STADSNIEUWS.
kindertjes netjes te honden en behoorlijk met
het huishoudgeld rond te 'komen. Over uitzonde
ringen spreek ik niet.
Of zou de tijd niet verre meer zijn, dat menig
meisje van nette tamilie, ook al heeft ze overigens
wel lust in het vak, geen kantoorbediende wil
worden, zooals ze er nu tegen opzien modiste of
winkeljuffrouw te worden, „wegens den slechten
naam van die meisjes weet u".
Uit „de Egmonden."
Zondagavond vergaderde, na een oproep van
den eersten wethouder, den heer J. Groot, de
inwoners der Binnen Egmonden, om plannen te
bespreken ter viering van het 25-jarig jubileum
van burgemeester Pranger. Er werd een comité
benoemd voor Egmond-Binnen namen zitting de
heeren Brouwers, Beukers en Mooijvoor Rinne-
gom de heeren Lichthart en v.d. Molen voor
Egmond a. d. Iloef de heeren Knijnenburg,
Melker en Alleman, en voor Egmondermeer en
Wimmenum de heeren Meijne, Ursem en Jonker.
De leden van den Raad zullen respectievelijk
met de benoemde heeren samenwerken. De
bestuursfunctie's werden aldus vervuldvoor
zitter de heer J. Groot, secretaris de heer P. J.
Brouwer en penningmeester de heer P. Groen.
Uitgeput.
Onweer.
Marius Brouwer.
Ernstig stoomtramongeluk.
Alg. Ned. Typografenbond.
In café „de Kroon" te Amsterdam werd gis
teren de jaarvergadering vau bovengenoemden
bond gehouden, onder leiding van den voorzitter
W. C. van Haaien.
Alle afdeelingen op 2 na waren vertegen
woordigd.
De voorzitter constateerde, dat ook het typo-
grafenvak door de crisis had te lijden. In Gro
ningen Enschedé en Rotterdam kwam verbete
ring in den toestand der vakgenooten.
Na het uitbrengen van het jaarverslagont
stond discussie over de staking te Dordrecht
die was geproclameerd zonder voorkennis van het
hoofdbestuur, waarom de Dordtsche bestuurders-
bond niet had gesteund.
Ten slotte werd een motie aangenomen, waarbij
de houding van het hoofdbestuur goedgekeurd
werd.
Na een vrij heftig debat werd besloten het
royement van een ter vergadering aanwezig ty
pograaf, die bij de Dordtsche staking als onder
kruiper zou „gefungeerd" hebben, te handhaven
met op 3 na algemeene stemmen.
Aangenomen werd een. voorstel aid. Amster
dam (zetters)0111 aan het hoofdbestuur op te
dragen in het a.s. hondsjaar te onderzoeken of
er, en welke veranderingen in den organisatie
vorm moeten worden aangebracht, op grond dat
omtrent de tegenwoordige organisatie-vorm ern
stige bezwaren zijn aan het licht gekomen.
Besloten werd dat arbeidersdie voor eigen
rekening werken, als patroons zullen worden be
schouwd, en om te ijveren voor Staatspension-
necring.
Dordrecht had een voorstel op de agenda ge
bracht om een eind te maken aan de verplichte
keuring welke op sommige drukkerijen nog als
voorwaarde geldt om als vast gezel te worden
aangenomen. Er werd lang en breed over deze
kwestie gedebatteerd, waarbij bleek dat verschil
lende afdeelingen liet over dezen maatregel oneens
waren. Op voorstel van den heer Sleef wijzigde
Dordrecht ten slotte zijn voorstel in dien zin
dat bij voorkomende gevallen de atdeelingen
actief zullen optreden en naar gelang van om
standigheden zullen handelen.
Heden voortzetting.
Een moord.
Rijwielen voor het leger.
Kersen en Bessen.
Door een koe.
Mijn-ongeval.
Vrijdagmiddag hielp de mijnwerker Rothkranz
van Nieuwenhagen op de mijn „Baura en Ver
eeniging" te Eygelshoven, eenige kameraden, die
bezig waren een kipwagentje weer op de rails
te zetten. Het wagentje, met kolen beladen, liep
te gauw de helling af, zoodat Rothkranz den tijd
mistte, om zich te bergen. Zijn hoofd raakte be
klemd tusschen het wagentje en den muur. R.
bloedde wat uit liet oor, toen hij vrij kwam en
scheen overigens geen letsel bekomen te hebben
zoodat hij bleef doorwerken.
Eenigen tijd later voelde hij zich echter onwel
en ging naar huis. Twee uur later was hij over
leden, tengevolge van inwendige verwondingen.
Strijdbare juristen.
Men meldt uit Dordrecht:
De toestand in zake de quaestie tusschen den
Bond van stokers en machinisten en de Vereeni
ging van Sleepbooteigenaren is nog vrijwel
dezelfde.
In de vergadering van de Dordtsche afd. van
den Bond wordt er de aandacht op gevestigd,
dat het collectief contract op 7 Juli 's nachts te
12 uur was geëindigd en dat desniettegenstaande
geen machinist of stoker toen het bijltje erbij
neer heeft gelegd, integendeel dat elke sleepboot
met ol zonder sleep naar het eindpunt van zijn
reis is gebracht. Dit als bewijs dat bij den Bond
niet voorzat den sleepbooteigenaaas onbillijk of
onhebbelijk te behandelen.
Het feit valt intusschen te constateeren dat
de reeder van de „Christiaari de Wet", de heer
Flaskamp, het contact van den Bond heeft ge-
teekend.
Vermoedelijk, aldus vernamen wij, zou Zater
dagmiddag nog een reeder teekenen.
In de volgende week zal een manifest 'ver
schijnen waarin zal worden weerlegd wat den
voorzitter van den Bond en dien van de Dordt
sche afd. wordt ten laste gelegd. (Onbetrouw
baarheid.)
De koppelarijzaak.
Volgens de „Nijm. Ct," heelt „Duitsclie Greet"
zich door vertrek uit het land aan haar 6 maan
den gevangenisstraf onttrokken.
Waren hier geen termen voor preventieve
hechtenis P vraagt „Het Vad." Er wat toch zeker
wel eenige vrees voor vlucht bij deze verdachte,
die bovendien in Arnhem, dus vlak hij de Duitsche
grens, verblijf hield.
Wie helpt?
Mogen we nog even er aan herinneren, dat
wij op verzoek van de commissie ons bereid ver
klaard hebben giften in ontvangst tc nemen voor
de gezinnen Duin en Middelveld, die bij den
brand in het Raaksje alles hebben verloren
Reeds mochten we enkele gelden ontvangen
die morgen naar we hopen met vele ande
ren verantwoord zullen worden.
Duitschers in onze koolvelden.
Zaterdagmiddag hebben het werd reeds in
dit blad vermeld verschillende leden van de
Landwirtschaftskammer in Hessen een bezoek
gebracht aan Broek op Langendijk. De reis ge
schiedde onder leiding van de heeren K. Vol-
kersz, rijkslandbouwleeraar, A. Nobel en J. Zee
man, terwijl ons gaarne de gelegenheid gegeven
werd de reis mede te maken.
De Landwirtschaftskammer is een officieel
lichaam, voor den landbouw, eenigszins wat onze
Kamers van Koophandel en Fabrieken voor den
handel en de nijverheid zijn. Zij behartigen de
landbouwbelangen bij de regeering door advies
te geven over plannen, door voorstellen in te die
nen en wenschen over te brenien. Maar ook
helpen zij de landbouwers bij het oprichten van
leenbanken, het aanschaffen van machines, het
verkoopen van producten enz. Dooi' en uit be
lastingbetalende belanghebbenden worden de le
den gekozen met getrapte verkiezingen. Zeven
en dertig eden maken thans een studiereis door
ons land.
Bijzonder trot ons de voorbereiding daarvan,
welke geheel was geschied vanwege en op kosten
van de Landwirtschaftskammer.
Ieder deelnemer was in het bezit van een ge
drukte Führer für die Studienreise nach den
Niederlanden." In dezen gids, handig van for
maat, was de reis tot in de kleinste bijzonder
heden beschreven. Zoo stond er in, dat de rei
zigers om 1 uur 56 van uit Alkmaar zouden
vertrekken na geluncht te hebben in het hotel
de Nachtegaal, te 2.04 te St. Pancras aankomen
met een motorboot door de koolvelden tot aan
Broek op Langendijk varen zouden, waar de
markt en de laadplaats voor de verzending der
vruchten bezocht zouden worden. Om 4.31 moes
ten ze weer op den trein zitten, in Alkmaar
wachten voor den trein naar Amsterdam, waar
in het hotel Milles Colonnes op het Rembrandts-
plein de bedden voor hen gespreid waren. Het
meest markante van de streek of van de plaats
welke bezocht werd stond erin en ook verschil
lende economische bijzonderheden, welke de
Kammer van onze landbouwleeraren hadden ge
vraagd. Ook bevatte de gids een duidelijke kaart
van het deel van ons land, dat bezocht werd en
met een blauwe lijn was de weg aangegeven,
die zou worden gevolgd. De secretaris heeft op
reis de leiding, moet zorgen dat de heeren 's och
tends op het aangegeven uur aan de ontbijt
tafel verschijnen, op tijd aan den trein ol aan
de boot zijn etc., en te oordeelen naar den lof,
waarmede van hem werd gesproken („es geht
wie am Schnürrchenes klappt") kwijt da se
cretaris zich uitstekend van zijn Lissone-taak.
Yoor het meerendeel zijn de heeren tuinbouwers,
levend van de opbrengst der bergen in het groot
hertogdom, van kool, uien, aardappelen, asperges,
maar ook van wijn, Niersteiner en Liebfraumilch
en Katterlocher een enkele had in dit vlakke
land al heimwee van zijn wijnbergen en keek
af en toe sehnsuchtsvoll naar de duinen van
Bergen en Schoorl. Naast de mannen van de
praktijk bestaat het gezelschap evenwel uit man
nen van studie, gepromoveerde heeren waren er
zelfs bij. Een paar dagen waren ze reeds in ons land.
Zij hadden veel aangename en leerrijke er
varingen opgedaan, vertelden ze in het treintje
naar St.-Pancras en ze roemden de voorkomend
heid waarmede ze tot nu toe waren behandeld
en de welwillendheid, die ze overallhadden ont
moet. In St.-Pancras lag, dicht bij het station
netje, de vrachtmotorboot „Arie" van den heer
Gerrit Kramer al gereed, de Hollandsche drie
kleur aan het roer. De boot was weldra bemand
en gekiektde motor begon te puffen en te
kreunen en daar gingen we in langzaam tempo
door het watertje, dat wel een landsloot geleek.
Hier en daar stonden menschen aan den wal,
stonden ernstig en onbeweeglijk te kijken naar
de boot, zonder ook maai' een spiertje van hun
gezicht te vertrekken.
Zelfs de bruingebrande deernen bleken ongevoe
lig voor het breede gebaar van de Duitsche
gasten, hieven strak in de plooi, zoodat enkelen
vroegen of men in deze streek nooit lachte
Eindelijk werd het dr. Kleberger,reen"der vroo-
lijkste leden van het gezelschapwat te har.
„Schreit doch 'n Mal hurrah, Kinder", riep hij
uit en zöowaar begonnen er een paar kleuters
te roepen en de ouderen wuifden en dit werd
van de boot dankbaar beantwoord.
Onder het genot van een Ilollandsch sigaartje
begonnen de heeren bijzonderheden te vragen
waarom verbouwt men op dit stuk klaver, wan
neer wordt de kool nu gezaaid; wat komt er op
het land als de kool er at is, hoeveel grond heelt
gemiddeld ieder bouwer wat is de zuivere op
brengst per hectare, hoe groot zijn de koolschu-
ren, hoe worden de kooien 's winters behandeld,
waarmede wordt het land bemest?
Met verbazing keken zij naar de privaten
boven het water en terecht noemden ze het
hygiënisch niet goed en wirtschaftlich erst recht
nicht. Eine furchtbare Verspendung vonden ze
het. Sommigen stelden belang in de regeling-
van jacht en visscherij, in de taak van eenban-
nebesluur, in de prijzen der woningen, welke
zij bijzonder prezen. Wij mochten als tolk op
treden natuurlijk kon de heer Volkersz niet
alle 37 heeren alleen voor zijn rekening nemen.
En daar de beide andere Hollandsche heeren
meer kennis van draaiharten, vallende ziekten
etc. hadden dan van het Duitsch en wij in het
omgekeerde geval verkeerden, konden we elkaar
uitstekend aanvullen. Voorzoover wij hebben
kunnen nagaan, had geen enkele vraag betrek
king op de export van de kool. Dit moet wel
opzettelijk zijn geschied, want aan tijd daarvan
heeft het den heeren heusch niet ontbroken.
Wij gelooven gaarne dat de banne St.-Pancras,
onderdeel van de Geestmerambacht (Oosterdijk
en Molengeerzen) veel voortreffelijks bezit maar
het water is er niet diep genoeg voor een motor
boot met Duitsche gasten.
Wij zaten zoo nu en dan aan den grond en
de motor en de schipper bromden dan wel om
het hardst, doch het duurde dikwijls een lieele
poos voordat we weer vooruit gingen. Ja, een
deel van het gezelschap moest zelfs een eind loo-
pen, toen er bijzonder ondiepe plekken kwamen.
Zoo gebeurde het dat de fijd ten eenenmale ont
brak om de veiling, de laadplaats en een kool-
schuur in oogenschouw te nemen toen we te
Broek aankwamen, stond het locaaltreintje aan
het station te puffen, alsof het tegen den bui
tengewonen zwaren last opzag. Een duiveltje in
ons fluisterde: „zou dat niet een listigheidje ge
weest zijn, om den Duitschen bezoekers niet meer
te laten zien, dan men wenschelijk achtte We
hebben er de drie Hollanders eens op aangezien,
maar de heeren zagen er zoo onschuldig uit, be
tuigden zoo oprecht hun spijt, dat we die neven
gedachte maar gauw hebben verdreven.
Vóór het vertrek hield de heer Breitenbach,
te Dorheim, landdagafgevaardigde, nog een korte
maar kernachtige toespraak tot de heeren Vol
kersz Nobel en Zeeman. Hij bedankte deze
heeren voor de welwillendheid, waarmede zij de
organisatie van dit onderdeel der studiereis op
zich genomen haddenvoor de uitstekende lei
ding waarbij ze bewezen haddendat ze de
bezoekers gaarne wilden doen profiteeren van
hun kennis en hun ervaring. Was het tochtje
niet geheel programmassig verloopentoch was
het bijzonder leerrijk geweest en de reizigers
zouden zeker aangename herinneringen bewaren
aan deze vruchtbare koolenveldenwaarmede
spreker den eigenaren van ganscher harte
meende te mogen gelukwenschen. Naar oude
Duitsche zede stelde hij ten slotte voor op de
drie genoemde heeren een driewerf Hoch uit te
brengen. De spreker keek even om zich heen en
zette inDie drei Herren, Sie leben Hoch. Hoch,
hoch klonk het vanaf het perron en vanuit de por
tieren der waggons, waarin vele heeren reeds plaats
genomen hadden. Adieu's en auf wiedersehn's
volgden en wuivend bleven de heeren Nobel en
Zeeman achter, toen het treintje zich in bewe
ging zette. En tijdens de korte reis bleek ons,
dat de heeren het Hollandsche landschap wel
mooi hadden gevondendat ze verbaasd waren
over de uitgestrektheid der met kool bebouwde
landen. Of evenwel „deze gondelvaart door de
bloeiende koolenvelden", zooals een hunner poë
tisch zeideheeft beantwoord aan- hunne ver
wachtingen
Het verslag, dat een der heeren aan een
Duitsch landbouwblad schrijftzal op die vraag
wellicht het antwoord geven.
Een ongelukdat goed is afgeloopen.
Zaterdagmiddag bega! zich de heer van den
Bosch, vergezeld van den schilder Jan Bleijs, per
dogcart op weg naar Heiloo.
Vlak bij de algemeene begraafplaats terwijl
de inzittende in vroolijk gesprek waren en 't rij
tuigvollen gang had, stortte plotseling het paard,
waarschijnlijk door duizeling, want de weg was
effen er lag geen steentje en 't beest struikelde
niet, tegen den grond. Door den schok vielen
de heer van den Bosch en de koetsier met het
bovengedeelte van den wagen, dat er afbrak
tegen den grond tusschen lemoen en achter-
pooten van 't paard. De heer Bleijs schoof met
De Am9terclamsche medewerker van de Prov. Gron.
Ct. eindigt zijn brief aldus
„De sociale toestanden hier ter stede wijzen er nog
niet op, dat men zich ontworsteld heeft aan de malaise,
die ons verleden jaar en vooral in den afgeloopen
winter geteisterd heeft. Er loopt nog heel wat volk
leeg, en het beste bewijs, dat het aanbod van werk
krachten grooter is dan de aanvrage, wordt geleverd
door het feit, dat we hier in de laatste maanden niets
gehad hebben wat op een werkstaking gelijkt. Maar
als straks het'stille seizoen weer aanbreekt, als najaar
en winter weer het bouwen en verbouwen tot een
minium terugbrengen, dan zullen we weder hooren
van duizenden werkloozen en gebreklijdenden
en het zal zeer de vraag zijn, of dan de burgerij
weder bereid zal worden gevonden een paar ton tot
steun dier armen samen te brengen. Zulks hebben
ook de heeren ingezien, die in den vorigen winter
zitting hadden in de commissie uit de bui-gerij tot
ondersteuning der werkloozen en zij zijn nu reeds aan
den arbeid getogen tot oprichting van een vereeniging
voor emigratie. Hun doel is om de werklijk „arbeits-
fahige" elementen, die met de ziel onder den arm
rondloopen, aan arbeid te helpen, desnoods in den
vreemde, en zij willen dit niet enkel doen door mede
te deelen, waar werk is te krijgen, doch ook door
financieelen steun ze in de gelegenheid te stellen zich
daarheen te begeven.
Inderdaad een zeer sympathieke maatregel, wanneer
men enkel de philantropische zijde er van beziet, doch
men zal het wel met me eens zijn, als ik beweer,
dat er ook een economisch nadeel aan verbonden is.
Slechts zij toch zullen geholpen worden, die zich aan
melden, doch het onvermijdelijk gevolg hiervan zal
zijn, dat de slechtste en slapste elementen er niet
van gediend zullen zijn. Deze durven niet en blijven
hokken in onze groote stad, terwijl de lui, die nog
wat hopen van de toekomst, die vertrouwen stellen
in eigen kracht, die „fut" en leveuslust bezitten, zich
in de eerste plaats tot de emigratiecommissie zullen
wonden. Mogen we dat een voordeel voor onze stad
heeten
GEMENGD NIEUWS.
Uit Naardan schrijft men nog omtrent het ongeval,
den grasmaaier J. van Asveld, uit Barneveld, overko
men, dat de man vermoedelijk ten gevolge van een
toeval met een zeis ia de sloot is geraakt, waaruit hij
in bewusteloozen toestand is geraakt. Nadat hij zoo
spoedig mogelijk was geholpen door den gemeente
geneesheer, dr. Poelstra, is hij op diens advies in zeer
zieken toestand naar het station NaardenBussum
vervoerd, alwaar de stationohef overeenkomstig het
reglement op het vervoer moest weigeren den dood
zieken man te vervoeren.
Te Naarden teruggebracht, werd de ongelukkige,
een man van ongeveer 40 jaren, op een strooleger in
een daarvoor bestemd vertrek gebracht en onder ver
zorging gesteld van twee agenten. Geneesmiddelen
nam de ongelukkige met tegenzin in, omdat er, naai
zij n zeggen, toch niets meer aan te doen was.
Woensdagmiddag is hij overleden, nadat nog geïn
formeerd was naar zijne geloofsbelijdenis, met het oug
op geestelijken bijstand.
Hij is op de Algemeene Begraafplaats ter aarde besteld.
Door het inslaan van den bliksem is te Langeveen,
gem. Tubbergen, de boerderij van den landbouwer G.
Klokhuis uitgebrand. Behalve het vee werd zoo goed
als niets gered. Huis en inboedel waren verzekerd.
De bliksem is in de school te Ilofen bij Nieuwe
Schans geslagen. De dochter v»n het hoofd der school,
Schmidt, is doodelijk getroffen
Aangaande de ontvluchting van Marius Brouwer
verneemt Het Vad. nog het volgende
Op Oud-Rosenburg werkte de jongen onder toezicht
van den tuinman in den tuin, en was daar een der
beste werkkrachten. Zijn gedrag liet niets te wenschen
over. Daar hij als hersteld beschouwd werd, werden
geen buitengewone maatregelen te zijner bewaking
genomen, waartoe trouwens het gesticht Oud-Rosen
burg niet is ingericht.
Op den dag zijnor ontvluchting was hij ouder ge
woonte in den tuin bezig ouder toezicht van den
tuinman. Deze moest zich voor enkele oogenblikken
verwijderen, en van die gelegenheid heeft Marius ge
bruik gemaakt om te ontvluchten. Vooraf heeft hij
een broek van een oppasser aangetrokken, en is toen
waarschijnlijk door de sloot gewaad. Eenmaal aan
de overzijde gekomen, viel het ontvluchten hem ge
makkelijk. In de zak van den broek zat niet meer
dan 121/2 ct. aan geld. Het vermoeden ligt alzoo
voor de hand, dat hij op andere wijze aan geld is
gekomen, en wist waar hij dit verkrijgen kok. Het
eenige wat men na zijn ontvluchting van hem ver
nomen heeft, is, dat hij uit een plaatsje bij Antwerpen
een prentbriefkaart naar Medemblik zond.
Men vermoedt, dat hij te Antwerpen is scheep ge
gaan naar Amerika, waarheen «enigen tijd geleden
zich ook zijn ouders begeven hebben.
Gisteren aldus meldt „de Echo" in, den loop van
den avond bereikte ons het gerucht vau een ernstig
ongeluk, dat zou hebben plaats gehad met de stoom
tram van Leiden naar Haarlem.
Bij onderzoek bleek ons het gerucht maar al te waar
te zijn. Omtrent de omstandigheden, waaronder het
plaats had, vernamen wij het volgende
E ven vóór vij ven's middags passeerde de stoomtram,
van Leiden komend, den overweg van de Hollandsche
Spoor nabij Warmond, in het verlengde liggende van
de Leidschestraat.
Op hetzelfde oogenblik kwam trein 131 van Amster
dam naar 's-Gravenhage aangereden. Hoewel de
machinist van dezen trein nog alle moeite deed om
te stoppen, kon hij niet voorkomen, dat de achterste
twee wagens van de tram werden ingereden en 10
Meter werden meegesleept. De schok was zóó hevig,
dat de beide tramwagens geheel versplinterd werden.
Tot op 50 Meter afstands vond men later nog weg
geslingerde stukken van deuren en kozijnen terug.
Van den trein werd alleen de treeplank van den
bagagewagen achter de locomotief beschadigd.
De locomotief en de overige wagens van de tram,
die den overweg reeds gepassee d hadden en zich op
de Leidschestraat bevonden, bleven onbeschadigd. Ook
de daarin gezeten passagiers en het locomotiefperso-
neel bleven ongedeerd. Alleen werden zij door den
schok danig door elkaar geschud.
Droevig lot trof echter den passagiers van de beide
wagens, die versplinterd waren. Toen men hen uit
hun benarde positie te voorschijn haalde, bleken drie
personen zeer ernstig gewond te zijn een was blijk
baar reeds stervende. Voorts bekwamen een aantal
passagiers kwetsuren van minder beteekenis.
Alle gewonden werden in den trein der II. IJ. S.
M., die met veel vertraging zijn reis voortzette, opge
nomen en naar Leiden vervoerd, waar bij aankomst
geneeskundige fulp aanwezig was.
De drie zwaargewonden werden in het Academisch
Ziekenhuis opgenomen, waar een van hen, een jonge
man, in den loop van den avond overleed.
Een bejaarden heer moest, naar wij vernamen, een
been worden afgezetde derde ernstig gekwetste was
een dame.
Van de overige gekwetsten konden vijf dames met
trein 383 reeds weer naar den Haag vertrekken.
Wat de oorzaak van dit ernstig ongeval betreft,
vermoedt men, dat de spoorwegwachter iu de meening
verkeerde, dat de tram nog wel de spoorlijn kon pas-
seeren vóór trein 131 zou voorbijkomen, doch dat hij
niet voldoen ie rekening hield met de omstandigheid,
dat de tram op den drukken Zotiuag uit meer wagens
dan gewoonlijk was samengesteld en daardoor ook
langzamer reed.
Onmiddellijk is men begonnen met het vrijmaken
van de spoorbaan.
Zaterdagmorgen is te Oudewater, zooals wij in een
deel der vorige oplage reeds meldden, in het volks
logement aan den Korenmolenwal de vrouw van den
bekenden Jut, den moordenaar van mevr. Van der
Kouwen, vermoord. Zij was na Jut's dood met een
scharenslijper getrouwd. Het echtpaar had dit loge
ment gekocht en woonde er nog slechts een paar dagen.
De man, die verdacht wordt, is voortvluchtig.
Behalve 66 rijwielen ten dienste van het leger hier
te lande, ontving de firma Fongers te Groningen, op
dracht tot levering van 157 rijwielen voor het leger
in Ned.-Indië.
Op de kersenveilingen in de Betuwe was de aanvoer
in de laatste dagen niet zoo groot als gewoonlijk. De
prijzen bleven stationairmen besteedde voor le
qualiteit 9 a 10 eentvoor 2e qualiteit 5 a 7 cent.
Dagelijks worden wagonladingen naar Duitschland
verzonden. Men hoopt spoedig op droog weder, daar
anders de overrijpe vrucht tot verrotting overgaat.
De zwarte kersen worden nog steeds voor 6 cent
per 1/2 K.G. naar Engeland verzouden.
De bessenhandel is mede zeer levendig. Zwarte
bessen worden tot verschillende prjjzen opgekocht en
varieeren van 6 tot 9 cent per l/2 K.G. Roode bessen
doen thans 4 k 5 cent per 1/2 K.G.
De reeds op jaren zijnde echtgenoote van den heer
J. Engelage, landbouwer te Midwolda, is gisteravond
door een koe, die ze medicijnen wilde toedienen,
zoodanig gestooten, dat haar rechterbeen geheel werd
gebroken. Ze lijdt hevige pijnen en haar toestand
baart zorg.
Vrijdagochtend heeft in de advocatenkamer van het
paleis van justitie te Amsterdam volgens de Ct. een
woordenwisseling plaats gehad, tusschen mrs. De N.
en K., die ten slotte ontaarde in een uitwisseling van
oorvijgen en andere treffers. De strijd had zulk een
ernstig karakter, dat in de advocatenkamer groote
ontsteltenis ontstond
De aanleiding van het gevecht moet, naar men ons
mededeelt, gezocht worden in minder faire handel
wijzen van een der strijders, bij het faillissement van
familieleden zijner handtastelijke tegonpartij.
De crisis in de Rijnsleepvaart.