DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN. No 119. Honderd en tiende jaargang 1908. DONDERDAG 21 MEI. Militair Onderricht. KIEZERSLIJST. BINNENLAND. Deze Courant wordt eiken avond, behalve op Zon- en Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden voor Alkmaar f 0,80; franco door het geheele Rijk f 1,—. Afzonderlijke nummers 3 Cents. Telefoonnummer 3. Prijs der gewone advertentiën: Per regel f 0,10. Bij groote contracten rabat. Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdrukkerij v/h. HERMs. COSTER ZOON, Voordam C 9. Voorbereidend Ingevolge het bepaalde in de regeling van het voorbereidend militair onderrichtzal de aan melding tot deelneming aan dit onderricht, dat kosteloos wordt verstrekt, moeten geschieden vóór den lsten Juni eerstkomende en wel a. in plaatsen waar Infanterie of Vesting- Artillerie in garnizoen ligt, bij den Comman- deerenden-Officier der Infanterie of der Vesting- Artillerie h. in de overige plaatsen bij den Burge meester der gemeente. Bedoelde Commandeerende-Officieren en Bur gemeesters zenden vóór of op 1 Juli aan den Inspecteur der Infanterie een staat in, vermel dende onder meer welke jongelieden zich tot deelneming hebben aangemeld. Vermits nu door genoemden Inspecteur na ontvangst van bedoelde staten, alle verdoeken om alsnog tot het onderricht te worden toege laten, zullen worden afgewezentenzij de be langhebbenden kunnen aantoonen, dat zij door- verblijf in het buitenland of om andere redenen onschuldig zijn aan te late aanmelding, meenen we de jongelieden, die aan het voorbereidend militair onderricht wenschen deel te nemen, dat I October a.s. begint, nadrukkelijk opmerk zaam te moeten maken, op de noodzakelijkheid zich daartoe vóór 1 Juni a.s. aan te melden, terwijl we tevens in herinnering brengen, dat gelijke aanmelding ook moet geschieden door hen, die ten vorigen jare reeds aan het onder richt deelnamen. De koning van Engeland zal een bezoek bren gen aan den Tsaar van Rusland. De ontmoeting zal plaats hebben te Reval, een havenplaats en zeehaven, aan de kust van Esthland. Dat de monarchen spoedig zouden samenkomen was na het sluiten van het Engelsch-Russische verdra wel te voorzien. Het is op het eerste gezicht wel een weinig vreemd, dat koning Eduard nog nooit den Tsaar bezocht. En in officieele Engelsche kringen wijst men nog eens met nadruk er opdat dit het eerste bezoek is, dat de Koning sedert zijn troonsbestij ging in staat is den Tsaar te brengenmet wien hij eng verbonden is door banden van vriendschap en nauwe bloedverwantschap. Eerlijk gezegd van die vriendschapsbanden is naar buiten nooit heel veel goeds gebleken! Wat de bloedverwant. schSp betreft, de Koningin van Engeland Alexan dra is eene zuster van de Russische Keizerin weduwe Mariazoodat de Engelsche Koning een oom is van Tsaar Nicolaas. Als reden van het uitstellen van het bezoek wordt in de eerste plaat genoemd de Russisch-Japansche oorlog. Bi monarchen gaat het staatsbelang boven het bloed verwantschap. Als bondgenoot van den Mikado moest de koning het natuurlijk uitstekend vinden, dat zijn neef gevoelige verliezen leed. en daarom kon hi hem niet bezoeken. Later waren er de binnen- landsche onlusten, die een bezoek aan Rusland verhinderden. De Tsaar die dezer dagen zijn veertigsten verjaardag vierde is eigenlijk een hoogst beklagenswaardig wezen. Het leven wordt hem van alle kanten veronaangenaamd. Toen hij den koning van Italië wilde bezoeken werd hem dit onmogelijk gemaakt, daar men hem dreigde uit te fluiten. En bezoeken kon hij zelf niet ontvangen, omdat zijn bezoekers nog wat ergers dreigde dan uitgefloten te worden Thans is de toestand voor hem een beetje gunstiger geworden. In Italië is er een cam pagne op touw gezet om den Tsaar in Italië te krijgen en in zijn eigenland is hij thans in zooverre weer ,baas, flat hij er op aandurft den coning van Engeland te ontvangen. Ofschoon er geen bijzonder politiek motief aan ten grondslag igt wordt dit laatste bezoek beschouwd als een lernieuwd blijk van nauwer betrekkingen tus- schen de twee landen bestaande, met het oog op de Engelsch-Russische overeenkomst. Ook iet feit, dat in Italië op dit oogenblik zelfs democratische bladen de publieke opinie trachten te bewerken ten gunste van een Italiaansch- lussische toenadering, bewijst, dat Rusland weer meer in aanzien komt. Trouwens —de Duitsche ceizer moet ook van plan zijn, dezen zomer weer den Tsaar te bezoeken. Uit het bovenstaande blijkt alweer, dat de geest van het internationalisme vaardig is ge worden over- de regeerders. Zij dringt ook tot de volkeren door. De Duitsche hoogleeraar prof. dr. Walther Schücking heeft hierover een arti- cel geschreven, waarin hij aantoont, dat de perio de van desorganisatie voorbij is en dat er een nieuw tijdperk is aangebroken, waarin de staten zich weer gaan organiseeren. Natuurlijk zal deze organisatie niet worden zooals weleer één reuzenrijk. Maar wel kan er een geheel tot stand komen, waarin de staten met dezelfde rechten naast elkaar staan. Het begin is reeds gemaakt. Er is een vloedgolf van internationa- isme in den laatsten tijd over .de aarde gegaan, zooals president Roosevelt zoo voortreffelijk op merkte. Dit is het gevolg van de gemeenschap pelijkheid van belangen, en deze is ontstaan uit het toegenomen verkeer. Het tijdperk van stoom en electriciteit, van telefoon en telegraaf, heeft een nieuwe organi satie van staten noodig. Internationale vereeni- gingen trachten zoo goed en zoo kwa^d als het gaat in de bestaande behoefte te voorzien. En de bezoeken welke de monarchen elkaar brengen en welke de laatste jaren zeer sterk zijn toegenomen, doen hetzelfde werk als die veree- nigingenzij brengen de volkeren met elkaar in kennis en in aanraking. En al zal een groot deel der Engelsche bevolking ontsticht wrezen over het bezoek van den Koning aan den Tsaar, de hoogere internationale pcflitiek eischt het Tweede Kamer. Bij het gisteren voortgezet debat over de motie der heeren Bos c.s. ten gunste van staatsexploi tatie van spoorwegen zette de heeren van C i t t e r s (a. r. Ede) de houding der anti-revolution- naire partij ten aanzien van het spoorwegvraag- stuk uiteen. Nieuw voor de zaak staande, achtte men het de taak van den staat de exploitatie van de groote spoorwegen in handen te hebben. Maar de toestand is sedert anders geworden en dus kan dit principieele standpunt thans niet gelden. Met de heeren Bos en Treub erkende spreker, dat het spoorwegvraagstuk niet is een vraagstuk van partijpolitiek, maar van practische politiek. Hij oordeelde echter, dat een vraagstuk, waarbij millioenen betrokken zijn, niet geschikt is om door eene motie tot oplossing te worden gebracht. In elk geval zal daarvoor noodig zijn een goed geformuleerd voorstel. Bij de uiteen- loopende meeningen achtte spr. de Kamer niet voldoende in staat om zich uit te spreken. Boven dien meende hij, dat de heer Treub er allerminst in geslaagd was de becijfering van den spoorweg- deskundige Wekker te kunnen weerleggen. Ook ten aanzien van loonsverhooging bij de staatsspoor en Holl. spoor, bestreed spreker de becijfering van den heer Treub, In elk geval moeten de voorstanders van staatsexploitatie het bewijs leve ren dat onder de gegeven omstandigheden eene verandering van den bestaanden toestand noodig is. Spreker erkendedatnu de staat niet geamor tiseerd heeft, hij bij eventueele naasting alles in eens zal moeten betalen. Wenschelijk is het daaromdat de staat alsnog tot amortisatie over gaat. Nagaande in welken toestand onze finan ciën zouden komen bij staatsexploitaitie van spoor wegen, betoogde spreker, dat in elk geval eene bedrijfsregeling zal moeten voorafgaan en dat er eene scheiding moet komen tusschen spoor weg-financiën en staats-financiën. Spr. was van meening, dat de voorstellers de beteekenis hunner motie hebben overschat. Zijns inziens zal noch verwerping noch aanneming van invloed zijn op onze spoorwegen. Welke richting men in de toekomst in zake het spoor wegwezen zal moeten opgaanzal eenvoudig liervan afhangen af de sr poorwegmaatschappijen iet zullen kunnen uithouden hare contractueele verplichtingen na te komen, waarin zij tot dus ver geslaagd zijn. Spr. verzocht aan de regeering van de uitkomsten en de werking thans sedert bijna 20 jaren werkende spoorweg overeenkomsten zoodoende zal men kunnen zien of wijziging in het Staatsbelang noodig is. Sprs. conclusie was, dat de motie ook voor degeneii, die zich niet volstrekt absoluut tegen staats exploitatie uitspraken, niet aannemelijk is. Voor 'een gewichtig vraagstuk, als het hier geldt, is noodig een uitgewerkt voorstel, om zoodoende goed onder de oogen te kunnen zien, zoowel de fmancieele gevolgen voor den staat, als de be zwaren tegen Staatsexploitatie aangevoerd. De heer P i e r s o n (lib. Gorinchem) achtte voorbereiding van maatregelen om tot Staatsex ploitatie te geraken, geenszins urgent. Op spoor weggebied staat ons land volstrekt niet bij het puitenland ten achter. Men rijdt hier veilighet Uitvoerig schetste spreker de voordeelen van een goed concurrentie- stelsel. Hij huldigde de spoorwegmaatschappijen wegens de energieke en schitterende wijze, waarop zij de overeenkomsten van 1890 hebben nage leefd en oordeelde, dat zij haar taak volstrekt niet begrepen, doch royaal en niet bang voor expansie hebben opgevat. Spreker betoogde voorts, dat de Staat niet aan de maatschappijen is te kort gekomen. Zeer overdreven achtte hij de geopperde grieven tegen de fmancieele verhouding tusschen den Staat en de maatschappijen. Ook van fmancieele zijde beschouwd bestaat er geen urgentie voor naasting. Er bestaat allerminst reden voor de noodkreten, door den voorsteller van de motie geuit. Hoogstens ware te over wegen of er aanleiding bestaat voor naasting in de toekomst. Zelfs indien Staatsexploitatie wellicht voor den Staat een financieel voordeel zou op leveren. dan geldt hiertegenover het bezwaar, dat de Staat zijn personeel met 80,000 personen zou zien vermeerderen. De heer L e 1 y (lib. Amsterdam II) achtte het onjuist ten onzent te spreken van particuliere spoorweg-exploitatie, waar de spoorwegmaatschap pijen geen vrijheid in de aanstelling van haar personeel hebben, niet de volle risico van haar bedrijf dragen, terwijl voor haar zekerheid van voortbestaan ontbreekt. Dit laatste heeft het nadeelige gevolg, dat de maatschappijen het oog richten niet op de toekomst maar op het heden en zich dus beperken tot het nemen van maat regelen, uitsluitend voor het oogenblik nood zakelijk. De overgangsvorm, waarin ons spoor wegwezen feitelijk verkeert, is dus nadeelig en voorbestemd om te verdwijnen. Uit eigen erva ring deelde spreker mede, dat in zake uitbrei ding der werken de maatschappij oppermachtig is tegenover de Regeering, want het is steeds de maatschappij, die beslist. De Staat kan niet beletten uitvoering van werken, die hij niet wil, en kan ook niet afdwingen werken, die hij wel wil. Naasting of geen naasting, in ieder geval is noodig dat voor de tegenwoordige overeen komsten in de plaats treedt een regeling, waar door het voor den Staat mogelijk wordt, het verkeerswezen te vervormen op de wijze als noodig is in het algemeen belang. Spreker vroeg daarom van de regeering beslist antwoord op de vraag of ook zij niet wijziging in de spoor wegcontracten noodzakelijk acht. Het is volstrekt noodig, dat de bestaande over eenkomsten gewijzigd worden om den Staat mee macht toe te kennen ten aanzien der uitvoering van werken, meer medezeggingschap ten aan zien der exploitatie en der aanstelling van het personeel. Dan blijft er niets over van het karak ter van particuliere exploitatie en Staatsexploitatie is dan ook de eenige oplossing. Wel brengt dit bezwaren mede, maar deze worden grooter, hoe langer men wacht. Uit volle overtuiging zal spreker vóór de motie stemmen. De heer A a 1 b e r s e (kath. Almelo) verklaarde voor de motie te zullen stemmen. Reeds het enkele feit, dat het spoorwegbedrijf is een mono polistisch bedrijf, belast met verzorging van ge wichtige belangen, is voor spreker voldoende aanleiding om tot Staatsexploitatie over te gaan. Uitvoerig ging spreker na de voordeelen voor ons land, verbonden aan het door den Staat in eigen hand hebben van spoorwegen. Dit komt ook ten goede aan het defensiewezen en voc komt ook den invloed van het buitenland op onze spoorwegpolitiek. Ook onze handelspolitiek is er bij betrokken. Tegenover de tegenstanders van Staatsèxploi tatie wees spr. er op, dat de Staat onder het tegenwoordige stelsel alle nadeelen, verbonden aan particuliere exploitatie, draagt en alle voor deelen, aan Staatsexploitatie verbonden, mist. Ter voorkoming, dat door verwerping der motie de positie der regeering tegenover de maatschappijen zou worden verzwakt, adviseerde spreker de voirstellers van de motie, deze in dien zin te wijzigen, dat de motie alleen bevat irincipieele uitspraak van wenschelijkheid van Staatsexploitatie, tenzij er voorshands onover- comelijke fmancieele bezwaren blijken te bestaan. Open brief aan het Kamerlid Treub. Tegen den woeker. Tweede Diocesanen Katholiekedag in 't bisdom Haarlem. Gister werd te Haarlem onder bescherm heerschap van' den Bisschop van Haarlem mgr. A. J. Callier deze katholiekendag gehouden. Voorzitter was mr. J. N. J. E. Thijssen, lid van de Staten van Noord-Holland en van den Raad te Haarlem. Te IOV2 uur werd door den Bisschop van Haarlem in de St. Bavo een mis gecelebreerd en van daar ging men naar vier lokalen, waarin tegelijk werd vergaderd. In de Groote concert zaal der vereeniging leidde de heer A. G. van den Berg, rector te Amsterdam, in het onderwerp „Volksbibliotheken", en kwam daarbij tot de volgende conclusie I. Gelet op den bestaanden lust tot lezen en op de gemakkelijkheid, waarmede boeken van verdachten of slechten inhoud te verkrijgen zijn, is het noodzakelijk volksbibliotheken op ie l ich ten, of in stand te houden, waar op gemakke lijke wijze goede lectuur te verkrijgen is. II. De bibliotheken waaraan zoo mogelijk lees zalen te verbinden zijn, moeten voor het grootste gedeelte bevatlen onispanningslectuur, omdat deze het meest gevraagd wordt en hierin dus voor 't meerendeel van 't volk het grootste ge vaar ligt voor geloof en zeden. Aan deze ont spanningslectuur verbinde men op doelmatige wijze ontwikkelingslectuur en men trachte daarbij zooveel mogelijk den smaak in deze meer ern stige lectuur aan te kweeken. III. Deze bibliotheken moeten in het algemeen gesproken, zooveel mogelijk parochiaal zijn, zoo dat in iedere parochie een dergelijke bibliotheek staat, onder leiding van den pastoor of iemand door den pastoor aan te wijzen. iLKMAARSCHE COURANT. sWiriavi De BURGEMEESTER der gemeente ALKMAAR brengt ter algemeene kennis, dat de kiezerslijst voor het jaar 1908/9, aanwijzende de namen van hen, die bevoegd zijn tot het deelnemen aan de verkiezing van leden van de Tweede Kamer, van de Provinciale Staten en van den Gemeenteraadter secretarie dezer gemeente voor een ieder ter inzage is nedergelegd en in afdruk tegen betaling van f 5 verkrijgbaar is gesteld. Alkmaar, De Burgemeester voornoemd, 18 Mei 1908. G. RIPPING. ALKMAAR, 21 Mei. Naar aanleiding van hetgeen de heer Treub in de vergadering der Tweede Kamer van jl. Vrijdag heeft gezegd over de Vereeniging van Nederlandsche Werkgevers en hare houding tegenover de motie-Bos inzake staatsexploitatie van spoorwegen, heeft het bestuur dezer vereeniging een open brief aan dat Kamerlid in het licht gezonden. Hierin wordt o. a. het volgende gezegd: „Uit de ledenlijst (der -vereeniging) bleek en dit kon dus iedereen bekend zifn dat drie Nederlandsche Spoorweg-maatschappijen (S.S., H. IJ. S. M. en N. C. S.) tot onze Vereeniging behooren. Doch uit de bro chure „Onze houding enz." bleek tevens dat het initiatief tot een actie onzerzijds tegen Staats-exploitatie uitging niet van bet bestuur, doch van drie leden: de H.H. G. J. van Heek, D. Gelderman en D. W. Stork. Gelooft u dat deze drie leden dit deden om den Spoorweg-maatschappijen een genoegen te doen Bij de behandeling van het desbetreffend voorstel hebben zich de Spoorweg-maatschappijen van elke zijdeliogsche of rechtstreeksche inmenging onthouden. Bij niemand onzer heeft het denkbeeld post gevat dat men, door tegen Staats-exploitatie zich uit te spreken, daarmee den Spoorweg-maatschappijen ter wille zou zijn. Van vrachtreducties met „aanzien des persoons", of anders dan volgens de bepalingen der spoorwegwet of van geheime restituties als door u bedoeld, is geen onzer iets bekend e het kon dus ook niet zijn om deze te verkrijgen of te behouden dat wij ons tegen Staats exploitatie verklaarden. Ook bij Staats-exploitatie zouden, gelijk door u werd erkend, uitzonderingstarieveu bij massaal vervoer zonder aanzien des persoons, gelijk thans, worden verleend. "De bedenkingen onzer leden tegen Staats exploitatie vloeien echter voort uit de overweging van de groote nadeelen, welke toepassing van dit stelsel zoowel voor handel en nijverheid niet enkel voor den groothandel en de groote nijverheid als voor algemeene belangen zou meebrengen. Tot de erken ning van die nadeelen waren onze leden reeds langen tijd gekomen (onder meer door waarneming der er varing elders) en zij hebben in hun motie tegen Staats-exploitatie eenvoudig uitgesproken wat reeds sedert lang hun besliste overtuiging was. Het bestuur verwerpt daarom met kracht als ten eenenmale onjuist de voorstelling van mr. Treub, dat de door de vereeniging aan het algemeen belang ontleende bezwaren, in den grond der zaak door per soonlijk belang waren ingegeven, gelijk mr. Treub heeft gezegd. Te Den Haag werd gisteren door den voorzitter en den secretaris der Nationale vereeniging tot bestrijding van den woeker aan den minister van justitie een adres aangeboden, hetwelk zich aansluit bij dat het welk vroeger aan den minister van binnenlandsche zaken is overhandigd en waarin de hoop wordt "uit gesproken, dat de minister zoo mogelijk nog voor het einde der thans loopende parlementaire periode althans strafrechtelijke bepalingen tegen den woeker zal in het leven roepen, hetzij bij afzonderlijk wetsontwerp, hetzij tegelijk met de toegezegde strafwetboekwijzigin- gen ter bestrijding der openbare onzedelijkheid.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1908 | | pagina 1