DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN. No. 102 Honderd en tiende jaargang 1908 Deze Courant wordt eiken avond, behalve op Zon- en Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden voor Alkmaar f 0,80; franco door het geheele Rijk f 1, Afzonderlijke nummers 3 Cents. Prijs der gewone advertentiën: Per regel f 0,10. Bij groote contracten rabat. Oroote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdrukkerij v/h. HERMs. COSTER ZOON, Voordam C 9. DONDERDAG 30 APRIL. Drankwet. Militie. Zaterdagsche Veemarkt. verboden. BINNENLAND. Dr. Kuyper en de laatste crisis. De Zeister moordzaak. Een belangrijke zaak. GEMENGD NIEUWS. Inbraak. Gerold. Benzine-bedwelmlng. Naar Duitsland. ALKMAAR GODRANT. LRiaVÜ Telefoonnummer 3. De KAMER VAN KOOPHANDEL EN FABRIE KEN TE ALKMAAR brengt ter algemeene kennis dat er in de maanden Juli, Augustus en September eene Internationale Tentoonstelling van Handel, Nij verheid, Wetenschap, Nationale en Koloniale Produc ten zal worden gehouden. Het voorïoopig Secretariaat is gevestigd Nieuwe Haven 13 te 's Gravenhage. Telef. Interc. no. 233. Ingevolge eene aanschrijving van den Directeur-Ge neraal der posterijen en telegrafie wordt ter algemee ne kennis gebracht dat bij artikel 11 3, le. lid van het Koninklijk Be sluit van 14 December 1895 (Stbl. no. 222) zooals dit luidt na de daarin bij Koninklijk Besluit van 28 April 1903 (Stbl. no. 139) gebrachte wijziging en aanvulling is bepaald, dat toegestaan wordt postzegels te merken door perforatie. dat degenen, die gebruik wenschen te maken van ge perforeerde zegels, bij hunne daartoe strekkende aan vraag aan den Directeur-Generaal voornoemd een ont werp van het merk in duplo, of twee daarvan voorziene frankeerzegels behooren in te zenden dat tot dusver nog slechts door een zeer klein aan tal personen en firma's goedkeuring is gevraagd van een door hen te bezigen perforatiemerk en dat het in den laatsten tijd meermalen is voorgekomen, dat op handelskantoren ongebruikte postzegels worden ont vreemd dat ter voorkoming' van zoodanige diefstallen nog maals de aandacht wordt gevestigd op de bestaande gelegenheid tot het aanwenden van perforatiemerken. KENNISGEVING. Het HOOFD van het Plaatselijk Bestuur te ALK MAAR brengt, op grond van artikel 1 der Wet van 22 Mei 1845 (Staatsblad No. 22) ter kennis der inge zetenen, dat bij hem ingekomen en aan den ontvanger der Rijks directe belastingen binnen deze gemeente ter'invordering is overgegeven: het kohier der Personeele belasting No. 3, voor het dienstjaar 1908, executoir verklaard door den Directeur der directe belastingen in Noordholland te Amsterdam, den 25 Apiil 1908; dat ieder verplicht is zijn aanslag, op den bij de Wet bepaalden voet, te voldoen en dat heden ingaat de termijn van zes weken binnen welken daartegen bezwaarschriften kunnen worden ingediend. Het Hoofd van het plaatselijk bestuur voorn., G. RIPPING. Alkmaar, den 28 April 1908. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Alkmaar brengen ter algemeene kennis, dat bij hun college is ingekomen een verzoekschrift van P. METSELAAR, te Wieringen, om verlof tot den verkoop van alcohol houdenden anderen dan sterken drank jn bet perceel Bergerweg E 10. Binnen twee weken na deze bekendmaking kunnen tegen het verleenen van let verlof schriftelijk be zwaren worden ingediend. Burgemeester en Wethouders voornoemd, G. RIPPING, Voorzitter. DONATH, Secretaris. Alkmaar, 28 April 1908. De BURGEMEESTER der gemeente Alkmaar gelast, krachtens bekomen aanschrijving, de onderstaande hier wonende verlofgangers, om zich, voorzien van hunne militaire kleeding- en uitrustingstukken, zak boekje en verlofpas, ter bijwoning der herhalings oefeningen, 's namiddags vóór 4 ure, bij hun korps te vervoegen Korps Torpedisten, lichting 1904, garnizoen Helder 25 Mei 1908. WILLEM ANDRIES LEVERT. JAN MULDER. Alkmaar, De Burgemeester voornoemd, 28 April 1908. G. RIPPING. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALK MAAR brengen ter kennis van aanvoerders van vee, dat, in verband met de te verwachten drukke Zater dagsche \eemarkten, de toegang voor vee tot het Marktplein, oostelijk van het Waaggebouw, dus bij de Spekbrug en de Schapenbrug, tot nadere aankondiging zal zijn Burgemees er en Wethouders voornoemd, Alkmaar, G. RIPPING, Voorzitter. 25 April 1908. DONATH, Secretaris. ALKMAAR, 30 April. De jonge Koning van Portugal heeft de nieuwe volksvertegenwoordiging geopend. Vergezeld van de waardigheidsbekleeders is hij naar de zaal der Kamer gegaan, waar een groot aantal afgevaardigden en se natoren aanwezig was en waar hij den troon besteeg, gevolgd door de ministers en de hoogwaardigheidsbe- kleeders van hof en koninkrijk. De Koning begon met door een enkel woord te her inneren aan den moordaanslag „Hetzelfde gevoel vereenigt ons in de smart, ver oorzaakt door het wreede verscheiden van mijn vader en mijn broeder. Het staat niet aan mij hulde te brengen aan de nagedachtenis van wijlen dien vorst. Het zij voldoende in het geheugen terug te roepen de verschrikkelijke gebeurtenis van dit martelaarschap van een soeverein, als een beroep op de trouw en een aanmoediging voor allen om aan den vrede en den voorspoed der natie te arbeiden. Aan onze verslagen heid en smart paarden zich de betuigingen van deel neming der hoofden van staat en der gezamenlijke pers in de gebeele beschaafde wereld." Vervolgens sprak de Koning over de buitenlandsche betrekkingen „Wij leven in vrede en vriendschap met de mogend heden, die korten tijd geleden ons vorstelijke missies zonden om hun deelneming te betuigen. Ik koester de hoop met God en de hulp der volksvertegenwoordi ging mijn taak zoo goed mogelijk te vervullen. De ver houding van Portugal tot 't buitenland mag een zeer veilige genoemd worden. Onze diplomatie poogde in Den Haag het beginsel van arbitrage te verwerkelij ken. Onze buitenlandsche handelspolitiek moet op so lide basis berusten." Toen kwam het punt, dat van het grootste belang isde binnenlandsche toestand. Hiervan zeide de Ko ning „In de binnenlandsche politiek maken wij een crisis door; het is van veel belang die uit den weg te rui men. De regeering meende eenige wetgevende maat regelen te moeten intrekken en in den staat het nor male burgerrecht te moeten herstellen. Andere maat regelen zullen aan uw vrij onderzoek worden onderwor pen. Voor het heden en de toekomst achten wij het onzen plicht de grondwet te verdedigen. De regeering meent aan de duidelijk aan den dag getreden gevoelens van bijna de geheele burgerij te beantwoorden door te verklaren dat zich thans de gele genheid voordoet wijziging te brengen in de grondwet, en in de regelen die de uitvoerende macht bepalen. Bij het ter hand nemen dezer hervorming behoort aan dacht geschonken te worden aan de artikelen, die aan de beraadslagingen van het parlement moeten worden enderworpen. Daaruit ontstaat voor het parlement een andere zware taak: de kieswet, welke de aanstaan de samenstelling van de Kamer regelt en die meer re kening zal houden met een stelsel van vertegenwoor diging, dat het parlement beschouwt als een onafhan kelijk en juist beeld van de natie." De Koning vervolgde zijn refle met het opsommen van een lange serie van wetsontwerpen. Voor de al gemeene Staatsbegrooting zal de Kamer kennis moeten nemen van den financiëelen toestand en de middelen waarover de schatkist beschikt om de openbare ver plichtingen na te komen. De tijdelijke daling der staatsfondsen zal wijken voor de bevestiging der g'roo- te nationale hulpbronnen. De uitgaven zullen vermin deren, een nieuw contract met de Portugeesche Bank om de staatsuitgaven te verminderen zal voorgelegd worden. De regeering bereidt een conversie der oude schuld alsmede maatregelen welke hij gunstig acht om het tegen den agio te verbeterèn voor. Het algemeene douanetarief zal sterk gewijzigd worden, de laatste comptabiliteitswet eveneens, de economische toestand en het evenwicht van inkomsten en uitgaven- zal ver beterd worden en de politie hervormd. Verder werden er aangekondigd wetten ter bescher ming van jongelieden en vrouwen. Hulde werd ge bracht aan de strijdmacht te land en ter zee en be kend werd gemaakt dat de raad van nationale verdedi ging een ontwerp tot algemeene hervorming van leger en vloot in studie heeft. Voorts werden maatregelen aangekondigd om de ontwikkeling van landbouw, nij verheid en spoorwegen in de koloniën te begunstigen. Aan het slot deed de Koning in het algemeen be lang een beroep op alle krachten van het parlement. Toen is hij onder toejuichingen der menigte naar het paleis teruggereden. Voor het eerst van zijn leven had de achttienjarige Koning een troonrede uitgespro ken en hij heeft dat gelukkig kunnen doen, zonder dat er ongewensclite gebeurtenissen hebben plaats gehad. Na de verkiezingsonlusten in- het begin van deze maand, zou het geenszins onmogelijk geweest zijn, dat er betoogingen van vijandelijken aard hadden plaats gehad. Wat de uitgesproken troonrede betreft, hieruit blijkt dat de regeering zeer optimistisch is gestemd. Zij is blijkbaar bezield met den wensch het ongelukki ge Portugal in beteren toestand te brengen. Zij wil het parlement meerderen invloed geven, slechte wet gevende maatregelen opschorten, de rechten der bur gers herstellen, de financiën en den economischen toe stand versterken, zwakken beschermen, landbouw-in- dustrie en spoorwegen aanmoedigen. Het is dus een zware taak, die de regeering zich zelf stelt. Of z(j haar kan volbrengen, hangt evenwel van vele omstan digheden af, deels wèl, maar grootendeels niet afhan kelijk van haar goeden wil en van haar goede werk kracht. De beslissing in dezen ligt in de eerste plaats bij de niet-Koningszinde partijen, bij de republikeinen vooral. Wel zijn er van deze partij slechts weinig af gevaardigden gekozen, maar daartegenover staat, dat zij veel propaganda maakt, propaganda, die gevaarlijk kan worden voor den staat, en voor het leven van den jeugdigen Koning in het bijzonder, ook al is zij niet direct als zoodanig bedoeld. Het is geen aangename onderscheiding, Koning van Portugal te zijn! De speciale Haagsche correspondent van de „Leeuw. Ct." schrijft Nu 't zoo broeit en loeit aangaande en over de quaestie„Heemskerk of Kuyper", ben ik er eens op uitgegaan om iets te kunnen vernemen, wat 't licht schijnsel zou kunnen doen neerstrijken over de Cal vinistische verwikkelingen van de laatste crisis. Hoewel ik dienaangaande al sinds eenige dagen gegevens had verkregen, mag ik 't werkelijk als een journalistiek fortuintje boeken, in de gelegenheid te zijn gekomen om te vernemen, wat door de autoriteit van mijn zegsman mij aanleiding mag geven wereldkundig te maken wat ik wist. En ik zou 't inderdaad 't dessous van de laatste crisis kunnen noemen Welnu, hij die 't mij vertelde en iemand is, van de zeer weinigen, die 't weten kunnen, heeft mij beslist verzekerd, dat de Kabinetsformateur, mr. Heemskerk, aan dr. Kuyper de gelegenheid heeft gegeven om in zijn rechten te trede nik spatieer aangaande den kern der quaestie. Aandringende op duidelijker omschrijving van een en ander, vervolgde mijn zegsman, die in parlemen taire kringen een zeer bekende persoonlijkheid is, met er op te wijzen, dat op 'n goeien avond 't als een verrassing door 't land ging dat ook (spatieering van mij), dr. Kuyper ten paleize was ontvangen. „Wie de Koningin in dagen van „crisis' ten paleize doet verschijnen, waren er al geweest. Ook hij, die voor de andere helft bij dezelfde crisis betrokken was, als leider der katholieke partij in de Tweede Kamer, mr. Kolkman. En toen achter af hoor ik daar als een donderslag bij helderen hemeldr. Kuyper is óók ten paleize geweest. Wat ik op dat moment wel be greep, maar nog niet geheel en al gelooven kon, is me pas duidelijk geworden, na wat ik later heb ver nomen. Daarom wil ik er tegenover u, als persman, wel bij zonderen nadruk op leggen, dat 't bezoek van dr. Kuyper ten paleize niets anders is geweest, dan een logisch gevolg van wat de tegenwoordige premier tegenover dr. Kuyper noodzakelijk achtte." Waarom dr. Kuyper weigerde? „Ja waarom zou ik 't niet erkennen. Ik zou haast moeten zeggen, dat hij zelf begreep onder de gegeven omstandigheden niet zulke bewindsmannen rond zich te kunnen vereenigen, als wat men nu dit werkelijk levenskrachtige kabinet-Heemskerk mag noemen. Zulk een combinatie had hij nooit rond zich kunnen ver eenigen. Dat wist hij, en hij heeft den moed gehad om dat, indirect, te erkennen. Ik zou me dan ook al zeer sterk moeten vergissen, wanneer ik u zeg, dat dr. Kuyper in de naaste toekomst zich in politieken invloed krachtiger en persoonlijker zal doen gelden dan met het schrijven van asterisken en „leadings." Wat overigens de keuze van minister Sabron aangaat, is het louter verzinsel geweest om deze portefeuille door een bijzondere signatuur der Kroon te kenmerken. Alleen en uitsluitend minister Idenburg was om ge zondheidsredenen weinig geanimeerd om zijn gouver neurspost voor een ministersportefeuill'e te verwisselen. Met hem is druk gekabeld. Toen ten slotte het ant woord kwam dat „wanneer de Koningin het wil", alle bezwaren zouden wijken. Wat dan ook gebeurd is. Wat dan ook, momenteel, maar bijzaak is. De hoofdzaak is en blijft, dat dr. Kuyper in de gelegenheid is gesteld en geweest om in de rechten van mr. Heemskerk te treden." Aldus mijn zegsman, van wien ik tot mijn leedwezen geen machtiging kon krijgen, om van ons onderhoud meer wereldkundig te maken dan wat ik hier geef RECHTZAKEN. Deelden wij voor eenige dagen mede, dat mr. Ham burger zich bij de berechting van de Zeister-moordzaak zal laten vervangen door mr. Van Woelderen heden bereikte ons het bericht, dat ook mr. Abbing wegens gezondheidsredenen verhinderd zal zijn de hem opgedragen verdediging te voeren in zijne plaats zal mr. Van Noppen optreden. De vi«r beklaagden zullen nu voor de rechtbank worden verdedigd door mr. Gerlings, mr. De Vries mr. Van Woelderen en mr. Van Noppen. „Utr. Dbl." Het getuigenverhoor in de strafzaak tegen de ma kelaars H. Benjamins en D. Benjamins, vader ën zoon, van wie de zoon is gedetineerd, is gisteren voor de 5e Kamer van de rechtbank te Amsterdam voortgezet. Gelijk men zich herinneren zal, wordt aan beide be klaagden ten laste gelegd, dat zij tezamen en in onder ling overleg in Mei 1906 zich hebben toegeëigend een aan de Davidsonstichting toebehoorende beleenings- c-n prolongatie-acte d.d. 1 Januari 1906, waarbij de eerste beklaagde verklaart van E. Krijn, (wiens mede- executeur-testamentair de eerste beklagde was), en die voormelde stichting bij testament in het leven had ge roepen, te hebben ontvangen, tegen een onderpand van effecten, de som J 8500. Bovendien zou de eerste beklaagde bij liet afleggen van den successie-eed mein eed hebben gepleegd door te verklaren niets te hebben verzwegen, hoewel van die prolongatie-acte geen mel ding was gemaakt, en zou de zoon valschelijk eene akte hebben opgemaakt, waarbij E. Krijn verklaarde, dat de gesloten prolongatie was verrekend. Ten slotte was aan dien zoon oplichting ten laste gelegd; hij zou een huis voor een zijner principalen verkocht hebben voor een geringe som, na dezen te hebben wijs gemaakt, dat de opbrengst niet grooter kon zijn, terwijl hij den volgenden dag dit huis, ten behoeve van zichzelf voor een veel hooger bedrag verkocht. Als eerste getuige werd nog gehoord de vroegere boekhouder van den beklaagde H. B., die tot drie jaar gevangenisstraf is veroordeeld wegens valsehheid in geschriften en benadeeling van zijn patroon tot een bedrag van 800 en die de strafzaak tegen dezen en de zoon aan het rollen heeft gebracht door het indie nen eener klacht. Een groot aantal vragen werd door de beide verdedigers, mrs. Van Gigch en Asscher, aan den getuige gericht. Mr. Asscher wensch te o. m. aan den getuige te vragen, wat hij wist van de vermissing van eenige effecten ten kantore der beklaagden; met kracht kwam het O. M. tegen het stellen van deze vraag op, aangezien het geenszins noodig was te gra ven en te wroeten in de antecedenten van den getuige, en d ievraag absoluut in geen verband stond met do strafzaak tegen de beklaagden B. Beide verdedigers verklaarden, dat dit verband wel degelijk bestond, en dat zij door een reeks van vragen zonden aantoonen, dat deze getuige, die de beklaagden van valsehheid in geschrifte beschuldigd had, zelf uit nemend in staat was geweest die valsehheid te plegen. De rechtbank begaf zich hierop in raadkamer en be sliste, dat er bij haar geen bezwaar bestond die vragen welke door mr. Asscher schriftelijk aan de rechtbank waren overgelegd, te stellen, zooals zij waren geformu leerd, mits aan die vragen geen uitbreiding werd gege ven, vooral niet in insinueerenden zin. Daarop beant woordde getuige de vragen aldu9, die hij van die ver missing wist, en dat de effecten later door hem in een dossier van een der cliënten waren teruggevonden, toen getuige alleen op het kantoor was. Beslist ont kende hij, dat hij eenige dagen vóór die vondst 800 aan zekeren Tieman geleend had. Mr. Asscher gaf tijdens het verhoor van den getuige te kennen, dat hij een aanklacht wegens valsehheid in geschriften tegen hem zou indienen, waarop het O. M. ten antwoord gaf, dat hij natuurlijk bereid was een on derzoek te doen instellen, waar zulks noodig was. Gisternacht is ingebroken in den comestibleswinkel van de weduwe R. Jesse aan de Kruiskade no. lij te Rotterdam. De winkeldeur, met dubbel slot gesloten, is met valsche sleutels geopend. Eenmaal binnen heb ben de inbrekers het kasregister ui' den winkel naar een daarachter gelegen bergplaats versjouwd en ver moedelijk laten vallen, waardoor het slot sprong. Een bedrag van ongeveer f 30 tot f 40 aan klein geld ia er uit gestolen. Voorts is op een kantoortje achter den winkel een schrijflessenaar opengebroken en in den winkel nog een ijzeren kistje. Daaruit is voor zoover bekend niets gestolen. Niet onwaarschijnlijk is het dat de inbrekers eenige blikjes met comestibles heb ben medegenomen. Een burgervrouw, die gister in het Concertgebouw te 's-Hertogenbosch een publieke verkooping van meu belen enz. bezocht, kwam er tot de ervaring dat mon haar portemonnaie, waarin ongeveer f 70, had gerold. Nabij de villa van den heer Wendelaar, op Zonheu vel, bij Doorn, is een diepe kelder, waarin de benzine voor de verlichting bewaard wordt. Gisteren begaf een loodgietersknecht zich in dien kelder om een stuk gereedschap te halen, dat daarin was gevallen. Weldra bleek, dat hij bewusteloos was geworden; een tweede knecht, die met een touw om zijn midden afdaalde, moest ook spoedig opgehaald worden, omdat hij door de dampen bedwelmd werd. Allerlei pogingen, om den jongen man te redden, mislukten. Eindelijk klom een broeder van hem naar beneden, nadat de noodige voorzorgsmaatregelen wa ren genomen. Dezen gelukte het een touw om den bewustelooze te binden, waarna deze werd opgehaald. Dr. Van Laar was intusschen ter plaatse gekomen om geneeskundige hulp te verleenen. Hoewel de man bijna twee uren in den kelder heeft gelegen, is zijn toestand vrij gunstig. (N. v. d. D.) Misdaad Da 22-jarige oppassende P. Post, werkzaam bjj de S. S., te Zwolle, bracht Zondagavond zijn meisje, als naar gewoonte, in haar dienst. Hij kwam dien avond en nacht niet thuis, en Woensdagmorgen werd zijn lijk gevonden in de Willemsvaart bij Zwolle. Men denkt aan misdaad uit minnenijd, maar zeker is het niet. Alhoewel het zeer koud is en de werkmans-crisisin Pruisen veel van zich doet spreken, zijn er in de laatste dagen te Maastricht niet minder dan 3000 kaartjes aan werklieden, vrouwen en kinderen afge leverd, die aan de steenbakkerijen in Duitschland gaan werken. Meest al deze werklieden komen uit de Maas vallei en ook si uit de Kempen. Te Mechelen a.M. alleen zijn 364 per.-onen vertrokken.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1908 | | pagina 1