DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN. vllmfiQvëiïêStQut binnenland. No. 101 Honderd en tiende jaargang- 1908. Drankwet. Nationale Militie. WOENSDAG Deze Courant wordt eiken avond, behalve op Zon- en Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden voor Alkmaar f 0,80; franco door het geheele Rijk f 1, Afzonderlijke nummers 3 Cents. Telefoonnummer 3. Prijs der gewone advertentiën: Per regel f 0,10. Bij groote contracten rabat. Oroote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de N. V. Boek- - en Handelsdrukkerij v/h. HERMs. COSTER ZOON. Voordam C. Q ®crukkerij Door het gebruik van worden moeder en kind gebaat. Het Koninklijk bezoek aan de Hoofdstad. Tweede Kamer. RECHTZAKEN. Arrondjssements-Rechtbank te Alkmaar. ALKMAARSGHE COURANT. tlAVIiS KENNISGEVING, liet HOOFD van het Plaatselijk Bestuur te ALK MAAR brengt, op grond van artikel 1 der Wet van Mei 1845 (Staatsblad No. 22) ter kennis der inge- zetenen, dat bij hem ingekomen en aan den ontvanger der Rijks directe belastingen binnen deze gemeente ter invordering is overgegeven het kohier der Personeele belasting No. 8, voor het dienstjaar 1908, executoir verklaard door den Directeur der directe belastingen in Noordholland te Amsterdam, den 25 April 1908dat ieder verplicht is zijn aanslag op den bij de Wet bepaalden voet, te voldoen en dat heden ingaat de termijn van zes weken binnen welken daartegen bezwaarschriften kunnen worden ingediend. Het Hoofd van het plaatselijk bestuur vporn., G. RIPPING. Alkmaar, den 28 April 1908. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Alkmaar brengen ter algemeene kennis, dat bij hun college is ingekomsn een verzoekschrift van P. METSELAAR, te Wieringen, om verlof tot den verkoop van alcohol houdenden anderen dan sterken drank in bet perceel Bergerweg E 10. Binnen twee weken na deze bekendmaking kunnen tegen het verleenen van het verlof schriftelijk be zwaren worden ingediend. Burgemeester en Wethouders voornoemd, G. RIPPING, Voorzitter. DONATH, Secretaris. Alkmaar, 28 April 1908. De BURGEMEESTER der gemeente A Ikmaar gelast, krachtens bekomen aanschrijving, de onderstaande hier wonende verlofgangers, 'om zich, voorzien van hunne militaire kleeding- en uitrustingstukken, zak boekje en verlofpas, ter bijwoning der herhalings oefeningen, s namiddags vóór 4 ure, bij hun korps te vervoegen: Korps Torpedisten, lichting 1904, garnizoen Helder 25 Mei 1908. WILLEM ANDRIES LEVERT JAN MULDER. AlkmaarDe Burgemeester voornoemd 28 April 1908. G. RIPPING. zelf vluchtte in de bergen. Hij werd vogelvrij ver klaard. Eindelijk vond de sultan het toch maar ver standiger, maar weer-met hem te gaan onderhandelen. Doch Raissoeli nam de Kaïd Mac Lean, die als bemid delaar zou optreden, ondanks diens voorzorgsmaatre gelen gevangen. Voor de vrijlating^ stelde Raissoeli v oi eischen en de Marokkaansehe regeering was we derom genoodzaakt, den brutalen roover zijn zin te ge ven. Er had een verzoening plaats. Niet zoo heel lang geleden had er een ontmoeting tusschen den ex- ooverhoofdman en den minister van oorlog plaats. Enkele maanden geleden hadden de heeren elkander bevochten, maar nu omarmden zij elkaar en verzeker den elkander dat alles vergeten en vergeven was. Rais soeli was weer de held van Marokko. Hij zou sultan Abdel Azis bijstaan in de herovering van diens rijk. Maai voordat hij dit heeft kunnen doen en voordat hij nieuwe vruchten van zijn buitengewone handigheid heeft kunnen plukken heeft het noodlot hem getrof fen; op dezelfde listige wijze, waarop hij slachtoffers maakte, hebben valsche vrienden hem in een hinder laag gelokt. Of hij nu werkelijk geheel en voor altijd onschadelijk gemaakt is, zullen de nadere berichten ons moeten zeggen. ALKMAAR, 29 April. De inboorlingen iiit den omtrek van Tanger hebben gemeld, dat Raissoeli vermoord is. Dit bericht is later in zooverre tegengesproken, dat de man niet gedood, maar gewond werd. Een stam heeft hem in een hin derlaag gelokt. Het is de Lekmesstam, die tegen Rais soeli twee grieven had: lo. dat hij naar Tanger gegaan was en zich onder bescherming van een Europeesch volk gesteld had; 2o. dat hij huii die voor hem gestreden hebben, geen deel gegeven had van den losprijs voor Mac Lean, hoewel zij het waren, die den vreemdeling gevangen hielden. De stam had Raissoeli uitgenoodigd met hen feest te vieren. De dag was met rumoerige pret doorgebracht zonder dat iets de vreugde had verstoord, 's Avonds reed Rais soeli met zijn-geleicle naar huis toen, bij een bocht in den weg, een hevig geweervuur uit de struiken knalde. De rooverhoofdman viel zwaar gewond ter aarde. Ook langs een anderen weg dien Raissoeli had kun nen gaan, waren aanvallers verdekt opgesteld. Ont snappen zou dus onmogelijk geweest zijn. In hoeverre nu de wonde ernstig is geweest, zal na der móeten blijken. In elk geval is het eigenaardig, dat Raissoeli in een hinderlaag is gelokt, hij, die zelf zoo dikwijls door listen menschen in zijn macht kreeg. Raissoeli wa§ een buitengewoongeslepen man. Als sheriff, d. i. onmiddellijke afstammeling van den pro feet, als jong, mooi, rijk, moedig man, als hoofd van een rooverbende, heeft hij een avontuurlijk leven ge leid. Reeds op zeer jeugdigen leeftijd was hij als roo ver opgetreden en daarna zat hij vele jaren in de ge vangenis. De moeder van den tegenwoordigen sultan, Abdel-Azis heeft hem later in vrijheid gesteld en daar door zich zelf en haar zoon. veel last en onaangenaam heden veroorzaakt. Later heeft hij nog eens in een vunze Marokkaansehe gevangenis gezeten, doch wist opnieuw vrij te komen. Hij vatte zijn oud handwerk w.eder op, nam nu eens vreemde reizigers gevangen om ze .tegen een goed losgeld weder vrij te laten, dan weer organiseerde hij opstanden, deed een overval in ver schillende plaatsen, of bestal de karavanen. Bekend is, dat hij den berichtgever van de Times, mr. Harris, ge vangen nam en eerst weder vrij liet, toen men hem al lerlei lielot'ten deed. Hij kreeg veel macht, werd met ambten en onderscheidingen overladen, maar weldra maakte hij het den Europeanen in Tanger lastig, wes halve de sultans hem weder afzetten. Er ontstond „oor log. Raissoeli s mannen werden verslagen, maar hij H M. de Koningin heeft aan den burgemeester van Amsterdam opgedragen de burgerij Haren warmen dank te betuigen voor de hartelijke ontvangst Haar en den Prins der Nederlanden bereid en voor de vele bewijzen van trouw en gehechtheid, ook ditmaal aan haar huis betoond. Door H. M. de Koningin is bij Haar vertrek aan rZonrgemeftecrT tel' hand SeateId een bedrag van t ~nn V001' de Vereenig; ng van armbesturen aldaar, t 500 voor het Politiefonds en f 50 voor het Onderling diamantslijpers weduwen- en weezenfonds. Gisteren vergaderde de Tweede Kamer. De Voorzitter deelde mede dat de centrale af- deeling heeft besloten na afloop dezer openbare V6r- I elln.S bi de afdeelingen te doen onderzoeken eenige supletoire hegrootingen en andere wetsontwerpen, o a. de verzekeringswetten, betreffende ongevallen in land bouw en visscherij. Voorts deelde hij mede dat de nieuw benoemde minister van koloniën, de heer Idenburg, eenige wijzi gingen wenscht in overweging te geven in het wets ontwerp tot wijziging van het regeeringsreglement. De commissie van rapporteurs stelde voor het afdee- lingsonderzoek van dit ontwerp te doen plaats hebben op Dinsdag 12 Mei en dan tevens te doen onderzoeken het wetsontwerp tot wijziging van de wet op het middelbaar onderwijs. Conform besloten. De Voorzitter stelde voor na afdoening van het ontwerp-visscherijwet en de grensregeling met Brazilië n het slot der rekening van Curasao in openbare vergadering aan de orde te stellen de onteigening voor de Waalhaven te Rotterdam, alsmede eenige conclusiën op adressen, o.a. van majoor Kley, de motie-Bos op de Staatsexploitatie van Spoorwegen, bespreking der belangen der Rijkswerklieden, verzekering van het in goeden staat houden van openbare stroomen en rivieren, bepalingen betreffende openbare inzamelingen. De vergadering werd tot nadere kennisgeving verdaagd. l r. i. Een geschenk. De heer Molenaar, burgemeester van Vlieland is tijdens het koninklijk bezoek aan Amsterdam, op audiëntie is geweest en is daarna particulier door Z. K. H. Prins Hendrik ontvangen. Daarbij gaf de Prins te kennen dat het bezoek aan Vlieland de meest aan gename indrukken bij hem had achtergelaten en bood den burgemeester als aandenken een prachtige ambts keten van dofzilver aan. Zitting van Dinsdag 28 April. O p 1 i c li t e r ij. Men zal zich allicht herinneren dat door ons in het einde van de maand Februari j.l. melding werd ge maakt van de aanhouding te Rotterdam van zekeren Willem Hendrik Broekhuijs, 24 jaar, zich noemende directeur van een incassobank te Haarlem, tegen wien bij bevelschrift van 2 Februari door de rechtbank alhier gevangenneming was gevraagd. B. werd verdacht van h-, t zich door middel van' opzettelijk,' valschelijk, bedrit-gelijk en listiglijk opgestelde brieven toeëigenen van twee bedragen n.l. van f 527 en f 280. Hij werd gevankelijk naar Alkmaar overgebracht. Heden werd deze zaak behandeld. Uit het verhoor der verschillende getuigen bleek dat de toedracht van het gebeurde de volgende was. In September kwam B. met zijne vrouw en zijn kindje en pension te Ber gen bij den lieer K. Bogtman. B. gaf te kennen dat verblijf in Bergen voor dt gezondheid bedoeld was. Al spoedig echter knoopte hij relaties aan met de Hollandia"-drukkerij te Egmond aan den Hoef en kort daarna kwam hij overeen met den eigenaar van die drukkerij, Jonker, dat hij het beheer over deze drukkerij, de leiding der zaken over zou nemen. De huur van het gebouw kwam daardoor voor B., doch het zou op naam van Jonker blijven staan, die dan chef zou worden tegen een salaris van f 15 per week. B. ging nu met zjjn familie en pension in Egmond aan den Hoef, bij J. M. Schellekens. Verschil lende hervormingen werden ingevoerd, een Finantieele gids werd uitgegeven en later de Credietgids. Onder- tussehen gingen de zaken niet goed. De drukkerij verkeerde, toen B. hem overnam, in zeer slechten toe stand en dit werd er niet beter op. Ondertusschen vertelde B. aan verschillende personen, o.a. Bogtman in Bergen, dat de zaken zeer goed gingen en veel be loofden. B. had Bogtman meerdere keeren over een schuld gesproken, die hij aan zijn vader had, van f 20.000, waarvan hij het grootste deel had afgelost, maar waarvan binnenkort nog het laatste moest ver effend worden. Ook had hij meerdere keeren laten doorschemeren dat, indien dit laatste bedrag niet op een bepaald tijdstip betaald was, er alle kans bestond, dat hij in gijzeling zou geraken. In November kreeg Bogtman plotseling een brief van B., waarin deze schreef, dat wat hij gevreesd had zou gebeuren. Terwijl B. naar Egmond aan den Hoef reed, zoo deelde hij in dien brief mee, hadden twee fietsers op hem staan wachten en hadden deze hem achtervolgd. Zonder twijfel waren het personen die de opdracht hadden hem te arresteeren om hem gijzeling te stellen. Met moeite was hij hun ont komen, door hen op een dwaalspoor te brengen. Hij vroeg Bogtman dringend om zoo spoedig mogelijk tot hem te komen jmet: f 527. Als hij die had, kon hij zijn schuld voldoen en was hij gered. Voor de terug betaling zou natuurlijk stipt gezorgd worden. Bogtman vertrouwende op de soliditeit van B. begaf zich terstond naar Egmond aan den Hoef en het ge vraagde bedrag leende hij aan B. In het begin van Januari sprak B. Bogtman over een groote partij papier door hem gekocht in Alkmaar en die betaald moest worden. Een bedrag van f 280 was er mee gemoeid, doch hij zei dit geld niet in kas te hebben. Bog'man zei daarop wel te willen helpen, mits tegen goeden waarborg. Kort daarop kwam zekere Henneman met een brief van B. bij Bogtman. De brief bevatte in aansluiting' met het gesprek over die papierkwestie het verzoek van B. om aan Henneman de 280 mee te geven. Voorts bevatte de brief een schuldbekentenis van B. aan Bogtman, die in orde was, benevens een schuldbekentenis van zekeren Kuiper aan B. van 1000. Bogtman sprak er met zijn vrouw over en daar zij beiden meenden hierdoor genoegzaam ze kerheid te hebben en daar zij bovendien in de meening verkeerden dat de zaken van B. zeer goed marcheerden en deze alleen in tijdelijke geldverlegenheid verkeerde, werd aan Henneman het gevraagde bedrag meegege ven. Henneman wist niets omtrent de bestemming van dit geld en ging er mee naar Alkmaar waar B. hem wachtte. B. stelde toen voor dat zij naar Amster dam zouden gaan en een gezelschap werd op invitatie van B. gevormd, waarvan ook deeluit maakten de vrouw van B. en de heer Schellekens en diens echtgenoote. De bedoeling met dezen tocht naar Amsterdam was voornamelijk reclame-maken voor eennieuwblaadjedat door de „IIollandia"-drukkerij zou worden uitgegeven „de i ooneelkijker," dat verschillende zaken in verband met het tooneel staande zou bevatten. Het eerste nummer zou daar binnenkort van ver schijnen. liet was juist dien avond de huldiging van mevr. Julia Cuijpers in Amsterdam, en hiervan zou dan een verslag in t nieuwe blad worden opgenomen. Een bloemstuk is t'oen de jubilaresse aangeboden. De kosten van dit uitstapje betaalde B. Ondertusschen begonnen de ^aken steeds minder te gaan, en B. ging* uit de drukkerij. In Haarlem had men ondertusschen ontdekt dat het met de zaken van B. niet geheel in orde was. Zijn woning werd tijdens zijn verblijf in Bergen en Egmond bewoond door een iamilielid. Herhaaldelijk kwamen daar personen aan bellen en vragen naar B. Zij spraken daarbij over diens gerechtelijk Incasso-bureau, dat hij scheen te voeren Voor deze personen zou B. gelden geïnd heb ben. Tal van wisselloopers boden wissels aan, doch ge regeld werden die onbetaald retour gezonden. 1 oen B. weer in Haarlem was kreeg hij bezoek van Bogtman. Over de geldzaken werd niet gesproken tot dat B. Bogtman naar den trein bracht. B. vroeg toen id liet goed was dat hij medio Maart zijn schuld be taalde, zoo mogelijk zou hij reeds eerder wat afdoen. Bogtman vond dit goed. Echter had hij geruchten ge boord van dat incassobureau. Er ontstond achter docht. Aan het licht kwam nu ook dat het stuk dat B. aan Bogtman had gegeven als waarborg, de schuld bekentenis van Kuiper aan B., waardeloos was. Van de 1000 daarin vermeld was 250 betaald en voor de ''j.'11 was c<?ii accept gfeteekend door zekeren Mooij. Een en ander leidde tot de aanhouding van B. Als eerste getuige in deze zaak werd gehoord K. Bogtman, die verklaarde steeds overtuigd geweest te zijn van de soliditeit van B. Het verhaal van het ge vaar om in gijzeling te geraken, de brieven van B., de herhaalde verklaring van B. dat zijn zaken goed gin gen, waren door Bogtman steeds geloofd. Op verschil lende vragen w-ist deze getuige slechts weifelende ant woorden te geven. Zoo herinnerde hij zich nog vaag, dat B. zoo terloops eens tegen hem gezegd had: als je me dat geld leent, dan maak ik je later assistent-di recteur van de drukkerij. Van de 527 heeft B. na eemgen tijd 27 terug gegeven, de rest zou hij in wckehjksche bedragen aflossen. De getuige geloofde geen geld geleend te zullen hebben, indien hij niet overtuigd was geweest dat het was voor de vereffening van die schuld en voor het betalen van het papier. De beklaagde stelde steeds tal van vragen aan den getuigen en teekende steeds aan in een cahier wat hij van belang achtte. Vele keeren vroeg hij den griffier van een antwoord gegeven op zijn vragen, aanteeke- mng te willen houden. Beklaagde ontkende de 527 het eerst gevraagd te nebben. Bogtman heeft hem die aangeboden en daar na heeft hij den bewusten brief geschreven. De verdediger, mr. W. F. A. Verhoeff vroeg of Bogtman beklaagde niet afgeraden heeft die drukkerij over te nemen; hij wist toch dat die zaak slecht was. Bogtman wist dit niet meer precies. In elk geval kwam B. in 't begin wel eens thuis en rekende dan voor wat er verdiend was, meestal een flink bedrag. Dikwijls had B. ook aanzienlijke bedragen aan geld bij zich. Bogtman's vrouw, daarna gehoord, verklaarde over eenkomstig het door haar man meegedeelde. De bloemkweeker J. Henneman, ook te Bergen, deelde inede dat B. ook tegen hem wel eens over een schuld aan zijn vader had gesproken, waarbij hij dan tevens zei dat er gevaar bestond dat hij daarvoor in gijzeling kon komen. Voorts deelde Hennelnan mede dat hij inderdaad den brief naar Bogtman had ge bracht en het geld daarna aan beklaagde. Toen zijn ze in Amsterdam uitgegaan naar den schouwburg en lo geerden daar, wat B. betaalde. B. hééft nog eens te gen getuige gezegd dat hij zoo hij 5000 stortte ad junct-directeur van de drukkerij kon worden. Ook wist Henneman mee te deelen dat B. nog al eens royaal was. Zij hadden samen wel eens champagne gedronken in Egmond aan Zee, of 't geen geld kostte. Getuige gaf op een vraag nog te kennen dat hij voor uit niets wist van B.'s plan om naar Amsterdam te gaan en dat dat reisje in verband stond met het spoe dig uit te komen eerste nummer van „De Tooneelkij- ker." De^ drukker en photograaf P. Jonker van Egmond aan Zee, gaf een uitleg hoe B. de zaak had overgeno- inen. liet ging toen slécht met de zaak, doch onder B.'s beheer werd het er niet beter op. Door den be- kl. kan dus als hij de waarheid had willen zeggen, nooit gezegd zijn (zooals hij tegen velen had gedaan) dat de affaire goed opging. Dat een hoeveelheid papier ter waarde van 280 in Alkmaar werd gekocht, is on waar, ook is er geen nieuwe letter aangekocht. Klei ne partijtjes papier werden gekocht én de m'eeste con tant betaald. De nieuwe uitgaven „De Finantiëele Gids en de „Credietgids" gaven ook geen voordeel van belang. Door den beklaagde was gezegd bij het onderzoek van de zaak dat het aantal abonnés van het blaadje „Duin, Bosch en Zee,' dat daar ook werd uitgegeven ZOO goed vooruit ging. Getuige verklaarde echter dat' daarbij zeer veel valsche abonnés waren, die B. maar opgaf als lezers zonder motief. Getuige J. M. Schellekens van Egmond aan den loef, bevestigde wat Jonker had gezegd. Als medewer ker van „Duin, Bosch en Zee" kwam getuige dikwijls op de zetterij en wist dat de zaak slecht ging. Genoemd blaadje werd in grooter formaat uitgegeven waardoor de kosten veel hooger werden, zoodat er eer geld bij moest dan dat er aan verdiend kon worden. Op invi tatie van B. was getuige mee naar Amsterdam gegaan voor het verslag van de reeds meer genoemde tooneel- v oorstelling. In Amsterdam had beklaagde tegen ge tuige gezegd dat liij geld gebruikte van een ander, om- dat de zaken zoo tegen liepen. Uit verschillende me- dedeelingen van dezen getuige bleek voorts de treuri ge toestand van de drukkerij. Beklaagde vroeg of de getuige niet geloofde in den jcgmne dat het hem ernst was de drukkerij er boven op te helpen? De getuige gaf hierop geen positief ant- woord, doch meende van wel. Ook deze getuige heeft den indruk gekregen dat B. nog al wat geld om ban- den liad. Getuige Jansen, ook werkzaam geweest aan de druk kerij deelde mee dat pogingen gedaan waren om er een Naaml. Vennootschap van te maken onder direc teurschap van B. Een groote hoeveelheid papier is uit Alkmaar met gekocht,, zoover getuige weet. De in koop was steeds een paar riem. Voorts bevestigde de ze getuige dat de zaken slecht gingen en de bladen die uitgegeven werden, geen winst gaven. Zijn indruk was dat er veel geknoeid werd, dat er gespeculeerd werd op de goedgeloovigheid van de men schen. Na de pauze gaven de getuigen C. Mooij te Hoog woud, V C. Kuiper en J. Bierdrager Jbz. te Alkmaar verklaringen in verband met de schuldbekentenis van Kuiper aan B., die geen waarde meer had, zooais hier boven reeds vermeld. De getuige Bierdrager verklaarde in elk geval nog een paar honderd gulden van B. te moeten hebben. Doch B. gaf te kennen dat hij van Bierdrager nog een groot bedrag pl. m. 000 kreeg voor provisie en ver schotten Nog werd een getuige gehoord en de vraag behandeld of beklaagde gezegd heeft dat Bogtman on betrouwbaar is. Beklaagde hield vol dit niet gedaan te hebben. Opnieuw werden beklaagde hierna verschillende viagen gedaan, waarbij hij bij zijn verklaringen blijft. Hetgeen hij in de brieven aan Bogtman heeft gezegd is waarheid. Wat die fietsers betreft, heeft hij geen zekerheid wie het waren in elk geval geloofde hij dat zij met de schuld aan zijn vader in verband ston den. Kan van de twee was iemand, die nog 200 van B. moet hebben, doch hij weet diens naam niet meer. Na nog eenige ondervragingen, was het woord aan den officier van justitie. Mr. Cnopius wees er op hoe de beklaagde er steeds op uit is nieuwe uitvluchten te bedenken. Dit neemt niet weg dat na het verhoor van de getuigen het voor spr. vaststaat dat beklaagde zich tweemaal heeft schuldig gemaakt aan oplichterij. Spr. wil terstond nu zeggen wat hij tegen B. zal eischen, n. 1. een gevan genisstraf van twee jaar, met aftrek der preventieve hechtenis (66 dagen). In den breede ging de officier aan de hand van de dagvaarding het gebeurde na. De quaestie komt hier op neer dat beklaagde zich opzet telijk op bedriegelijke wijze geld heeft toegeëigend Bewezen mag geacht worden dat beklaagde in ongun stige fmantiëele positie verkeerde. Om daarin te voor-

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1908 | | pagina 1