DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
No. 112
Honderd en tiende jaargang
1908
WOENSDAG
13 MEI.
BINNENLAND.
Deze Courant wordt eiken avondbehalve op Zon- en
Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden
voor Alkmaar f 0,80; franco door het geheele Rijk f 1,
Afzonderlijke nummers 3 Cents.
Telefoonnummer 3.
Prijs der gewone advertentiën:
Per regel f 0,10. Bij groote contracten rabat. Groote
letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdrukkerij
v/h. HERMs. COSTER ZOON, Voordam C 9.
GEMENGD NIEUWS.
Nederlandsche Blindenbond.
Inbraak.
Secuur bewaard.
Een brutale
Staking.
Een schadepost.
ijl IA1
ALKMAAR, 13 Mei.
De Zuid-Afrikaansche bladen welke met de laatste
mail zijn gekomen, brengen weinig bemoedigend
nieuws voor hen, wien de Nederlandsche taal ter harte
gaat.
Er is in de eerste plaats het teleurstellend bericht,
dat de heer Malan niet meer aan het hoofd staat van
het departement van onderwijs. De Kaapsche regee
ring heeft n. 1. besloten dit departement te voegen bij
dat van binnenlandsche zaken. En de heer Malan
heeft het beheer over het departement van landbouw,
waartoe tot dusverre ook onderwijs behoorde. Het plan
moet zijn, binnenkort een wet voor te stellen tot in
richting van een afzonderlijk ministerie van onder
wijs. De Hollandsch-gezinden koesteren nog de hoop,
dat de heer Malan hoofd van dit nieuwe departement
zal worden. Hij verdient het ten volle. Toen hij on
langs hier in het land was, zijn bij verschillende gele
genheden zijn vele verdiensten gehuldigd en naar aan-
leiding van het bovengenoemde besluit der regeering
schrijft nu weer „Land en Volk": „De geheele Hol-
landsch-sprekende bevolking ziet naar hem op als een
van de moedigste voorvechters van gelijke rechten op
taalgebied. Zij heeft de hoop gekoesterd, dat hij de
tweede landstaal tot haar goed recht zou doen komen.
Daarom is zij teleurgesteld, dat de scholen nu niet on
der zijn beheer zijn. Wij weten dat de opvoeding en
zijn moedertaal bij hem zeer zwaar wegen. Hij heeft
daarvoor in zoowel als buiten het parlement steeds ge
ijverd. Daar het departement van onderwijs op het
oogenblik niet onder zijn beheer staat, kan hij thans
niet direct voor de zaak werken. De ed. heer Malan
is bekend met al. de bijzonderheden van het opvoe
dingsstelsel en heeft ook een academische opleiding
genoten. Hij is dus geheel vertrouwd zoowel met het
lager- als met het hooger onderwijs. Daarom willen wij
samen met zeer velen hopen, dat het niet lang zal du
ren, voordat de ed. heer Malan minister van onderwijs
zal zijn."
Maar de heer Malan is nog geen minister van on
derwijs en zoolang hij dat niet is, moet men het betreu
ren, dat deze voor taal en volk zoo hoogstbelangrijke
afdeeling aan zijn bestier onttrokken is.
Er is nog een ander bericht van teleurstellenden in
houd voor ieder Nederlandschverbonder. Reeds zijn
eenige bladen genoodzaakt bij gebrek aan voldoenden
steun hun hoofdredacteur te moeten ontslaan. Eerst
moest „de „Afrikaner," verschijnend te Pietermaritz-
burg, op deze wijze bezuinigingen invoeren, thans Werd
de „Middelbare Afrikaner" te Cradock tot het nemen
van een dergelijken onaangenamen maatregel gedwon
gen.
„De Transvaler" is hierover slecht te spreken. Zoo
iets moest niet kunnen voorkomen in een district van
welvarende Afrikaansche boeren, waar de Ned. Ger.
Kerk een gebouw bezit, dat 420.000 gulden kostte. De
Hollandsch sprekende bevolking moest daar een Hol-
landsch blad steeds ijverend voor „godsdienst, taal en
nationaliteit" zoo goed steunen, dat de eigenaars een
verdienstelijk hoofdredacteur loon naar arbeid konden
betalen. Te meer wijl er te Cadock (dat in de Kaapko
lonie ligt) een Engelsch blad bestaat, dat zelfs geld
voor kabeltelegrammen kan uitgeven.
Aan het slot van zijn artikel kapittelt „de Afrika
ner" de Afrikaanders, die zoo slecht voor hun taal en
stem opkomen, op de volgende wijze:
„Wat scheelt er aan ons volk dat er zoo weinig ernst
in daden en zoo veel ernst in woorden is? Van waar
erft de Afrikaner deze onoprechtheid? Waar ligt de
bron van de geveinsdheid, die gedurig den mond vol
heeft van „taal, godsdienst, traditie, nationaliteit,
eendracht," en al die schoonklinkende woorden, terwijl
inderdaad de taal wordt vervangen door 't' Engelsch,
de godsdienst een vorm wordt, de traditie schandelijk
wordt nageleefd en bijna geheel verloochend, de natio
naliteit verbastert en verwatert?"
En het derde bericht, dat weinig goeds voor het
Hollandsch voorspelt is dat over de bijeenkomst, welke
reeds in Februari te Kaapstad werd gehouden door
afgevaardigden van de verschillende Engelsche kolo
niën in Zuid-Afrika om te spreken over de inrichting
van het hooger onderwijs. De wenschelijkheid werd uit
gesproken van de oprichting van één universiteit voor
Zuid-Afrika. Dat is natuurlijk uitstekend, klaar min
der mooi is het, dat de examens krijgen de verga
derende heeren hun zin zullen worden afgenomen
in het Engelsch, behalve die in Nederlandsche taal- en
letterkunde, waarbij de vragen in het Nederlandsch en
Engelsch gesteld zullen worden en de antwoorden in
een van beide talen mogen worden gegeven.
Over deze bepaling zijn de Zuid-Afrikaansche bla
den en terecht zéér slecht te spreken. De „Volks
stem" acht haar zoo ten-hemel-schreiend vermakelijk
voor een Afrikaansch beoordeelaar, dat ze moeielijk
daarop ernstige critiek kan leveren. Het is toch eigen
lijk ook al te mal, dat zelfs voor de Hollandsche taalde
examen-antwoorden kunnen worden gesteld in het En
gelsch.
„Indien onze Universiteit, zegt het blad dan in allen
ernst, de banvloek uitspreekt over de Hollandsche taal,
dan staat die taal voor de komende geslachten ge
brandmerkt als een minderwaardige factor in Zuid-
Afrika's toekomstige grootheid en dan breekt ons volk
met een der kranigste elementen van zijn glorie-rijk
verleden.
En liever dan dat zulk een misdaad zou plaats vin
den, zouden we de voorkeur er aan geven om heele-
maal geen universiteit te hebben op Zuidafrikaanschen
bodem, zoodat we onze zonen en dochteren naar den
vreemde kunnen sturen voor voltooiing hunner opvoe
ding eerder dan ze toe te vertrouwen aan een vreemde
school op eigen grond."
„Ons Land" noemt de bepaling eert grove beleedi
ging voor de geheele Hollandsch sprekende bevolking
van Zuid-Afrika. „Dit ontsiert het geheele werk der
conferentie, en deze averechtsche bepaling moet uit
het schema worden verwijderd, voordat het finaal kan
worden aangenomen."
Het is te hopen, dat de Hollanders in Zuid-Afrika
erin zullen slagen dit gedaan te krijgen! Waar de bla
den met zulke flinke protesten voorgaan, zal zeker ook
verder verzet wel niet uitblijven. Ook hieruit blijkt al
weer, dat in Zuid-Afrika de Hollandsche pers een
mooie taak kan volbrengen als ze maar voldoende
gesteund wordt. Was Nederland Duitschland, dan
had men in Zuid-Afrika voor noodlijdende couranten-
ondernemingen al lang aanzienlijke sommen ontvan
gen
De Raad van defensie.
Naar „De Tijd" verneemt, zal de eerste bijeenkomst
van den Raad van defensie plaats hebben Maandag
18 dezer, in de Trèveszaal te 's-Gravenhage.
RECHTZAKEN.
Arrondissements-Rechtbank te Alkmaar.
Zitting van 12 Mei 1908.
Beleediging.
Nadat een zaak met gesloten deuren was behan
deld, moest als eerste beklaagde ter openbare terecht
zitting terecht staan Jan L. B., landbouwer te Heer-
Hugowaard, die op 31 Maart op den openbaren weg
op een kar gezeten van den eenen kant van den weg
naar den anderen slingerde, blijkbaar onder den in
vloed van sterken drank. Getuige P. Haster, rijks
veldwachter te Heer-Hugowaard, die proces-verbaal
tegen hem opmaakte, voegde hij een reeks beleedi-
gende woorden toe als „smeerlap" en dergelijk fraais
meer.
Beklaagde, die niet verschenen was, had aan den
officier van justitie een brief geschreven waarin hij
zijne excuses aanbiedt en beterschap belooft. Reeds
eenige malen is beklaagde veroordeeld, de laatste maal
8 jaar geleden. Z.E.A. eischte wegens eenvoudige be
leediging van een politiedienaar tijdens de rechtmatige
uitoefening zijner bediening f 20 boete subs. 10 dagen
hechtenis.
Het opgeven van een valschen naam.
Tegen H. van der Jagt te Hoorn, was wegens dronken
schap proces-verbaal opgemaakt, waarbij hij een val
schen naam opgaf. Wegens dronkenschap was beklaagde
door den Kantonrechter veroordeeld, maar voor 't op
geven van een valschen naam vrijgesproken. De ambte
naar van het O.M. was hiervoor in hooger beroep ge
komen bij de Arrondissements-Rechtbank alhier, waar
thans tegen beklaagde f 15 boete, subsidiair f 30 dagen
hechtenis werd geëischt.
Diefstal.
De derde beklaagde was Jacob R. te Zuid-Schar -
woude. Hem was ten laste gelegd, dat hij in December
1907 een partij roode kool ontvreemd had ten nacieele
van getuige J. Koomen te Nieuwe-Niedorp, voor wien
G. Kramer te Zuid-scharwoude de kool zou verkoopen.
Kramer, ook als getuige in deze zaak gedagvaard, kon
onmogelijk opgeven, hoeveel kolen door R. zijn weg
genomen. Hij vermoedt, dat R. in armoede deze daad
heeft begaan.
De officier van justitie constateerde, dat de getui
genverklaring van Kramer vaag is, maar achtte htt
wettig en overtuigend bewijs in deze zaak geleverd.
R. heeft bekend. Boete achtte Z.E.A. in deze niet ge-
wenscht, daar beklaagde niet zal kunnen betalen. Hij
is reeds geruimen tijd ziek en derhalve zonder v r-
dienste. In dien tijd is hij nog wel door Kramer on
dersteund.
In de kooldistricten komt het vaak voor dat er par
tijen kool gestolen worden en lang niet altijd krijgt
men den dader in handen. Nu is het eens gelukt den
dief te vinden.
Z.E.A. eischte wegens diefstal 10 dagen gevange
nisstraf.
Valsche getuigenis.
J. N., landbouwer te Haringkarspel, moest terecht
staan omdat hij den 27sten Februari 1908 voor het
kantongerecht te Schagen een valsche verklaring had
afgelegd onder eede. Hij had verklaard, dat hij op 15
Dec. 1907 niet gezien had, dat twee zijner vrienden
zich op een motorboot hadden begeven. Hij was dien
avond met twee vrienden uitgeweest, die op een mo
torboot stapten, welke in Haringkarspel lag. „Hadden
zij dit gedaan", heeft .bekl. voor 't kantongerecht ge
zegd, „dan moest ik het gezien hebben."
Als getuigen waren in deze zaak gedagvaard A.
Bakker, A. Bos, beiden te Haringkarspel, J. Bruin te
Zuid-Scharwoude, P. Bruin en S. Jansen te Haring
karspel en P. J. Plaatsman,".Midden-Beemster, die
evenwel niet verschenen was.
Getuige Bos deelde mede, dat hij Jmet Bakker langs
de ^motorboot gekomen was en gezien had, dat Jon
ker, ten der vrienden Aan beklaagde, naar de boot
ging. De anderen stonden er bij op den wal.
Johannes BrunUhad gezien, dat jonker op de boot
was, terwijl ook de andere getuigen verklaarden, dat
zij N. en zijn vrienden (bij de boot hebben gezien.
Volgens den Officier van justitie stond het vast,
dat er een of meer op de boot zijn geweest en dat
N. dit moet hebben gezien, hoewel beklaagde het
blijft ontkennen. Z.E.A. stelde voor de zaak te schorsen
tot over 8 dagen, ten einde den griffier van 't kanton
gerechte te Schagenfeerst te hooren.
Beleediging.
De volgende beklaag'de, KI. P. was niet verschenen.
Hij werd beschuldigd den agent Duif te Den Helder
opzettelijk beleedigd te hebben, door hem toe te voe
gen: „Als ik wil trap ik je tegen den grond" enz. en
meer béleedigende uitdrukkingen en woorden. Ge
tuige Duif, die proces-verbaal tegen beklaagde heeft
opgemaakt, bevestigde dit. Wegens eenvoudige belee
diging eischte de officier mn justitie beklaagdes ver
oordeeling tot 14 dagen gevangenisstraf.
Vernieling.
A. de B. te Broek op Langendijk woonachtig, had
den 5en April in de herberg van den heer K. Buisman
te Heer-Hugowaard onaangenaamheden gekregen en
nadat hij de herberg verlaten had een melkbus door de
ruiten geworpen. De le getuige in deze zaak, G.
Bruin, schuitemaker te Broek op Langedijk, was dien
avond eveneens in de herberg van Buisman en had die
met beklaagde verlaten. Hij beweerde thans ter te
rechtzitting evenwel niet gezien te hebben, dat de B.
de ruiten ingegooid heeft, omdat hij (Bruin) „om 't
hoekie sting," hoewel hij eerst aan den rijksveldwach
ter van der Molen, die 't proces-verbaal opgemaakt
heeft, verklaard had dat hij w e 1 gezien had, dat de
B. een melkbus door de ruiten gooide.
De 2e getuige in deze zaak, Pieter Mulder, arbeider
te Sint Pancras, verklaarde in 't zelfde geval te heb
ben verkeerd als getuige Bruin, ook hij „sting om 't
hoekie" en had niets gezien. Hij heeft echter ook aan
den rijksveldwachter verteld, dat hij w 1 gezien heeft,
dat beklaagde met een melkbus gooide.
Niettegenstaande de president de getuigen herhaal
delijk wees op het gevaarlijk spel, dat zij ter terecht
zitting speelden, bleven beiden bij hunne verklaring,
dat zij niets gezien hadden en niet aan den rijksveld
wachter gezegd hadden, dat zij de B. wèl hadden zien
gooien.
De 3e getuige, Klaas Buisman, eigenaar van, het ca
fé, had de melkbus in z'n ramen zien werpen, maar
naar buiten snellende, geen personen meer gezien.
Den officier van justitie kwam het voor dat de bei
de eerste getuigen geen waarheid hebben gesproken en
zou eerst den rijksveldwachter van der Molen willen
hooren over de verklaringen van deze beide getuigen.
Z. E. A. gaf hun den raad eens goed over de zaak na
te denken en haar ernstig te beschouwen. Ook de pre
sident raadde hun dit aan, daar hij anders wel eens ge
noodzaakt kon zijn tot andere maatregelen over te
gaan.
a - S.-* '4 a V**
J as-A..a.vVMV
Beschadiging.
De arbeider Jan K., te Enkhuizen woonachtig,
moest terechtstaan, omdat hij in Maart van een boom,
toebehoorende aan de gemeente Enkhuizen, drie
hoofdwortels had afgesneden en vervolgens een gat
rondom den boom had gegraven, dat hij met ijzer-oxyd
gevuld had.
Getuige Siebe Visser, te Enkhuizen, die met be
klaagde gewerkt had aan den bouw van een café, had
beklaagde op zekeren morgen aan het werk gezien aan
den boom. Op zijn vraag, wat dat beteekende, kreeg
hij ten antwoord: „Die boom moet dood." Get. Hen
drik Helder had beklaagde de wortels zien afhakken.
Jan Broers, opzichter van de plantsoenen te Enkhui
zen, ook als getuige gehoord, verklaarde, dat de boom
eigendom van de gemeente Enkhuizen was en dat er
geen permissie was gegeven hem om te hakken. Op de
vraag- van den timmerman, of de bewuste boom weg
mocht, had Broers geantwoord: „Wendt je daarvoor
maar tot B. en W." Dit was evenwel niet geschied.
De officier van justitie achtte het wettig en over
tuigend bewijs in deze zaak geleverd. Beschadiging
is er aan den boom toegebracht. Beklaagde beweert ge
handeld te hebben op aandrang van de menschen voor
wie hij bouwde, maar de hoop op een geldelijke beloo
ning, die dan volgens beklaagde's gewoonte zeker in
borrels omgezet zou zijn, heeft waarschijnlijk bij hem
voor gezeten. Z. E. A. eischte wegens opzettelijk en
wederrechtelijk beschadigen van goed, dat aan een an
der toebehoort, 10 boete, subsidiair 10 dagen hechte
nis.
In alle zaken over 8 dagen uitspraak.
Gistermorgen werd te Haarlem de jaarlijksche ver
gadering gehouden van den Ned. Blindenbond.
Als voorzitter trad op de penningmeester, de heer
V. E. van Tienen, die mededeelde, dat de heer Schild
door besprekingen over den gang van zaken van
den Bond, vooral met hel oog op de toekomst, zooals
die in den boezem van den Bondsraad werden gevoerd
zich genoodzaakt zag te bedanken als Bondsvoor
zitter.
De secretaris, de heer G. J. Oort, deelde mede, dat
het aantal leden steeg van 365 tot 384. Bovendien
zijn er 17 candidaat-leden, 24 eereleden en 101 donateurs
Aan 83 leden werd ziekengeld uitgekeerd.
De algemeene ontvangsten bedroegen f 2,513, da
uitgaven f 4,062. Wel is deze schuld gedekt, maar
toch is versterking der kas hoog noodig.
De boek- en muziekbibliotheek voldoen in een ware
behoefte. Er wordt veel gebruik van gemaakt. Er is
een club opgericht van Friesche bondsleden.
Als voorzitter werd door het bestuur en bondsraad
aanbevolen de heer L. te Wechel te Rotterdam, die
dan ook werd benoemd en later geïnstallerd.
Deze nam onder luide toejuichingen den voorzitters
hamer over, en dankte voor de huldiging, en deelde
mede, dat hij vooral zou ijveren voor: de handhaving
van de zelfstandigheid van den Ned. Blindenbond, een
nauwere aansluiting tusschen leden en bestuur, den
Bondsdag te maken tot een feestdag, en de financiën
van de ondersteuningskas uit te breiden. Spreker
deed een beroep op het ziende Nedelrand, om de blin
den te helpen in hun zware strijd, en eindigde met een
„Leve de Nederlandsche Blindenbond."
Als plaats voor de volgende algemeene vergadering
werd Amsterdam gekozen.
Besloten werd uit de statuten te schrappen de be
paling, dat de vergadering in Mei moet gehouden
worden. Bij wijze van proef zal in 1905 de vergade
ring' in Juli plaats hebben. De kans op mooi weer is
dan grooter, terwijl de vacantiekaarten de reis verge
makkelijken.
Als leden van den Bondsraad werden gekozen de
heeren A. F. Middelbeek te 's-Gravenhage en Besman
Koning te Amsterdam.
Door den heer Sealtiel werd gesteld wettige ai'dee-
lingen op te richten, ten einde meer voeling te verkrij
gen tusschen het bestuur en de leden.
Dit voorstel werd door het bestuur en den Bondsraad
ontraden, daar elke afdeeling den Bond geld zal kos
ten.
In verband met het feit, dat thans een nieuwe voor
zitter is opgetreden, werd het voorstel echter aange
houden om nogmaals in het bestuur behandeld te wer
den.
Hierna werd de vergadering gesloten.
In den middag hadden enkele feestelijkheden plaats
en een diner.
Gisternacht is ingebroken bij den rijwielhandelaar,
den heer H. P. de Hoog, in de Crispijnlaan no. 188
te Rotterdam. De inbraak werd 's morgens ontdekt,
toen bleek dat uit een lessenaar op het kantoor f 20
vermist werd tn de muntgasmeter opengebroken was.
Wat hieruit gestden is, kan niet met juistheid opge
geven worden. De inbrekers hebben zich toegang
verschaft door een gang, die in de Nadorststraat uit
komt. Uit die gang zijn de dieven door overklimming
gekomen op een terrein in gebruik bij den aannemer
den heer Sondermeijer, hebben daar een ladder ga-
plaatst tegen den muur van do plaats, die bij de aan
grenzende openbare school behoort en zijn ten slotte
van af die plaats gekomen op een plat dak, achter
het huis van den heer de Hoog dat er mot een
tuimelraam op uitkomt. Het gaas voor dit tuimelraam
aangebracht, is door hen verbroken, waarna zjj zich
door het raam konden laten zakken in de werkplaats,
om vervolgens ook toegang tot het kantoor te kragen.
Op 4 September 1884 heeft eene firma te Groningen
per briefkaart eene bestelling gedaan aan een fabri
kant te Rotterdam. De briefkaart is dienzelfden dag
tusschen 10 en 12 uur namiddag aan het postkantoor
te Rotterdam ontvangen. Gisteren nu, den 10 Mei
1008, dus ongeveer 24 jaar later, heeft de bovenbedoel
de Groningsche firma haar op 4 Sept. 1884 verzonden
briefkaart uit Rotterdam terug ontvangen, met de me-
dedeeling', dat de geadresseerde fabrikant niet meer be
staat en naar Amerika is vertrokken. Bijna een kwart
eèuw heeft de posterij te Rotterdam dus de briefkaart
bewaard.
De dienstbode van den heer B. te Eldrik, gem. Kep-
pel, had voor eenige weken de onbeschaamdheid onder
haar aanneming tot lidmate der Herv. Kerk ten huize
van den predikant een harer vriendinnen een porte-
monnaie te rollen. Hoewel aanvankelijk het feit ont
kennend, viel zij later door de mand; er werd een ker-
keraadsvergadering belegd, of ze al of niet als lidmate
zou gehandhaafd worden. Besloten werd toen nog
geen beslissing te nemen, doch af te wachten hoe ze
zich in de eerstvolgende twee maanden zou gedragen.
Eergisteren werd ze echter betrapt toen ze uit den
koffer van den inwonenden knecht een bedrag van
20 stal, zoodat de beslissing van den kerkeraad wel
niet twijfelachtig zal wezen.
Onder de tichelwerkers te Oude-Pekela ia gisteren
een staking uitgebroken. Het werk ligt grootendoeli
stil. De eisch is hooger loon.
Op de hofstede van mej. wed. Nelis te Osdorp (Slo
ten), waar eergisteren weder 2 runderen stierven, zijn
nu in korten tijd en door nog niet ontdekte oorzaak 3
paarden en 4 runderen gestorven.
De Scheveningsche ansichtenplaag.
Zondag werden de wandelaars op strandmuur en
Gevers Deynootplein, te Scheveningen, zeer lastig ge-