71
SPREEKWOORDEN
M AANVANG 1 JULI 1908
PULVERISATOR's - merk „Vermorel".
DAALDERS
Chem. bereide Bronwateren
Geachte Clientèle.
SOLO-MARGARINE.
M-- O--- KS
De firma's G. M. J. BAKKER, A. DEKKER, R DE GROOT Mz. en H. W. M. RIJKS, alïen "alhier, hebben steeds
voorradig KCUIlCIllCrla/IlCi'S ZjiÏXX3lOX1A$£.GSI in luxe- en beugelflesschen.
Vruchtboom-Carbolineum.
Tevens uit voorraad leverbaar:
te ontvangen; Is goedkoop on goed.
BOSCH Co., Amsterdam.
Apoth. C. L. MOLENAAR, firma Wed. Schutt, Langestr. Alkmaar.
is de BESTE en
GOEDKOOPSTE
Wacht U voor
NAMAAK.
Telegram-adres: GebrOederS DIL,
„VISCHHANDEL", Vischhandel
FEUILLETON.
DJARLEEP SINGH.
Firma Joh. F. MORRA.
Sta er op
Gebroeders DILf Koog aan de Zaan,
l As.'
"C
cjnmv
y
IN HET OPLOSSEN EN KLEUREN VAN GEÏLLUSTREERDE
BELB1HGRIJKE PREMIES en KEURIGE SPELEN
VOOR DE KINDEREN
UITVOERIGE INLICHTINGEN VINDT MEN IN ELK PAKJE
Nevenstaand is een voorbeeld van een Spreekwoorden-plaatje
Men moet dit trachten op te lossen door achter de letters M - -
OKSdie beginletters zijn van elk woord, de
streepjes door letters te vervangen. De oplossing is
MËI OELï Sëëëëë!,
mmSmMi
Ter bestrijding van zwammen en
schadelijke insecten is bij ons verkrijg
baar:
Kopervitriool (in kristallen).
Kopervitriool (fijn).
Kluitkalk.
Poeder voor|Bordeauschepap.
Aanbevelend,
KANTOOR: VOORMEER.
Victoria 11 cent. Bitterwater I8V2 cent.
Apollinaris 12 cent. Vichywater 25
Emserwater 15
Fachingen 12
enz., alles per heele flesch of kruik.
VERKRIJGBAAR BIJ
Mej. C. M. EGMOND,
Leerares Piano en Theorie.
Laat No. 100. Laat No. 100.
Vanaf heden leveren
niets meer uit hunnen bekenden vischhandel aan den heer A. Dekker, Rid
derstraat, Alkmaar. Bedoeld persoon niet meer met onzen naam en zaken te
maken hebbende, verzoeken wij beleefd uwe geëerde bestellingen rechtstreeks
aan ons te doen.
Telefoon Interc. 72. UEdeies Dw. Dnr.
koog-zaandijk. KOOG AAN DE ZAAN.
Men lette vooral op den naam GEBROEDERS DIL, Koog aan de Zaan.
van ALKMAAR |4,30| 6—8 10
van AMSTERDAM 630 8 930
Q Alleen Zondags tot 7 September.
12 230 [4j
111,301 21® 4
6 730 uur.
- 6 730 [n] uur.
[■- -V.
vM$£m
i**i
EU'HZ
t^]C3
/oS CD
WEDSTRIJD
WAARAA N
VERBONDEN ZIJN
J-;"*''>rv
■Ur-'
Merk A van COHEN Co. (alleen bij ons verkrijgbaar).
ANTI-INSECT. Het meest afdoend middel ter
vernietiging van schadelijke insecten in tuinen en
kassen. Prijs per flacon (met gebruiksaanwijzing)
inhoudende 500 gram f 1.25.
250
f 0.75.
ALKMAAR. -
«D
BLOOKER'S
CACAO
Mient C 15, ALKMAAR.
Spreekuren Woensdag, Donderdag enVrijdag v.1-2 uur.
Bij DIRK WILLEBRANDS zijn de
echte Opperdoesser AARDAPPELEN
te verkrijgen tegen Marktprijs.
Alle dagen versch. Laat No. 100.
Watertochtjes
Roman naar het Duitsch van
C. CROME-SCHWIENING.
14)
„Ga SahibEn verheug u in de lieftalligheid van
Awamah!" klonk het uit den mond van den ouden
priester.
Plotvseling was hij van Bartons zij verdwenen alsof
den bodem hem had verslonden. Werd hij door den
steeds dichter wordenden nevel van het reukwerk of
door de duisternis in de hoeken plotseling onzichtbaar
gemaakt? Na al het vreeselijke, het vreemde wat Bar-
t<n had beleefd, scheen hem de slanke gestalte van
Awamah als een redding en met een diepen zucht van
verademing trad hij op haar toe en liet zich op een der
kussens naast haar neervallen.'
De dewedasehi hief zich uit haar onderdanige hou
ding op, liet de gordijnen dichtvallen en ging toen
weer in elkaar gedoken op den grond voor Barton zit
ten.
Na de laatste emoties voelde Barton een weldadige
ontspanning over zich komen. Met half gesloten oogle
den genoot hij van deze rust; hij bemerkte niet den
hartstocht in Awamah's oogen, niet het sterke hijgen
van haar borst. Hij kon niet denken maar bleef een
tijdlang versuft, stil genieten.
Verschrikt keek hij op, toen zijn slap neerhangende
rechterhand door zachte, teere vingers werd aange
roerd. „Is mijn gebieder bedroefd," fluisterde de de
wedasehi, „wat kan Awamah doen om hem op te vroo-
lijken
„Speelfluisterde Barton, terwijl hij op een soort
van luit van een wonderlijken vorm wees, die naast de
dewedasehi op den grond lag en waarop slechts drie
snaren waren gespannen.
Awamah greep het instrument en ontlokte daaraan
zachte, lieve tonen. Uiterst vreemd waren rhytmus en
melodie; het was alsof in deze tonen de klacht van een
dorstende ziel doorklonk. Plotseling werd het spel met
een schrillen wanklank afgebroken.
Barton was opgestaan, had den tulband van zijn
hoofd genomen en zich in een oogwenk van zijn purpe
ren bovenkleed ontdaan.
Het instrument viel uit Awamah's handen op het
kleed, zóó dat de snaren zacht klagend trilden. De de
wedasehi verhief zich nu uit haar gebogen houding.
„Ge wilt weg, Sahib?"
Spijt en teleurstelling klonken uit haar woorden.
„Awamahfluisterde Barton in het Hindoestaansch.
„Ik moet weg, houd me niet langer op 1 De godheid,
die over mij gebiedt, beveelt me te gaan
„Sahib
Een smeekbede, die Barton met ontroering vervul
de, was dit eene woord geweest. Maar de kwellende
angst, die plotseling opnieuw in hem was opgevlamd
en die hem met onweerstaanbaar geweld van deze
plaats weg dreef, was machtiger.
„Verwacht me morgen avond weer, Awamah! Dan
moet je weer voor mij spelen en dansen, waardoor je
mij zoo gelukkig maakt. Maar vergezel me nu vlug tot
den uitgang."
Sprakeloos met slap neerhangende armen bleef het
meisje vóór hem staan.
„Haast je, Awamahzei Barton ruw. „Tk gebied
het je, versta je?!"
Zij boog haar hoofd zóó diep, dat hij haar gezichtje
niet meer kon zien.
„liet zij zoo, Sahib!"
Nauwelijks verstaanbaar mompelde ze deze woorden.
Hij greep liaar hand en trok haar mee naar dien
kant van het vertrek, waar zich de gang bevond, die
naar Sun-Lins theehuis voerde. Slap en koel lagen
haar vingers in de zijne toen ze met hem de treden op
klom.
„Dank Awamah!" fluisterde hij, toen de arduinsteen
begon te draaien en hij in de flauw verlichtte opium-
kneip terug trad, „heb dank, Awamah!"
Een diepe zucht was het eenige antwoord hierop,
dat hem nog juist bereikte eer de op zijn plaats terug-
keerende steen al de geheimzinnigheden van den on-
deraardschen tempel opnieuw aan ieders oog onttrok.
Awamah was in het ronde' kamertje teruggekeerd,
had zich op een der kussens neergeworpen en brak nu
in een hartstochtelijk snikken uit.
Na een oogenblikje kwam het hoofd van den ouden
Indiër tusschen het gordijn te voorschijn, dat dit ver
trek van den tempel afscheidde.
„Waar is Sahib?"
De dewedasehi had zich opgericht. Schaamte en ont
steltenis spraken uit haar oogen.
HOOFDSTUK VI.
„WegHij heeft mij versmaad
„Weg, slechts ver weg!"
In deze enkele woorden werden Bartons gedachten
saamgevat, toen hij Sun Lins theehuis had verlaten en
hij door de vuile steegjes der zwarte stad zijn schreden
naar den oever van de rivier richtte. Het gevoel van
blijdschap nu in het 'bezit te zijn van het geheimzinni
ge, onschatbare kleinood van den tijgergod werd terug
gedrongen door een onbestemd, maar zeer kwellende
vrees. Hij wist, dat deze angst hem niet meer zou ver
laten zoo lang hij Indischen grond onder de voeten
had.
Niet ver van de brug, die Kalkutta met Howrah ver
biedt, bijna op dezelfde plaats, waar hij van d© lippen
van den ouden Indiër het woord „Djarleep Singh"
voor de eerste maal had gehoord, ontmoette hij twee
palankijndragers, die hem hun diensten aanboden. Hij
woes ze af en snelde hoewel doodvermoeid toch haastig
voort. Een politieagent kwam op hem toen en daar
hij dadelijk in hem iemand uit den beteren stand her
kende waarschuwde de agent hem:
„Stel u onder mijn geleide mijnheer, tot aan de pos
ten van mijn collega's. Op dit uur zwerft hier langs
de kade veel verdacht gespuis rond en ik zou geen hal
ven cent willen geven voor het leven van dengene, die
zij zich tot buit hebben uitgekozen."
Barton nam gaarne deze begeleiding met enkele
woorden aan en zoo bereikte hij ongestoord zijn hotel,
waarheen hij zich doodvermoeid als hij was nauwelijks
meer kon sleepen: hij moest een paar uur rusten, zijn
knieën knikten onder hem.
Toen hij in de stilte van zijn kamer een weinig tot
bezinning kwam en zijn eerste blik op do gepakte kof
fers viel, kwamen hem de gebeurtenissen van dezen
nacht als een woeste droom voor. Bevend voelde hü
in zijn zak neen alles was werkelijkheid geweest,
door de jalousieën viel het eerste vale morgenlicht op
het tijgeroog in zijn hand. Onheilspellend flikkerde
het hem tegen. Hij opende de jalousieën om te trach
ten of door de schemering van den dag het spook ook
zou verdwijnen, maar het week niet. Niettegenstaande
zijn oog, zijn verstand hem zeiden, dat slechts levenloo-
ze steenen kunstig geslepen en in elkaar gevoegd in
zijn hand lagen, ging van dit diamanten oog een le
vende blik uit, die hem steeds weer opnieuw een hui
vering aanjoeg.
De Engelschman herinnerde zich, dat hij onder zijn
bezittingen een klein zacht, geel, leeren zakje had, dat
hij vroeger op zeereizen ter bescherming van zijn kost
baar horloge had gebruikt. Dit zocht hij nu op, borg
daarin het tijgeroog en stak het zoo in den zak, waar
tegen zijn hart zoo luid bonsde. Geheel gekleed wierp
hij zich op zijn bed, maar het duurde lang eer zijn sterk
kloppende slapen en polsen hem een korten, onrustigen
slaap toelieten.
Met een gil sprong hij op, toen er op zijn deur werd
geklopt en een der Indische oppassers het donkere ge
laat door de deuropening stak.
„Tiet is reeds over negen, sir! De sneltrein van de
East Indian gaat om 10 uur 15 minuten. Zal ik een
rijtuig voor u laten komen?"
Barton stond reeds klaar wakker midden in zijn ka
mer. ''ii
„All right. Laat binnen tien minuten mijn bagage
maar halen en zorg, dat er een rijtuig gereed is."
(Wordt vervolgd).