DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN. Dit nummer bestaat uit 3 bladen. No. 171. Honderd en tiende jaargang. 1908. ZATERDAG 25 J U L I, Nationale Militie. Laster. BINNENLAND. Deze Courant wordt eiken avond, behalve op Zon- en Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden voor Alkmaar f 0,80; franco door het geheele Rijk f 1, Wonderlijke nummers 3 Cents. Prijs der gewone advertentiën: Per regel f 0,10. Bij groote contracten rabat Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdrukkerij v/h. HERMs. COSTER ZOON, Voordam C 9. ■P Telefoonnummer 3. Algemeene Synode der Nederl. Herv. Kerk. Congres voor Vrouwenkiesrecht. Het rapport van het Congres voor Vrouwen kiesrecht is reeds verschenen. Het bevat de notu en der werkvergaderingen, deofficieelecongresrede- voeringen, de resoluties die werden aangenomen en de verschillende rapporten. Dan een opgave van de samenstelling van het congres en een overzicht van de uitstapjes, door de congressisten gemaakt. Bij de redactie van „Jus Suiïragii'' te botterdam is het verkr ijgbaar. Het verslag is in het Errgelsch gesteld. De congresrekening sluit met een batig saldo! GEMENGD NIEUWS. De millioenen-sergeant. Iu Gistermiddag stond een visscher te Diemen bij de brug te hengelen. Hij zag iets wits onder water naar zich toe komen d jij ven, hetgeen tot zijn schrik een klein meisje bleek te zijn, dat ongemerkt te water was geraakt. Met behulp van een paar op zijn geroep toeschietende buren wist hij het met zijn hengelstok op het droge te krijgen. Het was een 3-jarig dochtertje van den kruidenier W. J. Vervetjes aldaar. De in allerijl geroepen docter Der Kinderen vond het rind reeds tot bewustzijn teruggekeerd en be- joefde alleen volstrekte rust voor te schrijven. Gestikt. In de ouderlijke woning aan de Leuvenerven te Rotterdam werd gisteren de 22-jarige zoon van den vice-consul van Denemarken, de heer Kirchheimer dood gevonden, tengevolge vangas- verstikking. Bij het naar bed gaan was het gas- kraantje na het sluiten vermoedelijk uit zichzelf weder opengevallen. Een vreemde snuiter. De „O. II. Crt." schrijft.; In Mei 1906 werd als viermaander bij de militie te Haarlem een jongmensch uit die gemeente ingedeeld, die het al spoedig zoo bont maakte, dat hij voor straf naar Hoorn werd overgeplaatst. Reeds in Juni deserteerde hij uit zijn garnizoen, kwam naar Haarlem terug, verbleef daar tot Februari 1908, zonder gesnord te worden en had de brutaliteit soms zelfs de militaire cantine in de kazerne te bezoekenzonder dat iemand hem van desertie verdacht, hoewel hij toch als deser teur van het 10e regiment was afgevoerd. Hij kreeg het toen in 't hoofd naar zee te gaan, vroeg en verkreeg op advies van den commissaris van politie te Haarlem een bewijs van goed gedrag kreeg ook van het gouvernement van Noord-Hol land een bewijs van Nederlandschap, maar toen hij de brutaliteit zoo verdreefom aan dat bureau vrijstelling te vragen voor de nationale militie, liep hij in de fuik en werd voor den krijgsraad te Haarlem terecht gesteld. Na drie maanden militaire detentiestraf te hebben ondergaan werd hij naar het garnizoen te Hoorn terug ge zonden, doch daar ontpopte hij zich nu onmiddelijk als dienstweigeraar, deserteerde weer, sloot zich te Haarlem aan bij een bende inbrekers, poogde daarmede inbraak te plegendoch werdvoor het zoover kwam, weder gearresteerd. En nu simuleert hij krankzinnigheid of hij is inderdaad krankzinnig. Want in het huis van bewaring (provoost-huis), heeft hij bij het vervaardigen van vuurmakers, onder krullen, stukjes ijzerdraad en allerlei andere voorwerpen, ingeslikt, die er langs den natuurlijken weg wel weer zijn uitgekomen, doch waardoor aan het bij elkaar hebben van alle vijf de zintuigen eenige twijfel is ontstaan. Van daar, dat de olficieren-commissarissen op advies van den auditeur-militair, daarnaar nu door des kundigen een onderzoek te laten instellen. Een Oude rijmpjes. Mishandeling van een arrestant. vrouw verbrand. Schoolfeest St. Pencras. Uit Schagen. Uit de Bangert. De vereeniging Bangert en omstreken heeft gisteren geveild 3300 K.G. zwarte, 11660 K.G. roode en 1800 K.G. witte bessen. Voor zwarte bessen werd besteed f 31.25 per 100 K.G. voor roode 9,en 9,60 per 100 K.G. en voor witte f 9,per 100 K.g. Laatste veiling 31 Juli. De Uit Hollands Noorderkwartier. mosterd, welke dit jaar nogal veel werd verbouwd is voor 't meerendeel /gehokt". Men verwacht een middelmatige opbrengst3 a 4 ILL. per 100 roede (ljt H.A.) Peren. Uit Wijdenes werden gisteren de eerste peren (Haantjes) verzonden. ALKMAARSCIE CODRANT. De BURGEMEESTER der gemeente ALKMAAR gelast, krachtens bekomen aanschrijving, den onder staanden verlofganger, binnen deze gemeente in het register van verlofgangers der Nationale Militie inge schreven, om zich, ter bijwoning der herhalings oefeningen, 's namiddags vóór 4 ure, bij zijn korps te vervoegen Regiment Grenadiers en Jagers, lichting 1905, gar nizoen 's Gravenhage 24 Augustus 1908, JOANNES PETRUS JANSSEN, Alkmaar, De Burgemeester voornoemd 24 Juli 1908. G. RIPPING. „Geloof mij, er is geen kwaadaardigheid zóó gemeen geen daad zóó afschuwelijk, geen praatje zóó absurd of men kan er wel in slagen om er de luie praters in een groote stad aan te doen gelooven, als men het maai handig aanlegt." En als eenmaal het praatje loopt dan „ineens, men weet niet hoe, ziet men de laster zich sissend opheffen, zich opblazen, elke minuut grooter worden. Plotseling komt hij aanvliegen, holt rond pakt aan, trekt tot zich, sleept mee en barst uit als met donderslagen. Plots is het één algemeen ge schreeuw, één algemeen koor van haat en verachting. Wie de duivel zou daaraan weerstand kunnen bieden V' Wij behoeven waarlijk over dit droevige kwaad niet weer te schrijven, nadat wij den vader van het: „Las tert maar rank, altijd blijft er iets van hangen" hier aan het woord hebben gelaten. En wij behoeven er ook niet aan te herinneren, dat dit kwaad te erger is, omdat zooveel domheid, argeloosheid, liehtgeloovig- heid, vooringenomenheid en ergdenkendheid vaak de kweekplaats zijn voor lasterlijke geruchten, die, al zijn zij niet met het opzet om te bedriegen de wereld inge stuurd, toch even hevig treffen als de opzettelijke las ter van Basile. Maar waar wij wel nog eens aan mogen herinneren, liet is daaraan, dat de groote stad, die Basile voor zijn duivelsch opzet noodig had, thans alom tegenwoordig is. De groote stad, dat is het heele land, dat is overal waar men couranten leest. In dezen tijd van het ver keer, maakt ook de laster niet halt voor de stadsgren zen, doch als hij aanvliegt, rondholt, aanpakt en ten slotte tot een duivelsch koor van verachting wordt, gaat dat over het heele land en zoo noodig over de heele wereld. En wat kan den laster tegenhouden? Een paar ar tikeltjes in het wetboek van strafrecht moeten daar voor dienen. Doch men kan evengoed een parapluie willen opzetten om den storm onschadelijk te maken, dan dat men met die artikels den laster zou kunnen tegenhouden. Het eenige wat men tegen den laster kan doen, is den storm laten uitrazen en zelf niet mee lasteren, liet laatst© is moeielijker dan het eerste. Dat ziet men weer in het geval, dat aanvankelijk de groote stad den Ilaag, maar thans heel Nederland bezighoudt. Men weet dat een vrouw van zeer slechte reputatie, die een zekere populariteit geniet onder den naam van Duit- sehe Greet, den burgemeester, een hoofd-commissaris van politie en een hoofd-inspecteur in opspraak heeft gebracht. En men weet, dat die opspraak steeds groo ter is geworden. Ten slotte heeft de Eerste Kamer er zich mee be moeid Een der meest geziene afgevaardigden heeft in die lasterpraatjes aanleiding gezocht en gevonden om de regeering te interpelleeren, ten einde voor goed een einde te maken aan de verdachtmakingen van een hooggeplaatst magistraatspersoon. liet is zeker een dappere daad van eerlijke veront waardiging geweest, deze interpellatie van den Frie sehen afgevaardigde. Maar zal het helpen? Zal de Ne- derlandsche Eerste Kamer in staat zijn tot iets, waar toe geen macht ter wereld volstaat? Gelooft men in derdaad, dat de geachte afgevaardigde een vorm van vraag stellen, de regeering een vorm van antwoord-ge- ven zou kunnen vinden waardoor zij plotseling bij alle menschen die ter goeder trouw zijn de overtuiging zoude kunnen vestigen, dat er zelfs geen grond van verdenking tegen den burgemeester bestaat. Immers neen. Indien men alles, alles wat bekend is geworden had gepubliceerd en verklaard, indien men overal het licht der openbaarheid in had doen schijnen en ruwweg den plicht van geheimhouding had ge schonden, dan nog zouden velen niet geloofd hebben. Men kan niet gelooven, dat er niet iets van waar zou zijn, als het verteld is. Doch nu men niet precies heeft uitgelegd hoe een brief, tot den burgemeester gericht, in handen van „Duitsche Greet" is gekomen, nu men niet heeft gezegd, waarom de burgemeester de straf, voorgesteld voor een hoofdinspecteur van politie we gens zijn relatie met deze dame, heeft verminderd enz. enz., nu gaat de storm zijn gang, te harder stormend omdat hij een zwakken tegenstand op zijn weg te over winnen heeft gehad. En die storm houdt eveneens aan, omdat niet ont kend wordt en niet te ontkennen is, dat bij de Haag- sche politie het een en ander niet in den haak is. Ten aanzien van het aandeel van den hoofdcommissaris in deze geschiedenis was de minister minder uitvoerig dan waar hij over den burgemeester sprak. De ge grondheid van de beschuldiging (van den hoofdcom missaris) is niet gebleken en tegenover die beschuldi ging stond een pertinente ontkenning van den hoofd commissaris aldus de minister. Verder schijnen de kwesties, die zich bij de Ilaagsche politie hebben voor gedaan en die vooral betreffen de verhouding tus- sehen hoofdcommissaris en burgemeester eenerzijds, tusschen hoofdcommissaris en twee commissarissen, welke een ongunstig rapport over hem hadden uitge bracht, anderzijds, niet ter sprake te zijn geweest. Hier heeft de verbeelding dus voorloopig vrij spel, doch ook de twee. hoofdpersonen zal men voorloopig niet licht laten schieten. Het is immers de autoriteit, het zijn de menschen die in het openbaar handelen en verant woordelijkheid dragen en ten aanzien van de zulken is lasteren toch zoo oneindig veel gemakkelijker dan ten aanzien van particulieren. Er bestaat, krachtiger dan voorheen waarschijnlijk, een althans onder minder ont wikkelde menschen vrij algemeen voorkomende over tuiging, dat de menschen, die in allerlei verschillende posities macht hebben, die macht misbruiken, zich misdragen, verkeerde dingen doen. Welnu niets ge makkelijker dan op hen het recept van Basile toe te passen. Elk oogenblik kan ieder, die het maar in zijn hoofd krijgt, die onvoorzichtig of onhandig iets zegt, deze gezagdragers treffen en hen blootstellen aan ver halen, als waaraan de burgemeester van den Haag thans is blootgesteld. Is het wonder, dat de besten hoe langer hoe minder voor zulke betrekkingen gaan ge voelen, dat zij hoe vol ijver ook voor de belangen van de gemeenschap en hoezeer daarvoor veel tijd en moei te over hebbende, toch niet bereid zijn zich van hun eer en goeden naam te - laten berooven door de eerste do beste onervaren, overijverige drijver of drijfster of door een gewichtig doenden politieke stembezitter van de oppositie? Waarlijk indien er iets bizonder treurigs is in de Haagsche geschiedenis, dan is het naast de routen der Ilaagsche politie, het gemak, waarmee de dolzinnigste praatjes ten koste van publieke personen onmiddellijk zijn geloofd en verder verteld. En bepaald ergerlijk is het in het blad, op wellis ge zag een deel van die praatjes door de pers is gegaan, te moeten lezen (in het nummer van gisteravond) dat de man, die deze kwestie in den Haagschen gemeente raad aanhangig maakte, van het oogenblik af, waarop hij zich in deze zaak had gemengd, over overtuigd was, dat de tot den burgemeester gerichtige beschuldigin gen valsch waren en ook, dat de hoofdcommissaris in dezen vrij uit ging. Iiad de man dit onmiddellijk gezegd, nadat in zijn part ij orgaan flic I f n ugsolio oom-Qcpondontlö voïoolïoon, dan had hij heel wat ridderlijker gehandeld Wettelijke tijd. Men deelt mede dat in verband met de belangen van den dienst bij de groote spoorwegmaatschappijen de invoering van den wettelijken tijd eerst 1 Mei 1909 zal kunnen plaats hebben. De gevolgen van veler gebrek aan ijver en belang stelling voor de Generale Kas der Nederl. Hervormde Kerk zijn, zooals in de zitting van gisteren bleek, niet uitgebleven. Achttien aanvrageu van gemeenten moes ten, helaas, worden afgewezen, en daaronder bijna geene, die niet van dringenden nood getuigde. In de namiddagzitting wordt een begin gemaakt met de vervulling der vroeger vermelde vacaturen in de Algemeene Synodale Commissie. Allereerst moet worden voorzien in de vacature van den heer C. F Gronemeyer, pred. te Amsterdam en van zijnen secundus. Uit het grostal wordt een drietal opgemaakt, bestaande uit de heeren dr. G. J. Weyland, pred. te VeereW. Ellens, pred. te Usquert, en K. A. de Groot, pred. te Houten. Uit dit drietal wordt tot lid der alg. synodale commissie benoemd-de heer dr. G. J. Weyland. Vervolgens wordt het drietal aangevuld met den naam van den heer P. J. van Melle, pred. te Nijkerk. Uit dit aangevulde drietal wordt tot secundus van den heer Weyland benoemd de heer W. Ellens, pred. te Utquert. Men herinnert zich nog wel de geschiedenis der fabelen omtrent den 's-IIertogenbosschen millioenen- sergeant. Heel het land* heeft de dagen van April jj. den bofferd gelukkig geprezen en de meest fantastische verhalen deden de ronde. Wij hadden toen al onmiddellijk geschreven, dat we van de heele historie geen sikkepit geloofden. Ze waren ons hl te machtig, vooral in aanmerking genomen de verschillende ap- en dependenties, die een en ander wat sterk kruidden. Sinds dien waren er nog menschen, die maar altijd bleven gelooven aan den Amerikaanschen of weet ik welken oom, die in zijn laatste uren zijn verren neef in Nederland zoo schitterend had bedacht. En wellicht zouden ze hun overtuiging nog niet laten varen, ware het niet, dat groote advertenties in de „Prov. 's-Hert. Ct.' hen voor goed hebben uit den droom geholpen. In de thans verschenen nummers lezen wij een groote advertentie van C. G. van Dijk uit Zalt-Bommel, waarin hij over twee kolom met zeer vette letters de menschen waarschuwt, o. m. op zijn naam geen gelden of goederen te geven of krediet te verleenen aan zijn schoonzoon den sergeant der infanterie Cré- tier en diens echtgenoote Wilhelmina E. v. Dijk, en aan Hendrika Antonie v. Dijk, in ondertrouw met schoenmaker Resseveur, allen te 's-Hertogenbosch. De sergeant zelf plaatst nu ook een advertentie om op zijn naam geen gelden enz. te geven aan zijn schoonzuster, bovengenoemde Hendrika v. Dijk. Tevens meldt hij den volke, dat hij zelf noch zijn echtge noote schulden hebben gemaakt op naam van C. G. v. Dijk te Bommel. Hen, die dit tegen kunnen spreken, noo- digt hij uit hiervan melding te maken aan gemeld blad. Zoo zijn dan de millioenen naar de maan en de mooie villa's of wat ook al, waar de gelukkige ser geant verder zijn dagen in dolce far niente zou slijten, zijn gebleken luchtkasteelen te zijn geweest. Een tragisch naspel voorwaar, na zooveel dagen van blijde verwachtingen, gedurende welke een deel van het publiek zich bij den neus heeft laten nemen. (T0 Brutaal of naïef? Er zijn menschen, die er slag van hebben om te doen of de hesle wereld en alles, wat er zich op beweegt voor hen gemaakt is. Het nieuwste niet het mjinst naïf-brutale stukje gebeurde deze week. Tooneel: drukke lange straat, waarin drukke volle tram loopt. Dame (met een klein, snoezig hondje in den arm). „Conducteur, het is hier toch in de Van Dinges- straat „Ja, mevrouw." „U zal me waarschuwen, als we aan no. 382 zijn „Zeker, mevrouw!" „Zijn de even nummers aan dezen kant?" „Zeker, ziet u maar." „O ja; het is no. 382, denk u er aan!" „Zonder fout, mevrouw." Gefluit, gerammel van ijzer, gekras van een rem, verlangzamend paardengetrappel, ©en bons en de wa gen houdt stil. „Mevrouw, no. 382!" Dame keert zich met het gezicht naar de ruiten van de tram. tot Laar hondje ervergebogeu) „Zie eens, Fi- dietje, daar is nu het huis, waar je geboren bent, snoesje, waar je moeders mandje stond, waar ik je' vandaan gehaald heb. Ja, kijk maar eens goed, daar is het." (En met het natuurlijkste gezicht ter wereld) „Dank u wel, conducteur! Wat zegt u? Of ik uit stap? O neen, ik moet aan het station wezen." een Inbraak. Gisternacht is ingebroken in de vijlenfabriek aan den Ilaagweg, nabij Delft. De directeur vernam gerucht en loste een revolverschot, waarop drie mannen vluchtten, roepende „bedaar maar." Voor zoover is na te gaan, werd niets gestolen. Gisternacht is ingebroken bij den landbouwer A de Kraker, onder de gemeente Terneuzen. De be woner werd met touw vastgebonden. De inbrekers hebben voorwerpen en geld meegenomen. Gered. Op de Waddeneilanden zijn naar het Hdbl. meldt, nog altcos eenige oude rijmpjes in zwang, van welke sommige betrekking hebben op de gemeeentelijke wapens of de kleuren der vlag. Zoo moet het wapen van Ameland drie balken voeren, en het oude rijm, dat daarop zinspeelt, zegt „De Amelander schalken, Stalen eenmaal drie balken, 's Avonds in den maneschijn, Dit moet nu het wapen van Ameland zijn". Een ander oud rijmpje, dat iets bevat over Terschel- ling, Vlieland, Texel en Helder, luidt „Terschelling heeft een lioogen toren, Vlieland heeft zijn recht verloren, Texel is een kwallengat De Heldersche kraaien zeggen dat", verband met de kleuren van Vlieland's vlag, groen en wit, zegt een oud rijmpje „Groene helm en wit zand, Zijn de kleuren van Vlieland." Ook over de Texelsche kleuren, groen en zwartis een oud rijmpje in gebruik, hetwelk luidt „Groen en zwart, Is Texelsch in 't hart". Te 's Gravenzande is proces-verbaal opgemaakt tegen een politieagent, ter zake van mishandeling van arrestant. Gistermiddag was in de keuken van het bovenhuis van een perceel in de Reguliersbreestraat te Amster dam een vrouw bezig eten te bereiden met behulp van een spiritus snelkoker. Dat toestel is omgevallen en stak d© kleederen van de ongelukkige in brand, met het vreeselijk gevolg, dat toen op haar gegil hulp kwam aangesneld, men haar naakt vond, het lichaam deerlijk verschroeid. Van haar kleeren was niets meer over. De hoofdbrandmeester, de heer R. Boele, die spoedig verscheen, legde de ongelukkige een eerste verband aan, en toen ging het vliegensvlug naar het Binnen-Gasthuis. De toestand was te middernacht ho peloos. Materieele schade heeft het vuur overigens niet aan gericht. Hadden de kinderen van de hoogere klassen der openbare lagere school te St. Pancras, een schoolreisje gemaakt naar Amsterdam, nu Vrijdagmiddag was het feest voor de kleinere leerlingen. 's Middags één uur waren ze allen met het Zondag- sche pakje aan en met vlaggen gewapend in de school. Af en toe werden liedjes gezongen, krentenbroodjes en koek gegeten, terwijl voor afwisseling een kopje melk werd gedronken. Daarna volgden kinderspelen op het schoolplein. Na weer in de school plaats genomen te hebben, werd er nog eens gezongen, gedronken en koek gegeten en toen werd niet vlaggen getooid twee aan twee een rondwandeling door het dorp gemaakt. Elk kreeg een schoolprijsje naar eigen keuze, waar na de kinderschaar omstreeks zes uur in den avond naar hunne woningen terugkeerde. Den 24sten werd alhier de markt van ruxe- en rijtuigpaarden gehouden, Er werden aangevoerd 15 hitten, 35 werkpaarden en 20 rijtuigpaarden. De prijzen voor hitten liepen van f 80 tot f 175, die voor werkpaarden van f 100 tot f 150, die voor rijtuig paarden van f 400 tot f 650. Er waren heel wat kooplieden, maar er was niet zoo heel veel publiek. Ook was de handel niet van zoo groote beteekenis. Veel levensvatbaarheid heeft de markt blijkbaar niet.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1908 | | pagina 1