DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
No 103
Honderd en tiende jaargang
1908.
ZATERDAG
2 MEI.
Bedrijfsbelasting.
Zaterdagsche Veemarkt.
verboden.
BINNENLAN D~
BUITENLAND.
STADSNIEUWS.
Deze Courant wordt eiken avond, behalve op Zon- en
Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden
voor Alkmaar f 0,80; franco door het geheele Rijk f 1,—.
Afzonderlijke nummers 3 Cents.
Telefoonnummer 3.
Prijs der gewone advertentiën:
Per regel f 0,10. Bij groote contracten rabat. Groote
letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdrukkerij
v/h. HERMs. COSTER ZOON, Voordam C 9.
De vischhandelquaestie te IJmuiden.
De biet.
Gemengde Mededeelingen.
De 1 Mei-viering.
ALRMAARSCHE COURANT.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALK
MAAR brengen ter kennis van belanghebbenden, dat
niet de uitreiking der beschrijvingsbiljetten voor de be
drijfsbelasting over het dienstjaar 1908/9 een aanvang
zal worden gemaakt den eersten Mei a.s. en dat de
aanslagregeling ten einde moet zijn gebracht op 1
October a.s.
Zij vestigen daarbij de aandacht der belastingplich
tigen op do volgende bepalingen der wet:
Art. 15 2. Ieder die optreedt als bestuurder of be-
heerend vennoot van eene hier te lande gevestigde ven
nootschap, onderlinge verzekeringmaatschappij, coöpe
ratieve vereeniging, of van eene vereeniging of stich
ting die een bedrijf of beroep uitoefent, of als boekhou
der eener hier te lande gevestigde reederij, is gehouden
daarvan schriftelijk binnen één maand kennis te ge
ven bij het bestuur der gemeente waar hij woont.
Art. 16. Hier te lande wonende beheerende vennoo-
ten van Nederlandsehe vennootschappen en maat
schappijen en van commanditaire vennootschappen op
aandeelen, bestuurders van hier te lande gevestigde
naamlooze vennootschappen, coöperatieve en andere
vereenigingen en onderlinge verzekeringmaatschappij
en, alsook boekhouders van hier te lande gevestigde
reederijen mogen niet tot het doen van uitdeelingen of
uitkeeringen overgaan, alvorens daarvan aangifte ge
daan en de over vroegere uitdeelingen of uitkeeringen
yerschuldigde belasting betaald te hebben.
Bij liquidatie mogen de hier bedoelde uitdeelingen
of uitkeeringen niet geschieden, alvorens de daarover
verschuldigde belasting is voldaan.
Art. 45. Bestuurders van naamlooze vennootschap
pen, coöperatieve vereenigingen, andere vereenigingen
en stichtingen, die een bedrijf of beroep uitoefenen,
onderlinge verzekeringmaatschappijen en sociëteiten,
alsook beheerende vennooten van hier te lande geves
tigde commanditaire vennootschappen op aandeelen
en boekhouders van hier te lande gevestigde reederijen,
zijn gehouden binnen veertien dagen na de vaststelling
van balans of rekening een zoodanig uittreksel als
noodig is tot toelichting der winst, uitkeeringen of uit-
deelingen te doen toekomen aan den voorzitter der
oommissie van aanslag, die dezen moet regelen.
Art. 47, 5 en 6. Hij, die daartoe gehouden, nalaat
de verplichtingen na te komen bedoeld bij artikel 15
2 der wet, wordt gestraft met eene geldboete van ten
hoogste 25. Gelijke straf wordt opgelegd ingeval van
overtreding van artikel 45. Overtreding van artikel
16 wordt gestraft met eene geldboete van ten hoogste
400.
Art. 34, le lid. Handelsreizigers, kramers en alle
verdere personen, die hun bedrijf of beroep rondtrek
kende uitoefenen, zijn gehouden zich ter plaatse bin
nen het Rijk, waar zij zich na het begin van het belas
tingjaar het eerst bevinden, bij het gemeentehestuur
schriftelijk aan te melden met opgaaf van hun naam,
hunne woonplaats en bedrijf of beroep. Ten blijke dat
zij hieraan voldaan hebben, ontvangen zij kosteloos een
door of vanwege het hoofd van dat bestuur ondertee
kend bewijs, dat zij gehouden zijn mede te onderteeke
nen en op aanvraag aan ambtenaren der directe belas
tingen te vertoonen.
Art. 47, 7. Personen, die van een bewijs voorzien
moeten zijn als bedoeld in art. 34 en die in gebreke
blijven dit bewijs op aanvrage aan bevoegde ambtena
ren te vertoonen, worden gestraft met een geldboete
van ten hoogste 25. Geven zij ter bekoming van dat
bewijs aan het bevoegd gezag een valschen naam,
woonplaats, bedrijf of beroep op, of maken zij gebruik
van het aan een ander afgegeven bewijs, dan worden
?ij gestraft met eene geldboete van ten hoogste 150.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
G. RIPPING, Voorzitter.
DONATH, Secretaris.
ALKMAAR, 30 April 1908.
KENNISGEVING.
Het HOOFD van het Plaatselijk Bestuur te ALK
MAAR brengt, op grond van artikel 1 der Wet van
22 Mei 1845 (Staatsblad No. 22) ter kennis der inge
zetenen, dat bij hem ingekomen en aan den ontvanger
der Rjjks directe belastingen binnen deze gemeente
ter invordering zijn overgegeven
de kohieren der Personeels belasting Nos. 1 en 7,
voor het dienstjaar 1908,
executoir verklaard door den Directeur der directe
belastingen in Noordholland te Amsterdam, den 30
April 1908dat ieder verplicht is zijn aanslag
op den bij de Wet bepaalden voet, te voldoen en dat
heden ingaat de termijn van zes weken binnen welken
daartegen bezwaarschriften kunnen worden ingediend.
Het Hoofd van het plaatselijk bestuur voorn.,
G. RIPPING.
Alkmaar, den 1 Mei 1908.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALK
MAAR brengen ter kennis van aanvoerders van vee,
dat, in verband met de te verwachten drukke Zater
dagsche eemarkten, de toegang voor vee tot het
Marktplein, oostelijk van het Waaggebouw, dus
bij de Spekbrug en de Schapenbrug, tot nadere
aankondiging zal zijn
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
Alkmaar, G. RIPPING, Voorzitter.
25 April 1908. DONATH, Secretaris.
De KAMER VAN KOOPHANDEL EN FABRIE
KEN TE ALKMAAR brengt ter algemeene kennis
dat er in de maanden Juli, Augustus en September
eene Internationale Tentoonstelling van Handel, Nij
verheid, Wetenschap, Nationale en Koloniale Produc
ten zal worden gehouden.
Het voorloopig Secretariaat is gevestigd Nieuwe
Haven 13 te 's Gravenhage. Telef. Interc. no. 233.
Ingevolge eene aanschrijving van den Directeur-Ge
neraal der posterijen en telegrafie wordt ter algemee
ne kennis gebracht:
dat bij artikel 11 3, le. lid van het Koninklijk Be
sluit van 14 December 1895 (Stbl. no. 222) zooals dit
luidt na de daarin bij Koninklijk Besluit van 28 April
1903 (Stbl. no. 139) gebrachte wijziging en aanvulling
is bepaald, dat toegestaan wordt postzegels te merken
door perforatie.
dat degenen, die gebruik wenschen te maken van ge
perforeerde zegels, bij hunne daartoe strekkende aan
vraag aan den Directeur-Generaal voornoemd een ont
werp van het merk in duplo, of twee daarvan voorziene
frankeerzegels behooren in te zenden;
dat tot dusver nog slechts door een zeer klein aan
tal personen en firma's goedkeuring is gevraagd van
een door hen te bezigen perforatiemerk en dat het in
den laatsten tijd meermalen is voorgekomen, dat op
handelskantoren ongebruikte postzegels worden ont
vreemd
dat ter voorkoming van zoodanige diefstallen nog
maals de aandacht wordt gevestigd op de bestaande
gelegenheid tot het aanwenden van perforatiemerken.
SPROKKELINGEN.
Gevatte antwoorden van twee Amster
dam s c h e burgemeesters.
Het is bekend, dat de Amsterdammers ten jare 1787
en volgende, niet zeer vriendschappelijk gezind waren
omtrent den voogd van Prins Willem V, den Hertog
van Brunswijk Wolfenbuttel en er het hunne toe bij
brachten, dat hij het land moest ruimen. Vóór zijn
vertrek was hij te Amsterdam op eenen maaltijd, waar
zich ook burgemeester Hasselaar bevond. Hier had de
Hertog de onbeschaamdheid té durven zeggen„dat
hij met welgevallen zou hooren, dat de beurs te Am
sterdam geheel met gras begroeide." Waarop de bur
gervader hem dit weinig malsche antwoord toevoegde:
„En dan wensch ik, dat God u, als een anderen Nebu-
eadnezar, mocht noodzaken, dat gras op te eten."
Een zeker Waalsch predikant, die, tijdens Holland
met de Franschen in oorlog was, voor de Eranschen op
den kansel gebeden had en daarom bij de Burgemees-
teren van Amsterdam ter verantwoording geroepen
was, gaf ter verontschuldiging als reden op: dat men
voor zijne vijanden moest bidden, waarop toen één hun
ner, burgemeester E. de Vrij Temminck zeer terecht
hem toevoegde: Ga dan naar Frankrijk en bid voor
ons. 1
Buskruit.
Ieder onzer heeft onder zijn kennissen allicht één
personnage, van wien hij met zekerheid kan zeggen,
dat die het buskruit niet heeft uitgevonden, maar nie
mand heeft tot nog toe kunnen aantoonen, wie het dan
wel heeft weten uit te vinden. Men beweert, dat het
bij de Ohineezen en Indiërs bekend is geweest vóór de
Europeërs het kenden en diezelfde „men" weet dan
meestal in één adem er aan toe te voegen, dat eigen
lijk de monnik Berehtold Schwartz omstreeks het mid
den der 14e eeuw na Chr. de gelukkige uitvinder zou
zijn geweest, maar geschiedkundig zeker zijn beide be
weringen niet. Wanneer het uitgevonden is, ligt dus
in het duister, maar omtrent het eerste gebruik ervan,
dateeren de oudste berichten van omstreeks de helft
der 13e eeuw. Verscheidene plaatsen uit Spaansche
historieschrijvers laten weinig twijfel over, dat het
buskruit reeds in de jaren 1257 en 1272 bij de Sara-
cenen gebruikt werd. Omstreeks dien tijd was het ook
in Italië bekend. Een lied van het jaar 1299 spreekt
van een bomharda. In zijne „History of Mathematics
in Italy" brengt de schrijver M. Libri een document
bij, gedagteekend 11 Februari 1326, waarin van ijzeren
kogels en metalen kanonnen gesproken wordt. In
Frankrijk gebruikte men ook buskruit en geschut in
het beg-in der oneenigheden tusschen Philip van Va-
lois en Eduard III van Engeland en er bestaat nog on
der de Fransche archieven van Guillaume de Moulin
van Boulogne een recept voor een ijzeren pot om vuur
pijlen te werpen en om een poeder te maken van een
pond salpeter en een half pond zwavel om genoemde
pijlen mee af te schieten. Dit stuk is van 1338 en nog
andere voorbeelden zijn er vóór het jaar 1346, waaruit
wij mogen aannemen, dat buskruit en geschut om
streeks het einde der 13e eeuw in Europa bekend waren
bij het belegeren en verdedigen van steden, maar dat
Eduard III de eerste vorst was, die het op het slagveld
bracht.
Gisteren was het een belangrijke dag voor IJmuiden.
Woensdagavond hebben de handelaars vergaderd.
Als uitkomst hunner besprekingen werd het volgende
bekend gemaaktHet bestuur der „IJmuider Visch-
handelvereeniging" geeft kennis, dat als protest tegen
de vermindering van de koopmanskorting van 3 op 2
pet. op hare vergadering^ van 29 April met alge
meene stemmen is besloten,
dat de leden harer vereeniging op 1 en 2 Mei en
de geheele daarop volgende week geen visch zullen
koopan op den Rijksvischafslag en ook niet van de
reederijen, evenmin als uit de hand;
dat zij ook geen visch zullen koopen in andere
plaatsen, opdat het ongerief, zonder visch te zitten,
op allen gelijkelijk drukt
dat op het eind der volgende week zal worden
vastgesteld hoe verder te handelen
dat de leden der vereeniging vast besloten zijn de
actie tegen de vermindering der koopmanskorting
voort te zetten en
dat zij in deze aangelegenheid de modewerking
verzoekt der vischhandelaren, die nog niet als lid van
onze vereeniging zijn toegetreden.
Aan dit laatste zullen een aantal menschen zeker
geen gehoor geveD.
Donderdagmiddag hebben de handelaars onderhan
deld met de reeder?, waarhij besloten werd zich te
verstaan met den di ecteur der visschershaven, den
heer Bottemanne, en ich door diens bemiddeling tot
den minister te wenden. Des avonds zijn vier reeders
de heeren S. A. Bakker, R. de Kroes, Broekmeyer
en F. P. Vermeulen als afgevaardigden der reeders-
vereeaiging bij den heer Bottemanne geweest.
De reeders meenden naar aanleiding van eene uit
lating van min. Lely, destijds gedaan, dat er reden
bestond voor hunne tusschenkomst. Dit werd evenwel
door den directeur der Visschershaven bestreden, met
het gevolg, dat de reeders geen telegram aan den mi
nister zullen zenden.
De boycot is dus een feit geworden. Over den afloop
zal nader bericht worden.
Donderdagavond kwam de stoomtrawler „Nelly"
binnen, die evenwel order kreeg rechtsomkeert te
maken en elders te markten. Vele booten gaan reeds
naar Engeland en zullen daar tot nader order blijven
markten.
Aan het N. v. d. werd medegedeeld, dat er kans
bestond, dat wellicht enkele reeders zelf hunne visch
zouden verzenden, hetgeen voor hen geen groot be
zwaar oplevert.
Over het algemeen schijnt de publieke opinie, naar
dit blad verder meldt, niet met de stakers. Gedeel
telijk omdat men het punt in geschil niet begrijpt
gedeeltelijk omdat men den handelaren niet sympa
thiek gezind is.
De leider van de beweging heeft die leiding slechts
op zich genomen, indien alles een rustig beloop blijft
hebben en de strijd met waardigheid gevoerd wordt.
Anders zou hij de leiding neerleggen.
De koopers (stakers) moeten niet verschijnen, en
evenmin hunne knechts, zoodat men niet veel leven en
beweging zal opmerken aan de meestentijds zoo druk
ke havenkanten.
Toch maakte een groot deel van IJmuiden's burgers
zich op, om vroegtijdig naar „den kant" te gaan.
Maar veel kregen zij niet te zien.
Twee politie-agenten surveilleerden. De vischkoopers
wandelden door het dorp, allen ernstig, onder den in
vloed der gebeurtenissen.
Velen hebben nog voldoende visch in voorraad om
hunne voornaamste afnemers te voorzien.
Voel schade wordt natuurlijk geleden door de losse
werklieden, de winkeliers, die aan de bemanning van
de trawlerschepen hunne waren leveren. Zij zijn
allesbehalve met deze staking ingenomen.
Onze deskundige correspondent schrijft
Deze tweejarige plant wordt algemeen in onzen groen
tetuin g'ekweekt. Zoo men ze niet voor zomergebruik
teelt valt de zaaitijd in 't begin van Mei. Graag ziet
men bietenblad donkergroen gekleurd. Een paar varië
teiten, die aanbeveling verdienen zijn: Non plus
ultra en Bleekblad. Vooral eerstgenoemde is,
zoowel wat biet als blad betreft een donkerrood ge
kleurde soort. Bleekblad is, zooals de naam reeds
aanduidt iets lichter, maar toch nog vrij donker van
kleur. Wil men platronde knollen, dan neemt men de
Egyptische. Het zaad is vrij kiemachtig en behoudt
het kieanvermogen 2 3 jaar, zoodat ook overjarig
zaad gebruikt kan worden. Men zaait in getrokken
rijen van een cM. of 5 diep, of in kuiltjes, waarin 2 :t
3 zaadjes gelegd worden. De afstand mag men niet te
groot nemen, daar de biet niet te zwaar mag worden.
Neem de afstand der rijen 2025 cM. en zorg bij het
uitdunnen, dat de planten pl.m. 20 cM. van elkaar ko
men. Staan de planten boven den grond dan ziet men
nog al dikwijls dat men hier en daar moet bijpöten. Bij
het verplanten moet men voorzichtig te werk gaan.
Maak het pootgat vrij diep, zoodat het worteltje lood
recht gezet kan worden, daar men anders veel kans be
loopt, vertakte bieten te krijgen.
Het stuk grond, dat voor bieten bestemd is, moet
diep losgemaakt worden om zuivere onvertakte knollen
te krijgen. Hoewel bieten een vruchtbaren grond vra
gen is versche stalbemesting niet aanteraden. Beter
is het in 't najaar reeds zijn stalmest onder te brengen.
Wil men op kunstmest bouwen ook dan kan men zijn
superpliosphaat en patentkali heel goed in 't najaar
uitstrooien. Met de chili moet men echter wachten
tot de planten zijn opgekomen. Hoeveel moet men nu
van elk geven? Vóór niet te zwaren grond mag men
per A uitstrooien 12 Kg. superphosphaat, 8 Kg. pa
tentkali en 6 Kg. chilisalpeter.
De chili strooit men in tweemaal. Den eersten keer
zoodra de bijgepote planten zich weer hebben hersteld.
De laatste gift chili geeft men een week of 45 later.
Is de tijd van rooien daar dan moet men zorgen den
wortel niet te verwonden, daar anders een deel van 't
sap wegvloeit, waardoor de beetwortel in waarde ver
mindert. Ook moet men de bladeren niet afsnijden
maar afwringen. De beste bewaarplaats is wel een
gat in den tuin te graven, dat voldoende met grond
opgehoogd wordt, opdat ze vorstvrij liggen.
Een rumoerige vergadering.
Donderdagavond hield de Onafhankelijke vereeni
ging in de „Diamantindustrie" in Casino te Amster
dam een ledenvergadering. Aan het verslag van „D e
T e 1." van deze vergadering, die een alles behalve
kalm verloop had ontleenen wij het volgende:
Nadat de voorzitter had meegedeeld, dat de onaf
hankelijke vereeniging wil medewerken om in de in
dustrie een gezonden toestand te herkrijgen, kwamen
aan de orde voorstellen van eenige leden tot het ver
kiezen van een leerlingcommissie en van een raad voor
scheidsrechterlijke uitspraak.
De heer Schimmel deze voorstellen verdedigende, be
toogde, dat ernstig ingrijpen in het inwendige der or
ganisatie noodig is, om aan tal van misstanden een
einde te maken. Vooral fulmineerde hij breedvoerig
en heftig tegen de wijze, waarop leerlingen werden
aangenomen en opgeleid." Hij beschuldigde verschil
lende werkgevers-leden en werknemersleden der Onaf
hankelijke Vereeniging ervan, maar leerlingen aan te
nemen, om het leergeld machtig te worden, zonder zich
ernstig' om de vakopleiding te bekommeren.
De beschuldigingen, door den heer Schimmel in zijn
requisitoir geuit, waren verre van malsch; van de ne
gen bestuurders, zijn zeven werkgevers die leerlingen
exploiteeren, loon dieven, uitbuiters, uitzuigers. Voor
loopig zei de heer Schimmel niet meer. Maar aan het
eind van zijn betoog, dat reeds onder een begin van
herrie was gelanceerd, stelde, hij een motie voor, om
't bestuur, als incompetent om als vak-bestuurders op
te treden, te ontslaan.
't Was tien uur, toen het zoover was.
De heer Schimmel: „Wie is tegen deze motie?"
Van de omstreeks 70 tot 80 aanwezigen, onder wie
vele jongelingen en enkele meisjes, steken een vijftal
den vinger op.
Schimmel„Dan is de motie aangenomen en het
be9tuur ontslagen.
Van de bestuurstafel wordt geprotesteerd.
Schimmel, onder toenemende herrie zich voor de be
stuurstafel plaatsend en de leiding der vergadering
overnemende: „Daar is niks aan te doen. We krijgen
een nieuw bestuur!" (Applaus.)
Pogingen van het oude bestuur om het woord te
krijgen, mislukten. De heer Schimmel schold het be
stuur uit voor uitzuigers, die een vereeniging hebben
gemaakt om wat menschen uit te buiten, leerlingen
af te zetten. „Bloedzuigers, brooddieven," enz.' enz.
e<nz.
Het slot is, dat het oude bestuur agenten van politie
liet halen, die al spoedig de zaal deden ontruimen.
Of het oude bestuur toch aanblijft is nog niet be
kend, ofschoon men op deze vergadering niet tot het
kiezen van een nieuw bestuur kwam.
De vrouwen van Madagascar.
De vrouw op Madagascar neemt een onderge
schikte plaats in; zij is niet veel meer dan een slavin.
Den man staat het of stond het tot voor kórten tijd
vrij zich zonder meer van zijn vrouw te scheiden en
weliswaar zoo, wanneer hij het wil, dat zij niet met
een ander trouwen zal. Hij geeft haar een zwarte
hoen, wat den wensch uitdrukt, dat zij in de toekomst
afkeerig moet zijn van alle mannen, een staf, waarmee
zij als uitgestootene door de straten moet dwalen, een
goudstuk als symbool, dat zij van aalmoezen leven
moet en witte watten als een teeken, dat zij in dezen
toestand blijven moet, tot haar haren van ouderdom
grijs zijn. De man is op Madagascar alles, zelfs zijn
naam is er heilig; hij zal zich wel wachten zijn eigen
naam nutteloos uit te spreken. Vraagt men hem naar
zijn naam, zoo zal hij in het gunstigste geval door zijn
slaaf laten antwoorden.
En zij hebben zulke mooie namen, b. v. Rainevoni-
nahitriniruy of Rabodanadrianamprinciamrina. Zij
beteekenen „de vader van den roem van de rivier" en
„het kind van den vorst in het hart van Imerina" (een
provincie.) Een groote tegenstelling met de breeds
woorden, die ook in de gewone spreektaal veelvuldig
voorkomen zijn de nauwe woningen, die natuurlijk ook
met mooie, groote woorden als prachtige paleizen aan
geduid worden. De beste huizen, als men de hutten
zoo tenminste noemen mag, zijn die der stam der Ho-
va's. Bij de andere stammen, bijv. bij de Sakalava's
wonen in een hut van misschien 12 voet in 't vierkant
„het teerbeminde paar," zes kinderen en wat vee. In
den eenen muur bevind zich de deur, zoowat drie voet
boven den grond, zoodat men een goed turner moet zijn
om er een bezoek af te leggen. In een anderen muur
is een gat, dat een venster voorstelt. Het grootste ge
deelte van het vertrek wordt echter door het aan alle
kanten gesloten bed ingenomen, een reusachtige kast,
waarin het „lekker warm en levendig moet zijn." De
hutten en ook de bedden zijn van het zuiden naar het
noorden gericht.
Daarbij komt het vreemde gebruik, dat de Hova's
niet zooals wij de woorden„rechts en links, achter of
voor ons" gebruiken, maar b. v. zeggenLeg de mat
oostelijk van het bed. De uren van den dag worden
genoemd naar de plaats, die dan juist door de zon be
schenen wordt.
Als op zoo vele plaatsen werd ook hier gisteravond
de 1-Mei-dfig op feestelijke wijze herdacht. Het initiatief
was daartoe genomen door de Vrije Socialisten-groep,
alhier. In do groote zaal van de „Harmonie", waar
een groot aantal belangstellenden waren opgekomen,
waren langs den wand de vaandels van verschillende
organisaties hier ter stede, geplaatst. Als feestredenaar
trad op de heer T. Luitjes van Blaricum. De spreker
wees er op, hoe het al vele jaren bij de arbeiders
gebruikelijk is om den 1-Mei-dag te herdenken op
feestelijke wijze. Voor de buitenstanders is het vaak
niet duidelijk wat de arbeiders toch met dien feestdag