DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN. No 127 Honderd en tiende jaargang. 1908. MAANDAG 1 JUNI. Nationale Militie. Inkwartieringslijst. BINNENLAND. Uit Hof- en Hoofdstad. Deze Courant wordt eiken avond, behalve op Zon- en Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden voor Alkmaar f 0,80; franco door het geheele Rijk f 1,—. Afzonderlijke nummers 3 Cents. Prijs der gewone advertentiën: Per regel f 0,10. Bij groote contracten rabat. Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdrukkerij v/h. HERMs. COSTER ZOON, Voordam C 9. HINDERWET. Vrouwenkiesrecht. LttlAVi Telefoonnummer 3. De BURGEMEESTER der gemeente Alkmaar gelast, krachtens bekomen aanschrijving, den onderstaanden hier wonenden verlofganger, om zich, ter bijwoning der herhalingsoefeningen, 's namiddags vóór 4 ure, bij zijn korps te vervoegen: 11e Regiment Infanterie, lichting 1901, garnizoen Nijmegen 15 Juni 1908, PAULUS J. M. BETTONVIEL. Alkmaar, De Burgemeester voornoemd, 26 Mei 1908. JAN DE WIT Dz., 10. B. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Alkmaar Gelet op art. 8 al. 2 der Hinderwet Overwegende, dat eene beslissing op het adres van den heer H. A. A. de Groot, om een gasmotor op te richten van 8 P.K., tot het in beweging brengen van een dynamo, het opwekken van electriciteit voor ver lichting en het laden van accumulatoren in het per ceel Verdronkenoord, wijk D No. 48, niet binnen den in het eerste lid van het bovengenoemde wetsartikel bepaalden tijd kan genomen worden, omdat hun nog niet bekend is of de inrichting zal voldoen aan de eischen, krachtens art. 6 der Veiligheidswet gesteld Besluiten de bedoelde beslissing te verdagen. Burgemeester en Wethouders voornoemd, AlkmaarJAN DE WIT Dz., Voorzitter, lo. B. 27 Mei 1908. DONATH, Secretaris. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALK MAAR brengen ter algemeene kennis, dat, overeen komstig art. 17 der wet van 14 September 1866, Stbl. no. 138, door hen is herzien de lijst, bevattende de namen der inwoners, die in aanmerking komen voor het verleenen van inkwartiering en onderhoud van militairen en paarden, welke lijst ter inzage voor een ieder is nedergelegd ter gemeente-secretarie, gedurende 14 dagen na heden. Bezwaren tegen die lijst kunnen schriftelijk aan burgemeester en wethouders worden ingediend binnen 14 dagen na afloop van den tijd voor de inzage dei- lijst bestemd. Burgemeester en Wethouders voornoemd, Alkmaar, JAN DE WIT Dz., Voorz., 1° burg. 27 Mei 1908. DONATH, Secretaris. ALKMAAR, 1 Juni. Het was omstreeks 1785 toen Marseille inkwartie ring kreeg. Een handelaar in zijde, tevens huisjesmel ker, Clary geheeten, moest onderdak verschaffen aan een onderofficier. Clary vond dit niet voornaam ge noeg: hij wilde minstens een officier in huis hebben. Maar hij moest tevreden zijn met den man, dien hem was toegewezen. Achterna zal hij hierover wat blij zijn ge- woest de onderofficier klom op tot generaal en in 1798 huwde hij een dochter van Clary, Désirée. Na poleon, die indertijd zelf op dit meisje verliefd was, liet zich niet onbetuigd bij de bruiloft van generaal Be-niadotte, die, zooals men weet, in 1810 tot kroon prins van Zweden werd gekozen en in 1818 den Zweed- schen koningstroon besteeg. Tiet eenige zoontje van dit gelukkige echtpaar werd Oscar genoemd, naar den held van den lievelingsdichter van Napoleon. De tegenwoordige koning van Zweden, Gustaaf V, is de achterkleinzoon van dien oud-onderofficier. Hij is een eenvoudig, burgerlijk, spaarzaam man: heeft hij niet, om onnoodige kosten te vermijden, afgezien van een plechtige kroning? Onze laatste berichten vertellen dat hij gisteren en eergisteren te Berlijn is geweest. Het publiek heeftzijn gemalin prinses Victoria van Baden en hem har telijk toegejuicht en burgemeester Kirschner heeft herinnerd aan de nauwe familiebanden tusschen het Zweedsohe en het Pruisische koningshuis en aan de talrijke economische en politieke belangen, die beide landen gemeen hebben. En ook de Duitsche keizer heeft gesproken over de vriendschappelijke betrekkin gen tusschen de beide naties en vorstenhuizen, en over den handel, terwijl hij ook nog even de Oost- en Noord- zee-verdragen ter sprake bracht. Het is inderdaad een feit, dat Duitsehland en Zwe den met elkaar op goeden voet staan. Duitsehland dcet wat het kan om de beste verstandhouding met Zweden te handhaven. In de kwestie van de Aalands- eilanden Rusland wilde op deze vlak bij Stockholm gelegen eilanden militaire bezetting hebben heeft Duitsehland partij gekozen voor Zweden. Zwedens dichters eri kunstenaars worden in Duitsehland meer dan ergens anders bewonderd en jaarlijks trekken tal rijke Duitsehers naar het land van koning Gustaaf. Waar een Duitsche poging tot een Zweedsch-Duit- sche toenadering zoo duidelijk aan het licht treedt, daar is het wel opmerkelijk, dat er thans in Zweden pogingen worden aangewend om toenadering tot Ne derland te verkrijgen. Zooals bekend is bezoekt onze Koningin-Moeder Haar tante, de Koningin-Moeder van Zweden. Naar aanleiding hiervan bevat een Stockholmsch blad een artikel in het Nederlandsch. Wij ontvingen die courant, maar we durven niet den titel opgeven, uit vrees, dat we bijv. bij gebrek aan kennis van het Zweedseh als naam zouden opgeven: „gratis verzeke ring voor ongelukken" of iets dergelijks. Het is dan ook te hopen, dat de Zweedsche lezer meer heeft aan het Nederlandsche artikel, dan wij aan de Zweedsche rest der courant. Het is een warm gesteld artikel. De Zweden zoo wordt er betoogd doen hun best om hun aandeel te krijgen in den ruilhandel der verschil lende state.n Zij zoeken en kijken de geheele wereld af om passende markten en goede bronnen te vinden. Zoeken we, zegt de schrijver, echter niet dikwijls onzen hoed, dien we op hebben? Zeker, Rusland is verwaar loosd, maar we hebben niet ver van ons een ander land, dat ons qua volksstam nader ligt, dat klein is wat oppervlakte in Europa aangaat, maar dat de tweede koloniale macht der aarde is, Nederland. Onze politieke verhouding tot dit land is sedert lan gen tijd een bijzonder goede en vriendschappelijke, en is er alle reden toe aan te nemen, dat het zoo blijft. De tijden, toen de Nederlanden als opvolgers der Hanza met het zwaard in de hand hun overmacht op het ge bied van handel en zeevaart wisten te handhaven, zijn lang voorbij." Er volgt een historisch overzicht, waarin met lof ge sproken wordt over de helden uit onze geschiedenis. En dan vraagt de schrijver: „Zou het nu niet aan te bevelen zijn, dat deze twee volken nader met elkander kennis maken? Waarvoor hebben wij dan tegenwoordig de betere verkeerswegen De Hollanders zijn door hun belangrijke rol in de we reklgeschiedenis en op het gebied van zeevaart, handel en kolonisatie een in de hoogste mate belangrijk volk Oppervlakkig gezien kan de Hollander soms stijf, voorzichtig in zijn kennismaking en trotsch schijnen, maar men zal ook zeer veel vinden dat men in hem moet waardeeren en bewonderen, als men nader met hem kennis maakt en het is wel de moeite waard hier naar te streven. De reizen der Zweden naar vreemde landen bereiken slechts zelden Nederland en daar is toch zooveel eigenaardigs, grootsch en schoons te lee- 'ren kennen." En dan nog een ding, dat niet vergeten mag worden. Alles wat de Nederlanders ons aan koloniale artikelen aanbieden, komt van hun eigen land, van hun eigen koloniën, dus uit eerste hand. Men zou misschien kunnen wenschen, dat de Hollanders actiever waren en meer er voor werkten al het goede, wat ze ons kun nen aanbieden, te; leveren. Een betere kennis van on ze comsumptie en voor alles van de voordeelen, die sommige tusschenhanden in London, Hamburg, ja zelfs in Kopenhagen zich hebben weten te verschaf fen, waarbij ze een groot deel voor zich zelf behouden en ons allen den rest ten nutte laten komen, zou er ook zeker toe bijdragen, een levendigeren directen afzet naa'r Zweden te veroorzaken. De Hollanders zullen bij ons ook welkom zijn, als ze ons land iets nader komen bezien. Er is zeker veel wat de moeite waard is te leeren kennen, zoowel voor hun genoegen als voor hun nut, ze zullen verbaasd staan over de gemakkelijke verkeerswegen en het leven in ons land zal hun zonder twijfel ook bevallen. Dit is in vele opzichten anders dan het hunne, maar het con trast kan somtijds aangenaam zijn." Tot zoover dit artikel. Zou er hier niet voor handels- en nijverheidsvereeni- gingen een terrein openliggen, dat dankbaar en vruchtgevend belooft te worden? Zouden toeristen niet den eersten stap tot toenadering kunnen doen? Is misschien hier niet wat te verrichten voor het Al gemeen Nederlandsch Verbond? Zou eindelijk onze tegênwoordige minister van buitenlandsehe zaken, die immers ons land ook een partij -- zij het dan ook een bescheidene wil geven in het Europeesche concert, pogingen tot toenadering niet kunnen bevorderen? Het is met een kleinere mogendheid als Zweden heel' wat beter en voordeeliger kerseneten dan met een grooten slok-op van een natie! Opvoeding van het kind. Tot het eere-comité der tentoonstelling „Opvoeding van het kind", welke in Augustus iu het voormalig Rijksarchiefgebouw zal worden gehouden, is toege- treden mr, Th. Heemskerk, minister van Binmmland- sche Zaken. Te 's-Gravenhage heeft zich, onder eere-voorzitter- schap van baronesse Sweerts de Landas Wyborgh, een propaganda-comité gevormd van dames uit allé kringen der residentie. aanwezig zijn vertegenwoordigsters van de Deensche Landsforbund for Kvindestemmeret (Vrouwenkiesrecht), die twee afgevaardigden, de Association Vaudoise pour le Suffrage Féminin, die ééne, de Women's Freedom League, die negen en de Edinburgh National Society far Women's Suffrage, die drie afgevaardigden zendt. Gelijkstandige Vereenigingen, ook Nederlandsche, hebben het recht tegen betaling der gewone lidmaat schapscontributie vertegenwoordigsters af te vaardigen naar het congres, waarvan dan ééne als zoogenaamde fraternal delegate een kort woord van begroeting mag spreken en deelnemen aan de discussie maar geene stem mag uitbrengen. De aanstaande samenkomst van den Wereldbond lieeft trouwens een zuiver propagan distisch karakter. Voorstellen tot statutenwijziging en dergelijke komen in de huishoudelijke ochtendver gaderingen wel in bespreking, maar besluiten dien aangaande kunnen volgens de statuten slechts worden genomen op een der vaste vijfjaarlijksche samenkomsten van den Werelbond, waarvan de eerstvolgende zal worden in 1909 te New-York. Op de aanstaande samenkomst van den Wereldbond voor Vrouwenkiesrecht te Amsterdam, zullen behalve de officieele delegaties der aangesloten landen ook nog Tentoonstellingen zonder einde, roept de Haagsehe kouter van de „Prov. Gron. Ct." uit. Zoo heeft de douairière Van AlphenHovy hare verzameling kostbare schilderijen, producten van onze moest geëerde meesters, voor eene week of wat uit lo geeren gezonden bij Tersteeg op de Plaats alhier, ten einde Jan en alleman eens te doen geniéten van het geen zij met fijnen smaak en beredeneerd overleg na verloop van jaren bijeengebracht had. Een ieder, die aan de vriendelijke roepstem gehoor gaf, trad er bin nen om daar Jozef Israëls en Jacob Maris, Daubigny. Bosboom en Willem Maris van harte te bewonderen in hunne zeldzaam getrouwe vertolking van ons polder land met zijne aanbiddelijke luchten. De milde gastvrouw had echter aan het bezoek de voorwaarde verbonden, dat iedereen een kwartje, of meer, zou storten ten bate van het beoogde doel: steun aan jeugdige tuberculose zieken. Ieder binnentreden de werd dan ook door een der kantoorheeren op de groene spaaipot varkens gewezen, die als offerdieren dienst deden. Toen nu de tentoonstelling afgelooper was, sloeg de gastvrouw, nieuwsgierig naar de op brengst, naar hetgeen zij schoon aan den haak zou vin den, de varkens stuk. Het was 240. Een welkom, doch niet bijzonder hoog bedrag. Doch wat bij de opening' pijnlijk trof, was de aanwezigheid van een aantal ko peren centen en van nikkel-stuiver-stukken die zoo be- driegelijk het zilveren kwartje nabootsen. Hier, in dit defijig magazijn, konden toch slechts menschen van fijne beschaving en kiesché manieren zijn binnengetre den, om zich te vergasten aan mooie dingen. En had den die op zulk eene flauwe, ja lage wijze, hunne klein zieligheid getoondHad -dan die gezonde, treffende kunst, welke hun geboden werd, geen invloed op hun offervaardigheid uitgeoefend? 't Was kleintjes en armzaligWat zat er dan voor een mensch onder die fluweelen mantels en die aristocratische vormen?" Nu de politie d'er toch eindelijk in geslaagd is om den volke te toonen dat „zij" nog' de baas is en niet de inbrekersbende, die hier in den laatsten tijd zoo aar dig huis hield, nu is, volgens Ego in de „Prov. Geld. en Nijm. Ct." er weer rust in menigen kring te 's-Grn yenhage. De meid voor nacht-en-dag voelt zich 's avonds weer veilig, zoo alleen in huis, wanneer meneer en mevrouw op avondbezoek zijn. Ik hoorde van de week vertellen, dat al die inbraken 'n prachti ge reclame geweest zijn voor dé bijzondere veiligheids sluitingen, die onder den naam van „Yale" en „Lips" bekend zijn. De slotenmakers hadden maar werk om de cliëntèle te voldoen. Wat me dan ook niet kan ver- bitzen in een stad, waar wel is waar menige brandkast of effecten-trommel op andere manier of door ande reinbrekers aardig geleden heeft, maar waar toch nog altijd voldoende overblijft wat voor de heeren van 't beruchte gjlde aantrekkingskracht kan hebben. Een staanfiguur van een soeieteits-club heeft intusschen den slóten-maker noodig gehad om. z'n deur weer geopend te krijgen! Zoo goed had hij zich gewapend tegenongewenscht bezoek. De echte schuldigen waren bevriende kennissen, die 's middags beweerden van de politie vernomen te hebben, dat de recherche van een nachtelijk plan voor „zijn buurt" was inge licht. Dus Laat ik u zeggen, dat er dien nacht bij „hem" dan even na tweeën heel leuk, heel zacht gebeld werd, bo ven-, naast- en omwonenden bij elkaar geschreeuwd werden, maar. de daders hem den volgenden dag persoonlijk feliciteerden met 't feit, dat hij zoo den dans was ontsprongen. Maar nu is 't gevaar weer ge weken en slapen we weer gerust." Tweemaal een uitverkochte zaal. dat valt in Den Haag zelfs aan groote artiesten zelden ten deel, maar van 'de beide lustige vagebonden gaat dan ook de roep uit, dat zij drie uur lang met korte onderbreking een publiek in een stemming weten te houden, die nooit zakt en steeds wisselt, van een vroolijkheid, die zich uit in den meer of minder uitbundigen lach, tot de ontroering, die de oogen bevochtigt, een stemming die doet haken naar het begin en Spijt hebben als het uit is, en ons ten slotte laat weggaan, het hoofd vol aar dige wijsjes. Aldus schrijft de Haagsehe briefschrijver oyer de heeren Pisuisse en Blokzijl. En verder zegt hij van dit tweetal, waaraan ook verscheiden van onze lezers aangename herinneringen bewaren: „De heer Pisuisse paart aan zijn vrijmoedigheid een gemakkelijke, artistieke voordracht, en een stem. vooi het genre als geknipt, week, buigzaam, maar als het pas geeft ook krachtig genoeg om een zaal te beheer- chen. Zijn aanleg is lyrisch, en het gevoelige slaat heter bij hem aan dan het komieke, of liever bij ons, wijl het misschien de stemming schaadt, wanneer de zang, die ons dieji onroerd heeft, zonder ©enigen over gang gevolgd wordt door een paar coupletten, die een heel andere taal spreken. Bij oogenblikken dacht ik zelfs of het niet beter ware, indien de heer Blokzijl al leen de note gaie voor zijn rekening nam. Behalve echter dat Pisuisse zelf allerminst met de uitsluitende tcebedeeling van het lyrisch-tragische zou gediend zijn, zou ik zeer zeker niet durven volhouden, dat de voor stelling als geheel er bij zou winnen. Er schuilt in deze beide jonge mannen, die zich door een stouten sprong in het warme nest der volksgunst hebben gelegerd, veel meer dan eenvoudige liedjeszan gers, straat- of concertmuzikanten en in de lijn van liun ontwikkeling zie ik veel meer dan de door hen ge droomde post van hoofdredacteur aan een onzer groo te bladen, een andere toekomst, voor den heer Pisnis.se op het tooneel, voor den heer Blokzijl in de concertzaal. Laat ons intusschen dankbaar wezen voor wat wij nu hebben, en wat zij ons geven, en het toeval loven, dat deze twee kunstenaars, door hun roeping getrok ken zich zeiven heeft doen ontdekken, tot een genot van hun medamenschen, en laat ons het hopen tot een blijvende voldoening voor hen zeiven." Sprekende over het 25-jarig feest van de Galerij te Amsterdam zegt de Amsterdamsehe Briefschrijver der „Prov. Gron. Ct.": „Enkele firma's, die zich er voor 25 jaren vestigden, vindt men er nog o.a. heeft er de vermaarde firma Perry een filiaal en deze kunnen slechts vooruit gang getuigen, terwijl ook de andere niet ontevreden zijn. Geen wonder, dat men aanleiding vond om feest te vieren, dat er versierd, gemusiceerd en geïllumi neerd is, en dat allen deel hebben genomen aan het feest. Allen, op één uitzonderingik wil hem niet noemen, omdat ik hem enkel bij naam ken, niets kwaads van hem weet en enkel gehoord heb, dat hij met zijn Galerijgenooten weieens overhoop ligt. Maar typisch toevallig vond ik het wel, dat toen de versie ring van de Galerij in orde was, de autoriteiten kwa men om alles te zien en te bewonderen, zijn bediende het ongewoon druk had met het wegbrengen van hoo gs tafeltjes, op zijn hoofd balanceerend, waarmede hij bijna tegen de mensehen aanliep en bijna de versierin gen in gevaar brachtja, ja, het toeval kan toch rare dingen doen!" De medewerker van liet „Utr. Dagbl." zegt van dit jubilé o. a. „De Paleis-voor-Volksvlijt-galerij, dat dorado voor „martènde" boeren en hun gemalinnen, aaneenschake ling van koek-en-zoopjes, kammetjes-paleizen en zuur tjes-bazaars, deze bouwprent-constructie rond den tuin van liet mislukte. Paleis voor Volksvlijt, deze hopeloozc poging verkeer te trekken naar een plaats waar 't nim mer komen wil; deze kraampjesrij „vierde" deze week haar vijf-en-twintig-jarig bestaan. En de winke- iers, blij een aanleiding te vinden om menschen te lokken fuiven daar hebben ze de stemming niet toe hingen vetpotjes en lampions uit en zorgden voor een extra étalage. Moge 't hun geholpen hebben in um zaken „Wij hebben aldus dezelfde briefschrijver weer eens een wethouder moeten kiezen. De heer De Sau- vage Nolting, wethouder van onderwijs, heeft het postje dat mr. J. N. v.an Halle met zooveel gelatenheid jaren lang waarnam, slechts korten tijd het zijne mo gen noemen. Thans zit een tegenstander van het openbare onder wijs, mr. S. de Vries Czn., het anti-revolutionaire Ka merlid, op den zetel, benoemd met slechts één stem meerderheid. Deze heer De Vries is behalve door andere, gunsti ger kwaliteiten, bekend hierdoor dat hij zoo uitnemend slecht thuis is' in Hollandsche schilders. Melchior d'IIondecoeter was voor eenige jaren, toen een straat naar den man genoemd worden moest een volslagen onbekende voor hem. Sindsdien bezoekt de heer De Vries ijverig het Rijksmuseum en laat zich inlichten door den hoofddi recteur. Onlangs was men weer op stap, toen Z.Edelachtbare plotseling staan bleef. Eh.directeur., 'n oogenblikje., u spreekt daar altijd over de Hollandsche schilderschool. eh. schil derschool." „Ja." „M as dat. eh. een openbare of een bijzondere, „Een zéér bijzondere, Edelachtbare!" „O. ehdank u. dan is 't goed." En men ging voort „Het drijvende veertje van Hon- decocter" te bewonderen.'' GEMENGD NIEUWS. De inktwerper gearresteerd. Gisteravond bereikte ons het bericht, dat twee re chercheurs, de heeren Prinsega en Van Linsen, gister middag in het Vondelpark te Amsterdam den inkt werper, die reeds langen tijd de schrik is van de da ilies met lichte toiletjes, hebben gearresteerd. De rechercheurs betrapten den persoon op heeter- daad, n.h juist op het oogenblik, dat hij een dame met inkt zou werpen. Het is een 21-jarig- jongmensch, die °P f oogenblik in ntilitairen dienst en van gegoede fa milie is, die in het Willemsparkkwartier woont. Bij fouilleering werd in zijn zak gevonden het flesehje inkt, waarmede hij zijn wandaad wilde plegen. Lij liet verhoor bekende hij een 7-tal köeren met inkt naar de japonnetjes van dames geworpen te hebben. Hij is in verzekerde bewaring gesteld. (De C o u r.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1908 | | pagina 1