DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
Honderd en tiende jaargang,
MAANDAG
18 MEI.
Militair Onderricht.
BINNENLAND.
Uit Hof- en Hoofdstad.
No. 116
1908
Deze Courant wordt eiken avond, behalve op Zon- en
Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden
voor Alkmaar f 0,80; franco door het geheele Rijk f 1,—
Afzonderlijke nummers 3 Cents.
Telefoonnummer 3.
Prijs der gewone advertentiën:
Per regel f 0,10. Bij groote contracten rabat. Groote
letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdrukkerij
v/h. HERMs. COSTER ZOON, Voordam C 9.
Voorbereidend
Ingevolge liet bepaalde in de regeling van het
voorbereidend militair onderricht, zal de aan
melding tot deelneming aan dit onderricht, dat
kosteloos wordt verstrekt, moeten geschieden
vóór den lsten Juni eerstkomende en wel
a. in plaatsen waar Infanterie ot Vesting
Artillerie in garnizoen ligt, bij den Comman
deerenden-Officier der Infanterie of der Vesting-
Artillerie
b. in de overige plaatsen bij den Burge
meester der gemeente.
Bedoelde Commandeerende-Officieren en Bur
gemeesters zenden vóór of op 1 Juli aan den
Inspecteur der Infanterie een staat in, vermel
dende onder meer welke jongelieden zich tot
deelneming hebben aangemeld.
Vermits nu door genoemden Inspecteur na
ontvangst van bedoelde staten, alle verzoeken
om alsnog tot het onderricht te worden toege
laten, zullen worden afgewezentenzij de be
langhebbenden kunnen aantoonen, dat zij door
verblijf in het buitenland of om andere redenen
onschuldig zijn aan te late aanmelding, meenen
we de jongelieden, die aan het voorbereidend
militair onderricht wenschen deel te nemen,
dat I October a.s. begint, nadrukkelijk opmerk
zaam te moeten maken, op de noodzakelijkheid
zich daartoe vóór 1 Juni a.s. aan te melden,
terwijl we tevens in herinnering brengen, dat
gelijke aanmelding ook moet geschieden door
hen, die ten vorigen jare reeds aan het onder
richt deelnamen.
ALKMAAR, 18 Mei 1908.
Er komen in den laatsten tijd onrustbarende
berichten uit China. Het Hemelsche rijk is een
groot rijk bijna 400 maal zoo groot als Ne
derland zoodat een enkel onrustbarend be
richt op zich zelf nog niet zooveel beteekent.
Maar er komen er vele en dat wordt bedenkelijk.
Nu eens hoort men dat er in een der groote
steden straatonlusten hebben plaats gehad, waarbij
vooral de Europeesche wijken schade krijgen.
Dan weer leest mendat er in verschillende
steden branden gesticht zijn. Zoo hebben we
vóór ons een correspondentie uit Pekingwaar
in o. a. staat
„Al weken achtereen woedt er bijna eiken
nacht in de hoofdstad een groote brand, zonder
dat de politie er in kan slagen, den dader in
handen te krijgen." Het gaat in Peking dus
precies als in Berlijnwaar men ook maar niet
de stichters van de vele branden kan ontdekken.
In de Chineesche hoofdstad maakt men echter
korter metten dan in de Duitschemen neemt
de verdachte Chineezen gevangen en als ze al
te verdacht zijn hangt men ze op. Deze methode
heeft tot nu toe niet het gewenschte resultaat
gehad, de branden breken nog steeds uit, zoodat
de brandstichters nog altijd op vrije voeten rond-
loopen. Thans heeft de Pekingsche politie een
som van 1500 dollar uitgeloofd voor hem die
voldoende aanwijzing geeft om den dader op te
sporen. Hef wordt tijddat men hem krijgt
het industriemuseum, een prachtgebouw, is reeds
in vlammen opgegaan, evenals de beroemde oude
Lama-tempelterwijl bij verschillende branden
menschenlevens verloren zijn gegaan.
Door die branden worden de vreemdelingen
bang. Zij herinneren zich, dat in 1900 de Boxer
opstand ook met zoo'n vuur-epidemie begon
Men is ongerust. De „Ost-Aziatische Lloyd''
maakt van verschillende nieuwe feiten melding
en in andere bladen lezen we uitvoerige com
mentaren. Er is bijv. ontdekt, dat hooggeplaatste
ambtenaren misbruik van vertrouwen en verraad
hebben gepleegd door staatspapieren aan het
buitenland in de eerste plaats aan Rusland en
Japan te verkoopen. Een toeval heeft dit aan
het licht gebracht. De minister van buitenland-
sche zaken Yoean Tji Kai had een belangrijk,
reeds klaargemaakt telegram achtergehouden
Den volgenden dagterwijl het telegram nog
niet verzonden was, kwam er reeds een protest
nota van den Russischen gezant tegen het telegram
Nu bleek dat er systematisch werd gestolen-
Er werd nu krachtig opgetreden, er werden
zware straffen uitgesproken, de beul kreeg werk,
verbanning vond op groote schaal plaats, maar
men kon den onaangenamen indruk niet wec,
nemen, dat men zicji in zijn eigen huis niet
veilig voelt.
Men heeft groote vlootplannen in China gehad.
J Er zouden schepen gekocht worden, havens wer
den hervormd, marine-inrichtingen gebouwd. En
wat is er tot stand gebracht? Niets men had
geen geld en geen crediet, terwijl men bij nader
inzicht een vloot ook niet noodig vond. Nu weer
heet het, dat het leger zal worden uitgebreid
maar daarvan zal ook wel niet veel komen.
Al deze dingen doen den vreemdelingen de
toekomst duister inzien. Men verwacht droeve
fijden in het Hemelsche rijk en de toestanden
zijn zoo verward, de regeering toont zich zoo
zwak, dat men niet weet op welke wijze er ver
betering moet komen.
Zoo ergens, dan geldt echter in China het
parool „kalm afwachten". Het zou niet de eerste
keer zijn, dat onrustbarende berichten achterna
schrikkelijk overdreven bleken en dat ingewik
kelde, hachelijke toestanden na verloop van
eenigen tijd, weer netjes in orde zijn gekomen.
Ook China heeft zijn onheilspellende maar weer
afdrijvende donderwolken.
Bewaking van 't paleis 't Loo.
Prins Hendrik en het reddingswezen.
„De Deutsche Verein," een zeer groote veree-
niging van hier Ier stede gevestigde Duitschers
zoo schrijft de Amsterdamsche briefschrijver van
de Prov. Gron Ct., heeft een paar geleden zijn
jaarfeest gevierd met de opvoering van Sudermann's
drama „Glück im Winkel."' Dat kan gebeuren
zonder dat het publiek er mede van noode heeft,
doch het belangwekkende van de voorstelling
ditmaal is geweestdat de voornaamste vrouwen
rol in het drama werd vervuld door de echt-
genoote van onzen minister-president, den heer
mr. Th. Heemskerk. Oppervlakkig gesproken is
daar niets tegen; waarom zou een vrouw, die
een geboren actrice schijnt te zijn hare medewer
king niet verleenen aan de opvoering van een
tooneelstuk in besloten kring?
Maar de „Deutsche Verein" is niet zoo
besloten of menigeen, die er geen deel van uitmaakt,
Men schrijft aan de Tel. uit Apeldoorn
Geruimen tijd geleden is er in de pers op gewezen,
op welk een onwaardige wijze het paleis Het Loo bij
nacht bewaakt werd.
Namelijk door een arbeider op klompen.
Eenigen tijd daarna werd gemeld, dat het aantal
parkwachters zou worden uitgebreid, zoodat men toen
mocht verwachten, dat de arbeider-schildwacht, op
klompen, spoedig tot 't verleden zou behooren.
Niets is er echter veranderd.
Er zijn geen nieuwe parkwachters bij gekomen en
nog steeds wordt het paleis Het Loo, het uitverkoren
verblijf van H. M., bij nacht bewaakt door een arbei
der, gekleed in een uniform en gewapend, als een
nachtwacht uit het jaar nul.
Al naar gelang van het weêr of de temperatuur,
steken 's mans bajonetten in 'n paar klompér 'n
paar schoenen,
Ook het typische neuswarmertje ontbreekt niet.
De autoriteit, onder wien de bewaking van het
paleis resorteert, schijnt het bespottelijke, onwaardige,
en zeker onvoldoende, van een dusdanige bewaking
niet in te zien.
Bij dag surveilleert voor het paleis een adjudant
onderofficier-parkwachter, in net uniform, voor het
hekbovendien staat voor den ingang van het per
soneel, een oud-onderofficier-portier, eveneens in een
net uniform, en beiden gewapend met een moderne
sabel.
Beide wachters hebben tot taak allo ongewenschte
gasten, waartoe in de eerste plaats dagbladreporters
behooren, verre van het paleis te houden.
Overdag is de bewaking van het paleis dan ook in
alle deelen correct en kan men gerust zijn de men-
schen, die daarvoor aangewezen zijn, zijn allen kranige,
flinke, oude krijgers, de borst versierd soms met het
hoogste eere-metaal.
Waarom dan een zoo gewichtige dienst, als de be
waking van de woning van onze geliefde Vorstin, bij
nacht, opgedragen aan een boerenarbeider, die, mis
schien trouw tot in den dood, zich geen denkbeeld
kan vormen, welke hooge belangen hem voor f 1.25
per nacht worden toevertrouwd.
Toen voor een paar jaar eeDige Engelsche officieren
bij H. M. de Koningin genoodigd waren, waren de
parkwachters 's avonds zelf met het gevalletje ver
legen en lieten ze den klompenschutter nog maar een
poosje inrukken, totdat de gasten weg waren.
Toen onlangs Prins Hendrik van één zijner avond
wandelingen huiswaarts keerde, kon Z. K. H. een
glimlach niet onderdrukken, toen hij zoo'n bewaker,
in krijgshaftige houding, met den koppelplaat onder
den rechter arm voor het hek zag staari.
Is het wonder'?
in het buitenland en zal zich daarom aan eene opera
tie onderwerpen, waartoe de artsen al lang hadden
willen overgaan, maar waartegen hij zich steeds had
verzet.
Naar aanleiding daarvan schrijft Het Volk:
Wij hebben Troelstra zei ven gevraagd wat hiervan
waar is en vonden eigen en veler anderen ongerust
heid gelukkig weggenomen door het volgend schrijven,
dat wij van hem ontvingen
Het bericht van de Avp. doet me denken, dat dit
jaar in Holland de komkommertijd eenige maanden
vroeger dan gewoonlijk is aangevangen. Er is niets
van aan, dat eenig arts mij een operatie zou hebben
aangeraden. Gelukkig is mijn lichaam in uitsteken
den staatalleen hebben mijn hersenen en heeft in 't
algemeen mijn zenuwgestel' behoefte aan rust. Ik
laatst dezer maand thuis nog rust blijven nemen en
voel me gelukkig, dat ik de vermoeidheid thans zoo
goed gevoel en de noodige rust kan nemen. Dit is
nu een waarborg, dat ik eerlang weer met frissche
kracht mijn taak kan opnomen.
„Half werk wil ik nu niet doen, daarom zal ik,
ook al voel ik me beter, bij mijn terugkomst in 't
laatst dezer maand thuis nog rust blijven nemen en
eerst met de nieuwe zitting mijn werk in de Kamer
weer opnemen. Ik hoop dat we dit jaar een prachtige
kiesrechtbetooging zullen krijgen, en dat ik daar zal
kunnen toonen, de oude of lievernog steeds de
jonge te zijn.
„Tot zoolang moet men mij maar wat laten rente
nieren.
„Ik knap langzaam, maar aar lig op."
vHet Kamerlid Van der Zwaag.
De Klok, het socialistisch blad, waarvan (ie hearG.
L. van der Zwaag een der redacteuren is, kan met
beslistheid verzekeren, dat de heer Van der Zwaag
het vaste vooornemen heeft geen candidatuur voorde
Tweede Kamer voor het district Schoterlaud weer
aan te nemen, omdat hij het Kamerlidmaatschap op
den duur onvereenigbaar acht met het lidmaatschap
van Gedeputeerde Staten van Friesland.
Naar de Tel. verneemt, moet het in het voornemen
van Prins Hendrik liggen om, evenals hij zulks deed
op landbouwgebied, inzake het reddingswezen voor
ons land een centraal lichaam in het leven te roepen.
Zijn reis naar Frankfort a/Mainwaar van 8--12
Juni a.s. een congres en een tentoonstelling, het red
dingswezen betreffende, gehouden worden, staan hier
mede in verband.
Mr. Troelstra.
De Avondp. had dezer dagen het volgend bericht
„Mr. P. J. Troelstra vindt geen genoegzaam herstel
Aan den Haagschen brief van „Ego" in de „Prov.
Geld. en Nijm. Ct." ontleenen we het volgende
„Bij het overlijden van graaf van Bylandt werd 't
al heel spoedig als een blij gerucht verspreid, dat zijn
eenigst overblijvende dochter de ruime vlakten daar
zoo zou laten. Totdat men op een goeien dag anders
hoorde. De grond zou toch voor bouwgrond bestemd
worden, aangezien de fiscus 't uitgestrekte landgoed
niet langer als weidegrond, maar als bouwgrond ging
beschouwen. Niet heel veel tijd behoefde er over dit
gerucht heen te gaan om ettelijke figuren belust te
maken op een fortuintje dat zij door bemoeiingen als
tusschenpersoon zouden kunnen verdienen. Hoeveel
moeite er ook gedaan werd en van welke zijde men
zich ook aanmeldde, niemand kon er in slagen om
den grond voor korten of langen tijd in handen te
krijgen. Wat echter niemand gedaan wist te krijgen,
gelukte ten slotte aan een eenvoudig kruidenier, die voor
drie maanden zich het recht van koop wist te verze
keren van de terreinen gelegen aan de Javastraat en
Wassenaarschen weg en van een ander gedeelte gelegen
achter de Koningskade en begrensd door Wassenaar-
sche- en Benoordenhoutschen weg. De koopprijs was
1.500.000 gulden. Natuurlijk was 't voor onzen een-
voudigen zakenman noodig zijn positie en de kansen
op spoedig welslagen met den verkoop te vers! erken
door een syndicaat te vormen.
Zoo werd in Februari 1906 een driemanschap ge
vormd, een syndicaat oor den verkoop van de ter
reinen van gravin van Bylandt. Dit syndicaat is on
afgebroken doende geweest om de terreinen aan den
man te brengen. Wat natuurlijk niet zoo heel ge
makkelijk ging. Totdat men eindelijk in een bekend
millionair, die onlangs lid van den Raad is geworden,
dien man vond. Het syndicaat was er namelijk in
geslaagd op de bovenbedoelde terreinen een hypotheek
te verkrijgen die ruim 100.000 gulden grooter was dan
de koopprijs, maar waarvoor borgstelling vereischt
was. Bedoelde millionair verklaarde zich bereid deel
te nemen in een exploitatie-combinatie, aan welke
combinatie de gronden verkocht zouden worden voor
1.800.000 gulden. De drie mannen van het syndikaat
zouden dus hoofdelijk 't zeker niet onaardige sommetje
van een ton verdienen. Met bovenbedoelden groot
kapitalist w is a gesproken dat hij zich 24 uur reser
veerde tot het nemen eener beslissing omtrent zijne
al of met-deelname. Een half uur voor het verstrijken
van den fatalen termijn was de afgevaardigde van
het syndicaat ten huize van onzen geld-man, om diens
antwoord te vernemen.
Deze verklaarde zich dan ook bereid, zich borg te
stellen voor de voldoening van den koopprijs ad
f 1.800.000. Echter was de aankoop van een nieuwen
auto, die hijgend en zuchtend voor de deur op een
proefrit wachtte, alweer oorzaak van uitstel. Wanneer
je miliionuair bent acht je een proefrit met 'n nieuwe
auto natuurlijk belangrijker. Onze syndicaat-afge
vaardigde begaf zich direct naar 't bankiershuis waar
de akte van overdracht geteekond moest worden om
ook daar eenige uren ui stel te vragen. Terwijl men
hiermede bezig was bleek, door het verloopen van den
fatalen termijn 't recht van aankoop voor de syndi-
caat-houders te /.ij n vervallen. En ton kantore van
notaris Eikendal kreeg nu de Maatschappij Nationaal
Grondbezit 't uitgestrekte landgoed in handen. Hiermede
was voor het syndicaat de kans op 3 ton winst ver
keken.
Wanneer ik u zeg, dat eenige dagen later een
bekend bankiershu's aan deze grondmaatschappij nog
7 ton winst bood, dan zegt dit bod voldoende wat de
menschen die hier „in-grond-doen" van tijd tot tijd
verdienen.
In de Deli-Banni aldus de insidersbenaming van
de Deli Batavia Maatschappij, een der zeer blpeiende
Deli-tabak-ondernemingen is, volgens denzelfden
briefschrijver, ruzie. Op 't eind van de vorige week
werd een aandeelhoudersvergadering gehouden, waar
een nieuwe commissaris moest gekozen worden in de
de plaats van den aftredenden president mr. Kruseman,
rechter in de arrondissements-rechtbank alhier.
Voor deze vergadering was wat men noemt een
„relletje" opgezet. Commissarissen en directie schoten
niet goed met elkaar op en nu schenen een aantal
aandeelhouders dii op do commissarissen to willen
wreken door den aftredenden voorzitter niet te her
kiezen. Men had op de gebruikelijke manier ter
beurze de aandeelen verkwanseld en uitgeleend, om
het getal aandeelhouders zoo groot mogelijk te maken
Een der woordvoerders van de oppositie gaf in de
vergadering lucht aan de ontevredenheid, aankondigend
dat men een tegencandidaat had gesteld om de com
missarissen te doen voelen hoezeer men over hun
beleid verbolgen was.
Mr. Kruseman, president der vergadering, beet
geducht van zich af. Hij wees de heeren op het minder
voegzame van hun beursmachiuaties, doch dit kwam
natuurlijk als olie in 't vuur. De frondaurs kozen ten
slotte hun candidaat, waarop de beide nog gebleven
commissarissen wel niet anders konden doen dan zich
solidair verklaren met hun collega en ook aftreden.
Het geval heeft nog heel wat nagepraat ter beurze
en geschrijf in de kranten gegeven.
„Alles komt terecht 1" zeggen ze in da'n Oost. De
Deli-Banni verdient geld als waterde aandaolau
staan vandaag 670 genoteerd.
Zoolang zijn neus nog nat en frisch is
Is 't een bewijs dat meneer zoo gezond als 'n visch is.
Ten slotte geeft hij even pro memorie de water
kwestie. In telegramstijl.
Duinwater Niet onuitputtelijk Voorgesteld
bevloeing der duinen met Lekwater Dit le duur.
Tegenwoordige wethouder Van den Bergh stelde di p-
boring voor. Autoriteiten verzekerden in dat g -val
verzouting van den waterscha'. Van den Bergh
wint het pleit, millioenen gespaard, volop water-
vloeien
Daar komt een bericht uit Heemstede verzouting
geconstateerd in daar geslagen put Vijand voor
de poorten Zware betoogan van een deskundige
in het Handelsblad dat hij 't altoos wel gezegd heeft.
Angst ten stadhuize. Van den Bergh radeloos,
de burgemeester redeloos, le stad reddeloos. Och
arm
Teg nbericht uit Heemstede. Van verzouting geen
sprake. Men schept weer ademen zoet water.
Zoolang als de pomp nog op de duinen staat, dan
treuren we nog niet
„De firma Frederik Muller Co. heeft, aldus Ilabis
Minggoe uit Amsterdam in het „Utr. Dagbl.", deze
week geveild de honderd teekeningen en aquarellen,
die hebben gediend voor de versiering van den inter
nationalen bijbel.
't Mag wel haast een dozijn jaren geleden zijn, dat
deze onderneming op touw werd gezet. Aan honderd
schilders van wereld-reputatie zou gevraagd worden
ieder één prent te ontwerpen de versiering van om
slag en tekstblad zou opgedragen worden aan den
laatsten der „prae Rafaëlieten" Walter Crane in vijf
talen tegelijk zou het B iek der Boeken in ongekende
weelde worden uitgegeven-
De honderd uitgenoodigde schilders hebben niet allen
hun duizend gulden willen verdienen. Om het getal
vol te maken heeft men Segantini, Crane en nog
anderen meer dan een plaat gevraagd. Toen de col
lectie volledig was, maakte men er een tentoonstelling
van, die ik ook hier in het Stedelijk Museum mij
herinner gezien te hebben.
Intusschen werkte een consortium van uitgevers
aller landen aan de propaganda. Er was een directeur,
er waren commissarissen, die allen bezoldigd werden:
een onderneming, zoo kostbaar opgezet, dat 't wel een
wonder zou geweest zijn indien ze financieel geslaagd
ware.
Dit is ze dan ook niet. Deze bijbeluitgave werd
wat men met een handelsterm noemt een „strop".
De laatste bate der onderneming vormde de open
bare verkoop van do prenten. Verleden jaar was
naar de collectie een bod gedaan van 60.000 gulden,
doch men meende er meer voor te kunnen maken.
Ook hierin heeft men zich jammerlijk bedrogen. Na
nieuw ingelijst te zijn en tentoongesteld voor reclame
te Berlijn en te Dusseldorf, na een algemeene rond
zending van catalogi m t peperdure illustraties, brach en
de teekeningen slechts bij uitzondering een honderd
gulden of zes op. Het meerendeel bleef daaronder.
De opbrengst zal dichter bij de helft der geboden
60.000 gulden geweest zijn, dan bij het volle bedrag.
De hoogs'e prijs bracht de aquarel van Jozef Israels
„David en Saul" op, namelijk 1500 gulden.