DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN. Een goudmijn voor den middenstand. binnenland. No. 160 Honderd en tiende jaargang. 1908. V R IJ D A G 10 J U L 1. een ONDERWIJZER, DRANKWET. Toelating Burgerschool en Meisjesschool. D rankwe t. LANDWEER. Deze Courant wordt eiken avond, behalve op Zon- en Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden voor Alkmaar f 0,80; franco door het geheele Rijk f 1, Afzonderlijke nummers 3 Cents. Prijs der gewone advertentiën: Per regel f 0,10. Bij groote contracten rabat. Groote letters raar plaatsruimte. Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdrukkerij 7/h* HERMs. COSTER ZOON, Voordam C 9. I Ned. Landbouwcomité. Christelijk-historlsche Unie. Geen ongeluk. Onverzorgd achterlaten van een kindje. Inbraak te Dordrecht. Uit de diamantindustrie. ALKMAARSCHE COURANT. wiavü Telefoonnummer 3. De BURGEMEESTER der gemeente ALKMAAR herinnert den verlofgangers der militie die bestemd zijn op 1 Augustus 1908 naar de landweer over te gaan, aan hunne verplichting om zich na 1 Augustus 1908, doch vóór of op 30 Augustus d. a. v. ter gemeente-secretarie aan te meldenonder overlegging van hun militair zakboekje. AlkmaarDe Burgemeester voornoemmd, Juli 1908-G. RIPPING. Aan de Derde Gemeenteschool (Hoofd de heer P. Schipper) te Alkmaar wordt gevraagd bevoegd tot het geven van onderwijs in vak j. De jaarwedde bedraagt volgens de bestaande, nog niet herziene verordening van f 700 tot f 900. Voor hoofdakte f 100 meer. Tegemoetkoming huishuur f 100. Stukken in te zenden aan het Gemeentebestuur vóór 21 Juli a.s. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Alk maar maken verlofhouders voor zooveel noodig op merkzaam op het bepaalde in artikel 38 sub 4 der drankwet, luidende Van verbouwing of herbouw van eene locali telt, waarvoor een verlof is verleend, wordt binnen drie maanden, nadat daarmede is aan gevangen, onder overlegging van het plan, kennis gegeven aan Burgemeester en Wet houders. Bij niet nakomiDg van bovenvermeld voorschrift, wordt het verlof op grond van art. 39 sub 3 van voornoemde wet ingetrokken. Burgemeester en Wethouders voornoemd, Alkmaar, G. RIPPING, Voorzitter. 30 Juni 1908. DONATH, Secretaris. De DIRECTEUR van het Postkantoor brengt onder de aandacht van het publiek, dat het aantal verzoeken tot nazending van brieven enz. in sommige tijdvakken van het jaar, vooral in het reisseizoen, zoodanigen omvang heeft verkregen, dat, hoezeer door den dienst der Posterijen alles wordt in het werk gesteld om daaraan met de meeste nauwkeurigheid uitvoering te geven, het niet mogelijk is steeds vergissingen te voorkomen. Aan belanghebbenden wordt daarom beleefd aan bevolen, zelf, buiten de administratie om, maatregelen te treffen, waardoor bezorging aan een tijdelijk adres of een verandefd adres is verzekerd. De Directeur voornoemd, Alkmaar, 30 Juni 1908. S. VAN DELDEN. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALK- MAAR brengen ter kennis van belanghebbenden, dat zij die na afloop der zomervacantie hunne kinderen de Burgerschool of de Meisjesschool wen chente doen bezoeken, daarvan aangifte moeten doen vóór 15 Juli e.k. bij de hoofden dezer scholen, onder over legging van het geboorte- en inentingsbewijs van het betrokken kind. De kinderen moeten den leeftijd van zes jaren hebben bereikt. Kinderen, die binnen de eerstvolgende zes maanden na het tijdstip der toelating, dien leeftijd zullen hebben bereikt, kunnen, onder goedkeuring van Burgemeester en Wethouders, op de genoemde scholen worden toegelaten. De gelegenheid tot aangifte voor de Meisjesschool bestaat aan het schoolgebouwaan de Oudegracht, op Maandag en Donderdag, van drie tot vier uur, en oor de Burgerschool, aan het schoolgebouw in de Brillesteeg, op Maandag, Dinsdag en Donderdag van half één tot half twee en Woensdag van 14 uur. Iu het bijzonder wordt de aandacht van belanghebben den gevestigd op de omstandigheid dat bij raadsbesluit wn 4 Juli 1906 is besloten het schoolgeld voor de Bur gerschool en de laagste zeven klassen der Meisjesschool gelijk te stellen, n.l. per kwartaal, oor één kind f6. voor twee kinderen uit één gezin, gelijktijdig een of beide scholen bezoekende, per kwartaal en per kind f 5.25 voor drie of meer kinderen uit een gezin idem per kwar taal en per kind f 4.50 Burgemeester en Wethouders noodigeu belangheb benden uit, hunne aanvragen niet tot ht t laatste oogen- blik uit te stellen. Burgemeester en Wethouders voornoemd, Alkmaar, G. RIPPING, Voorzitter. Juni 1908. DONATH, Secretaais. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Alk,naar brengen ter algemeene kennis, dat bij hun college zijn ingekomsn verzoekschriften van W. SMITS en P. BOSMAN, aldaar, om verlof tot den verkoop van alcoholhoudenden anderen dan sterken drank in de psrceelen Nieuwpoortslaau, E 81 en Doelenstraat, B 2. Binnen twee weken na deze bekendmaking kunnen hiertegen schriftelijk bezwaren worden ingediend. Burgemeester en Wethouders voornoemd, Alkmaar, G. RIPPING, Voorzitter. 10 Juli 1908. DONATH, Secretaris. i. Zoo van tijd tot tijd hoeren wij wat Parijs, wat Zwitserland het vreemdelingen-verkeer oplevert. Dat zijn bedragen om van te watertanden. Wat een wel vaart moet er door dien stroom van vreemdelingen in die landen gebracht worden. Van geen bron van wel vaart is het voordeel zoo onmiddellijk tastbaar als van deze, nergens ziet men zoo duidelijk de groote econo mische belangen op den voorgrond treden als juist bij dit vreemdelingenverkeer. Geen mijn die zoo direct goud en zilver brengt aan wie deze metalen zoo noo dig hebben, als deze mijn. Wij, Nederlanders, zien den gouddragenden stroom tan dit verkeer helaas onze grenzen voorbijgaan. Een klein, klein weinig daarvan hebben wij ook wel, docli wat beteekent dit tegenover het geheel, wat beteekent dit tegenover de welvaart, die wij zelf zoo elders bren gen Zou er nu niet de minste kans zijn, dat dit anders en beter werd? Laat men de zaken op haar beloop, gelijk zij thans gaan, dan zeer zeker niet. Dan zullen er af en toe eenige vreemdelingen in ons land verdwalen, dan zul len oenige honderdtallen Duitschers en Oostenrijkers onze zeebadplaatsen blijven bezoeken, dan zullen hier en daar wat Amerikanen of Engelschen komen schil deren, vissollen, varen en curiositeiten als onze kaas markt (zooals heden in den regen!) zoeken, doch van een normaal vreemdelingenverkeer zal geen sprake zijn, laat staan van een breeden stroom vreemdelingen. Wij zullen een gedeelte van onze landgenooten tel kens voor korten tijd zien verhuizen naar een ander deel van het land, dat bij die landverhuizing geen slechte zaken zal maken. Ook dat is vreemdelingenver keer. Doch de nationale rijkdom zal daarbij niet pro fiteered Toch zou het niet onmogelijk zijn, dat de toestand ten bate van ons land, dat toch zoo uitmuntend gun stig gelegen is, veranderde, doch dan zou men anders de handen aan den ploeg moeten slaan dan men nu doet. Wat wij op het oogenblik aantrekkelijks voor vreem delingen hebben is ons zeestrand en zijn onze oude steden. Of de zeldzaam-mooie natuur van de Holland- sche eilanden en de prachtige athmospheer van enkele andere plaatsen in ons land ooit zoo algemeen gewaar deerd zullen kunnen worden, dat die stroomen vreem delingen zullen kunnen trekken, is voorshands niet uit te maken. Wel kunnen wij in het algemeen constatee- ren, dat de smaak vermoedelijk onder den invloed der groote schilders aan het keeren is. Vroeger schilderden de schilders in hoofdzaak romantische landschappen in het publiek was alleen voor zulke landschappen vraag, naar zulke landschappen belang stelling. De schilders zijn daarna echter in een ander soort landschap het mooi gaan zoeken en vinden. Zij vroegen niet meer vóór alles of hun sujet romantisch mooi was, doch zij venneidden zich in minder roman tische landschappen, waarin mooie kleuren en mooie slooten te vinden waren. In Frankrijk hebben Corot en Daubigny met andere Barbizonners den smaak in deze richting geleid, in Nederland volgden mannen als de Marissen en Mauve om alleen de allergrootste te noemen die voorbeelden. In Duitschland gaan de schilders niet meer naar het Berchtesgadener land* of de Beiersehe Alpen, doch naar Worpswede en het Da- chauer Moos. De Amerikaansche schilders komen naar Holland, naar Laren en de Zuid-Hollandsche eilanden om daar hetzelfde te schilderen wat Van Goyen, Cuyp, Hobbema, de Marissen en Mauve ook geschilderd hebben. Het is dus niet te ontkennen, dat de landschapschil derkunst zich in de laatste 50, 60 jaar van de roman tische tafereelen gericht heeft op meer nuchtere on derwerpen en dat zij vooral in een warme, kleurrijke itmospheer, als die op verschillende plaatsen in ons land gevonden wordt, behagen is gaan scheppen. Zal het publiek die voorbeelden volgen, zal men langza merhand leeren zien hoe mooi de atmospheer is in sommige gedeelten van ons land, hoe daar heerlijk fijne kleuren en wazige tinten over de dingen liggen, welke elders nauwelijks te vinden zijn? Den vraag, waarop wij het antwoord moeten schul dig blijven. Zeker, lilj, voor wien eens de mooiheid van dit landschap ontsloten is, zal die schoonheid steeds weer opzoeken en genieten, zal zich steeds weer verba- zon, dat de groote menigte de dorheid van kleur en atmospheer niet ziet, die in sommige veel romanti scher en aantrekkelijker schijnende streken te vinden is. En de meer beschaafde bewoners der prachtige Jlollandsche streken zullen ook wel langzamerhand liet verschil gaan zien tussehen dat mooie en het andere. Doch zal ooit de groote menigte aflaten van de ro mantiek van heiden en bosschen en bergen en rotsen en liet mooie in die wilgen en rechte slooten en die „eentonige koeien" en die rleehte, tussehen slooten in gesloten wegen gaan zien? V ij kunnen voor ons land slechts hopen dat de me nigte zich in dezen door de schilders zal laten leiden. Doch juist waar deze kans blijft bestaan, juist waar wij deze schoonheid om zoo te zeggen in reserve heb- '°n, daar is er toch alle aanleiding om de bron van vreemdelingenverkeer krachtiger aan te beren, om in eik geval zooveel mogelijk het vreemdeling-en verkeer te bevorderen, dat er wellicht nu iets anders komt doch dut meer en meer door deze weergalooze bekoorlijk heid zal worden aangetrokken. En nu loet men in Nederland voor het vreemdelin genverkeer weinig. Men adverteert zoo nu en dan, ge lijk liet buiitenland adverteert. Men zendt als de con currenten geïllustreerde boekjes en geïllustreerde vouwkaarten. En daarmee is het uit. Men doet wat anderen rijker, mooier, grooter en op ruimere schaal doen. Zoo vordt men idet gehoord. Nu versta men oi s wel. Wij willen de vreemdelin- genverkeersvereenigi gen haar bond deswege geen verwijt maken. I)ie ioi_, ,a den regel en de slechte uitzonderingen er bu en gelaten, wat zij kunnen. En ook enkele groote vei »oerm - -.r-c-happijen doen wat de groote maatschappijen over cle heele wereld allen doen. Doch iets bizonders, iets meer dan het gewone, iets wat dwingt tot opletten wordt er voor het internatio nale vreemdelingenverkeer voor Nederland niet ge daan. En dat zou toch moeten, wilde men wat meer krij gen van de groote economische, voordeelen, die nu voor zoo'n aanzienlijk gedeelte naar de concurrenten gaan, wilde men den stroom der vreemdelingen in eenigszins andere richting leiden. V ilde men hier van den aanvang af aan beginnen met te hervormen, dan zou men eerst eens cijfers moe ten trachten te vinden, eerst eens moeten nagaan of het gewicht van dezen tak van nijverheid in cijfers zou zijn vast te leggen. W ant als men onze positie ten aanzien van het vreemdelingenverkeer veranderen wil, moet men eerst duidelijk maken, wat dat verkeer tegenwoordig betee kent voor landen, waar het werkelijk sterk ontwikkeld is. Dan eerst zal men beseffen, dat het niet een min der soort industrie is, niet een bijkomstigheidje, waar over men in zijn vrijen tijd eens wat vergaderen kan, doch een groote bron van inkomsten, die wordt zij goed geëxploiteerd een plaats verdient naast han del, nijverheid en landbouw, een plaats ook in het hart van het staatsbestuur. Wat het met name voor onzen middenstand zou beteekenen wanneer men er in slaag-- de, dat verkeer wat meer naar ons land te leiden, kan haast niet overschat worden. En daarbij verlieze men niet uit het oog, dat een aanmerkelijke vergrooting van dat verkeer volstrekt niet alleen de voornaamste plaatsen, gelegen in het door den vreemdeling het meest bezochte gebied, zou ten goede komen, maar wel degelijk ook van belang zou zijn voor de andere plaat sen m ons land. Slaagt men er eenmaal in den stroom in ons land voor een deel tegen te houden, dan zal zeker vrijwel het geheele land zij het niet overal in di'zeltde mate van die vooruitgang profiteeren. Verschenen is het verslag van de handelingen van het Nederlandsch Landbouwcomité over 1907 een lijvig boekdeel, inhoudende o.m. verslagen van de algemeene vergadering, van de vergaderingen en ver richting! n van het bestuur en van het bureau, com- missiëu en afdeelingen. Blijkens een overzicht van den financieelen toestand wordt vers erking der middelen gewenscht geacht. De bibliotheek werd verrijkt met een legaat van wijlen den heer H. F. Bultman, die zijn boeken over landbouw aan het Ned. Landbouwcomité vermaakte De begrooting voor 1908 sluit in ontvangsten en uitgaven met een bedrag van f 8500. Behalve het ontwerp tot wijziging der statuten, bevat het verslag o.a. nog de nota inzake het ontwerp Landbouwongevallenwet, welke nota met de reeds gepubliceerde vraagpunten in de aanstaande alge meene vergadering van het comité zal worden be- handeld. De vergadering van de Christelijk-historische partij en de Friesch Christelijk historische partij te Amster dam, waarvan wij gisteren het begin hebben gemeld, werd 's middags voortgezet om definitief de Christelijk historische Unie te constitueeren. De voorzitter de heer De Savornin Lohman deelde mee dat 's morgens beide partijen besloten hebben zich tot één partij te vereenigen. Als dit geschiedt zal dus één groote antirevolutionnaire partij gevormd zijn. Spreker herinnert aan den strijd van Groen van Prinsterer tegen het atheïsme in den Staat en de na werking der Fransche revolutie. Met Groen waren niet alle christenen, maar allen stonden met hem tegen de Fransche revolutie. Deze ai lirev. partij heeft de pretentie dat heel het Nederlandsche volk moetterug- keeren tot die beginselen, en dat niet gerust mag worden, ^voordat die door heel het volk worden er kend, voordat andersdenkenden overtuigd zijn of mach teloos gemaakt om hun invloed te doen gelden. In de antirév. partij zijn mensclien van verschillend inzicht over meer ondergeschikte punten: protectie of vrijhandel, directe of indirecte belastingen. Daarom moet de partij zoo breed mogelijk zijn. Maar wij allen zouden aan Groen's zijde hebben gestaan, ook de roomsch-katholieken, al erkende Groen aanvankelijk niet dat ook dozen staan tegen de revolutie. Voor Groen bestond tweeërlei politiek sbibboletli: Gods souvereimteit en het uationaal-christelijk karak ter van het onderwijs. 1 oen Groen oud werd, is dr. Kuyper opgetreden en heeft de partij van Groen georganiseerd. Spr. gaat dan na, hoe zich na 1894 ontwikkelde de vrij-anti-rev. partij en de christelijk-historische, die zich echter van dr. Bronsveld losmaakte, toen deze de zijde der liberalen koos. Daarnaast bestonden de Friesch christelijk historischen, die misschien het diepst inzagen dat heel het volk tot Gods beginselen moet worden gebracht. In art. S nu drukt de Unie uit, dat geen groepee- ring van het volk in twee deelen naar godsdienstige overtuiging wordt erkend, maar dat heel het volk zicli aan de ordeningen Gods heeft te onderwerpen, al moet daarbij worden rekening gehouden met het feit der in werking van de Fransche revolutie. Alle christenen beliooren hij ons, zegt spr., ook de ïoomsch-katholieken. Maar dezen liebben een ander staatsrecht. Zonder eenige opoffering van beginselen zegt sPr- zijn wij nu tot elkaar gekomen. Er zijn onder ons conservatieven en vooruitstrevenden. Evenals de roomsch-katholieke partij is de Unie een algemeene christelijke partij. Wij eisehon niet, dat gehoorzaamd moet worden aan den leider en diens blad, zooals dr. Kuyper verlangt. Spr. hoopt, dat nog eens een fusie zal plaats vinden en ook de partij van dr. Kuyper zal terugkeeren tot de Unie, tot de oude antirev. beginse len. Onze kracht zit in die beginselen. Tactisch is bij verkiezingen eenheid noodig, maar in het program moet men elkaar groote vrijheid van beweging geven. Organisatie is echter noodig. Geen lauwheid, geen laisser-aller. De Unie, die maar een kleine partij is, kan in deze veel leeren van de partij van dr. Kuyper. Boven het „Vis unita fortior" staat de leuze „Tegen over de revolutie het Evangelie." Daarna sprak mi. dr. J. Schokking nog enkele woor den in gelijken geest. liet bestuur der Unie is als volgt samengesteld: ds. J. Ankerman, W. J. Brunt, ds. H. van Eyck van Hes- li nga, J. Fokkema, jhr. nu. D. J. de Geer, jhr. mr. A. F. de Savornin Lohman, mr. dr. J. Schokking, mr. R. van der Veen, mr. H. Verkouteren, dr. J. Th. de Vis ser, ds. G. H. Wagenaar, mr. B. I. D. Zubli. De statuten en het program zijn, naar medegedeeld werd, aangenomen in de ochtendvergaderingen. Besloten werd de zorg voor de definitieve samenstel ling van het nationaal-eomite op te dragen aan het bestuur, zoodat zooveel mogelijk nu reeds, of binnen korten tijd, de samenstelling reglementair zij. Bij de bespreking bleek, dat er 03 districten bij de partij zijn aangesloten. GEMENGD NIEUWS. Naar gemeld wordt heeft het onderzoek naar den vermisten commissiom air in diamant J. J. B., te Amsterdam, aan het licht gebracht, dat hem geen ongeluk overkomen is, doch dat hij met de hem toe vertrouwde waarden (voor een bedrag van f 32,000) naar Engeland uitgeweken is, waar de- politie 'hem thans zoekt. De rechtbank te Heerenveen wees gisteren vonnis in de zaak tegen Geertje de W., huisvrouw van A. H. te Blankenham, tegen wie eene gevangenisstraf van 3 maanden (preventieve hechtenis in mindering) was gerequireerd wegens het onverzorgd achterlaten van haar kindje van 4 maanden oud, gesproten uit haar tweede huwelijk. Dit huwelijk was niet gelukkig en daarom besloot zij, naar Duitschland te trekken, naar haar broeder, en liet het kind in de woning achter. De rechtbank had haar reeds,uit de preventieve hechtenis ontslagen en sprak haar thans vrij. Zooals men weet, liet vrouw H. haar kindje achter, er op rekenende, dat haar man het bij zijn thuiskomst wel zou vinden en verzorgen. Gisternacht is opnieuw ingebroken, thans bij mr. Meijer Wiersma, president der Rechtbank, wonende aan den Singel. Vermoedelijk zijn het dezelfde dieven die gisternacht inbraak pleegden. Althans zij gingen met dezelfde brutaliteit te werk. Door een kelder raampje binnengekomen, hebben zij in de keuken een karbonaadje gebakken en opgege en. Zij namen verder een bedrag van ongeveer vijftig gulden mee. Genickstarre. In een woning aan de v. d. Duynstraat 25 te Rot terdam, heeft zich een geval van meningitis cerebros- pinalis epidemica voorgedaan bij den graanwerker B. H. Hosman. De man is overleden. Da toestand in de diamantindustrie te Amsterdam is nog onveranderd daar de malaise in den handel voortduurt. Misschien zal er tegen September eenige opleving komen als in Amerika de presidentsverkiezing is afgeloopen, maar zekerheid bestaat daaromtrent na tuurlijk niet. Intusschen vermindert het getal werk- looze diamantbewerkers toch wel eenigermate, doordat af en toe een juwelier met den Bond eene overeen komst aangaat en een weinig werk uitgeeft. Het getal werklooze leden van den A. N. D. B. is daardoor de vorige week gedaald tot 4524. Er zijn dus pl.m. 3500 geregeld of ongeregeld werkzaam. Meerendeels be- hooren zij tot de roosjesbranche. Van de pl.m. 2000 werklieden in die branche zijn er in totaal slechts pl.m. 200 werkloos. Nagenoeg volkomen werkloosheid heeracht er echter nog in de brillantenbranche. Gistermiddag vergaderde de Amsterdamsche Juwe- hersvereeniging ter behandeling van de quaestie-Eduard van Dam. Het bestuur van den A. N. D. B. wenscht, naar bereids werd meegedeeld, nibt deze juweliersfirma niet te onderhandelen over hervatting van werkzaam heden, wiji zij een geschil heeft met den Antwerpschen Diamantbewerkersln.nd. Kiest wat bij het afdrukken van dit blad nog niet bekend was de A. J. V. de partij van de firma van Dam, dan zou daaruit wel eens een scherp conflict met den A N. D. B. kunnen voortkomen. Men meldt verder nog In het binnen enkele dagen verschijnend jaarver slag van den Alg. Ned. Diamantbewerkers Bond zal o. m. een rapport in zake het vraagstuk van uitkee- ring bij werkloosheid in den Bond worden opgenomen. Tot dusver was de meerderheid vau de Bondsleden bedacht voor onberekenbare gevolgen, maar het schijnt dat er in verband met de thans heerschende werk loosheid en de offers, die zij van de bondskas vraagt, kenter.ng komt in de denkbeelden.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1908 | | pagina 1