DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
No. 110
Honderd en tiende jaargang.
1908
MAANDAG
11 M E 1.
BINNENLAND.
Uit Hof- en Hoofdstad.
Deze Courant wordt eiken avond, behalve op Zon- en
Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden
voor Alkmaar f 0,80; franco door het geheele Rijk f 1,
Afzonderlijke nummers 3 Cents.
Prijs der gewone advertentiën:
Per regel f 0,10. Bij groote contracten rabat. Oroofe
letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdrukkerij
v/h. HERMs. COSTER ZOON, Voordam C 9.
Bestrijding van den woeker.
Brusselsche Wereldtentoonstelling.
ALRMAARS
COUR
LKiaVI
Telefoonnummer 3.
ALKMAAR, 11 Mei.
Morgen komt de Meekleiiburgsche Landdag bijeen.
Dit is op zich zelf niets bijzonders, maar wel het feit,
dat men van Mecklenburg een grondwettigen staat wil
maken. Dit geschiedt in de concertzaal van den hof-
schouwburg te Scliweriu, waar de landdag voor de bei
de Mecklenburgen wordt gehouden.
Het is bekend dat men in Mecklenburg uiterst con
servatief is. Fritz Reuter wist daarvan in zijn tijd
reeds het een en ander mede te. deelen. Hij heeft dik
wijls oen beschrijving gegeven van den staatkundige 1
toestand in dat gebied en daarbij eens een aardige
woordspeling gemaakt. De eerste burgers in Mecklen
burg schreef hij waren de Pogge's en de eerste
edellieden waren de heeren van het Storchnest, terwijl
hij te voren had geconstateerd, dat de eerste inwoners
de Poggé's en de tweede de Adebars waren. Dat is oen
aardige woordspeling want de burgerlijke landeigena
ren Pogge (Pogge beteekent padde) waren leiders van
wat men toen noemde de liberale partij op de Meckleii
burgsche landdagen, de von Storch's waren een oud
adellijk geslacht en de „ooievaars" eten, zooals men
weet de padden op!
Het land wordt tot heden op een eigenaardige wijze
bestuurd. Slechts een enkel voorbeeld. Men heeft er
een vertegenwoordiging, welke aldus wordt samenge
steld: de 48 steden brengen ieder één stem uit, evenals
ile 600 bezitters van groote landgoederen. Dierhalve
heeft één groot grondbezitter evenveel te zeggen als de
stad Rostock, welke stad 60793 inw. telt, hetgeen
veel is in een streek, waar slechts 47 personen per
vierkanten kilometer wonen (onze slechtstbevolkte pro
vincie Drente telt er 63, daarentegen Zuid-Holland 392
per vierkanten kilometer.) Men wijt deze buitenge
woon slechte bevolking aan het feit dat de boeren
floor de groot grondbezitters worden „vertegenwoor
digd." Een feit is het, dat de bevolking in de laatste
jargn voortdurend achteruitgegaan is.
Een gemeentewet is er behalve voor de steden,
slechts voor het deel van het land, dat tot het domein,
dus aan den groothertog behoort. Een begrooting is er
niet, van de financiën wordt er niets openbaar ge
maakt. De adellijke grondbezitters hebben er zulke
groote rechten, hebben zooveel meer te zeggen als de
groothertog, dat men wel eens van Mecklenburg
spreekt als van een adellijke republiek. Dit is niet al
tijd zoo geweest, maar de vroegere bestuurders hebben
slecht voor de financiën gezorgd en in hun geldnood
moesten zo dingen doen, die ze gaarne zouden hebben
nagelaten en rechten geven, die ze het liefst zelf zou
den hebben behouden. Ka het stormachtige jaar 1848
heeft men in Mecklenburg-Schwerin een grondwet ge
had en er is een heusche volksvertegenwoordiging ge
weest welke slechts vijf weken heeft bestaan. Den
eersten September 1850 werd de grondwet weer vernie
tigd en in 1853 werden de rechtop der grootgrondbezit
ters opnieuw bevestigd. Vandaar dat Reuter ook sprak
in zijn „Geen hoop": „TJw eenig erfdeel is de nood,
Uw eenig loon 't dagelijksch brood."
Thans zal Mecklenburg meer een staat naar moder
nen snit worden. Er is een grondwet ontworpen, op
verlangen van de beide groothertogen Frederik Frans
IV en Adolf Frederik, die er minde'r aan hebben ge
dacht het volk medezeggingschap te geven dan wel
aan het zichzelf bevrijden van den druk der groot
grondbezitters. W aar deze laatsten evenwel de be
slissing hebben te nemen, spreekt het vanzelf dat de
wet, die morgen in behandeling wordt genomen, niét
van bijzonder ingrijpenden aard is. Men heeft van liet
ontwerp nog niets stelligs gehoord. Alleen weet men
dat het door een zekeren dr. Lang veld is gemaakt, die
heeft verklaard, dat Mecklenburg niet maar zoo dade
lijk een zuiver grondwettig geregeerde staat kan wor
den en dat men ook iets aan de toekomst moet overla
ten. Maar overmorgen zullen we wellicht iets naders
weten van de zaak, die toch niet zonder belang is, al
wordt zij in een concertzaal behandeld
~De nieuwe gouverneur van Suriname.
Bij Kon. Besl. is
lo. aan den heer A. W. F. Idenburg, in verband
met zijne benoeming tot minister van koloniën, mat
ingang van 20 Mei a.s., op zijn verzoek, eervol ont
slag verleend uit de betrekking van gouverneur van
Suriname en zulks onder dankbetuiging voor de ge
wichtige diensten in die betrekking bewazeu
2o. tot gouverneur van Suriname benoemd, mr. D.
Fock, oud-minister van koloniën.
In een audiëntie bij den Minister van Binnenlandsche
Zaken hebben de voorzitter en secretaris van de Natio
nale Vereeniging tot bestrijding van den Woaker, mr.
Joh. J. Belinfante en J. M. Maury, den minister een
adres aangeboden, waarin aangedrongen wordt op een
wettelijke regeling van de banken van leening en
verdere maatregelen ter bestrijding van den woeker.
Minister Heemskerk verklaarde dat hem mede door
zijn functie van minister van koloniën ad interim tot
nu toe de tijd heeft ontbroken dit vraagstuk in studie
te r emen. Zoo spoedig hij \yat meer tijd heeft, zal hij
zich daaraan kunnen wijden. Een bepaalde toezegging
kan hij vooralsnog niet doen.
Het bestuur der Vereeniging voor Tentoonstellings-
belangen hield weder een vergadering met heeren, die
zich bereid hebben verklaard mede te werken aan
een goede voorbereiding van, Nederland's deelneming
aan de Brusselsche wereldtentoonstelling 1910.
De Vereeniging, opgericht nadat bij vorige tentoon
stellingen bleek dat een vaste organisatie met ervaring
op dit gebied, noodig was om tijdig en flink op te
treden voor de vaderlandsche belangen, is uit den
aard der zaak slechts voorbereidend werkzaam. Maar
de regeering toonde haar hulp op prijs te stellen en
wat het bestuur thans verricht, is alzoo voorbereiding
van wat naar verwacht mag worden, eerlang een re-
geeringscommissie zal hebben voort te zetten. O. m.
is men thans werkzaam om een degelijke commissie
met de noodige subcommissies samen te stellen, die
later aan de regeering kan worden voorgedragen.
Uit den aard der zaak is dus het noemen van namen
niet geoorloofdmaar wel kan worden gezegd, dat
allerwege bereidverklaring wordt gevonden bij eerste
mannen op verschillend gebied.
Als algemeen beginsel nam de vergadering gisteren
aan, dat het streven moet zijn, Nederland in 1910 te
Brussel enkel met eerste-klasse inzendingen te doen
optreden, met het beste da ons land heeft aan te
bieden, zoodat het stelsel, waarvan de groepen-com-
missies zullen uitgaan, zal zijn een keuze tentoon
stelling te vormen uit de inzenders, die zich zullen
aanmelden.
De Haagsche kouter van de Prov. Gron. Ct. spreekt
over de tentoonstelling van kleine kindertjes van
26 jaar welke in den dierentuin zal worden gehouden.
„Wat er eigenlijk met die uitgezochte kindertjes
gebeuren zal, is velen niet heel duidelijk. De com
missie bestaat voor de eene helft uit geneeskundigen
en voor de andere uit artisten. De eersten zullen dus
de j mededingertjes van een geneeskundig standpunt
beoordeelen. Daarentegen zullen de artisten de con-
cuflrentjes uit het oogpunt van schoonheid en beval
ligheid beschouwen. Maar wat dan verder'? Zal de
geneesheer de ingezonden exemplaren naar de toege
paste voedingsmethode beoordeelen Voeding door
middel van de koe of door middel van den restau
rant, dien de natuur rechtstreeks aanwijst? En als
b.V, een der ingezonden leven 'e exemplaren den prijs
vah schoonheid en bevalligheid wint, zal dan het
beklagenswaardige ventje of meisje niet het toppunt
vap ij delheid en aanmatiging bereiken, wanneer het
opgeprikte wezentje zich bewust wordl van de rol,
die' hem is toebedacht. In onze verbeelding zieu en
hooren wij die kiadervergadering al in, den acclima-
tatietuin, waar zij, piepjonge mededingers, hun eerste
samenzijn vieren. Wat zal er geserheeuwd en ge-
blaerd worden, om niet te spreken van mdere ver
richtingen, die twee- en driejarigen zonder plicht
pleging als een openbare zaak behandelen.
Ik ben heel nieuwsgierig naar den afloop van deze
curieuse tentoonstelling in ons Dierentuintje."
'Over ditzelfde onderwerp schrijft ook Kiekjesman
van het „N. v. h. Noorden"
De directie van den Dierentuin, overigens een zeer
actieve en handige directie, beseft veel te goed, dat
zij met haar plan succes zal hebben. Waarom het
dan opgegeven? Reeds nu zijn de „agenten" in de
weer om rond te kijken naar „inzendingen". Een dezer
dagen was ik in een familie waar ook een „agente"
geweest was en weet u wat ik daar uit den mond
van een der kleinen vernam? Sprekende tot haar
moeder vertelde het kind„moeder, wilt u mijn
kousjes eens open doen" en laat u mijnheer mijn
„schattige beentjes" maar eens kijken. Ik mag toch
ook mede doen Het kind had zeker wel eens van
haar moeder van „schattige beentjes" gehoord. Dies
sprak zij haar mama na, er in haar eigen taaltje aan
toevoegende, dat de kousen „opengedaan" moesten
worden.
De mama vond de tentoonstelling een „alleraardigst"
idee en ik heb mij wel gewacht om, gehoord de uit
spraak over de „schattige beentjes" van haar spruit,
het tegen te spreken. Daar kan men als man toch
niet tegen redeneeren. Zdfs do persoon, die voor de
helft eigenaar was van het kind met de „schattig-»
beentjes", had dat al lang, zeer lang geladen, opge
geven. Daar zijn zoo van die dingen in het mensche-
lijk leven, waar men als verstandig man onder stil
protest in berust.
Wat ik in deze zaak, bepaald een ziekelijk ver
schijnsel, niet minder bedenkelijk vind is dat zij
doorgaat onder den naam van „kinderbescherming".
Pas hebben wij daarvoor een congres hier gehad en
nu hoor ik, dat wij tegelijk met deze kindertentoon-
slelling weder een dito congres krijg n in het oude
archiefgebouw op het Plein, waar verleden jaar het
generale secretariaat der Vredesconferentie was ge
vestigd. Bovendien komt er nog een tentoonstelling
van historische poppen.
Men begint zich toch heusch af te vragen hebben
onze dames nu niets anders te doen dan congressen
en tentoonstellingen te houden En dat alles voor
„Het Kind". Een „min doordenkend particulier", zou
zeker iemand in de „Standaard" zeggen, zou werkelijk
gaan denken, dat hoe meer tentoonstellingen en
congressen er hier over „Het Kind" gehouden worden,
des te minder er van „Het Kind" terecht komt.
De zelfde briefschrijver vernam naar aanleiding van
hét ontslag van generaal Van Daalen als gouverneur
van Atjeh „dat generaal Van Daalen „geslachtofferd"
is op oen manier, die werkelijk spot met elk begrip
van 's lands belang. Het moet nl. een feit zijn, dat
de gouverneur-generaal tegen het advies in van den
legercommandant aldaar voorgesteld heeft om het door
generaal Van Daalen, na een zeer onaangename cor
respondentie tussclien Buitenzorg en Kota Radja, in
gediend ontslag te verleenen. En onkundig van het
nog steeds niet ontvangen Atjeh-rapport heeft daarop
het opperbestuur, d. w. z. de in koloniale zaken totaal
onkundige minister Heemskerk, aan dezen maatregel
zijn fiat gegeven. Instede van nog een 14 dagen t<
wachten tot minister Idenburg zijn functie zou aan
vaard hebben, is dit ontslag verleend.
Tegenover de Kamer, waar zeker wel om inlichtin
gen zal gevraagd worden, staat dus minister Idenburg
„blanco," terwijl minister Heemskerk zich achter de
„waarneming" kan verschuilen.
Nu heb ik nooit tot de bewonderaars van generaal
Van Daalen behoord, maar om hem alleen nu voor den
werkelijk hoogst ernstigen toestand in Atjeh verant
woordelijk te stellen, terwijl hem de hulpmiddelen zoo
veel mogelijk ontnomen werden, die liij voor de „paci
ficatie" zoo broodnoodig- had hij moest het met veel
minder troepen doen dan gouverneur Van Heutsz en
de beste officieren werden hem afgenomen dat acht
ik toch hoogst unfair. Tenzij generaal Van Heutsz ook
weggaat. Rn daarop zal de kans grooter worden al
naarmate meer uitlekt op welk een zonderlinge manier
Z.Ex. het „onderzoek" te Atjeh heeft geleid.
De vijf maanden, dat „Koloniën" zonder werkelijk,
leiding is geweest, kunnen ons land nog op millioenen
komen te staan."
De Haagsche briefschrijver van de Prov. Geld. en
Nijm. Ct. breekt een lans voor den hier ook wel beken-
don heer Springer uit Haarlem.
Nauwelijks was er iets van uitgelekt dat de bekende
tuinarchitect Leonard Springer opdracht had gekregen
voor een plan van park-aanleg van „Zorgvliet," of de
critiek liet blijken, dat men met deze keuze niet bij
zonder was ingenomen. De aanval herinnerde me zoo'n
beetje aan hetgeen men indertijd te hooren kreeg over
Berlage als beursarchitect. En ik gelóóf, dat 't met
Leonard Springer wel evenzoo zal verloopen. De storm
die 'vooraf gaat, bedaart wanneer de menschen met 't
werk voor oogen tot de erkenning gedwongen worde
dat er te vroeg was geschreeuwd. Toen ik eenige jaren
geleden gelegenheid had Leonard Springer te ontmoe
ten, verklaarde' deze bekwame vakman, wiens advLs
ook menigmaal in zake tuin- en parkverbeteringe i
voor 't Koninklijk Huis werd ingewonnen, mij, dat do
uitkomsten bewezen hebben hoezeer de bedoeling van
zijn richting als tuinarchitect slechts is om de schoon
heid 'te dienen. De boomkweeker, die zelfs bovendn
ook nog als tuinarchitect optreedt, gebruikt den tuin
aanleg bijna uitsluitend als débouché voor wat zijn
kweekerij voortbrengt. Wien zal 't dan kunnen ver
wonderen, dat ze den boel maar volstoppen en slechts
rekening houden met den voor hen belangrijksten fac
tor, nl. zooveel mogelijk te plaatsen. Tegen dit systeem
is Leonard Springer met zuivere schoonheidsbedoelin-
>gen ingegaan. En al heeft ook hij heel wat strijd moe
ten doorstafin, met veel belangrijk werk heeft hij de
menschen toeli weten te overtuigen. Bij den aanplant
in ons Haagsche Bosch, dat vooral, wat nieuwe beplan
tingen betreft, in de laatste jaren aan schoonheid veel
heeft gewonnen en uit een toestand van verwaarloo-
zing' en onoordeelkundige aanplantingen als een ju
weel is te voorschijn gekomen, wordt zijn richting ge
volgd. Trouwens principieel ook 't zelfde systeem
van den Haarlemschen Hout. Voor wien dat nog niec
voldoende mocht wezen zou ik willen uitnoodigen eens
een bezoek te brengen aan 't Villa-park Duin-Daal te
Bloemendaal, dat naar zijn beginselen bebouwd is en
door vakkundige critiek geroemd wordt als „mooi
werk." Laten we dus gerust wezen en de plannen af
wachten."
„Due" de Amsterdamsche correspondent van de
l'rov. Over. en Zwol. Ct." vertelt nog het een en ander
over het bezoek Van het Koninklijk paar, met name
over de receptie ten paleize.
„Voordat liet Koninklijk drietal II. M. de Ko
ning'in, H. M. de Koningin-Moeder, die altijd een paar
dagen te gast komt, en Z. K. II. Prins Hendrik wor
den aangekondigd door den opper-ceremoniemeeste
wordt er gedrongen en geprest, om in den eersten gor
del van do te vormen cirkel-ovaal te staan, in de vuri
ge en zalige hoop tot de begenadigden te behooren, die
door kamerhecren ol adjudanten worden uitgekozen
om aan een van liet illustere drietal te worden voorge
st; ld. Het zij| niet de schrandersten, maar wel de
ij (lol sten die zich aldus in de onmiddellijke sfeer van
liet koninklijk aureool trachten te koesteren; immers
het. is mij meermalen gebleken, dat de dienstdoend'
waardig-heidsbekleeders bevelen in dit opzicht hebben
en diegenen presenteeren, welke krachtens hun verte
genwoordigde positie of bijzondere feiten daarvoor in
de termen vallen. Maar niet alleen- in die hcete zone
ziet men die tantalusvertooni-ng aanschouwelijk voor
gesteld. Ook in de krioelende en gonzende phalaux, die
togen den voorsten'levenden ring aandrukt, komt de
jacht op gunst van hoogeren tot uiting. En een niet
minder dankbaar waarnemingsveld leveren de „Groote
Burgerzaal" en het langwerpige, smalle buffetlokaal
uit een ander oogpunt. Bij velen is het laatste bezink-
seltje van natuur in hun doen en laten verdwenen; een
gezochte conversatie, een geaffecteerd -.pi.iakje, een
koket ronddwalen van de oogjes, om aandacht te trek
keil... O, geachte lezers, wat 'n schijn en comedie.
Met een mijlier kennissen hoorde ik een zwaar gebouw
den „hoógen Piet spreken als een pfeutsch jonge juf
fertje en in den gewonen dagelijkscln n omgang, als hij
do hoflucht niet inademt, heeft, hij een stemgeluid ai-
oen zwaar-openkrakend© deur, die jaren lang gesloten
is geweest. En dan die drang naar de lange toonbank,
die buffet licet en waar een 10-tal lakeien, elk in zijn
afdeeling, verschillende dranken en verfrissetringen
uitreiken; er zijn er, 'lie dra na hun binnentreden
warmste plaats kiezen nabij de deur, die tot dit 'eldo
rado van dorstigon en hongerlgen leidt, 't Lijkt een
uitgehongerde troep, die op zijn prooi aanvliegt en,
evenals in de restauratie van een grensstation, waar
een trein, volgepropt met reizigers, die een lange-;
tocht achter den rug hebben, eenige minuten opont
houd heeft, staat daar onafgebroken een dichte drom
hoïbezoekers tegen het buffet gedrukt, zoodat do pas
sage schier onmogelijk is. De sandwichjes, petits-
fours, bonbons, pasteitjes] die netjes aan den voorkan4
zijn geëtaleerd, zi.jn in een oogwenk verdwenen; de
zoute ki-akdingetjes, koekstokjes en andere versnape
ringen van g'oedkooper allooi blijven het langst on
aangeroerd."
Voorts schrijft deze briefschrijver:
„Meestal heeft er na Paschen een „run" plaats, om
de mooist gelegen pensions en badhotel-appartemen
ten. Thans wachten vele families daarmede tot, deiij
zoo begeerden ommekeer in den stand van zaken i n
nemen zich voor dan maar een dag-slippertje .te maken
lier- of derwaarts, onder verschillende voorwendsels.
Verscheidenen ook, benngsi om zich in de kaart te la
ten kijken, sluiten eenvoudig de gordijnen aan de voor
zijde en laten brieven en boodschappen bij den .dichtsï
bij wollenden kruier bezorgen, terwijl ze zelf ergens ia'
den omtrek bij èvrwanten doorbrengen. Ik ken er ook,
die tegen billijke conditiën een paar vertrekken bij een
boer nabij de hoofdstad hebben, gehuurd."
Schrijvende over - childerijentontotnistelliiigen en
schildersverdiensten merkt (lo AmSterdamsehè mode-
worker van het „Utr. Dagblad" op:
„Vergulde lijsten kosten heel veel geld. Voor twin
tig-, dertig gulden lioet men niet veel, en wie met 'n paar
dozijn schilderijen de publieke aandacht wil vragen,
moet honderden guldens neertellen bij den lijstenma
ker.
Voor velen is het een absolute onmogelijkheid 't zoo
ver te brengen. Heeft men relaties, dan leent men
't zij geld of lijsten van kunstbroeders. Heeft men ze
niet, dan tracht men wat in elkaar te goochelen dat
op een lijst lijkt.
In soorten vindt men zulke surrogaten op dc ten
toonstelling in het Stedelijke Museum. Ik zag oogen
schij lil ijk zelf'-gefabriektc plankencompositiës, met een
kwartje goldpaint bestreken; ik zag eiken lijstjes, uil
den bazar, met hetzelfde goudmakend mengsel behan
deld; ik zag omramingen die meer voor een oueWvvet»
sehen spiegel geschikt waren en daar vermoedelijk ook
voor hadden gediend; ik zag „palisajider" en ..ebben
houten gewrochten, waar de verfkwast meer aandeel
aan had dan het kostlutre fineer dezer houtsoort© 1
Ook vier aan elkander gespijkerde latten met een
beits je besmeerd komen voor.
Indien de schildersgeaootschappen ooit en ik ge
loof niet dat de tijd zoo heel verre is aan „socialen
arbeid mochten gaan doen, mogen zij ook eens denken
aan een lijstencoüperatie of een erediei-instelling, wel
ke het koopen van lijsten op gemakkelijke vocmvaardën
mogelijk maakt."
Tenslotte een artistieke opmerking van „Finnor" ir.
de Leeuw. Ct.
„Als ik een draak waardeeren zal, moet liet er een
wezen, zooals ik eens in een Volksschouwburg in do
Warmoesstraat zag. Aan 't slot van het laatste bedrijf
lagen er zeven lijken op het tooneel. Toen kwam do
souffleur uit zijn hok, trad voor "'t voetlicht en op do
lijken wijzende, riep hij met pathos: zijn ze,allen dood,
dan wil ik ook niet langer leven! en hij -stortte zich,
zooals 't in de geschied boeken der Romeinen op elke
bladzijde staat, in zijn zwaard
GEMENGD NIEUWS.
Een tragisch ongeluk.
Het was Zaterdag 25 jaren gelud u. dat het echt
paar v. O. Brink (kl-K-renbl'»ke'ij „Koningt in au
het Zuiderbuitenspuaine te Hoii m) in 'i lm,Ja
bootje stapte.
't Heuglijk feest zou 'savond., (ggot Lin.-id <n vrr n-
den bij Brink'msnn get ierd worden.
Emi ontzettend ongeluk heeft ev nwel dezen dag
van vreugde in et n dag van diepen rouw veranderd,
zooals onze Haarlemsche coi respondent Zaterdagmiddag
reeds seinde.
Nog nauwelijks toch was de dag aangebroken, gi
termorgen 7 uur, toen Mej'. v. d. Brink au de l.ov n-
trap in haar woning vi-1 en na een Iiartv.rscheuiv11.-
den gil gegeven te hebben met gebroken hals dood
werd opgenomen.
Bij zoo(u tragisch, diep tragisch ontlok behoeven
we niets te voegen, zegt de „N. Ilaarlm, Ct."
Van het ontzettends is ieder doordrongen.
Geestelijke hulp was dadelijk aanwezig, doch t
laat. De oude moeder der ongelukkige vrouw is door
't toeval zoozeer geschrokken, dat ook voor haar I - ven
gevaar bestaat.
Uit Bergen.
Voor het acte-eximen lager on lei-wijs sla-nr
Zaterdag te Haarlem de dames A. Ginter, G. de Moei
en G. Krom alhier.