DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN. Behangselmagazijn Goed Brood bevordert de gezondheid Eerste Hygiënische n een waarborg voor de deugdelijk heid der grondstoffen. fahiur-V/ollen Ondergoederen No. 137. Honderd en tiende jaargang. 1908. ZATERDAG 13 JUNI. Stedelijk Museum. Een miniatuur Portret ADVERTENTIEN. Aanbesteding. Zaad markt C 67. Filiaal C. B. SCHNEIDER, H. DE GROOT Hz. z cc cc Be steeds stijgende omzet van liet brood is aan de Cliëntèle Deze Courant wordt eiken avond, behalve op Zon- en Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs jjer 3 maanden voor Alkmaar f 0,80; franco door het geheele Rijk f 1,— Afzonderlijke nummers 3 Cents. Telefoonnummer 3. Prijs der gewone advertentiën: Per regel f 0,10. Bij groote contracten rabat. Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdrukkerij v/h. HERMs. COSTER ZOON, Voordam C 9. De leverantie van eiken, greonen en vuren hout en spijkers, alles eerste sorrt. Fabriek* H D O V PLANELLEN, HEMDEN, BORSTROKKEN PANTALONS, SOKKEN, TAILLES, KNIE WARMERS, Gezondheids eordels, Rokken Kousen ALKMAARSCHE COURANT. tlAVlS Het Stedelijk Museum is Zondag, 14 Juni a.s., 's na middags van 1—3 uur te bezichtigen, tegen betaling van 10 ets. per persoon. Naar het Fransch van ELISE POLKO. In het klooster van St. Oyr, aan het eind van het groote park van Versailles, vlogen op een schoonen Septembermorgen van het jaar 1717 de jeugdige kost leerlingen der vrome zusters door elkaar als een zwerm duiven, boven wier hoofden de roofvogel krijscht. Eeue tijding, voor weinige minuten door een renbode uit Parijs gebracht, had een weêrgalooze opgewonden heid teweeg gebracht. De gast van den Hertog van Orleans namelijk, Tsaar Peter Alexeowitz van Rus land, wilde over komen, om het beroemde jonge dames pensionnaat „la Maison de Saint Cyr", de schepping ran Madame de Maintenon te bezoeken, om naar dit model in Petersburg een dergelijke inrichting voor de schoone levenslustige dochters zijner Russische edel lieden te stichten. De lange gangen en breede trappen van het gebouw waren vol slanke meisjesgestalten en weerklonken van het trippelen van kleine, onrustige roetjes. Men vloog, haastige vragen wisselend, elkan der voorbij, de lieve hoofdjes vol van duizend bezwaar lijke zorgen over het toilet. De nonnen zelf waren «loodelijk verschrikt in het vertrek hunner hooge be schermvrouw binnen geloopen om daar raad en moed te erlangen voor zulk een ongehoord geval. De markiezin de Maintenon had zich, sedert den dood van Lodewijk den XIV door het hof op de duide lijkste wijze verwaarloosd, naar St. Cyr teruggetrok ken, om tenminste in deze omgeving in het klein nog de zoo aangename rol eener aardsche voorzienigheid verder te spelen, waarin zij zich eens in de dagen van roem aan de zijde van haren koninklijken heer zoo ge lukkig had gevoeld. Madame de Maintenon, schoon ziek, glimlachte slechts over de angst der goede zus ters. „Laat hem toch komen, den ijsvorst", zeide zij, „wat zouden wij van hem te vreezen hebben? Hij komt in een net aangelegden tuin vol frissche bloemen en zal de zorgzame tuiniersters prijzen. De arme man Hij zou zijn eigen reusachtig rijk van het eene einde naar het andere kunnen doortrekken zonder ook maar •en enkel bloembed te vinden, zooals wij hier bij mas sa's kunnen laten zien. Dus moed gevat, mijne zus ters Zorgt slechts, dat onze lievelingen zich netjes kleeden en de jongste hem een bloemruiker aanbiedt. Wat mij betreft, ik zal den keizer in geen geval ont vangen zegt hem dat ik ziek ben." De jongste ja wie was de jongste?! De bekoor lijke dochters der voornaamste adellijke geslachten, die slkaar tot op dit oogenblik eiken dag benijd hadden, die haar nader bracht tot den dag, waarop zij het kloos ter moesten verlaten om in de verleidelijke wereld op te treden, zij waren nu liefst voor een paar uren op eens weer kind geworden om den vreemden keizer den welkomstgroet te mogen brengen. Hoe schitterden aller donkere en lichte oogen bij het debat over den ouderdom, hoe gloeiden alle meisjeswangen bij het ge wichtige tellen en rekenen er viel niets aan te ver anderen, de jongste in St. Cyr was en bleef een klein, nietig ding, de dochter van een Hollandsch schilder, ITenriette van Pee, die door haar vader slechts één jaar geleden in het beroemde opvoedingsgesticht was ge bracht. Wat zij schrikte en weende, de arme kleine, toen de nonnen haar mededeelden, welk een hooge eer men haar had toegedacht. Onder lieete tranen liet zij aich door de vrome zusters kleeden en als een offerlam stond zij eindelijk onder hare makkertjes, het beschei den gelaat verbergend achter den grooten bloemruiker, terwijl men haar beurtelings benijdde, uitlachte en be spotte. De verbeelding van de kleine Henriette van Pee stelde zich immers dezen keizer uit het barre noor den voor zooals de petemoei uit Zaandam haar dien dikwijls had beschreven, als een reus met uitdagende oogen, een monsterachtigen timmermansbijl op de schouders, waarmede hij gereed stond, alles wat hem in den weg kwam ieder oogenblik neêr te slaan. En nu zou zij met een bloemruiker hem in den weg staan Wat vroeg hij naar bloemen?! Met elke minuut nam de angst van het arme kind toe. Uur na uur verliep. Eindelijk stelden de nonnen hare jonge leerlingen op. Waarlijk de markiezin had gelijk; het was een zeld zaam schoon bloemstuk, dat hem begroette, den ijs- vorst het moest hem bekorenToen verscheen de voorrijder, stofwolken vlogen op. Nu vertoonde aich op den hoek van den weg een eenvefudige koets. Teleurstelling vertoonde zich op menig bekoorlijk ge laat. Niemand van het hof begeleidde den Tsaar, hij kwam geheel, zonder ©enige praalvertooning, slechts begeleid door twee dienaars. Hoe jammer! Toen nu •ehter de koets- voor de poort stilstond, verloor de ar ia» Henriette plotseling allen moed. Zij wierp den bloememruiker zekere freule Rohan toe en vluchtte. Een gegons van stemmen verhief zich -maar deze tonen die het oor der angstige Henriette bereik ten werden langzaam zwakker en zwakker, want de kleine liep zoo snel voort, alsof een dozijn vervolgers haar op de hielen zaten. Zij vloog de trappen op, ren de door eindelooze gangen, door lange rijen van ka mers opende eindelijk de laatste deur en stond in het vertrek der markiezin! Eene gestalte, gehuld in kant en wit neteldoek, met een laag nederhangende kap op het hoofd richtte- zich langzaam en majestueus uit het kussen op. Dat was madame de Maintenon. Allen hadden haar verlaten om den Tsaar te zien zij lag daar eenzaam neder. Buiten adem, snik kend, doodelijk bevreesd, viel Henriette neder op het bed harer beschermster. „Red mij, ik sterf van angstfluisterde zij nauwe lijks hoorbaar. „Wat scheelt u, mijn kind. -Wat wil men van u?" vroeg madame de' Maintenon ver schrikt. Zij wilden dat ik den vreemden keizer een ruiker zou aanbieden, stamelde de kleine. „Toen hij echter kwam, liep ik weg. O, zend mij niet weer te rug De doorschijnende hand van mevr. de Maintenon streek zacht over het zijden, blonde haar van het ont stelde kind. „Blijf maar hier. Gij kunt nergens veiliger zijn," zeide zij goedig, „hier durft hij toch nooit komen. Tk zal later do vrome zuster verzoeken, u niet te bestraf fen." Vrij ademhalend kuste Henriette de handen harer beschermster, zette zich toen op een laag stoeltje naast het bed en begon toen zooals kinderen doen, vroolijk en rustig te praten, onder den indruk der heerlijke vei ligheid na doorgestaan gevaar. Hoe stil en vredig was het hier toch in dit vertrek, dat door geene der leer lingen was betreden en toch zoo rijk en plechtig als in het verblijf eener koningin. Henriette van Pee zag vol bewondering naar het kostbare tapijt, naar de roode, met gouddraad door weven gordijnen, die het bed en de vensters verborgen en in zware plooien op den grond lagen. Kostbare voorwerken in goud en zilver stonden op gebeeldhouw de tafels en lage kastjes een waaier, schitterend van edelgesteenten, lag op de sprei van het bed. Daar in gindschen hoek, tegenover de bidstoel hing het portret van den gestorven koning, maar niet een uit zijn laatste levensjaren, toen men hem spottend bezong als „vieil oiseau sans plumage," neen in de volle, verleidelijke schoonheid dier tijden, toen Maria Mancini's oogen om hem geweend hebben en de zachte Louise de La- vallière haar reine ziel voor tijd en eeuwigheid aan hem verloor. Aan de andere zijde van het vertrek trad de markiezin zelf uit een lijst te voorschijn, zooals zij in de dagen van roem aan het hof was verschenen slank, zacht, het fijne, geestige gelaat, omgeven door een kostbaren, zwaren, kanten sluier, die met bewon derenswaardige kunst over het gepoederde haar en den schoonen hals gehangen was, zoodat de rijke kant de blankheid der huid deed schitteren als parelen! De ver leidelijke oogen waren half terneergeslagen en om den mond speelde een zachte glimlach. De kleine Henriet te was geheel verdiept in de aan schouwing van dit beeld. „Hebt gij er werkelijk vroeger zoo uitgezien vroeg zij met den ongekunstelden eenvoud van een kind, dat een mensch verschrikt. Voor echter madame de Maintenon haar een vermanend antwoord kon ge ven, hoorde men een vreemd gedruisch in de g'ang en in de belendende kamers. Al gauw onderscheidde men een harden, luidruchtigen stap. „Trek de gordijnen van het bed dicht," gebood de zieke nu haastig. Henriette gehoorzaamde en luisterde aandachtig. Steeds duidelijker en vaster klonk de tred, hij kwam nader en nader vlak bij Wie waagde het toch deze voor het geheele klooster heilige vertrekken binnen te dringen? Geen kloppen de deur ging plotseling open, een groote, trotsche mannengestalte trad den drempel over. De kleine Henriette begreep plotseling alles, zij wist wie voor haar stond; maar haar angst, was verdwenen. Was dat de gevreesde keizer uit het barbarenland Zij zag een diep-ernstig gelaat met schitterende, doordringende oogen, een sierlijke baard omgaf den mond, goudblonde lokken vielen over prach tig gevormde schouders. Daar viel zijn oog op de kleine en liefkoozend streel de hij de ronde kinderwangen en zeide glimlachendgij zijt dus de kleine, die voor mij is weggeloopen? „En waar is de markiezin de Maintenon, die u tegen mij in bescherming nam?" vroeg hij. Gij kunt haar niet zien, Sire," was het antwoord, „zij ligt te bed." Heel zacht, maar toch vastberaden duwde hij het kleine meisje ter zijde, trad op het bed toe en trok het gordijn weg. Rustig, met de armen over de borst ge kruist, zag Peter Alexeowitch neder op de vrouw, wier handen eens Frankrijk regeerden. Nn lagen zij mat, zwak en marmerwit op het dek maar het waren toch nog wonderschoone, voorname handen. Dit was dus nog over van die schoone vrouwengestalte, die een ko ning werkelijk geboeid en beheerscht had tot aan zijn laatsten ademtocht, dat was dus de weduwe Scarron, die hem van de schoone, trotsche Monterpan als 't wa re ontstolen had? Waar waren zij gebleven, alle die bekoorlijkheden. Waar was zij heen gevlogen, die won derbaarlijke betoovering'De markiezin sloot onwille keurig de oogen voor dien vragenden blik hare lip- pi n trilden zij wilde spreken, toen zij dien blik sh eds dieper op haar voelde rusten. Zij wilde de schil terende bevalligheid van haar geest, nog steeds in staat le boeien als in de dagen van haar hoogste macht, neg eenmaal laten schitteren en fonkelen voor dezen overmoedigen vreemdeling, toen op eenmaal de gordijnen werden dichtgetrokken met groot gedruisch en weg ging hij met trotschen tred, zonder zelfs een groet. Langzamerhand werd het ledig en stil in het vertrek, waarin niets was achtergelaten, als eene vrouw in tranen en een verbaasd ontsteld kind. „Het is toch goed, dat ik hem den ruiker niet heb gegeven," zeide de ldeine Henriette eindelijk diep ademhalend en sloeg hare armen feeder om den hals der kranke„hij heeft u niet lief, dat heb ik. wel aan hem gezienMaar gij moet daarover niet treuren, voegde zij er bij met een glimlach, zooals kinderlippen die slechts kunnen geven en die als een zonnestraal valt in de bedroefde ziel „daarvoor hebben wij u veel te lief." >vovdt vervolgd). DIJKGRAAF en HEEMRADEN van den polder Heerhugowaard zullen op Woensdag 17 Juni 1908. des namiddags te 3 ure, in het polderhuis hij in schrijving aanbesteden De conditiën der aanbesteding liggen ter lezing in het polderhuis, zullende de inschrijvingsbiljetten uiter lijk op 16 J u n i bevorens moeten zijn ingeleverd hij den opzichter van den polder, den heer C. MOEIJES te Oudorp bij Alkmaar, door wien op franco aanvrage de noodige inlichtingen worden verstrekt. Dijkgraaf en Heemraden voornoemd, M. KALIS, Dijkgraaf. P. WONDER Az„ Secretaris. AMSTERDAM. H.H. Huiseigenaren worden attent gemaakt, dat de prijzen van mijn BEHANG zoo laag zijn gesteld, dat verkooping noch gelegenheidskoopjes meer noodig zijn. Zie kleur, teekening en prijs. Aanbevelend, C/5 Steeds voorhanden BERLOSE De eenige Hondengeneesmiddelen, welke ooit door HH. Veeartsen werden betrokken en dcor dezen evenals door Redacties van Sportbladen, hondenlietheb- bers en fokkers van honden ernstig worden aanbe volen, zijn de praeparaten „Berlose," bekroond met de hoogste onderscheiding (verguld zilv. medaille) op de intern, hondententoonstellingen te Dordrecht, den Haag en Haarlem. BERLOSE I geneest de gevreesde hondenziekte on voorwaardelijk, onverschillig welke complicaties zich daarbij voordoen, als: verlamming, zenuwtoevallen, longaandoening, bloeddiarrhee, bloedwateren, bloedver lies zonder wateren. BERLOSE II (tevens gezondheids- en krachtpoeder voor jonge honden tot den leeftijd van 12 maanden door het voedsel te geven en hetwelk alle andere gewoonlijk aan jonge honden te geven middelen, als levertraan, phosphorzure kalk, etc., etc., overbodig maakt) voorkomt die gevreesde ziekte beslist en voor komt en geneest rachitis (Engelsche ziekte) bij jonge honden. BERLOSE III geneest de hardnekkigste schurft en élke andere huidziekte, al zijn ze ook ongeneeslijk ver klaard. Slechts één voorbeeld uit, de honderden over èlk der Berlose's Een Belgische herdershond van acht many den van den WelEdGestr. Heer Wulffers, Commissaris van Po litie in de 4e afd. te 's Hage, werd enkele weken ge neeskundig behandeld. Het dier werd echter steeds zieker en ten slotte geheel verlamd. Ten einde raad, besloot ZWEd. Gestr. BERLOSE I toe te passen, met het verrassend resultaat, dat de patiënt als 't ware terstond beterschap begon te toonen en na eenige da gen volkomen was genezen. Een Duitsche Dog van vier maanden, van den apo theker Steijns te Roosendaal (eigen, van Kennel „Ovi- lius"), was geheel rachits, kon niet staan en sleepte zieh op de buik voort. Na vier weken BERLOSE II te zijn toegediend, stond de hond geheel correct en krachtig op de pooten. De gevlekte D. Dog „Cora van Terborg," eigenaar de heer A. van Hattem, dogcakesfabrikant te Rotter dam, werd ter genezing van zeer hardnekkige schurft, na vele niet-helpende behandelingen, ten slotte naar de veeartsenijschool gezonden. Na aldaar een paar we ken opgenomen te zijn geweest, werd de hond terugge zonden met den raad hem maar zoodra mogelijk te doen afmaken. Toen werd eindelijk BERLOSE III toegepast, met dit gevolg, dat de hond binnen korten tijd als prachtexemplaar op de tentoonstelling te Dord recht stond. Hij werd later voor f 500 verkocht. 1 doos Berlose I (inh. 25 poeders, toe te dienen in 9 dagen) slechts 1.90; 1 bus Berlose II (voldoende voor pi. m. 50 dagen) slechts 1.10 en 1 bus Berlose III gewoonlijk voldoende voor een ernstig aangetasten en grooten hond slechts 1.50 franco. Te Helder ver krijgbaar bij den fabrikant G. WIJKER Oz. en Co., te Alkmaar bij de drogisten Nierop en Slothouder en bij de firma Schouten; te Schagen bij R. Rezelman.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1908 | | pagina 9