STADSNIEUWS. kindertjes netjes te honden en behoorlijk met het huishoudgeld rond te 'komen. Over uitzonde ringen spreek ik niet. Of zou de tijd niet verre meer zijn, dat menig meisje van nette tamilie, ook al heeft ze overigens wel lust in het vak, geen kantoorbediende wil worden, zooals ze er nu tegen opzien modiste of winkeljuffrouw te worden, „wegens den slechten naam van die meisjes weet u". Uit „de Egmonden." Zondagavond vergaderde, na een oproep van den eersten wethouder, den heer J. Groot, de inwoners der Binnen Egmonden, om plannen te bespreken ter viering van het 25-jarig jubileum van burgemeester Pranger. Er werd een comité benoemd voor Egmond-Binnen namen zitting de heeren Brouwers, Beukers en Mooijvoor Rinne- gom de heeren Lichthart en v.d. Molen voor Egmond a. d. Iloef de heeren Knijnenburg, Melker en Alleman, en voor Egmondermeer en Wimmenum de heeren Meijne, Ursem en Jonker. De leden van den Raad zullen respectievelijk met de benoemde heeren samenwerken. De bestuursfunctie's werden aldus vervuldvoor zitter de heer J. Groot, secretaris de heer P. J. Brouwer en penningmeester de heer P. Groen. Uitgeput. Onweer. Marius Brouwer. Ernstig stoomtramongeluk. Alg. Ned. Typografenbond. In café „de Kroon" te Amsterdam werd gis teren de jaarvergadering vau bovengenoemden bond gehouden, onder leiding van den voorzitter W. C. van Haaien. Alle afdeelingen op 2 na waren vertegen woordigd. De voorzitter constateerde, dat ook het typo- grafenvak door de crisis had te lijden. In Gro ningen Enschedé en Rotterdam kwam verbete ring in den toestand der vakgenooten. Na het uitbrengen van het jaarverslagont stond discussie over de staking te Dordrecht die was geproclameerd zonder voorkennis van het hoofdbestuur, waarom de Dordtsche bestuurders- bond niet had gesteund. Ten slotte werd een motie aangenomen, waarbij de houding van het hoofdbestuur goedgekeurd werd. Na een vrij heftig debat werd besloten het royement van een ter vergadering aanwezig ty pograaf, die bij de Dordtsche staking als onder kruiper zou „gefungeerd" hebben, te handhaven met op 3 na algemeene stemmen. Aangenomen werd een. voorstel aid. Amster dam (zetters)0111 aan het hoofdbestuur op te dragen in het a.s. hondsjaar te onderzoeken of er, en welke veranderingen in den organisatie vorm moeten worden aangebracht, op grond dat omtrent de tegenwoordige organisatie-vorm ern stige bezwaren zijn aan het licht gekomen. Besloten werd dat arbeidersdie voor eigen rekening werken, als patroons zullen worden be schouwd, en om te ijveren voor Staatspension- necring. Dordrecht had een voorstel op de agenda ge bracht om een eind te maken aan de verplichte keuring welke op sommige drukkerijen nog als voorwaarde geldt om als vast gezel te worden aangenomen. Er werd lang en breed over deze kwestie gedebatteerd, waarbij bleek dat verschil lende afdeelingen liet over dezen maatregel oneens waren. Op voorstel van den heer Sleef wijzigde Dordrecht ten slotte zijn voorstel in dien zin dat bij voorkomende gevallen de atdeelingen actief zullen optreden en naar gelang van om standigheden zullen handelen. Heden voortzetting. Een moord. Rijwielen voor het leger. Kersen en Bessen. Door een koe. Mijn-ongeval. Vrijdagmiddag hielp de mijnwerker Rothkranz van Nieuwenhagen op de mijn „Baura en Ver eeniging" te Eygelshoven, eenige kameraden, die bezig waren een kipwagentje weer op de rails te zetten. Het wagentje, met kolen beladen, liep te gauw de helling af, zoodat Rothkranz den tijd mistte, om zich te bergen. Zijn hoofd raakte be klemd tusschen het wagentje en den muur. R. bloedde wat uit liet oor, toen hij vrij kwam en scheen overigens geen letsel bekomen te hebben zoodat hij bleef doorwerken. Eenigen tijd later voelde hij zich echter onwel en ging naar huis. Twee uur later was hij over leden, tengevolge van inwendige verwondingen. Strijdbare juristen. Men meldt uit Dordrecht: De toestand in zake de quaestie tusschen den Bond van stokers en machinisten en de Vereeni ging van Sleepbooteigenaren is nog vrijwel dezelfde. In de vergadering van de Dordtsche afd. van den Bond wordt er de aandacht op gevestigd, dat het collectief contract op 7 Juli 's nachts te 12 uur was geëindigd en dat desniettegenstaande geen machinist of stoker toen het bijltje erbij neer heeft gelegd, integendeel dat elke sleepboot met ol zonder sleep naar het eindpunt van zijn reis is gebracht. Dit als bewijs dat bij den Bond niet voorzat den sleepbooteigenaaas onbillijk of onhebbelijk te behandelen. Het feit valt intusschen te constateeren dat de reeder van de „Christiaari de Wet", de heer Flaskamp, het contact van den Bond heeft ge- teekend. Vermoedelijk, aldus vernamen wij, zou Zater dagmiddag nog een reeder teekenen. In de volgende week zal een manifest 'ver schijnen waarin zal worden weerlegd wat den voorzitter van den Bond en dien van de Dordt sche afd. wordt ten laste gelegd. (Onbetrouw baarheid.) De koppelarijzaak. Volgens de „Nijm. Ct," heelt „Duitsclie Greet" zich door vertrek uit het land aan haar 6 maan den gevangenisstraf onttrokken. Waren hier geen termen voor preventieve hechtenis P vraagt „Het Vad." Er wat toch zeker wel eenige vrees voor vlucht bij deze verdachte, die bovendien in Arnhem, dus vlak hij de Duitsche grens, verblijf hield. Wie helpt? Mogen we nog even er aan herinneren, dat wij op verzoek van de commissie ons bereid ver klaard hebben giften in ontvangst tc nemen voor de gezinnen Duin en Middelveld, die bij den brand in het Raaksje alles hebben verloren Reeds mochten we enkele gelden ontvangen die morgen naar we hopen met vele ande ren verantwoord zullen worden. Duitschers in onze koolvelden. Zaterdagmiddag hebben het werd reeds in dit blad vermeld verschillende leden van de Landwirtschaftskammer in Hessen een bezoek gebracht aan Broek op Langendijk. De reis ge schiedde onder leiding van de heeren K. Vol- kersz, rijkslandbouwleeraar, A. Nobel en J. Zee man, terwijl ons gaarne de gelegenheid gegeven werd de reis mede te maken. De Landwirtschaftskammer is een officieel lichaam, voor den landbouw, eenigszins wat onze Kamers van Koophandel en Fabrieken voor den handel en de nijverheid zijn. Zij behartigen de landbouwbelangen bij de regeering door advies te geven over plannen, door voorstellen in te die nen en wenschen over te brenien. Maar ook helpen zij de landbouwers bij het oprichten van leenbanken, het aanschaffen van machines, het verkoopen van producten enz. Dooi' en uit be lastingbetalende belanghebbenden worden de le den gekozen met getrapte verkiezingen. Zeven en dertig eden maken thans een studiereis door ons land. Bijzonder trot ons de voorbereiding daarvan, welke geheel was geschied vanwege en op kosten van de Landwirtschaftskammer. Ieder deelnemer was in het bezit van een ge drukte Führer für die Studienreise nach den Niederlanden." In dezen gids, handig van for maat, was de reis tot in de kleinste bijzonder heden beschreven. Zoo stond er in, dat de rei zigers om 1 uur 56 van uit Alkmaar zouden vertrekken na geluncht te hebben in het hotel de Nachtegaal, te 2.04 te St. Pancras aankomen met een motorboot door de koolvelden tot aan Broek op Langendijk varen zouden, waar de markt en de laadplaats voor de verzending der vruchten bezocht zouden worden. Om 4.31 moes ten ze weer op den trein zitten, in Alkmaar wachten voor den trein naar Amsterdam, waar in het hotel Milles Colonnes op het Rembrandts- plein de bedden voor hen gespreid waren. Het meest markante van de streek of van de plaats welke bezocht werd stond erin en ook verschil lende economische bijzonderheden, welke de Kammer van onze landbouwleeraren hadden ge vraagd. Ook bevatte de gids een duidelijke kaart van het deel van ons land, dat bezocht werd en met een blauwe lijn was de weg aangegeven, die zou worden gevolgd. De secretaris heeft op reis de leiding, moet zorgen dat de heeren 's och tends op het aangegeven uur aan de ontbijt tafel verschijnen, op tijd aan den trein ol aan de boot zijn etc., en te oordeelen naar den lof, waarmede van hem werd gesproken („es geht wie am Schnürrchenes klappt") kwijt da se cretaris zich uitstekend van zijn Lissone-taak. Yoor het meerendeel zijn de heeren tuinbouwers, levend van de opbrengst der bergen in het groot hertogdom, van kool, uien, aardappelen, asperges, maar ook van wijn, Niersteiner en Liebfraumilch en Katterlocher een enkele had in dit vlakke land al heimwee van zijn wijnbergen en keek af en toe sehnsuchtsvoll naar de duinen van Bergen en Schoorl. Naast de mannen van de praktijk bestaat het gezelschap evenwel uit man nen van studie, gepromoveerde heeren waren er zelfs bij. Een paar dagen waren ze reeds in ons land. Zij hadden veel aangename en leerrijke er varingen opgedaan, vertelden ze in het treintje naar St.-Pancras en ze roemden de voorkomend heid waarmede ze tot nu toe waren behandeld en de welwillendheid, die ze overallhadden ont moet. In St.-Pancras lag, dicht bij het station netje, de vrachtmotorboot „Arie" van den heer Gerrit Kramer al gereed, de Hollandsche drie kleur aan het roer. De boot was weldra bemand en gekiektde motor begon te puffen en te kreunen en daar gingen we in langzaam tempo door het watertje, dat wel een landsloot geleek. Hier en daar stonden menschen aan den wal, stonden ernstig en onbeweeglijk te kijken naar de boot, zonder ook maai' een spiertje van hun gezicht te vertrekken. Zelfs de bruingebrande deernen bleken ongevoe lig voor het breede gebaar van de Duitsche gasten, hieven strak in de plooi, zoodat enkelen vroegen of men in deze streek nooit lachte Eindelijk werd het dr. Kleberger,reen"der vroo- lijkste leden van het gezelschapwat te har. „Schreit doch 'n Mal hurrah, Kinder", riep hij uit en zöowaar begonnen er een paar kleuters te roepen en de ouderen wuifden en dit werd van de boot dankbaar beantwoord. Onder het genot van een Ilollandsch sigaartje begonnen de heeren bijzonderheden te vragen waarom verbouwt men op dit stuk klaver, wan neer wordt de kool nu gezaaid; wat komt er op het land als de kool er at is, hoeveel grond heelt gemiddeld ieder bouwer wat is de zuivere op brengst per hectare, hoe groot zijn de koolschu- ren, hoe worden de kooien 's winters behandeld, waarmede wordt het land bemest? Met verbazing keken zij naar de privaten boven het water en terecht noemden ze het hygiënisch niet goed en wirtschaftlich erst recht nicht. Eine furchtbare Verspendung vonden ze het. Sommigen stelden belang in de regeling- van jacht en visscherij, in de taak van eenban- nebesluur, in de prijzen der woningen, welke zij bijzonder prezen. Wij mochten als tolk op treden natuurlijk kon de heer Volkersz niet alle 37 heeren alleen voor zijn rekening nemen. En daar de beide andere Hollandsche heeren meer kennis van draaiharten, vallende ziekten etc. hadden dan van het Duitsch en wij in het omgekeerde geval verkeerden, konden we elkaar uitstekend aanvullen. Voorzoover wij hebben kunnen nagaan, had geen enkele vraag betrek king op de export van de kool. Dit moet wel opzettelijk zijn geschied, want aan tijd daarvan heeft het den heeren heusch niet ontbroken. Wij gelooven gaarne dat de banne St.-Pancras, onderdeel van de Geestmerambacht (Oosterdijk en Molengeerzen) veel voortreffelijks bezit maar het water is er niet diep genoeg voor een motor boot met Duitsche gasten. Wij zaten zoo nu en dan aan den grond en de motor en de schipper bromden dan wel om het hardst, doch het duurde dikwijls een lieele poos voordat we weer vooruit gingen. Ja, een deel van het gezelschap moest zelfs een eind loo- pen, toen er bijzonder ondiepe plekken kwamen. Zoo gebeurde het dat de fijd ten eenenmale ont brak om de veiling, de laadplaats en een kool- schuur in oogenschouw te nemen toen we te Broek aankwamen, stond het locaaltreintje aan het station te puffen, alsof het tegen den bui tengewonen zwaren last opzag. Een duiveltje in ons fluisterde: „zou dat niet een listigheidje ge weest zijn, om den Duitschen bezoekers niet meer te laten zien, dan men wenschelijk achtte We hebben er de drie Hollanders eens op aangezien, maar de heeren zagen er zoo onschuldig uit, be tuigden zoo oprecht hun spijt, dat we die neven gedachte maar gauw hebben verdreven. Vóór het vertrek hield de heer Breitenbach, te Dorheim, landdagafgevaardigde, nog een korte maar kernachtige toespraak tot de heeren Vol kersz Nobel en Zeeman. Hij bedankte deze heeren voor de welwillendheid, waarmede zij de organisatie van dit onderdeel der studiereis op zich genomen haddenvoor de uitstekende lei ding waarbij ze bewezen haddendat ze de bezoekers gaarne wilden doen profiteeren van hun kennis en hun ervaring. Was het tochtje niet geheel programmassig verloopentoch was het bijzonder leerrijk geweest en de reizigers zouden zeker aangename herinneringen bewaren aan deze vruchtbare koolenveldenwaarmede spreker den eigenaren van ganscher harte meende te mogen gelukwenschen. Naar oude Duitsche zede stelde hij ten slotte voor op de drie genoemde heeren een driewerf Hoch uit te brengen. De spreker keek even om zich heen en zette inDie drei Herren, Sie leben Hoch. Hoch, hoch klonk het vanaf het perron en vanuit de por tieren der waggons, waarin vele heeren reeds plaats genomen hadden. Adieu's en auf wiedersehn's volgden en wuivend bleven de heeren Nobel en Zeeman achter, toen het treintje zich in bewe ging zette. En tijdens de korte reis bleek ons, dat de heeren het Hollandsche landschap wel mooi hadden gevondendat ze verbaasd waren over de uitgestrektheid der met kool bebouwde landen. Of evenwel „deze gondelvaart door de bloeiende koolenvelden", zooals een hunner poë tisch zeideheeft beantwoord aan- hunne ver wachtingen Het verslag, dat een der heeren aan een Duitsch landbouwblad schrijftzal op die vraag wellicht het antwoord geven. Een ongelukdat goed is afgeloopen. Zaterdagmiddag bega! zich de heer van den Bosch, vergezeld van den schilder Jan Bleijs, per dogcart op weg naar Heiloo. Vlak bij de algemeene begraafplaats terwijl de inzittende in vroolijk gesprek waren en 't rij tuigvollen gang had, stortte plotseling het paard, waarschijnlijk door duizeling, want de weg was effen er lag geen steentje en 't beest struikelde niet, tegen den grond. Door den schok vielen de heer van den Bosch en de koetsier met het bovengedeelte van den wagen, dat er afbrak tegen den grond tusschen lemoen en achter- pooten van 't paard. De heer Bleijs schoof met De Am9terclamsche medewerker van de Prov. Gron. Ct. eindigt zijn brief aldus „De sociale toestanden hier ter stede wijzen er nog niet op, dat men zich ontworsteld heeft aan de malaise, die ons verleden jaar en vooral in den afgeloopen winter geteisterd heeft. Er loopt nog heel wat volk leeg, en het beste bewijs, dat het aanbod van werk krachten grooter is dan de aanvrage, wordt geleverd door het feit, dat we hier in de laatste maanden niets gehad hebben wat op een werkstaking gelijkt. Maar als straks het'stille seizoen weer aanbreekt, als najaar en winter weer het bouwen en verbouwen tot een minium terugbrengen, dan zullen we weder hooren van duizenden werkloozen en gebreklijdenden en het zal zeer de vraag zijn, of dan de burgerij weder bereid zal worden gevonden een paar ton tot steun dier armen samen te brengen. Zulks hebben ook de heeren ingezien, die in den vorigen winter zitting hadden in de commissie uit de bui-gerij tot ondersteuning der werkloozen en zij zijn nu reeds aan den arbeid getogen tot oprichting van een vereeniging voor emigratie. Hun doel is om de werklijk „arbeits- fahige" elementen, die met de ziel onder den arm rondloopen, aan arbeid te helpen, desnoods in den vreemde, en zij willen dit niet enkel doen door mede te deelen, waar werk is te krijgen, doch ook door financieelen steun ze in de gelegenheid te stellen zich daarheen te begeven. Inderdaad een zeer sympathieke maatregel, wanneer men enkel de philantropische zijde er van beziet, doch men zal het wel met me eens zijn, als ik beweer, dat er ook een economisch nadeel aan verbonden is. Slechts zij toch zullen geholpen worden, die zich aan melden, doch het onvermijdelijk gevolg hiervan zal zijn, dat de slechtste en slapste elementen er niet van gediend zullen zijn. Deze durven niet en blijven hokken in onze groote stad, terwijl de lui, die nog wat hopen van de toekomst, die vertrouwen stellen in eigen kracht, die „fut" en leveuslust bezitten, zich in de eerste plaats tot de emigratiecommissie zullen wonden. Mogen we dat een voordeel voor onze stad heeten GEMENGD NIEUWS. Uit Naardan schrijft men nog omtrent het ongeval, den grasmaaier J. van Asveld, uit Barneveld, overko men, dat de man vermoedelijk ten gevolge van een toeval met een zeis ia de sloot is geraakt, waaruit hij in bewusteloozen toestand is geraakt. Nadat hij zoo spoedig mogelijk was geholpen door den gemeente geneesheer, dr. Poelstra, is hij op diens advies in zeer zieken toestand naar het station NaardenBussum vervoerd, alwaar de stationohef overeenkomstig het reglement op het vervoer moest weigeren den dood zieken man te vervoeren. Te Naarden teruggebracht, werd de ongelukkige, een man van ongeveer 40 jaren, op een strooleger in een daarvoor bestemd vertrek gebracht en onder ver zorging gesteld van twee agenten. Geneesmiddelen nam de ongelukkige met tegenzin in, omdat er, naai zij n zeggen, toch niets meer aan te doen was. Woensdagmiddag is hij overleden, nadat nog geïn formeerd was naar zijne geloofsbelijdenis, met het oug op geestelijken bijstand. Hij is op de Algemeene Begraafplaats ter aarde besteld. Door het inslaan van den bliksem is te Langeveen, gem. Tubbergen, de boerderij van den landbouwer G. Klokhuis uitgebrand. Behalve het vee werd zoo goed als niets gered. Huis en inboedel waren verzekerd. De bliksem is in de school te Ilofen bij Nieuwe Schans geslagen. De dochter v»n het hoofd der school, Schmidt, is doodelijk getroffen Aangaande de ontvluchting van Marius Brouwer verneemt Het Vad. nog het volgende Op Oud-Rosenburg werkte de jongen onder toezicht van den tuinman in den tuin, en was daar een der beste werkkrachten. Zijn gedrag liet niets te wenschen over. Daar hij als hersteld beschouwd werd, werden geen buitengewone maatregelen te zijner bewaking genomen, waartoe trouwens het gesticht Oud-Rosen burg niet is ingericht. Op den dag zijnor ontvluchting was hij ouder ge woonte in den tuin bezig ouder toezicht van den tuinman. Deze moest zich voor enkele oogenblikken verwijderen, en van die gelegenheid heeft Marius ge bruik gemaakt om te ontvluchten. Vooraf heeft hij een broek van een oppasser aangetrokken, en is toen waarschijnlijk door de sloot gewaad. Eenmaal aan de overzijde gekomen, viel het ontvluchten hem ge makkelijk. In de zak van den broek zat niet meer dan 121/2 ct. aan geld. Het vermoeden ligt alzoo voor de hand, dat hij op andere wijze aan geld is gekomen, en wist waar hij dit verkrijgen kok. Het eenige wat men na zijn ontvluchting van hem ver nomen heeft, is, dat hij uit een plaatsje bij Antwerpen een prentbriefkaart naar Medemblik zond. Men vermoedt, dat hij te Antwerpen is scheep ge gaan naar Amerika, waarheen «enigen tijd geleden zich ook zijn ouders begeven hebben. Gisteren aldus meldt „de Echo" in, den loop van den avond bereikte ons het gerucht vau een ernstig ongeluk, dat zou hebben plaats gehad met de stoom tram van Leiden naar Haarlem. Bij onderzoek bleek ons het gerucht maar al te waar te zijn. Omtrent de omstandigheden, waaronder het plaats had, vernamen wij het volgende E ven vóór vij ven's middags passeerde de stoomtram, van Leiden komend, den overweg van de Hollandsche Spoor nabij Warmond, in het verlengde liggende van de Leidschestraat. Op hetzelfde oogenblik kwam trein 131 van Amster dam naar 's-Gravenhage aangereden. Hoewel de machinist van dezen trein nog alle moeite deed om te stoppen, kon hij niet voorkomen, dat de achterste twee wagens van de tram werden ingereden en 10 Meter werden meegesleept. De schok was zóó hevig, dat de beide tramwagens geheel versplinterd werden. Tot op 50 Meter afstands vond men later nog weg geslingerde stukken van deuren en kozijnen terug. Van den trein werd alleen de treeplank van den bagagewagen achter de locomotief beschadigd. De locomotief en de overige wagens van de tram, die den overweg reeds gepassee d hadden en zich op de Leidschestraat bevonden, bleven onbeschadigd. Ook de daarin gezeten passagiers en het locomotiefperso- neel bleven ongedeerd. Alleen werden zij door den schok danig door elkaar geschud. Droevig lot trof echter den passagiers van de beide wagens, die versplinterd waren. Toen men hen uit hun benarde positie te voorschijn haalde, bleken drie personen zeer ernstig gewond te zijn een was blijk baar reeds stervende. Voorts bekwamen een aantal passagiers kwetsuren van minder beteekenis. Alle gewonden werden in den trein der II. IJ. S. M., die met veel vertraging zijn reis voortzette, opge nomen en naar Leiden vervoerd, waar bij aankomst geneeskundige fulp aanwezig was. De drie zwaargewonden werden in het Academisch Ziekenhuis opgenomen, waar een van hen, een jonge man, in den loop van den avond overleed. Een bejaarden heer moest, naar wij vernamen, een been worden afgezetde derde ernstig gekwetste was een dame. Van de overige gekwetsten konden vijf dames met trein 383 reeds weer naar den Haag vertrekken. Wat de oorzaak van dit ernstig ongeval betreft, vermoedt men, dat de spoorwegwachter iu de meening verkeerde, dat de tram nog wel de spoorlijn kon pas- seeren vóór trein 131 zou voorbijkomen, doch dat hij niet voldoen ie rekening hield met de omstandigheid, dat de tram op den drukken Zotiuag uit meer wagens dan gewoonlijk was samengesteld en daardoor ook langzamer reed. Onmiddellijk is men begonnen met het vrijmaken van de spoorbaan. Zaterdagmorgen is te Oudewater, zooals wij in een deel der vorige oplage reeds meldden, in het volks logement aan den Korenmolenwal de vrouw van den bekenden Jut, den moordenaar van mevr. Van der Kouwen, vermoord. Zij was na Jut's dood met een scharenslijper getrouwd. Het echtpaar had dit loge ment gekocht en woonde er nog slechts een paar dagen. De man, die verdacht wordt, is voortvluchtig. Behalve 66 rijwielen ten dienste van het leger hier te lande, ontving de firma Fongers te Groningen, op dracht tot levering van 157 rijwielen voor het leger in Ned.-Indië. Op de kersenveilingen in de Betuwe was de aanvoer in de laatste dagen niet zoo groot als gewoonlijk. De prijzen bleven stationairmen besteedde voor le qualiteit 9 a 10 eentvoor 2e qualiteit 5 a 7 cent. Dagelijks worden wagonladingen naar Duitschland verzonden. Men hoopt spoedig op droog weder, daar anders de overrijpe vrucht tot verrotting overgaat. De zwarte kersen worden nog steeds voor 6 cent per 1/2 K.G. naar Engeland verzouden. De bessenhandel is mede zeer levendig. Zwarte bessen worden tot verschillende prjjzen opgekocht en varieeren van 6 tot 9 cent per l/2 K.G. Roode bessen doen thans 4 k 5 cent per 1/2 K.G. De reeds op jaren zijnde echtgenoote van den heer J. Engelage, landbouwer te Midwolda, is gisteravond door een koe, die ze medicijnen wilde toedienen, zoodanig gestooten, dat haar rechterbeen geheel werd gebroken. Ze lijdt hevige pijnen en haar toestand baart zorg. Vrijdagochtend heeft in de advocatenkamer van het paleis van justitie te Amsterdam volgens de Ct. een woordenwisseling plaats gehad, tusschen mrs. De N. en K., die ten slotte ontaarde in een uitwisseling van oorvijgen en andere treffers. De strijd had zulk een ernstig karakter, dat in de advocatenkamer groote ontsteltenis ontstond De aanleiding van het gevecht moet, naar men ons mededeelt, gezocht worden in minder faire handel wijzen van een der strijders, bij het faillissement van familieleden zijner handtastelijke tegonpartij. De crisis in de Rijnsleepvaart.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1908 | | pagina 2