DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN. No. 104 Honderd en tiende jaargang 1908 MAANDAG 4 MEI. Kiezerslijst 19089. Uit Hof- en Hoofdstad. BINNENLAND. Deze Courant wordt eiken avond, behalve op Zon- en Feestdagenuitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden voor Alkmaar f 0,80; franco door het geheele Rijk f 1, Afzonderlijke nummers 3 Cents. Telefoonnummer 3. Prijs der gewone advertentiën: Per regel f 0,10. Bij groote contracten rabat. Oroote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdrukkerij v/h. HERMs. COSTER ZOON, Voordam C 9. HINDERWET. onmisbaar voor zogende moeders. QEMENOD NIEUWS. Uit de diamantnijverheid. ALKMAARSCHE De BURGEMEESTEE der gemeente Alkmaar brengt ter kennis van. belanghebbendendat de aangifte tot deelneming aan bovengenoemd onderricht ter ge meente-secretarie moet geschieden vóór I Juni a.s., op welken datum de lijst onherroepelijk wordt ge sloten. Inlichtingen omtrent de regeling van het bedoelde onderricht worden ter gemeente-secretarie verstrekt. Burgemeester en Wethouders voornoemd Alkmaar G. RIPPING, Voorzitter. 1 Mei 1908. DONATH, Secretaris. KENNISGEVING. Het HOOFD van het Plaatselijk Bestuur te ALK MAAR brengt, op grond van artikel 1 der Wet van 22 Mei 1845 (Staatsblad No. 22) ter kennis der inge zetenen, dat bij hem ingekomen en aan den ontvanger der Rijks directe belastingen binnen deze gemeente ter invordering zijn overgegeven de kohieren der Personeele belasting Nos. 1 en 7, voor het dienstjaar 1908, executoir verklaard door den Directeur der directe belastingen in Noordholland te Amsterdam, den 80 Apiil 1908; dat ieder verplicht is zijn aanslag, op den l ij de Wet bepaalden voet, te voldoen en dat beden ingaat de termijn van zes weken binnen welken daartegen bezwaarschriften kunnen worden ingediend. Het Hoofd van het plaatselijk bestuur voorn., G. RIPPING. Alkmaar, den 1 Mei 1908. De BURGEMEESTER der gemeente ALKMAAR, Gelet op art. 33 der Kieswet, brengt ter algemeene kennis, dat de beslissing van het Gemeentebestuur op een bezwaarschrift tegen de door Burgemeester en Wethouders op 23 Maart 1.1. vastgestelde kiezerslijst voor het jaar 1908/9, in haar geheel voor een ieder op de secretarie der gemeente ter inzage is nedergelegd en tegen betaling der kosten in afschrift verkrijgbaar gesteld. Alkmaar, 2 Mei 1908. De Burgemeester voornoemd, G. RIPPING. BURGEMEESTER en WETHOUDERS der gemeente ALKMAAR brengen ter algemeene kennis, dat zij bij besluit van heden onder voorwaarden vergunning hebben verleend aan J. DE GROOT, aldaar, tot het uitbreiden van een herstelplaats voor rijwielen, door het plaatsen van een gasmotor van 2 P.K., tot het in beweging brengen van een draaibank en een boormachine in het perceel Ridderstraat, wijk A No. 18 Burgemeester en Wethouders voornoemd, Alkmaar, G. RIPPING, Voorzitter. 2 Mei 1908. DONATH, Secretaris. ALKMAAR, 4 Mei. Gisteren zijn in Frankrijk de verkiezingen voor de gemeenteraden gehouden. Onze „Laatste berichten' ypreken over den uitslag, maar waar deze verkiezingen van politiek gewicht zijn, willen we hier daarover het ren en ander zeggen. Op den eersten Zondag van Mei hebben om de vier jaar de gemeenteraadsverkiezingen plaats. Alle leden yan de 36.170 gemeenteraden worden op dien dag her kozen, gekozen of zij brengen het tot een herstemming. Deze verkiezingen hebben plaats volgens het algemeen kiesrecht en er wordt minder gelet op plaatselijke be langen dan op politieke overtuiging. Helaas wij zien dat in ons land in steeds vlugger tempo ook ge beuren. Of een candidaat voor den gemeenteraad de gemeente, haar nooden en behoeften kent, of hij be kwaam en gesehikt genoeg is, doet er minder toeals hij maar een aanhanger is van de politiek der meerder heid. En het gevolg is, dat er in den gemeenteraad steeds grootere politieke debatten worden gehouden die tijd vragen en de gemeente geen voordeel geven. In Frankrijk is de uitslag der gemeenteraadsverkie zingen zuiver een nationaal politieke uitspraak, even- als de verkiezingen voor de Kamer van afgevaardigden welke ook om de vier jaar worden gehouden. Elke twee jaar geven de verkiezingen in Frankrijk dus een beeld van den politieken toestand. Er is een bijzondere omstandigheid, welke de ge meenteraadsverkiezingen belangrijk mankt. Door de gemeenteraden worden n. 1. commissies gekozen, wier leden de senatoren kiezen. De senaat bestaat uit 300 leden, van wie er om de 3 jaar 100 aftreden. In Janu ari zal de senaat weer voor een derde moeten worden aangevuld, vandaar dat de gemeenteraadsverkiezingen van grooten invloed zijn op de samenstelling van den senaat en dus ook op de algemeene politiek. Er is dan ook druk gewerkt met „programs" en als een staaltj ermelden we dat de „vereenigde socialisten" uitnoo- digden op hun eandidaten te stemmen, allén „die door belastingen verpletterd, aan willekeur der regeering overgeleverd, door haar aan de uittartingen en geweld daden van het patronaat onderworpen zijn." De verkiezingen werden - voornamelijk beheerscht door den strijd tegen sommige socialisten. Men weet dat er verschillende soorten socialisten in Frank- ijk zijngewone socialisten, radicaal-socialisten, geii- nifeerde socialist-en, etc. Nu hebben de radicalen, naar het parool van het mi nisterie, besloten, dat zij geen enkelen socialistischen candidaat zouden steunen, die aanhanger is van het Herveïsme (anti-militairisme) en van de leerstellin gen van den Algemeenen Arbeidsbond (Confederation Générale du Travail, bij verkorting C. G. T.) De repu- blikeinsche bond' wilde geen enkelen vereenigd socia list (dus wel andere bijv. een radicaal-socialist) stem men. Er valt uit dit alles af tè leiden, dat er wel een neiging is tot het opnieuw vormen van een „blok" van adicalen, socialisten, die tot de radicalen overhellen, republikeinen en progressisten (die onder Oombes niet tot het blok behoorden). TTet is, blijkens de telegrammen, gisteren bij de ver kiezingen warm toegegaan. Men heeft in verschillen de plaatsen zich zelfs meester gemaakt van de stem bus waarmede die stembus nog niet- veroverd was De gendarmes hebben zelfs geschoten. Te Parijs had er maar één buitensporigheid plaats: een vijftigtal manifestanten, aanhangers van juffrouw Jaloë, zagen zich den toegang tot één der stemlokalen geweigerd. Mej. Jeanne Jaloë had zich n. 1. in het kwartier Snint-Georges candidaat laten stellen. Op de bekende felgekleurde verkiezingsplakkaten die ekleurd moeten zijn, omdat wit alleen voor adminis tratieve doeleinden mag worden gebruikt heeft zij het den volke verkondigd. Op die biljetten stond o. a. te lezen: „De vrouw betaalt belasting: ze wil mede te zeggen hebbep over de beschikking van het geld. De vrouw geeft kinderen aan het land, ze wil mee te zeg gen hebben over hetgeen er met de kinderen gebeuren moet. Gij allen, die meent dat de vrouw mede behoort te werken, mede kan werken tot het lands- en stadsbe lang, dat de tijden voorbij zijn waarin men haar on rechtvaardig en ten nadeele van het landsbelang ter zijde kon stellen, gij allen, stemt voor Jeanne T.aloë." Het stond te voren vast, dat mej. Laloë het jaargeld' van 6000 francs, dat een Parijsch gemeente raadslid geniet, niet zou krijgen, om de eenvoudige re den, dat een vrouw volgens de wet geen lid van den gemeenteraad mag zijn. „Dat is van later zorg" heeft ze gezegd, toen men haar hierop opmerkzaam maakte. Zij wilde slechts manifesteeren en dat is haar ook blijkens de telegrammen gelukt. Vóór de verkie zing had zij het zelfs zoover weten te brengen, dat haar een speelvcrtrek van een openbare school werd gegeven, tot het houden van een kiesvergadering. Het is n. 1. gewoonte, dat die vergaderingen in de scholen worden gehouden, evenals het gewoonte is, dat de can didaten 's ochtends in de verkiezingsbureaux te spre ken zijn en 's middags er op uit gaan, om invloedrijke kiezers te bezoeken gemakkelijk wordt men dus niet lid van dèn Parijschen gemeenteraad! In verband met de beëediging van mr. Krabbe als lid van den Hoogen Raad merkt de Haagsche brief schrijver der Arnh. Ct. op: „Men kan eene beëediging ais een formaliteit be schouwen een belovende toekomsteed is wat anders dan een heilig getuigenis omtrent hetgeen gebeurd is, maar in ieder geval treedt de titularis eerst na die formaliteit in functie. Eens is een lid van den Hoogen Raad niet in functie getreden en is zelfs zijne benoeming ingetrokken. Het is gebeurd met mr. van Meerbeke, enkele jaren geleden overleden. De Hooge Raad had hem op de nominatie geplaatst, de Tweede Kamer op haar aanbeveling, het departement van Justitie, het kabinet des Konings, en Z. M. z- If hadden blijkbaar geen bedenkingen - de benoeming ge schiedde en moest worden ingetrokken. De heer van Meerbeke later, bij de volgende vacature opuiei.w benoemd was mr. in de rechten, had den wette lijken leeftijd van 30 jaren reeds lang overschreden maar voldeed niet aan den eisch, dat men tien jaren moet zijn gepromoveerd. Daaraan had niemand ge dacht de heer van Meerbeke had een jaar of tien twaalf gestudeerd, en met die mogelijkheid hield men zoo gauw geen rekening, een kundig jurist van middelbaren leeftijd voorhebbende. Een aardig voor beeld, hoe alles eerst in de puntjes wordt onderzocht, wanneer er twijfel rijst. Geen enkel lid van het hooge Staatscollege, geen enkel lid van de Volksver tegenwoordiging, geen enkel ambtenaar van Justitie of van het Kabinet heeft zich ook maar één oogenblik de vraag gesteld zou mr. van Meerbeke wel al tivn jaar gepromoveerd zijn Een burgemeester van den Haag in ruste nam ge b»-ek aan accuratesse, binnen zekere grenzen, niet kwalijk, onder het motto: wie niet werkt, maakt geen fouten, Het vermelde staaltje van collectieve or. nauwkeurigheid staaft zijn inzicht, terwijl het ook nog aantoont, dat veelhoofdige controle al bitter weinig bcteekent. Men vertrouwt, dat het wel in orde zal wezen, men laat het op elkaar aankomen. Trouwens, een "goed te maken vergissing nu en dan is minder erg, dan eene minutieuse controle om zich tegen zulke vergissingen te vrijwaren. Herstel liever een enkele maal een flater dan dat gij honderden uren besteedt om een mogelijken flater te voorkomen. Zooals een roeder, die vele tientallen schepen heeft, liever de kans loopt er wel eens één te verliezen dan ze nauwkeuriglijk alle te verzekeren, wat door de bank veel duurder en omslachtiger zou zijn, zoo moeten alle groote administraties haar eigen assuradeur zijn." „Men moet het zien, als men met den spoortrein reist, hoe om en bij de residentie, allerlei borden, opschriften en aankondigingen het liefelijk landschap bederven als zoo vele inktvlekken op een kostbaar kleed of doek, zoo moppert de Haagsche Kouter der Prov. Gron. Ct.H „Daar ligt het mooie, vlakke, Nederlandsche land schap met zijn weiden in groote parten verdeeld, waarboven de wispelturige April-wolken drijven en jagen. Hier en daar worden die strakke lijnen van 't weiland gebroken door eene boerenwoning, die met hare stille zedige kleuren zulk een mooi contrast vormt met het schelle licht der oproerige lucht. En daartusschen, op de meest beleedigende wijze het harmonisch aanzien storende, schreeuwt u brutaal het melkwitte bord met groote blauwe letters toe: „Rade- maker's melkchocolade." Het verheugt mij, dat Rade maker in staat is, ons verhemelte op zulk een smake lijke wijze te streelen, maar waarom bederft hij met zijn schreeuwerig bord het gansche landschap voor ons Een eind verder doet eene geschilderde levensgroote boerin aan de waschtobbe eene poging om een plei dooi te leveren voor de onovertroffen Sunlight-zeep. De reclame-pop beleedigt de gansche omgeving en maakt den natuurvriend korzelig. Lieve hemel moet dan het genot, dat de zuivere natuur ons schenkt, bedorven worden door speculanten, die voor eenige rijksdaalders het recht gehuurd hebben om van weiland of huismuur een reclameplek voor hun verkoopartikel te maken Weer een eindje verder „Sander's eau de cologne en zeep"; onverbeterlijk zijn die klantenjagers En niet alleen hier, in 't beminde vaderland, want ik herinner mij, hoe ik tusschen Genève en Chamounaix, op een hoog punt van een rotsblok, de verzekering las, dat de chocolade Suchard onovertroffen is. Dat woeste natuurtafereel, aangrijpend door zijn stoutheid, verloor Hl zijn toovermaeht door de banale aankondi ging van Suchard's artikel. En zoo dringt de proza zich onbeschaamd en zeldzaam brutaal overal in, waar vroeger de poëzie van het natuurschoon onverdeeld heerschte. En zou nu werkelijk het aantal van hen, die door het réclame-bord tot koopen van het artikel verlokt worden, aanzienlijk zijn Ik geloof het niet. Onbe wust zal de wandelaar of spoorwegreiziger vermoede lijk het gevoel krijgen, dat hem door dat indringerige bord wat ontnomen of onthouden wordt. Zonder er zich rekenschap van te geven, zal hem eene gewaar wording besluipen, dat er een wanklank in de natuur is, een valsch object, dat hem hindert en kwelt. Er wordt niets of althans zeer weinig mee gewonnen, doch veel door bedorven. Heeren reclame-stichters, laat s.v.p. buiten weilanden en huismuren met rust." „Jammer zegt Flanor in de „Leeuw. Ct." dat wij den zomer onder over 't geheel zoo treurige vooruit zichten voor de arbeidende klasse en voor de breede schaar van kleine neringdoenden tegemoet gaan. Want het is in de groote bedrijven nog even stil als een paar maanden geleden; enkel de voorjaars-schoonmaak heeft wat verlevendiging gebracht in de vakken die met het bouwvak samenhangen. Voor huisschilders en stukadoors en behangers is er wat werk aan den win kel en kleine vertimmeringen, die in verband staan met de janrlijksche verhuizing, geven voor de timmer lieden wat meer vertier; maar over het geheel is de toestand nog treurig. Wel is er nog weer een nieuwe stadswijk aan den zuidoostelijken kant der stad, tusschen de Lihnaeus- straat en de Vrolikstraat, ontworpen, maar aan eenig bouwwerk aldaar is ook nog geen begin van uitvoering gegeven. Nu is de hoop van de bouwvakarbeiders gevestigd ep de coöperaties als de Amsterdamsche Arbeiders- Bouwmaatschappij ter verkrijging van eigen woningen, de Coöperatieve B ou w ver een i g i 11 g „Rochdale" en de Amsterdamsche coöperatieve Onderwijzers-Bouwveree- niging, die van de gemeente toezegging hebben gekre gen van borgstelling voor een rentedragend voorschot uit 's Rijks kas en waarschijnlijk wel spoedig in ver schillende doelen der stad met den aanbouw van groo te huizenblokken zullen beginnen. Tegen het verleenen van een rentedragend voor schot aan dc Coöperatieve Onderwijzers-Bouwvereeni- ging' was eenige weken geleden nog al wat oppositie in den Raad. Genoemde coöperatie wenscht woningen te doen bouwen, waarvan de huur varieert tusschen 250 en 325 gulden per jaar. Is het nu de bedoeling der Woningwet, een wet die ter verbetering van de volks huisvesting moet strekken, dat de gemeente zich inlaat met den bouw van woningen als die van de onderwij zers-coöperatie. Men heeft hier immers te doen met lieden uit den middenstand, zij het dan ook van den kleinen middenstand, Men had er ook op kunnen wijzen, dat er van de wo ningen tegen de prijzen van 250 a 325 per jaar vrijwat ledig staan. Men behoeft daartoe maar eens een wan deling te maken door de 'van Ostade- en Rustenburger straten, twee straten parallel loopende met en ten zui den aan de Ceintuurbaan, tusschen den Amsteldijk en de Ruysdaelkade en door zoo menig andere nieuwe buurt. Komt nu een ander deel van den middenstand, de bouwondernemers en de menschen die wat geld in hui zen hebben gestoken, niet door de inwilliging van het verzoek der onderwijzers-coöperatie in het gedrang? Ik weet, dat er in sommige middenstandskringen ontstemming heerscht ever 't bedoelde Raadsbesluit. 'Vis de slagers b.v. een bouwcoöperatie gaan vormen, zou de gemeente dan ook willen zorgen, dat zij een voorschot uit 's-Rijks kas krijgen tegen een jaarrente van 31/2 percent en zich voor rentebetaling en aflos sing borg willen stellen? En als de telegrafisten, de leeraars bij het Middelb. onderwijs dit zelfde begon nen? En zou de gemeente al onze corporatiën in de gelegenheid willen stellen op 't gebied van woning bouw en woningverhuurderij, sommige particulieren concurrentie aan te doen? Zoo wordt er geredeneerd. Gij ziet, dat er op het terrein van eiken socialen ar beid, zoodra de gemeente zich er op begeeft, voetan gels en klemmen liggen om het eens banaal uit te drukken. „De schooljongens van nu, aldus de Amsterdamsche briefschrijver der „Prov. Geld. en Nijm. Ct.", dóen aan degelijke sjwrt, houden voetbalwedstrijden, waarbij pla gerijen en kattenkwaad zijn uitgesloten, zij redeneeren in sporttermen, noodigen vreemdelingen uit tegen hen te komen trappen en gaan zelf op reis om een over winning te behalen. En den volgenden dag lezen ze uitvoerig het verslag in de krant, net of ze candidaat voor den Raad geweest waren. Ik ben in 't geheel geen tegenstander van vermaak of sport en vind dat ieder daarin naar zijn eigen geneugte te werk moet gaan, maar voel toch weinig voor die opkamming en over 't paardtillerij in de dagbladen. Wie zou er vroe ger aan gedacht hebben, als de jongens krijgertje ge speeld hadden den overwinnaar in een dagbladartikel te huldigen. En is het nu zooveel kunstiger, verhef fender, edeler, grootscher beter een bal vooruit te schoppen dan hard te kunnen loopen? In plaats van kwajongens met gabbeltjes en streken krijgen we phy- sic-k betrekkelijk sterke maar geestelijk oude manne tjes, bezield met eerzucht en vol eigenwijsheden, dio als ze in hun sportwereldje een baas zijn, denken ook in de groote maatschappij wat in de melk te brokkelen te hebben. Zoo goed en gezond de sport zelve moge zijn, zoo verkeerd en verderfelijk is de sportmanie en sportover- drijving. Vergelijk maar eens het op zich zelf mooie van rennen tusschen prachtig gevormde kloeke paar den en het wedden, waardoor je bij een bookmaker in een vunze jeneverkroeg je zelf heelemaal naar den kel der kunt helpen. We hadden hier onlangs nog het geval van een houder van een bar, die schatrijk had kunnen zijn, doch door zijn hartstocht den dood in den Amstel moest zoeken. Zelfs de 1500 gulden die de jeugdige zetkastelein als borg had gestort waren ver dwenen. Nu zou men dénken: wat zal die laatste een afschuw van het wedden hebben, hij heeft leergeld ge noeg moeten betalen. Maar wie zoo denkt houdt geen rekening met den sleur. De zetkastelein is door de een of andere (in dit geval gelukkige) onbegrijpelijk heid in de Drankwet, in de zaak kunnen blijven, maar de bar is nu nog meer „opgesierd" met gravures, die tot 't wedden op de courses opwekken dan vroeger. Worden de menschen dan nooit wijs?" De Amsterdamsohe briefschrijver van het „Utr, Dngbl." vertelt een aardigheid van een minder besehei den hooglceraar. „Ik zal zijn naam niet noemen, do man is dood. Deze beroemde er zich op gesproten te zijn uit een familie van bekwame mannen. „Mijn grootvader," zeide hij, „was dokter, Mijn va der was een goede dokter. Ik ben professor." „Dan zal uw zoon zeker een goede professor zijn," merkte een student op. een die zeker niet bang was voor zijn examen." Het HU. meldt Naar aanleiding van het te Antwerpen door den Antwerpschen Diamantbewerkers Bond genomen be sluit, om weer aan het werk te gaan, zal in de honds vergadering van den A. N. D. B. die Maam'ug gehouden wordt, worden voorgesteld otn Ie Ams'erd; m den llen Mei ook weer aan het weik te gaan. Of beter gezegd, de stopzetting op te heffen. Want of de arbeid algemeen zal worden hervat,- dkt zal natuirlijk van de juweliers afhangen. Verschillende eigenwt rkmakers, niet-leden van de A. J. V., hebben zich hij den A. N. D. B. reeds aan gemeld, om op de gevraagde voorwaarde, 20 pet. boven de jongst vastgestelde minimum-tarieven, te laten arbeiden. Met zorg is het bondsbestuur thans bezig te overwegen, wie van degenen, die zich aan meldden, als bona-fide eigenwerkmakers kunnen wor den beschouwd, zoodat hun gelegenheid kan worden gegeven. nH 11 Mei werk uit te geven. Zooals bekend, is de geheele beweging van de laatste maanden op touw gezet om aan de corrupte eigenwerkmakerij den kop in te drukken, ep men wil dat nu ook zoo serieus mogelijk doen. De houding van de Amsterdamsche Juweliersver- eeniging wordt aan werklieden/.ijde nogal onbegrijpe lijk gevonden. De A. N. D. B. zou, naar wij vernamen, geneigd zijn geweest nog 4 weken het werk stop te zetten,

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1908 | | pagina 1