DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
Voorbereidend Militair onderricht
Voor het leren, niet voor de school.
No. 109
Honderd en tiende jaargang.
1908
ZATERDAG
9 MEI.
UITBETALING
vergoeding Landweerpliclitigen.
BINNENLAND.
BUITENLAND.
Deze Courant wordt eiken avond, behalve op Zon- en
Fees tdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden
voor Alkmaar f 0,80; franco door het geheele Rijk f 1,—.
^Wonderlijke nummers 3 Cents.
Telefoonnummer 3.
Prijs der gewone advertentiën:
Per regel f 0,10. Bij groote contracten rabat. Groote
letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdrukkerij
v/h. HERMs. COSTER ZOON, Voordam C 9.
BURGEMEESTER, en WETHOUDERS
der gemeente ALEM A. AR brengen ter ken
nis van belanghebbenden dat d9 uitbetaling
der vergoedingen, toegekend ingevolge art.
15 bis der Landweerwet zal geschieden ter
gemeente-secretarie en noodigen belang
hebbende landweerplichtigen uit, zich,
VERGEZELD VAN HUNNE ECHTGE-
NOOTEN ZOO SPOEDIG MOGELIJK
daartoe aan te melden.
Diploma voor melke
ALKMAARSCHE COURANT.
UTTavTZ
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
G. RIPPING, Voorzitter.
DONATH, Secretaris.
Alkmaar, Mei 1908.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALK
MAAR brengen ter kennis van belanghebbenden, dat
Bestuurders-Collatoren van het „Houckama-Leen" te
Bolsward voornemens zijn, over te gaan tot de -bege
ving van een studiebeurs.
Nakomelingen uit de familie van den stichter, die
naar de beurs wenschen te dingen zullen zich, onder
overlegging van een geboorte-akte, VóóR 1 JUNI a.s.
schriftelijk moeten aanmelden bij den Heer Dr. O. J.
NIEMELTER te Bolsward. Zij dienen dan den leef
tijd van 12 jaren te hebben bereikt.
De begiftigde zal vrij zijn in de keuze van een vak
van studie.
De sollicitanten zullen zich hebben te onderwerpen
aan een vergelijkend examen, waarvan de datum later
zal worden bekend gemaakt.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
G. RIPPING, Voorzitter.
DONATH, Secretaris.
Alkmaar, 7 Mei 1908.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALK
MAAR brengen ter kennis van belanghebbenden, dat
Bestuurders-Collatoren van het „Wijbenga-Leen" te
Bolsward voornemens zijn, over te gaan tot de bege
ving van een studiebeurs.
Nakomelingen uit de familie van den stichter, die
naar do beurs wenschen te dingen zullen zich, onder
óverlegging van een geboorte-akte, VóóR 6 JUNI a.s.
schriftelijk moeten aanmelden bij den beer Dr. O. J.
Niemeijer te Bolsward. Zij dienen dan den leeftijd
van 1° jaren te hebben bereikt.
De begiftigde zal vrij zijn in de keuze van een vak
van yli die.
De sollicitanten zullen zich hebben te onderwerpen
aan een vergelijkend examen, waarvan de datum later
zal worden bekend gemaakt.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
G. RIPPING, Voorzitter.
DONATH, Secretaris.
Alkmaar, 8 Mei 1908.
De BURGEMEESTER der gemeente Alkmaar brengt
ter kennis van belanghebbenden, dat de aangifte
|ot deelneming aan bovengenoemd onderricht ter ge
meente-secretarie moet geschieden vóór I Juni a.s.,
op welken datum de lijst onherroepelijk wordt ge
sloten.
Inlichtingen omtreDt de regeling van het bedoelde
onderricht worden ter gemeente-secretarie verstrekt.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
Alkmaar, G. RIPPING, Voorzitter.
1 Mei 1908. DONATH, Secretaris.
II. (Slot.)
In een vorig artikel hebben wij er op gewezen, dat
er in Duitschland weer een strijd ontbrand is over de
resultaten van de middelbare scholen en de gymnasia
en dat met name weer de krijgsroep gehoord is: minder
verstandsontwikkeling, meer opvoeding.
Een schrijver, die zichzelf niet noemt, komt nu met
kracht op tegen het ook voor Holland uit den aard
onaannemelijke idee om naast de leeraars op de
gymnasia en burgerscholen een gepensioneerd officier
als opvoeder te doen optreden. Hij zegt, dat niet de
„Oberlehrer" zichzelve doch dat de wet de „Ober
lehrer" dwingt tot eenzijdig onderwijs in bepaalde vak
ken.
In twee opzichten.
Omdat de leeraar gemaakt wordt tot specialist in
één vak en omdat de rooster den leeraar dwingt uit
sluitend verstandsontwikkeling in dat ééne vak te ge
ven, niet ook op te voeden.
Het eerste bezwaar dat een leeraar specialiteit
moet zijn weegt zwaar. Hij leert veel meer van bet
vak dan noodig is voor het onderwijs en hij leert zijn
vak beschouwen als van grooter gewicht dan alle an
dere vakken. Ja men gaat zoover in de bewondering
voor die vakgeleerdheid, dat men de examens voor de
leeraars hoe langer hoe moeilijker maakt, hoe langer
hoe meer voor en nevenvakken uitdenkt en hoe langer
hoe minder hecht aan een grondige elementaire ken
nis en aan kennis van opvoeding.
Een voorbeeld. Leeraar A. moet Engelseh doceeren.
Daarvoor is noodig, dat hij vloeiend Engelseh spreekt
en uitsprekend heen en weer kan vertalen. Hij moet
ook litteratuur doceeren. Goed, hij leere dus uitstekend
dat weinigje litteratuur, dat voor kinderen geschikt
is- Al het andere is bijzaak. Oud Engelseh, de talen
waaruit het Engelseh ontstaan is, zeer eigenaardige
dialecten enz. enz. enz., het is alles heel mooi voor den
leeraar, die alleen ruim en grondig behoort te kennen,
wat hij zijn leerlingen moet leeren. Leert hij veel
meer van die taal, dan zal hij, menscli zijnde, te groot
gewicht aan die taal gaan hechten, neerzien op vak
ken, die hij minder goed kent, en zijn teveel aan ge
leerdheid willen luchten, alles schadelijke neigingen,
die ten nadeel van den leerling komen. Maar boven
dien zal zijn groote geleerdheid in één richting hem
verhinderen zich ook harmonisch in andere richtingen
te ontwikkelen. Hij zal altijd maar op één punt de
jongens de baas zijn; in andere vakken zal hij niet zel
den van hen kunnen leeren. Hij zal over de algemeene
ontwikkeling van den jongen niet kunnen oordeelen en
op de vergadering der leeraren zal hij erop uit zijn het
eigen vak tot zijn recht te doen komen,
De wet heeft den leeraar dus gemaakt tot verdedi
ger van de belangen van één vak. En hoezeer er in den
leeraarsstand veel voortreffelijke'mannen zijn, die zich
boven deze opvatting weten te verheffen, de regel is
toch en moet volgens de wet zijn, dat iedere leeraar
voor zijn vak zorgt. Want niet alleen zijn opvoeding
en aanstelling, ook de rooster dwingt tot concentratie
op één vak. De rooster wil niet alleen uitsluitend ver
standsontwikkeling, hij wil ook in een vak vrij wat ver
standsontwikkeling. De leeraar heeft dus zijn tijd
noodig. Ook al is hij nog zoo'n bekwaam, algemeen
ontwikkeld man, den tijd om de jongens ruim van al
die beschaving te doen genieten geeft de rooster niet.
De leeraar moet klaar maken, klaar maken voor over
gang, klaar maken voor het eindexamen.
Indien men zich dus ten aanval gordt op de tegen
woordige middelbare scholen en gymnasia, valle men
niet de „Oberlehrer" aan, doch het systeem, dat ook
den uitstekendsten, beschaafdsten, minst eenzijdigen,
minst schoolmeesterachtigen Oberlehrer dwingt tot
haast maken in één vak.
Dat stelsel moet veranderd. Eischt men van deze
scholen geestesontwikkeling en karaktervorming;, wil
men ze van „geleerden-scholen" tot opvoedings-insti-
tuten vervormen; vraagt men van de school behalve
ontwikkeling van het verstand, ontwikkeling van
scherpte van oog, vastheid van hand, systematische
ontwikkeling van het geheugen, van het gevoel, van
het lichaam, van de bekwaamheid in spreken, van het
ethisch denken, in eén woord opvoeding, dan zoeke
men in de Oberlehrer in plaats van een geleerde, een
opvoeder, dan ruinie men dien dwingeland van een
rooster zooveel mogelijk op. Men geve aan de verschil
lende klassen één leeraar, die alles onderwijst en daar
voor zóó ruim den tijd krijgt, dat hij niet uitsluitend
aai verstandsontwikkeling behoeft te denken. Deze
leer.:ar zij de opvoeder. Of hij met de klasse op moet
gaan, d m wel in een bepaalde klasse moet blijven is
een via :g van nader order, gelijk van nader order de
kwestie is of enkele speciale vakken toch nog niet door
zeei' t nkide speciale vakleeraars zullen moeten worden
gedoceerd dan of het b.v. noodig zal blijken dat twee
i drie) klassen b.v. twee (drje) leeraars krijgen, een
voor alle meer philologische, een voor alle meer exacte
vakken enz.
Er zijn aan deze methode schaduwzijden. Men zal
irooge eischen aan deze leeraars moeten stellen en heu
goed betalen als een corps van zelfstandige ambtena
ren. Het zal voor hen niet zoo betrekkelijk gemakke
lijk meer zijn om hoogleeraar te gorden, gelijk het de
vraag is of leeraren als de hier bedoelde aan de tegen
woordige universiteiten zullen kunnen worden ge
vormd. Doch deze bezwaren gesteld het blijken be
zwaren te zijn, zullen niet opwegen tegen de groote
voordeelen van een systeem, dat ons in staat zal stel
len de middelbare scholen en de gymnasia van geleer-
denscholen te maken tot opvoedings-instituten.
In het bovenstaande geven wij met ons eigen woor
den weer, wat wij hier en daar in de Duitsche bladen
gelezen hebben. Wij willen gaarne toegeven, dat dit
alles noch nieuw voor Nederland is noch direct op
Nederlandsche toestanden toepasselijk. Maar dat
daarin wel veel waars is, dat er bij ons gelijksoortig
onderwijs kwalen zijn, die wel wat lijken op de boven
beschreven Duitsche tekortkomingen, wie zal het ont
kennen. En wie zal niet toegeven dat deze kwestie ook
in ons land nauwkeurige overweging en ernstig debat,
ook buiten de kringen der vakmannen, alleszins waard
is?
De Vereeniging tot ontwikkeling van den Landbouw
in Hollands Noorderkwartier tracht het goede melken
zooveel mogelijk te bevorderen. Telken jare bestaat er
voor jongens en meisjes van 15—20 jaar gelegenheid
proeven van bekwaamheid af te leggen en een diploma
te verwerven. Maar de Vereeniging heeft besloten nog
meer tc doen. Het is een treurig verschijnsel, dat te
genwoordig vele meisjes niet meer willen melken, en
het beschouwen als een te lastige en gebonden arbeid.
Het is jammer, want een goede melkster is veel waard
in het veehoudersbedrijf en mag met recht trotsch zijn
op hare vaardigheid.
Om nu te bevorderen, dat meisjes zich op het ver
krijgen van die vaardigheid gaan toeleggen, en dat
outers hunne dochters daartoe aanmoedigen, stelt
Holland's Noorderkwartier voor meisjes, die in 1908
den leeftijd van 14 jaar bereikt hebben of zullen berei
ken, de gelegenheid open zich nu reeds aan te melden
bij den secretaris, den heer W. Teengs te Alkmaar,
met vermelding van jaar en datum van geboorte. Zij
zuJen dan in Mei 1910, dus op ongeveer 16-jarigen
leeftijd opgeroepen worden om proeven van bekwaam-
he /1 af te leggen. Wie aan den eisch voldoet, ont
vangt een diploma, terwijl de Vereeniging tevens 400
voor 10 prijzen van 25 ter beschikking stelt. Hoewel
de termijn van aangifte open blijft, doet men goed zich
nu reeds aan te melden, omdat men dan kosteloos een
handleiding over het melken ontvangt. De Vereeni
gi.ig rekent op de medewerking van de veehouders,
door in hun eigenbelang de gelegenheid om melken ti
leeren aan meisjes, die dat willen, zoo goed mogelijk te
verschaffen en niet bang te zijn voor hun koeien, maar
door onderricht tot de degelijke vorming van melksters
mede te werken. Alleen door voortdurende oefening
onder goede leiding kan de vaardigheid worden ver
kregen. Het vormen van iedere goede melkster is een
aanwinst voor het veehoudersbedrijf, vooral in onzen
tijd van schaarschte.
De Russische jeugd.
De „Petersb. Ztg." geeft de volgende schets over
den „Bond voor de vrije liefde" te Minsk.
„Een ruim vertrek. Langs de muren staan vijf bed
den. Op den vloer ligt vuil beddegoed. In het midden
van de kamer staat een tafel, waarop bierflesschen. Om
de tafel zitten knapen en meisjes van, 1719 jaar, die
blijkbaar goed gestemd zijn en zich niet geneeren. Men
zit in hemdsmouwen en ook de jonge meisjes hebben
het zich gemakkelijk gemaakt. Men lacht, men
schertst en twist, waarbij een gymnasiast en een meis
je handgemeen werden.
Het in Minsk verschijnend blad „Okraina" neemt
een brief op van een zeventienjarig meisje, die den
„Bond" in bescherming neemt tegen de aanvallen, die
er den laatsten tijd op worden gedaan. De schrijfste"
noodigt de redactie uit onder haar lezers een stem
ming over den Bond uit te lokken. De redactie kreeg
147 blieven, waarin de Bond ten zeerste werd afge
keurd. Een groep van leerlingen van hoogere burger
scholen schreef„Wij staan er over verbaasd, dat on
ze stad het voorbeeld van Orel, Kieff, etc. gevolgd
heelt Wij hebben een vereeniging gevormd, welke zich
ten deel stelt den „Bond" te bestrijden; wij willen in
tien strijd geen ruw geweld, maar de wapens van de
beschaving en ontwikkeling gebruiken! Wij verzoeken
onze kameraden, wier zielen nog niet zijn vergiftigd,
ons bij te staan in den strijd tegen dit vreeselijke
kwaad. De dreigementen van de leden van den
„Bond," die ons bekend zijn,, zullen ons geen vrees aan
jagen.' Dat is alles, goed en wel, maar is het niet ver
regaand, dat kinderen in het openbaar over onderwer
pen als de vrije liefde debatteeren. Men vraagt zich
af, waar dan toch wel de ouders van zulke kinderen
zijn. Aan de school kan men toch niet de schuld ge
ven. Zulke toestanden zijn uitsluitend de gevolgen
van het totale verval van het gezinsleven.
Een Russisch-Chineesche Repu bli ek.
Eenige uren van Wladiwostock begint een gebied,
dat opde landkaarten Russisch is gekleurd, maar fei
telijk niet tot Rusland behoort. De bewoners van dit
deel, het zoogenaamde district van Primoff leven on
der eigen wetten, maar van tijd tot tijd komen er uit
deze republiek berichten te Wladiwostock over zoo ver
schrikkelijke gebeurtenissen, dat de politie aldaar be
sloot eens een onderzoek in te stellen naar de haar on
bekende bewoners der bosschen en dalen, welke door
de Russen nooit worden bezocht. Zoo heette het dat
er, overeenkomstig een rechterlijk vonnis, eenige per
sonen in het dal van de Iman-rivier levend werden be
graven. Liet politie-onderzoek leerde dat er inderdaad
een „republiek van Iman" bestaat, met eigen wetten.
Ieder is verplicht er een hond op na te houden (ver
moedelijk als wachter?) en hij moet er een yan zijn
buurman leenen, als hij er zelf niet een heeft. Gaat
deze geleende hond dood dan mag de eigenaar den lee-
ner hiervan geen verwijt maken en hem niet de schuld
geven van het verlies. Wie tegen deze bepaling van de
wet handelt, wordt met stokslagen gestraft. Wil de
bewoner van een huis vriendschap sluiten met een an
deren bewoner van t zelfde huis en de eigenaar der wo
ning geeft hiervan geen kennis aan de overheid, zooals
voorgeschreven is, dan wordt deze, indien de vriend
schap wordt gesloten, gestraft met een boete van vier
honderd pond roerende goederen, terwijl de nieuwe
vrienden 20 stokslagen krijgen. Het is geoorloofd langs
de Iwan rivier te bedelen, maar slechts in slechtbe-
woonde streken. Wie hiermede in strijd handelt moet
een vet varken geven en krijgt buitendien 20 stoksla
gen.
Dit zijn eenige wettelijke bepalingen uit deze zon
derlinge republiek, waar blijkbaar menschen wonen
die niet geheel en al toerekenbaar moeten worden ge
acht.
Een houdenstaat inKonstantinopel.
Een aardige waarneming uit het leven der dieren
deelt professor Eduard Meijer mede in een studie over
het begin van den staat. Hoe ver, zegt hij, het vormen
van organische groepen bij dieren kan gaan, heb ik
dertig' jaren geleden te Konstantinopel bij straathon
den opgemerkt. Deze beesten hebben zich georgani
seerd naar scherp afgebakende kwartieren, waarbinnen
zij geen vreemden hond laten. Eiken avond houden de
honden van ieder kwartier op een stil plein een bijeen
komst, welke ongeveer een uur duurt en waarbij zij lui
de blaffen. Hier kan men dus welhaast van een ruim
begrensden liondenstaat spreken.
Bereden bedelaars.
In Perzië rijden de bedelaars, al is het dan ook op
een ezel. Hoe ze er in slagen zoo'n dier te krijgen en
in zijn onderhoud te voorzien, blijft echter voor den
Europeaan een raadsel.
Floralies.
Het woord „Eloralies" beteekent in België de groote,
jaarlijksche bloemententoonstellingen in de mooie,
oude stad Gent, het bloemenfeest van sprookjesachtige
prachi: en schoonheid. En voor deze tentoonstelling
ter eere van het honderdjarig bestaan van de beroemde
société royale d' agriculture et de botanique" heeft
heel Gent zich in een heerlijk bloemenkleed gehuld.
Zij hebben oude betrekkingen op elkaar diemooiepatri-
ciërshuizen en de tuinbouwkunst in Gent, want door
den bloemen- en zaadhandel hebben de handelaren in
vorige eeuwen het geld verdiend om hunne prachtige
huizen te laten bouwen. Van 1366 af spreken de boe
ken in het stadsarchief van den bloemenhandel. Uit
Gent liet koningin Isabella, de echtgenoote van Chris-
tiaan II en de zuster van Karei V tuinlieden naar De
nemarken komen en Karei V was de bewerker van dé
beroemde tulpenkweekerij en van de roode rozen uit
I unis. De eerste glazen kassen met verwarming voor
kunstmatige bloemenkweekerij werden in 1598 door
\V illem de Blasere, stadsschepen, vervaardigd. De ar
chieven van de religieuse orde Saint Dorothée spreken
ook van de tuinbouwkunst. Men leest daarin, hoe dein-
richtingen voor het kweeken van zeldzame tropische
wonder-gewassen, die de bisschop van Triëst in zijn pa
lcis voor zijn pleizier verzorgde, in de zeventiend»
eeuw over geheel Europa beroemd waren en hoe de
handel zich in de achttiende eeuw uitbreidde en men
in 1808 de eerste bloemententoonstelling hield.
Voor dit doel werd de tuinbouw-vereeniging ge
sticht, die thans haar honderdjarig bestaan viert. Het
was toen maar een zeer bescheiden tentoonstelling.
Ieder lid moest twee bloempotten ten toon stellen of
anders 30 cent boete betalen en den eersten prijs 8
bedragende, behaalde hij, die op den 6en Februari, den
naamdag van de schutspatrones Sainte Dorothée, op
welken dag de tentoonstelling geopend werd, een bloei
ende mosroos kon tentoonstellen. Maar de kweekkunst
had het nog niet zoo ver gebracht dat zij een bloeiende
roos in den winter kon voortbrengen, zoodat de eerste
prijs niet kon worden toegekend. Dit was het begin
van een ernstige rozenkweekerij.
Ook de gang' der politieke gebeurtenissen had een
niet geringen invloed op de ontwikkeling der tuin
bouwkunst in Gent. Zij leerde zeer veel van de Hol
landers, die tropische gewassen en zaden uit hunne
koloniën hadden ingevoerd. De vorderingen 'die de
tuinbouwkunst en de vereeniging maakten, waren zoo
groot, dat op de 50e tentoonstelling reeds producten
uit geheel Europa vertegenwoordigd waren, uit Lyon,
Genève, Keulen en zelfs uit Riga. Reeds in 1835 had
men een kapitaal van een kwart millioen bijeenge
bracht, waarvan het thans langzamerhand steeds groo
ter wordende glazen paleis, waarin de tentoonstellin
gen gehouden worden, gebouwd werd.
i hans zijn er ware wonderen van tuinbouwkunst
vertegenwoordigd en duizenden kleurschakeeringen
zijn er bijeen. De prachtige azalea's, narcissen, hya
cinthen, rhododendrons, amarilli's hortensia's en hoe
ze meer mogen heeten, wedijveren daar met elkaar.
an alle oorden der wereld zijn bloemenvrienden we
der naar Gent gekomen, uit Amerika, Egypte, uit
Kaapstad voor de schoonste collectie planten uit
Kaapland en Niéuw-Holland waren twee bijzonder»
©ereprijzen uitgeloofd, waar veel liefhebbers voor op
gekomen zijn en Duitsche, Engelsche en Fransch»
bloeminzendingen zijn er talrijk.
De Engelschen zijn buitengewone liefhebbers van
orchideeën, dat getuigen de mooie inzendingen. Een
Engelschman kocht voor 1800 een wonderlijk exem
plaar van genoemde bloem om het in zijn kassen ver
der te kweeken. De Engelsche millionairs kweeken
veelal zelf orchideeën en hebben ook prachtige inzen
dingen gestuurd.
'Ier eere van deze tentoonstelling is een standbeeld
vervaardigd van graaf Oswald van Kerchove, wien de
société royale veel te danken heeft en die tot zijn dood,
in 1906, president van de vereeniging was. Deze waar
dige mannenfiguur is een sieraad voor de mooie place
du comte de Elandre in de bloemenstad Gent.
De Chocolade.
Onder de genotmiddelen, zoo lezen we in een Duitsch
blad, die de beschaafde mensch gebruikt tot streeling
van het smaakorgaan, neemt de chocolade een voor
name plaats in. Zij is de Koningin van alle zoetighe
den, wordt zoowel door kinderen als door volwassenen
begeerd. De chocolade behoort tot de weinige genot
middelen, die niet schadelijk zijn. In het paradijs van
het chocolade-genot loert niet de slang, van de scha
delijke zenuwopwinding als bij bier, wijn en sigaren.
Integendeel, de mooie, bruine massa bezit een niet on
belangrijke voedingswaarde en zoo komt het, dat d«
natuurvorscher, die tropische hongerdistricten be
zoekt niet minder van zijn chocolade houdt als de bak-
visch van hare bonbons.
Ofschoon de chocolade in alle vormen en soorten
steeds zeer begeerd wordt, toch kan men in zekeren
zin van mode spreken. Tot voor eenige jaren was
over het algemeen de vanille-chocolade zeer geliefd,
het was bijna de eenige bekende soort.
•Sinds de Zwitsersche firma's evenwel met de meik
of room-chocolade voor den dag kwamen, werden de
andere soorten verdrongen. De Zwitsersche melk
chocolade is zeer week en zoet, terwijl de vanille-cho
colade hard en eenigszins bitter is.
Andore landen gelukte het ook chocolade van dezelf-
do qualiteit en van dezelfde soort samen te stollen als
de Zwitsersche. De Zwitsersche fabrikanten hebben
evenwel het voordeel, dat zij de melk van de Alpen
koeien zonder transport te bestemder plaatse hebben.
Naast de melkchocolade blijft de vanille-chocolade
ook nog een belangrijk handelsartikel. Voor de goed
koopste soorten gebruikt men vanilline, een kunstpro
duct, dat op chemische wijze wordt samengesteld. Het
vanilline wordt niet, naar men zou denken, uit welrie
kende kruiden, maar uit pijnboomenhout gewonnen.
De vatiillinefabriceering wordt voornamelijk in Hanno
ver beoefend, waar zich veel pijnboomen bevinden. Het
hout der stammen wordt in kleine platte stukjes ge
zaagd en hieruit wordt door destilleeren het welrieken
de vanilline verkregen.
De lioofdbestanddeelen der chocolade zijn als voor
heen: zuivere cacao en suiker, benevens room en va-
nil'e. Enkele ingrediënten komen er nog bij om do
chocolade bijzondere eigenschappen te verleenen, maar