DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN. No 122. Honderd en tiende jaargang 1908. MAANDAG 25 MIE I. Uit Hof- en Hoofdstad. Deze Courant wordt eiken avond, behalve op Zon- en Feestdagenuitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden voor Alkmaar f 0,80; franco door het geheele Rijk f 1, Afzonderlijke nummers 3 Cents. Telefoonnummer 3. Prijs der gewone advertentiën: Per regel f 0,10. Bij groote contracten rabat. Oroote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdrukkerij v/h. HERMs. COSTER ZOON, Voordam C 9. ALKMAARSCEE COURANT VgJAVii ALKMAAR, 25 Mei. Als de Engelschman zeggen wil, dat iets buitenge woon goed is, dan verklaart bij dat het A I is. De niet-Engelschman zal zich het hoofd breken over de beteekenis van het „a one." De Engelschman weet, dat deze uitdrukking ontleend is aan de groote seheepsverzekeringmaatschappij Lloyds, welke met A I wil zeggen, dat een schip een eerste klasse schip is, dus het tegendeel van „een drijvende doodkist." Het woord Lloyd is bekend. Men leest van de Oos- tenrijksche, Fransche, Noordduitsche (Bremer) Lloyd en weet, dat het groote reederijen en handelsvereeni- gingen zijn. Maar het is de moeite waard, wat meer van dien naam te weten en daarom deelen we hier een en ander daaromtrent mede, dat ontleend is aan een Engelsche correspondentie van een Duitsch blad. Lloyd was een koffiehuishouder die omstreeks 1660 in de Towerstreet te Londen woonde, een straat, die nabij de Theems gelegen was en waarvan bijna allen, die met de zeevaart in betrekking stonden, gebruik maakten. Van die gunstige ligging heeft Eduard Lloyd weten te profiteeren. Hij verzamelde al heel gauw scheepstijdingen en toen deze zich spoedig uit breidden, gaf hij een courant uit, welke zelfs overzec- sche berichten bevatte. Voor dien tijd was dat iets geheel bijzonders men had geen zeekabels en geen draadlooze telegrafie. Ook waren die berichten soms zeer eigenaardig gesteldmen schreef bijv. over „spo ken," die een schip hadden achtervolgd en die de reis tot een allesbehalve voorspoedige hadden gemaakt. Mede door deze courant werd Lloyds koffiehuis het vereenigingspunt van scheepsmakelaars, kooplieden en verzekeraars. De lokalen werden weldra te klein. Lloyds ging verhuizen en nog eens weer. De zaak nam zoo in bloei toe, dat er in 1770 een maatschappij werd opgericht welke zich uitsluitend bezighield met assu rantie en gevestigd was in het Noordwesten der Lon- densche beurs. Thans is Lloyds de groote markt voor allerhande verzekeringen. Wil men zich vóór de te verwachten blijde gebeurtenis verzekeren tegen de kans (om niet te zeggen het gevaar) van tweelingen Lloyds zal u gaarne helpen en tegen betaling u een polis ver schaffen. Maar de schrijver heeft het alleen over de scheepsassurantie, niet over de andere takken van het omvangrijke verzekeringsbedrijf. De maatschappij als zoodanig verzekert niet, maar hare leden handelen als makelaar (broker) of als deelnemer in een verzekering (underwriter) voor eigen rekening. Zij hebben zich echter te gedragen overeenkomstig zekere gebruiken en regelen. Voor zaken naar een lid van Lloyds gaan be- teekent te doen te hebben met een man, van absolute rechtschapenheid en goede trouw. Wie zich aanmeldt als „underwriter" moet niet alleen aan deze eischen voldoen, maar bovendien 60.000 gulden storten als waarborgsom voor mogelijke verplichtingen, ontstaan uit zee- of transportverzekeringen. Het totaal bedrag van deze waarborgsommen bedraagt 42.000.000 gulden. De gebouwen, waarin Lloyds gevestigd is, zijn uit stekend ingericht. De „underwriting"-zaal is een zeer groot vertrek. Voor den ingang staat een portier, ge kleed in goud en scharlaken en hij draagt een hoogen hoed met gouden rand. Men geeft hem zijn naam op en dien van den heer dien men wenscht te spreken. De laatste naam wordt medegedeeld aan een uitroeper, die eveneens in zulk een mooi pakje is gestoken en die zich op een podium bevindt, dat voorzien is van een klankbord. De man roept den naam van dengeen, dien men wenscht te spreken. Deze verschijnt en neemt zijn bezoeker mede in de zaal. Het is onmogelijk, dat iemand alleen de zaal binnendringt. In dit vertrek zijn ettelijke kleine hokjes met schrijfbureaux, waar zaken worden gedaan, polissen geteekend, verzekerin gen aangenomen, reclames aangehoord etc. Op een grooten lessenaar ligt een noodlottig boek met groenen lederen band opengeslagenhet verliesboek, waarin el ken dag met mooie rondschriftletters de berichten over scheepsong-elukken worden geschreven. Twee andere boeken met roodleeren banden vermelden de schepen, die binnen- of buitenlandsche havens hebben bereikt. Er is voorts een afgescheiden vertrekje dat „gruwelka mer" wordt genoemd en waar de afschriften van tele grammen over ongelukken, aankomst en vertrek wor den opgehangen. Ook dient een bel vermeld te worden, die in de zaal hangt. Zij is afkomstig van het fregat „Lutine," wel ke met een lading goud in 1799 verging. De bel werd later met een dó el der kostbare lading geborgen en werd het eigendom van Lloyds, waar zij als doodsklok dienst doet. Ts er sinds langen tijd van een schip niets gehoord, zoodat de eigenaren aan zijn terugkeer twij felen, dan verzoeken ze aan de commissie het schip te vermelden in de „gruwelkamer" en tegelijkertijd al len, die iets van het schip weten, uit te noodigen hier- an mededeeling te doen. Op Woensdag wordt dit dan gedaan, als hiervoor termen bestaan. Heeft men den volgenden Woensdag nog niets van het schip gehoord, dan wordt het als „vermist" opgegeven en dan moet de verzekering worden uitbetaald. Dan wordt er eenmaal ebeld -de doodsklok voor schip en bemanning. Mocht het schip -hetgeen zelden gebeurt toch be houden aankomen, dan wordt er tweemaal gebeld. Het verzekeren is een moeielijk werk. Ieder „under writer" heeft zijn specialiteit de een is voor Ameri- kaansche, de ander voor Turksche, een derde voor Noorsche havens etc. Hij moet een goed aardrijkskun dige zijn, hij moet iedere haven goed kennen, weten of de tijd van varen goed of slecht is. Ook moet hij po lissen met clausules, die in elk denkbaar geval voor zien, kunnen opstellen en nauwkeurige berekeningen voor de te betalen premiën kunnen maken. Natuur lijk hebben de makelaars zoowel als de onderteekenaars hulpmiddelen noodig. Lloyds geeft die in zijn prachti ge boekerij voor naslaan met alle denkbare boeken en kaarten op zeevaartgebied, in zijn leeszaal, waarin zich ook een telegraafbureau bevindt, en waarin, behalve couranten uit alle deelen der wereld, ook de Lloydslijs- ten zijn met allerlei bijzonderheden over sche pen, door eigen inspecteurs opgemaakti Bovendien is er een lijst van kapiteins, waarin 24.000 kapiteins zijn opgenomen, die als het ware voortdurend door Lloyds gecontroleerd worden. De beste instelling is echter het „Intelligence Departement." Lloyds heeft in 2000 havens agenten, die aankomst, vertrek van schepen, schipbreuken en ongelukken naar Londen seiner- Lloyds heeft eigen signaalstations en alle kapiteins achten het hun plicht, aan deze stations mededeeling te doen van de schepen, die ze gepraaid, wrakken of verlaten schepen die ze ontmoet hebben. Er zouden nog meer bijzonderheden vermeld kunnen worden. Maar men kan van Lloyds alles zeggen in twee let ters Lloyds is A I. De „Haagsche Kiekjesman" van het N. v. h. Noorden schrijft ove- dieven Die sinjeurs hebben zich in de laatste maanden duchtig geroerd en steeds met succes, want hoewel er midden, in het hart van de stad, slag op slag op de allerbrutaalste manier werd ingebroken, kreeg de politie geen der boosdoeners te pakken. In de buitenwijken was men werkelijk veiliger dan in de Booten of in de Spuistraat, waar op Ameri- kaansche manier heele goudsmidwinkels werden leeg geroofd. Zoo zijn verleden week bij den heer Overstrijd eventjes 250 horloges weggehaald, om niet te spreken van den diefstal, eenigen tijd geleden bij den goudsmid Hamm i in de Korte Poot en gepleegd, waar zij voor f 10.000 aan waarde medenamen. Door een toeval is het de politie gelukt op het spoor van de dieven te komen, die er liefst met hun zevenen op uittrokken, onder aanvoering van een vrouw. Vier hunner zitten nu achter slot en tevens zijn er eenige „makkers" medegenomen, die van medeplichtigheid verdacht worden. In de couranten staat, dat het een zegen voor de maatschappij is, dat deze menschen niet meer vrij en frank rondloopen. Ik kan het mij begrijpen. Intusschen staat het nu vast, dat wij hier te doen hebben met een internationale dievenbende, die naar „vast systeem" werkte, met een „vast personeel", en wat het allerergste is ook haar „vaste bergplaatsen" had. Vooral dit laatste is een zeer ernstige omstan digheid, want daardoor zijn de namen van een paar onzer allereerste winkeliers, die de dieven deze „ge heime bergplaatsen" tegen groote huursommen ver huurden, ernstig in opspraak gekomen. Men vraagt zich af hoe het mogelijk is, dat zij niet wisten met wie zij te doen hadden. Herkes en van Deursen b.v. zijn een paar gewone slampampers, volstrekt geen gentlemen-thieves En de tusschenpersonen, die bij den verhuur van de „geheime bewaarplaatsen" ook een rol hebben gespeeld, zijn van even laag allooi. Het is dan ook een raadsel, dat een fatsoenlijk man, die aan deze lieden „geheime bergplaatsen" verhuurt, geen achterdocht heeft gekregeD. Wie ook niet voor geheel zuiver op den graat worden gehouden, zijn een paar leden van een speelhol, dat ik maar niet nader zal aanduiden. Naar ik hoor moeten er bij deze bende minstens evenveel helers en medeplichtig zijn als dieven en staan ons nog sensationeele gebeurtenissen te wachten. Het is echter Wt-1 te betreuren, dat een zoo grootc- bende misdadigers, die met dolk en revolver gewapend overal inbraken, zoo langen tijd ongemoeid hun hand werk hebben kunnen uitoefenen. Dat wijst toch, hoe zeer men de activiteit thans door onze recherche aan den dag gelegd kan en moet prijzen, op een misstand bij onze politie. Is men ie zuinig om het personeel der recherche behoorlijk uit te breiden? Of hapert het aan den ijver en de „vakkennis" Ik gelo >f eerder dat mm het in de zuinigheid moet zoeken. Al meer heb ik er over hooren klagen, dat de recherchedienst veel te zwak bezet is en dat voor het geringe aan vangssalaris geen behoorlijke krachten zijn te krijgen Zou men deze gelegenheid nu eens niet benutten om daarin verandering te brengen Ook de nachtbewaking door de gewme politieagenten laat veel te wenschen over. Maar hoogst zelden ziet men 's nachts dóór de straten loopende politie en als ze er zijn hoort men ze reeds uit de verte aankomen. Waarom de politie 's nachts geen schoenen met gutta- percha-zolen gegeven Dan verraden zij hun aan wezigheid niet i n kunnen h.h. dieven hen niet reeds van verre hooren naderen. Enkele rechercheurs zijn reeds zoo geschoeid, natuurlijk op "eigen kosten. Waarom dan de politieagenten niet Natuurlijk kunnen de mannen die dure schoenen echter niet uit eigen beurs betalen. De hoofdcommissaris van politie over- wege eens of deze maatregel niet tot verhooging der veiligheid zou kunnen bijdragen. Vooral in de hoofd straten, waar 's nachts veel gespuis rondloopt, dat soms allerlei baldadigheid pleegt, zou de wetenschap van een onhoorbaar naderenden politieman buitenge woon preventief kunnen werken. Nu loopen zij een voudig weg zoodra zij de politie hooren naderen. Dan is er echter kans dat zij overvallen worden en dat houdt er altijd meer of minder een heilzame angst in. „Ego" in de „Prov. Geld. en Nijm. Ct." heeft er zich over verbaasd geen protestkreet' vernomen te hebben over wat den volko sedert eenige dagen in den tuin van het Koninklijk Zoölogisch Botanisch Ge nootschap als voor jaarsfeest of kermis wordt aange boden. Van wege de onzedelijke of ergerniswekkende tooneelen werd indertijd de Kermis afgeschaft, aan het volk een volksvermaak ontnomen, waarvoor 't niets in de plaats terugkreeg. Men zou nu mogen aannemen, dat 't bij 't kermisbezoek in zoo'n genoot- schapstuin wel dubbel-overgehaald fatsoenlijk zou toe gaan. Daar kon 't gepeupel nu immers niet „bij" komen Laat ik u zeggen, dat hier wederom gebleken is, dat 't 'm juist niet 't uitgekreten „volk" is op wiens rekening de ergernis-gevende tooneelen komen, welke de kermis-afschaffing konden rechtvaardigen. En wanneer burgemeester Sweerts in 't avonduur daar eens was binnengegaan, waar vedel en fluit, monde" en demi monde" al van verre met lokkende tonen naar binnen haalden, dan houd ik me verze- erd dat hij spoedig geërgerd zon zijn heengegaan. En met 't stellige voornemen om een volgend jaar te zullen weigeren, waartoe nu vergunning was gegeven. Wie z'n kinderen nog eens van kermisvermaak wilde laten genieten, werd op menigon avond letterlijk op de vlucht gedreven om dan maar liever 't terrein vrij te laten aan de dames van zekere wereld, wier bezoek in onze koffiehuizen niet geduld wordt maar wier bestiale uitgelatenheid hier ongecontroleerd bleef. Dien aangaande zijn er vele klachten vernomen en 't zou me wel verwonderen wanneer in 't volgend voorjaar aan zulk geforceerd kermisvermaak niet zekere grenzen werd gesteld. Wij hadden aldus Fianor in de Leeuw. Ct. de laatste weken een kleine opleving van welvaart door de Amsterdamsche effectenbeurs. Veel geld voor binnenlandsche ondernemingen heb ben wij niet beschikbaar; wij gaan niet dood van ondernemingsgeest; onze jonge mannen houden er niet bijste van, ver van honk te gaantenzij naar Indië, om daar in staatsbetrekkingen geplaatst te worden of een betrekking op een plantage te bekomen en tegenwoordig hoort men zelfs uit Indië de klacht, dat het hoe langer hoe moeilijker wordt de vacante plaatsen voldoende te bezetten. Twee zaken houden nog te veel ons hart gevangeneen nette, vaste be trekking hier te lande en voor wie in de hoofdstad geboren en getogen is, liefst te Amsterdamen de Beurs. En als wij dan toch van dobbelen houden, laten wij ons er dan over verheugen, dat het de laatste weken voorspoedig met de Beurszaken ging. De Amerikaansche spoorwegfondsen spelen een grooter rol in het leven der hoofdstad dan de meesten vermoeden. Dit was op de nu reeds verstreken mooie Meidagen te zien, als men 's namiddags zoo tegen halfdrie op het Damrak was en de Beursbezoekers met opgewekte gezichten de breede trappen van den handelstempel zag afkomen. Stijgende koersen bij de Amerikaansche Spoorwegwaarden; er waren zaken gedaande commissionairs in effecten heben goede dagen achter den rug, een kleine vergoeding voor de voorafgaande maanden van malaise. Maar welke belangstelling voor de koersen bij zoo vele anderen uit de burgerij. Zie ze eens dringen voor de ramen van de effectenfirma van Eijk op het Damrak, om de geplublieeerde koersen te lezenwat al opmer kingen over openingskoers en slotkoerswelke aan dacht g schonken aan de b: richten uit Londen e New-York! IIoe staan de Rails, (Southern Railway) en de Rocky's (Rcck-Islr.nd Shares), de Missouri's? Bakkers, kruideniers, kantoorbedienden, ja, wie specu leert tegenwoordig niet? En de „Beursbengel" en de American lunchroom in de Kalverstraat en de andere lunchrooms en de koffiehuizen op het Damrak, hebben het onder en na Beurstijd druk. Hoeveel er verdient is kan men nagaan, als men bedenkt, dat sommige fondsen in ruim drie weken tijds van 14 o. 18 h 19, sommige van 40 op bijna 60 percent gestegen zijn. Ik wensch den laatsten koopers toe, dat een inzinking nog lang moge uitblijven. Doch de aankoop van groote bedragen woidt m. i. wel wat te gemakkelijk gemaakt Een 10 percent storting, om het mogelijke verlies te dekken, is voldoende, en deze week hoorde ik, dat sommige commissionairs het den speculanten nog ge makkelijker maken. En als men 't er dan op waagt rekenende op stijging, voor driemaal zooveel geld te koopen als men bezit en er ia plaats van stijging, daling volgt, de daling aanhoudt, de fondsen eenige percenten achteruitgaan, de bezitter zenuwachtig, bang wordt, en verkoopt, adjeu dan, lieve geldje! een aan zienlijk deel van 't soms moeilijk; vergaarde vermogen is gevlogen. Doch nog eens, voor zoovelen in de stad, voor com missionairs en winkeliers en de' kleine speculanten zelf, is het verheugend, dat het de laatste weken bijster goed ging. Hoe weinig geld er noodig is om een groote zaak op touw te zetten, kan men ervaren, als men hoort van,,! de levensgeschiedenis van de Internationale Maatschappij tot tentoonstelling en verkoop van indu- striëele artikelen te Amsterdam, vertelt de Amsterdam sche briefschrijver \an de Prov. Gron. Ct. Het zou me absoluut niet verwonderen als geen mijner Groningsche lezers ooit van die Maatschappij had gehoordlaat ik er onmiddellijk bijvoegen, dat ze ook*,te Amsterdam hij lange" na niet algemeen bekend is, hoewel ze eigenares is van een der ruimste lokaliteiten der hoofds ad. Die lokaliteit is het ge bouw „Velox", achter het Rijksmuseum, indertijd op gericht 'als wielrijschool, maar als zoodanig fiasco ma kend. Toen is het voor velerelei doeleinden gebruikt, defdiamant-bewerkers hebben er in vergaderd, infan terie is 'er ingekwartierd geweest en na eene poging om het voor een te hoog bedrag aan de gemeente te verkoopenf teneinde er een Militiezaal van te maken, waarvoor het volstrekt niet deugde, is het gebouw ingerichtjals permanente'tentoonstelling van'industriëele artikelen. Maar j't was een allerwonderlijkste tentoonstelling Voor een echte tentoonstelling wordt reclame gemaakt, alom advertenties, overal aanplakbiljetten, vlaggen op 'i huis, bekroningen, vriendelijke berichtjes, enz. Maar niets van dat alDeze tentoonstelling ging zoo stil haars weegs alsveen Begijntje"en niemand,"tenminste niemand hier ter stede wist iets af van haar wijze van werken en.als ooit een tentoonstelling bezoekloos is geweest, dan is het wel die in „Velox' Totdat plotseling:!bericht Twara,, }dat"ze"""surséance van betaling had aangevraagd. Reeds daaruit viel op te maken, dat zij in"ieder ge val j zaken jheeft gedaan en dat deze niet zóó slecht zijn gegaan of de directie meent,| dat kapitaal en inkomsten de schulden niet onbelangrij ktevertre ffen. Maar of ze daarinj'niet jwat al te optimistisch is geweest In het*"weekblad der schuldinvorderings- maatschappij „Unitas" wordt een boekje omtrent die onderneming opengedaan, waarvan ik heb afgekeken. Nominaal bedroeg het kapitaal bij de oprichting een ton, doch de aandeelhouders~stortten niet meer dan f 2000. Met zooveel geld in kas werd een gebouw voor f 60,000 gekocht, vervolgens! werd tweemaal het kapitaal uitgebreid, doch men bleef met ficties werken, zoodat ten slotte niet meer dan een f 30,000 was ingebracht. Dat werken schijnt bestaan te hebben in pogingen om buitenlandsche fabrikanten over te halen hunne producten ter tentoonstelling en tot verkoop te zendeD, doch dit schijnt een zeldzaam groote vergissing ge weest te zijn, want ik geloof niet, dat er één buiten lander afgekomen is op de schijnbaar zoo mooie cir culaires, warrop niet enkel het~gebouw „Velox" doch ook het onmiddellijk daarbij gelegen Rijksmuseum was afgebeeld. Oorspronkelijk was de gedachte der exploi tatie uitgegaan van een man, op wien in handelskrin gen wel eens nadrukkelijk de aandacht is gevestigd dan hem aangenaam moet zijn geweest. Enkele andere jonge juristen lieten zich bewegen om zich mede in de zaak te"fmengen, de heer A. A. van den Biesen nam vervolgens jiet directeurschap op zich, toen hij begreep,'|dat „hetgeen „failure"fwas, liet hij de zaak aan anderen over, en nu hebben de heeren het over gelaten aan mr. Keyzer om de onderneming weer op de rails te brengen. Of dat gelukken zal Ik heb er een zwaar hoofd in, al ware het slechts om de zeer hooge taxatiej van de bezittingen en credieten der onderneming. Intusschen, de rechtbank heeft zich lankmoedig ge toond en voorloopig surséance toegestaan, doch als deskundigen benoemd twee „oudefrotten", den heer J. van Hasselt, ex-directeur van Publieke Werken, en mr. J. H. Worst, een jurist, die door zijn scherpzin nigheid en eerlijkheid in vele kringen in hooge achting staat. Dat tweetal zal wel zorgen dat „alles zal recht kom", doch het zal me zeer benieuwen of dat „recht komen" zal zijn ten gunste van de maatschappij, die „Velox" exploiteert. Dezelfde briefschrijver geeft tenslotte het volgende nieuwtje er is hier ter stede in wording een vereeni- ging \an huisvrouwen, die eindelijk eens pa» 1 en perk gesteld willen zien aan de anarchie in de dienstboden- wereld. „Voorgelicht" do >r zoogenaamde plaatsiugs- bureaux en als onkruid hier en daar oprijzende te- steedsters, geneeren onze d enstmeisjes zich absoluut niet om door haar aangegane verbintenissen niet na te komen of kalmweg te vertrekken uit een dienst, die haar om de geringste kleinigheid niet bevalt, als zij er een of twee dagen in betrekking zijn. Naar de godspenning kan mevrouw dan „fluiten" en of deze door dergelijke bandeloosheid in moeilijkheden geraakt, laat ze absoluut koud. Nu vermoedelijk met Juli het nieuwe arbeidscon tract in werking treedt, willen huisvrouwen zich op haar beurt organiseerenjom de rechten te handhaven die de nieuwe regeling haar geeft, zoodat zij met meer kracht kunnen optreden tegen de plotseling dienst weigerende dienstbaren. Ze willen trachtten te komen tot de samenstelling van een eenvoudig diens-t- contract, dat elke dienstmaagd zal hebben te teekenen en krachtens hetwelk men, zoo noodig, afdoend kan ageeren tegen nukkig en trouweloos dienstpersoneel. Als de organisatie op de been staat, zal vermoedelijk aan jhr. mr. II. Smissaert, die zoo'n practisch boekje

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1908 | | pagina 1