DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
Dit nummer bestaat uit 3 bladen.
No. 98
Hou *erd en tiende jaargang.
1908.
ZATERDAG
25 APRIL.
Gemeenteraad van Alkmaar,
BINNENLAND.
Deze Courant wordt eiken avond, behalve op Zon- en
Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden
voor Alkmaar f 0,80; franco door het geheele Rijk f 1,
Afzonderlijke nummers 3 Cents.
Telefoonnummer 3.
Prijs der gewone advertentiën:
Per regel f 0,10. Bij groote contracten rabat. Groote
letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdrukkerij
v/h. HERMs. COSTER ZOON, Voordam C 9.
VERGADERING van den
op Woensdag, 29 April 1908, 's-nam. 2 uur.
Tweede Kamer.
Koninklijk bezoek aan de Hoofdstad.
De Prins en de landbouw.
Koninklijk bezoek aan Zaandam.
Directeuren en commiezen bij de telegraphie.
Oogstoverzicht.
Internationale ;Regeeringsverklaring.
Mond- en klauwzeer.
GEMENGD NIEUWS.
De poging t^t kindermoord.
Uit Winkel.
Uit Stompetoren.
Uit Heerhugowaard.
Uit Schelllnkhout.
Uit Bergen.
Coupons.
De bloembollenvelden.
Een tegenspraak.
ALKMAARSCHE COURANT.
Punten van behandeling
1. Vaststellen der notulen van de vorige vergade
ring. Mededeelingen. Ingekomen stukken.
2. Voorloopige vaststelling van het Plan van uit
breiding der gemeente.
3. Voorstel van B. en W. naar aanleiding van een
verzoek om te mogen bouwen aan den Bergerweg. (Bij
lage No. 31.)
4. Vaststelling van eene verordening tot het vesti
gen van bouwverbod. (Bijlage No. 33.)
5. Benoeming van een onderwijzer aan de 4e ge
meenteschool. (Bijl. No. 34).
6. Voorstel van B. en W. tot bet aanbrengen van
eenige verbeteringen aan de Varkensmarkt. (Bijlage
No. 35.)
7. Vaststelling van het Kohier van den hoofdelij-
ken omslag, dienst 1908.
De Tweede Kamer zal Dinsdag een korte openbare
vergadering houden. Woensdag sectie-onderzoek en
daarna hervatting der openbare behandeling van de
nog aanhangige onderwerpen.
De definitieve oorlogsbegrooting voor 1908 zal, zoo
is de bedoeling, vóór bet Pinksterreces worden afge
daan.
Gisteravond waren de leden van den Gemeenteraad
ten Hove aan den maaltijd verzocht, nevens de dage-
lijksche tafelgasten van Hare Majesteit. Acht-en-twin-
tig Raadsleden en de secretaris der gemeente zaten
aan. De koninklijke tafel was met seringen versierd.
Het tafelzilver was bet indertijd door de gemeente
Amsterdam aangebodene, terwijl gediend werd met bet
Sèvresporselein servies, bij de kroning Hare Majesteit
namens het groothertogdom Luxemburg aangeboden.
Na aflpop van bet diner onderhielden Hare Majes
teit en Zijne Koninklijke Hoogheid zich geruimen tijd
met hunne gasten.
Het diner, dat te zeven uur was aangevangen, ein
digde ruim negen uur.
Gedurende den disch bracht de stafmuziek van bet
7e reg. infanterie, onder leiding van den kapelmeester
Joh. Zaagmans, een concert ten gehoore.
Gisteravond stond in de groote bladen de redevoe
ring, welke de Prins heeft gehouden in de landbouw-
vergadering, Donderdag in bet Paleis te Amsterdam
gehouden.
De spreker dankte de afgevaardigden voor hunne
aanwezigheid en sprak zijn erkentelijkheid er over nit
aat naast zoovele mannen van praktijk en ervaring ook
vertegenwoordigers van de landbouwwetenschap waren
opgekomen. Na in het bijzonder den minister van
landbouw, handel en nijverheid nog welkom te hebben
geheeten, zoide de Prins:
En nu tot de zaak zelve komende, schijnt het mij
niet raadzaam, om in deze bijeenkomst ten aanzien der
eventueel in 't leven te roepen organisatie te zeer in
bijzonderheden af te dalen.
Integendeel komt het mij voor, dat het na de hier
te houden besprekingen van meer algemeene strekking,
de nadere uitwerking van de te berde gebrachte denk
beelden en wellicht in beginsel genomen besluiten, ge-
wenscht is eene commissie uit de aanwezigen te be
noemen of eenige personen daarvoor aan te wijzen.
Zonder eenigen invloed op de besprekingen te willen
oefenen, doch dezen gaarne zooveel mogelijk den vrijen
loop willende laten, veroorloof ik mij echter de vrijheid
'op enkele punten uwe aandacht te vestigen. Ik wil
daarmede geenszins te kennen geven, dat juist met in
achtneming daarvan en van geen andere de grondslag
van de door mij gedachte vereeniging zou kunnen ge
legd worden.
Voorop zij dan gesteld dat, naar mijne meening, elk
denkbeeld van het verdringen van reeds bestaande or
ganisaties als uitingen van het vereenigingsleven op
landbouwgebied aan de vorming van deze nieuwe or
ganisatie vreemd dient te blijven. Integendeel, deze
laatste zal de reeds1 bestaande vereenigingen geheel on
aangeroerd moeten laten, doch er naast, te midden er
van, een plaats vragen, om als het ware een middel
punt te vormen, waaromheen alle zich groepeeren,
voor bepaald omschreven doeleinden zich aansluiten,
om op die wijze, telkens waar dit noodig of wenschelijk
blijkt, iets nationaals op het gebied van den landbouw
tot stand te brengen.
En nu ligt op dit oogenblik, zooals ik reeds in mijne
tot u gezonden uitnoodiging heb gezegd, wel in de eer
ste plaats eene regeling van ons landbouwtentoonstel
lingswezen het meest voor de hand als een gevolg van
't geen ten vorigen jare te dien aanzien is ondervon
den en geleerd. Het wil mij dan ook voorkomen, dat
de nieuwe hier te stichten vereeniging, welker imam
wellicht ook heden reeds ware vast te stellen, zoodra
zij mocht zijn geconstitueerd, beginne met het opma
ken van een goed doordacht en geregeld plan van te
zijner tijd te houden nationale tentoonstellingen en
wedstrijden. Daarna zouden verschillende subcommis-
siën kunnen worden aangewezen of samengesteld, die,
voeling houdende met de bestaande organisatie, de
uitvoering van de zaak zelf op zich zouden kunnen ne
men.
Het spreekt wel vanzelf, dat door de vereeniging ook
de belangen van provinciale of afdeelingstentoonstel-
lingen zouden kunnen worden behartigd, zoodat ook
deze door het ontvangen, van adviezen of van steun op
andere wijze de vaak gewenschte of noodige hulp niet
behoefden te ontberen. Het schijnt mij toe, dat nade
re overwegingen in dien zin te gelegener tijd niet over
bodig zijn te achten.
Eene belangrijke vraag bij het stichten van eene
organisatie of van eene vereeniging is zeker ook die,
welke betrekking heeft op de geldmiddelen. Wil van
eene vereeniging, als de door mij gedachte, inderdaad
kracht uitgaan, dan behoort zij de middelen te bezitten
om voortdurend werkzaam te blijven en waar het noo
dig is met tot op zekere hoogte onbekrompen hand zelf
te organiseeren of steun te verleenen.
Ook de nieuwe vereeniging zal in haar arbeid zeker
de behoefte aan een goed gevulde kas telkens gevoelen
en het is dus zeker gewenscht, dat ook deze quaestie
goed onder de oogen wordt gezien. Mij komt het ge
wenscht voor, dat zoowel van de zijde van de belang
hebbenden als van die van de Regeering daarin wordt
voorzien en dat dus op bijdragen van het Rijk, van de
provinciale besturen, van de zich aansluitende veree
nigingen en van particulieren kan worden gerekend.
Een andere, zeker niet minder belangrijke aangele
genheid, die ik ten slotte nog meen te moeten noe
men, is die van de inrichting van het bestuur der ver
eeniging.
Gewenscht zal het zeker zijn, dat een hoofdbestuur
worde gevormd en dat bovendien een persoon zou die
nen te worden aangewezen, die als algemeen secretaris
zich desnoods geheel en voortdurend aan de belangen,
door de vereeniging voorgestaan, kon wijden.
In hoeverre dit bestuur door de samenwerkende ver
eenigingen en corporation rechtstreeks of niet recht
streeks zoude moeten worden aangewezen, alsmede
in hoeverre tal van andere zaken, welke noodwendig
met de oprichting van een nieuwe vereeniging samen
hangen, geregeld moet worden, zal ik thans niet ver
der nagaan. Ik zou vreezen te veel in bijzonderheden
af te dalen en de besprekingen al te zeer te beperken.
Het door mij gesprokene moge u echter eenigszins een
denkbeeld geven van de organisatie, zooals zij door mij
is gedacht. Op het recht tot eigen initiatief dezer bij
eenkomst bedoel ik echter daarmede geenszins inbreuk
te maken en blijkt uit de te houden besprekingen, dat
wellicht langs andere wegen nog beter het doel is te
bereiken, dan zal ik zeker de eerste zijn, die aanraadt
deze in te slaan. Het doel, wat ons thans voor oogen
staat, is een vereeniging te stichten, welke, naar ik
hoop, in de toekomst een machtige factor zal kunnen
worden in de verdere ontwikkeling van den Nederland-
schen landbouw, in de bevordering van de welvaart
van den Nederlandsehen landbouwer van denNeder-
landschen boerenstand, wier lot ons allen zoo zeer ter
harte gaat.
Hiermede, mijne heeren, verklaar ik deze vergade
ring voor geopend.
Voor het bezoek van II. M. de Koningin en Z. K. H.
Prins Hendrik aan Zaandam op Dinsdag 28 April, is
het volgende programma vastgesteld: 10.15 vertrek uit
Amsterdam per salonboot; 10.50 aankomst steiger
Zaandam, begroeting; 10.55 invaart Wilhelminasluis;
11.05 vertrek uit de sluis; vaart langs de Achterzaan;
11.20 aankomst fabriek der firma Verkade Co; 11.45
vertrek en rijtoer langs Westzijde en Stationsstraat;
11.55 aankomst fabriek der firma J; Dekker Jr.; 12.15
vertrek en rijtoer langs Stationsstraat, Rustenburg,
Gedempte Gracht en Dam; 12.25 aankomst ten raad-
huize; Luch; Aubade; 1.50 begin eercle; 2.35 begin rij
toer langs Prins Hendrikkade, Skagerak, Zuidelijk en
Oostzijde; 2.50 aankomst fabriek der firma K. Blans;
3.15 vertrek en rijtoer langs Oostzijde, Dam, Hoogen-
dijk, Rustenburg, Gedempte Gracht, Westzijde en Sta
tionsstraat; 3.30 aankomst op het Stationsplein; Kin-
derhulde; 3.35 vertrek per trein naar 't Loo.
Wij deelden dezer dagen mede, vernomen te hebben,
dat het nog aanhangige wetsontwerp, beoogende lots
verbetering van directeuren en commiezen bij de pos
terijen en telegraphie, niet zou worden ingetrokken.
De niet-intrekking beteekent echter nog niet spoe
dige behandeling. Deze kan wellicht nog geruimen
tijd uitblijven. Wij vernemen toch, dat de minister
van Waterstaat besloten heeft een commissie in te
stellen, bestaande uit 17 ambtenaren, waaronder de
voorzitters en de secretarissen der verschillende vak-
vereenigingen, om hem van voorlichting te dienen. De
samenstelling dezer commissie zal zeer spoedig bekend
worden. (N. R. Ct.)
Uit het overzicht van den stand der winterlandbouw-
gewassen, der warmoezerijgewasscn onder glas, der
boomkweekcrij en der bloemisterij op 15 April 1908,
onder medewerking van de Rijksland- en Rijkstuin-
bouwleeraren, samengesteld naar gegevens, verstrekt
door de correspondenten van de Directie van den
Landbouw, blijkt voor zoover de provincie Noordhol
land betreft het volgende:
De stand van de tarwe is overal vrij goed behalve
op den veengrond in deze provincie. Te Waard- en
Groetpolder heeft de tarwe te lijden van de larve dei-
smalle graanvlieg. De stand van de gerst is goed. De
vroege rogge staat overal vrij goed, de laat gezaaide
staat minder bevredigend. Met het koolzaad ziet het
er niet erg goed uit. Karwij is er minder gezaaid dan
voor den vorigen oogst. De stand van bet veen is ma
tig. De graslanden zijn overal achterlijk, wat ook het
geval is met de klavers. Het schrale weer heeft
voorts veel schade gedaan aan de ontwikkeling der
tuinbouwgewassen. Vooral komkommer- en slaplanten
in den bak hebben veel geleden. De bloemkool in den
Sloter- en Baarsjespolder bij Amsterdam heeft veel
last van schimmelziekte. In de bloemkweekerijen
heeft de vorst al evenzeer schade aangericht. De
stancj der nardbeiën is tamelijk goed.
Naar gemeld wordt is op Donderdag 23 April 1908
te Berlijn namens de Duitsche, Deensche, Fransche,
Engelsche, Nederlandsche en Zweedsche regeeringen
at navolgende verklaring met bijbehoorend memoran
dum onderteekend.
„De regeeringen van Duitschland, Denemarken,
Frankrijk, Groot-Brittannië, Nederland en Zweden, be
zield met den wensch de banden van goede nabuur
schap en vriendschap welke tusschen hunne onder
scheiden Staten bestaan, duurzaam te maken en daar
door mede te werken tot het bewaren van den alge-
meenen vrede, en erkennende dat hunne politiek met I
betrekking tot de kuststreken der Noordzee de hand-
having van den tegenwoordigen territorialen status 5
quo ten doel heeft, verklaren dat zij vast besloten zijn
de souvereine rechten die hunne landen thans elk op
zijn gebied in die streken bezitten, ongeschonden te
bewaren en over en weer te eerbiedigen. Voor het ge
val dat naar de meening van ééne der bovenaangedui-
de regeeringen de tegenwoordige territoriale status
quo in de kuststreken der Noordzee door eenigerlei
gebeurtenissen bedreigd mocht worden, zullen de mo
gendheden die deze verklaring geteekend hebben, zich
met elkander in verbinding stellen om zich bij wege
van eene tusschen hen te sluiten overeenkomst te ver
staan nopens de maatregelen, die zij wenschelijk moch
ten achten te nemen in het belang der handhaving van
den status quo hunnfer bezittingen."
Deze verklaring zal zoo spoedig mogelijk worden be
krachtigd.
De akten van bekrachtiging zullen zoodra mogelijk,
uiterlijk op 31 December 1908, te Berlijn worden ne-
dergelegd.
De vertaling van het memorandum luidt:
„Op het oogenblik van de onderteekening der ver
klaring van heden meenen de ondergeteekenden op f
last hunner onderscheiden regeeringen nader te moe- j
ten doen uitkomen:
lo. dat het door gezegde verklaring gehuldigd be
ginsel der handhaving van den status quo slechts de
territoriale integriteit van alle tegenwoordige bezittin
gen der hooge verdrag sluitende partijen in de kust
streken der Noordzee beoogt en dat derhalve de ver-;
klaring op geenerlei wijze kan worden ingeroepen wan-
neer er sprake mocht zijn van de vrije uitoefening
van «ouvereiniteitsrechten der hooge verdrag sluitende
partijen op hare onderscheidene bovenvermelde bezit
tingen;
2o. dat ten opzichte van deze verklaring de Noord
zee geacht worden zal naar het Oosten zich uit tc
strekken tot hare vereeniging met de wateren der
Oostzee.
Naar vernomen wordt, is thans de stand van het
mond- en klauwzeer zeer gunstig te noemen. Met het
oog op den aanstaanden weidegang van het vee is het
van het hoogste belang, dat van nog mogelijk voorko
mende gevallen onmiddellijk aangifte geschiedt, ten
einde alle krachten te kunnen aanwenden om de ziekte
te bestrijden. Nu Groot-Brittannië, Ierland en on
langs ook Duitschland den invoer van hooi en stroo uit
ons land hebben verboden en hij uitbreiding der ziekte
Wellicht nog strengere maatregelen op aandrang van
agrarische partijen van deze landen zouden zijn te
wachten, behooren onze veehouders de regeeringsmaat-
regelen zoo krachtig mogelijk te steunen.
In de provincie Zuid-Holland zijn thans alle veeart
sen en veeopzichters door het veeartsenijkundig staats
toezicht aangeschreven om tegelijkertijd en in alle ge
meenten de stalinspectie met nauwkeurigheid te ver
richten.
Tegen die veehouders, die in verzuim mochten blij
ven ten opzichte van verplichte aangifte en afzonde
ring, zal gestreng worden opgetreden.
In aansluiting met het bericht van gisteren over
de poging tot kindermoord te Arnhem wordt nader
gemeld
Het drama dat gisternacht op den Zijpendaalschen
weg is afgespeeld, wordt, door de reden die er aan
ten grondslag ligt, nog afschuwelijker en wreeder dan
de daad op zich zelf reeds was. De dader is de 40-
jarige schilder E. J. Cordes uit Oberhausen. Eenige
jaren geleden stierf zijn vrouw en reeds bij haar leven
bestond er bij C. een wrok tegen de beide kinderen,
een tweeling, jongen en meisje, die zij hem geschonken
had, omdat de man in de veronderstelling verkeerde
dat het niet zijne kinderen waren. Die wrok is hij
ook na he' overlijden zijner vrouw blijven koesteren
en ten slotte is in hem het onzalige plan gerijpt,
waaraan hij gisternacht uitvoering heeft gegeven.
Zijn 11-jarig zoontje nam hij mee op reis naar
Arnhem, zijn dochtertje liet hij thuis. Een scheermes
stak hij bij zich om de daad te volvoeren. Eerst be
dronk hij zich aan jenever een halveflesch jenever
is nog bij hem in beslag genomen en op den
Zijpendaalschen weg, ongeveer aan het einde van de
helling bij Teerplaats, in de bocht welke de weg daar
maakt, heeft hij onverhoeds den jongen aangegrepen.
Het scheermes kon hij door zijn benevelden toestand
niet vinden en daarom nam hij zijn zakmes en bracht
den armen jongen daarmede sneden in den hals toe,
die wel ernstig van aard zijn, doch voor den jongen
geen direct levensgevaar opleveren.
Wel moet het snijden met het vrij botte mes een
vreeselijke marteling voor het kind zijn geweest, doch
indien het scheermes ware gebezigd, zou ongetwijfeld
de slagader zijn geraakt, wat nu niet het geval was.
Den koetsier van de firma Riemer, die op den huize
Menthenberg iemand had afgehaald, vond den jongen
bloedende aan den weg staan en nam hem op den
bok mede, om hem naar het Diaeonessenhuis te brengen.
In de vergadering van 23 April j.l. is tot directeur
der kaasfabriek „Winkel" benoemd de heer C. Meurs
en tot boekhouder de heer A. Siooves Pz.
Aan het einde der vergadering werd den scheidenden
directeur, den heer J. Koomen Hzdie 23l/2 jaar de
betrekking had vervuld, namens de vereeniging dank
betuigd en bood het bestuur als bewijs daarvan hem
een gouden lorgnet met inscriptie aan.
Aangezien tengevolge van onbewoonbaarverklaring
van woningen en het doen van aanschrijving der
verbeteringen, waaraan niet is voldaan, het eerstdaags
te wachten is, dat verschillende gezinnen zonder woning
komen en er geen andere woningen beschikbaar zijn,
heeft het gemeentebestuur besloten daarin zoo mogelijk
te voorzien, door met bijdrage van het Rijk eenige
arbeiderswoningen te zetten, welke uitsluitend bestemd
zijn voor gezinnen, die als gevolg eener aanschrijving
in het belang der volkshuisvesting hunne tegenwoor
dige woningen moeten verlaten.
De alhier bestaande Gymnastiek- en Schermver-
eeniging „Voorwaarts", opgericht den 6 Mei 1883, zal
den 10 Mei a.s. het 25-jarig bestaan herdenken met
het geven eener feestuitvoering.
De heer K. Hos, thans voorzitter der vereeniging,
is gedurende al dien tijd lid geweest en heeft als
warm voorstander der gymnastiek, de beste pogingen
aangewend om de vereeniging in stand te houden en
te doen bloeien.
Uit Oudkarspel.
Op verzoek van de afdeeling Geestmer-Ambaebt der
Nederlandsche Heidemaatschappij is door Dijkgraaf
en Heemraden van het Ambacht van Westfriesland ge
naamd „Geestmer-Ambacht" besloten met ingang van
het seizoen 1908/1909 vergunningen tot visschen af te
geven, mits de te vangen visch voldoet aan de eischen
omtrent lengte en gewicht, vastgesteld door bovenge
noemde afdeeling.
De Raad der gemeente Oudkarspel heeft gister aan
den heer E. C. Bakker, te Helder, eene voorloopige
concessie verleend, voor het aanleggen en exploiteeren
eener waterleiding.
Het Bestuur van het Ambacht van Westfriesland,
genaamd Geestmer-Ambacht, heeft benoemd als
plaatsvervangend Dijkgraaf de heer D. Appel van
Veenhuizen in de plaats van den heer P. Baan van
nensbroek.
Te Schellinkhout (N-.H.) is Donderdag de veehou
der D. in een ierput verdronken.
In de dezer dagen gehouden vergadering van de
Bergermeer zijn herbenoemd tot Hoofdingeland de heer
Jb. Boon en tot Heemraad de heer P. Spruit.
Gisteren gebeurd op het Stadhuis voor den ambte
naar van den Burgerlijken Stand te Amsterdam.
Een bediende van een van onze eerste bankfirma's
was de gelukkige bruigom. Hij moest antwoorden op
de gebruikelijke vragen.
De ambtenaar vraagt naar zijn beroep. De naam
wordt genoemd van de firma, waar hij werkzaam is,
een van de bekendste hier ter stede, en een Beurs-
naam als een klok.
„Wat doet u daar?", vraagt de ambtenaar.
„Bij de afdeeling coupons," antwoordt de ander.
„Wat voor coupons? Fluweel? Zijde? Laken?"
De bruigom-bank-bediende zat even sprakeloos.
(Hbld.)
ITit Hillegom meldt men dat thans de tulpenvelden
in vollen bloei staan en nog vele dagen te bezichtigen
zullen zijn. Het weder wordt beter, het vreemdelingen-
bezoek neemt toe. Aanstaanden Zondag zal het de
groote dag wezen.
Voorts schrijft men van daar, dat het informatiebu
reau voor vreemdelingen (kiosk Stationsplein te Haar
lem) nog dagelijks van 10 tot 2 uren open blijft tot
het afgeven van kaarten (bij schriftelijke aanvrage te
gen vergoeding van port), op vertoon waarvan te Hil
legom, ten huize van den heer J. A. Gerritsen, toe
gangsbewijzen kunnen worden verkregen tot de fraaie
en uitgestrekte tuinen van de heeren Uitendaal aan de
Pastoorslaan.
De reizigers per tram moeten plaats nemen tot aan
de remise te Hillegom en aldaar uitstappen en duide
lijk naar het adres vragen. Anders wacht hun teleur
stelling.
Bij het ook door ons overgenomen bericht van de
Tel. over de houding der sociaal-democratische raads
leden te Zaandam bij gelegenheid van het a.s. koninklijk
bezoek aldaar, teekent Het Volk het volgende aan
„Voor onze partijgenooten is het zeker overbodig