den Goeden Vrijdag ds. Vonkenberg ter druk
kerij om naar den inhoud van ons blad te informeeren.
Er geschiedt veel in deze dagen, maar mogen we
ds. Vonkenberg verzoeken dit niet te herhalen?
De inhoud van een blad is drukkerij-geheim totdat
het blad verschijnt.
En dan heeft ds. Vonkenberg tijd genoeg om het
te lezen."
Onlangs deed in de bladen een berichtje de ronde
over een zonderling commando door een Duitsch officier.
Een oud-milicien deelde ons naar aanleiding hiervan
als historisch het volgende mede over een commando
van een Hollandsch officier, wiens huilerige stem den
komieken indruk ervan nog versterkte. De officier
commandeerde:
„Met vieren rechts uit de flank"
„Man, is dat je beste broek?"
„Jawel kaptein."
„Vier dagen arrest!"
Marsch
't Betrof een milicien, die bij den dienst 't beste in
de plaats van 't tweede kleedingatuk aan had. (Geld.)
Branden.
Te Veldhoven (N.-B) is door onbekende oorzaak,
de boerderij met schuur en stal van den landbouwer
J. v. Nisden, tot den grond afgebrand. Het vuur,
aangewakkerd - oor den feilen wind, greep zóó snel
om zich heen, dat niets gered kon worden. Alles ii
verzekerd.
In het Vondelpark te Amsterdam is eene vrouw
aangehouden, die verdacht wordt zich te hebben schul
dig gemaakt aan oplichting van manufacturen.
Een rechercheur arresteerde een jonge vrouw, toen
zij in het Vondelpark wandelde. Zij vervoegde zich
onder den naam van freule LomauHuizinga bij ver
schillende winkeliers hier ter stede, verzocht goederen
welke zij bestelde aan een zeker adres dat niet bestond,
te zenden, en nam bij voorbaat reeds een gedeelte der
goederen mede. Een groot aantal winkeliers werd
op deze wijze het slachtoffer.
Kerkvoogden der Nederl. Ilerv. Gemeente hebben
den heer J. Vermeulen firma L. Ypma te Alkmaar
pgedragen het kerkorgel, dat behalve het jaarlijksche
nderhoud, een groote schoonmaak noodig heeft, van