KOOPEN van Juweelen, Bloed koralen, Goud en Zilver, alsGouden Arm banden, Gouden Kruisen en Kettings, Gouden Vestkettings, Gouden en Zilveren Heeren- en Dameshorloges, Gouden Stellen, Gouden Ringen, Gouden Trouw- en Verlovingsringen. tt Hypotheekbank I Cchoenmagazijn Firmajoh. F. Morra 7 TtlrfstrOOlSCl grof en fijn. DE RENTE-CASSA. HM. Voordam C 9. Telef. No, 3. W RIDDERSTRAAT Inkoop of Ruilen tegen de hoogste waarde. Let s.v.p. op het uithangbord. p»yg'°p l Herm. Plas. Paye""'7 Gediplomeerd Zilversmid- Prima iLsithraciet 20|3o f l«50 per H,L. Prima Jlnthraciet 30j5o f 1.60 per H.L SünéÖ Alles wordt op proef geleverd. Alkmaar, Zaadmarkt 79. Heeft voorradig PLOEUEN, voor den graan bouw. DOKSCHMACHINES, voor hand- en paardenkracht. 1I0SM0LENS, WANMOLENS. Wannen, ijzeren en houten OH AANSCHOPPEN. Maten, Hascuien, Oewichten enz. enz. N. V. „Het Landbouwhuis' Vaste doch lage prijzen. N.V. HERMs. COSTER ZOON, te VEENDAM. D A. WISSELINK, AMSTERDAM, Kalverstraat 191. London Paris Exchange Ltd, Vraagt de pas verschenen Prijscourant 2de halfjaar 1908. MIENT 7. Schoenwerk, P. KUIJPER. A ALKMAAR. F E UIL L E T.o N. DJARLEEP SINGH. Zondags geopend. Alkmaar. ALKMAAR. Magazijn Oudegracht D 267. Telefoon 84. ANTHRACIET-NOTEERING Franco huis of boord te Alkmaar. J. WONDER Pz., Directeur. Eerste Prijs Zilveren Medaille en Diploma. Eere-prijs Verguld Zilveren Medaille op de Vak- tentoonstelling van Handwerkslieden. Juli 1908, voor eigen werk. reparatiën, verzetten van Diamant. Handel in Medailles, Insignes Lauwerkransen voor alle Vereenigingen. Algemeene Boekhandel, Beveelt zich beleefd aan voor de levering van voor R. H. B. S., Gymnasium en andere inrichtingen van onderwijs. NEDERLANDSCHE in Effecten, te Alkmaar. LONDEN, EC., Augustus 1908. BASILDON HOUSE, Moorgate Street, L S. De Directie der LONDON PARIS EXCHANGE Ltd bericht, dat zij naar aan leiding der groote uitbreiding harer relaties in Holland, sinds de opening van haar Bijkan- toor te Rotterdam, besloten heeft een tweede jj§j Bijkantoor in Holland te openen, n.l. te g Ons Bijkantoor te Amsterdam zal geregeld per telegraaf met het Hoofdkantoor te Londen in verbinding staan, zoodat de laatste beurs- noteeringen en berichten, aldaar steeds aan wezig zullen zijn. De Directie noodigt allen, die bij de fondsen- markt geïnteresseerd zijn, uit, de brochure met verklaring der verschillende systemen, volgens welke door hare bemiddeling orders ten uit voer gebracht kunnen worden, aan te vragen aan haar Bijkantoor. Rersonen, die relaties met de firma wenschen aan te knoopen, refereeren wij gaarne naar onze Bankiers, Accountants en Clienten die reeds sedert jaren met ons zaken doen, tot het inwinnen van iniormaties. Eene prompte en coulante behandeling wordt te allen tijde gegarandeerd. Onder beleefde aanbeveling, A. M0RET0N MANDEV1LLE. GEEN BETER en goedkooper adres voor Slageis- jassen. Koksbnizen, Krnideniersjassen, Mücliinistenjassen en Broeken, Schil- (lershemden en Drukkerskielen dan bij W. BUERS, Houttil 30 Heeft steeds voorradig alle soorten tegen scherp concurreerenden prijs. Maitv, erk wordt vlug en netjes vervaardigd. Bekroond lste prijs Handwerkslieden-tentoonstelling. PI tvoetzolen worden op maat, gemaakt. Kantoor VOORMEER. lnterc.-Telph. No. 89. vanuit PAYGLOP schuins over de LAAT de in, daar vindt men het beste adres voor het Ook voorhanden vele Goederen voor Oud, als Gouden Oorijzers. IUU, lUUlUUUUl, Heerengracht 179, (geb. Associatie-Cassa) Amsterdam. Kapitaalf Reservefonds 1.054,567,93. Rentevergoeding voor gelden h déposito. Met 1 dag opzeggingj 2 pet. (bedrag-en tot f 5000.- direct te ontvangen) I Met 10 dagen opzegging j 2l/o Voor 1 maand fixe 2 en 8 maanden fixe 21/2 n 1 jaar fixe 3 /2 Prolongatie-conditie (tot beperkte bedragen) 1/2 Pct- onder den prolongatie-koers. Alkmaar. Voor levering in Augustus en September bij afname van minstens 5 H.L. zjjn de prijzen •w. J Beveelt zich beleefd aan voor alle voorkomende Handel in Goud, Zilver en Platina. Inkoop hoogen prijs. Aanbevelend, HERM. PLAS. PAYGLOP 7, over de Breedstraat, Alkmaar. Opgericht 1890. Directie Mr. N. F. WILKENS en Dr. D. BOS. Geplaatst kapitaal f 2.000.000. Gestort n 140.000. Reserve 285.778.78 Verstrekt GELDEN op eerste Hypotheek tegen matige rente en geeft 4 pCt. Pandbrieven uit. Inlichtingen te bekomen bij MANAGING DIRECTOR. Hulpmest. ■BS:-3 Heden den twaalfden Augustus 1900 acht, ten ver zoeke van MARIA BOCHLEE, zonder beroep wo nende te HELDER, gratis procedeerende ingevolge beschikking van de Arrondissements-Rechtbank te Alkmaar d.d. 18 Mei 1906 ten deze domicilie kiezende te Alkmaar ten kantore van Mr. HENDRICUS PE TRUS MARTA" KRAAKMAN, advocaat en procureur aan de Langestraat 37 aldaar, welke door haar procu reur wordt gesteld en als zoodanig voor haar in dit ge ding zal optreden. Heb ik GERARD SIMON AMOUREUS, deurwaar- ler bij de Arrondissements-Rechtbank te Alkmaar, wo nende aldaar, openbaar voor de derde maal GEDAGVAARD, JURIEN, ook genaamd JURRIE KRAMER, vroe ger visscher laatst wonende te HELDER, thans zon der bekende woonplaats en zonder bekend werkelijk verblijf, exploit doende door aanplakking van een af schrift dezes aan de hoofddeur van de gehoorzaal der gemelde Rechtbank terwijl ik een 2e afschrift daarvan heb overgegeven aan dén ambtenaar van liet openbaav ministerie bij die Rechtbank, die het oorspronkelijke met „gezien" heeft geteekend, zullende nog een af schrift worden aangeplakt aan het huis der gemeente Helder en liet exploit worden geplaatst in de Alk- maarsche Courant en in de Nederlandsche Staatscou rant. Om op DONDERDAG den NEGENTIENDEN NO VEMBER 1900 en acht, des voormiddags ten elf uur te verschijnen of iemand, die behoorlijk van zijn aan wezen doe blijken, voor hem te doen verschijnen op de burgerlijke terechtzitting van genoemde Rechtbank in het Rechts ge bouw aan den Geestersingel te Alk maar. Ten einde: aangezien de eischeresse den lCden Juli 1903 te Helder is gehuwd met den gedaagde; aangezien de gedaagde, toen visscher, wonende te Helder, varende aan boord van de vischschuit H. D. 274, 9 September 1903 bij stormweer op 's landskust overboord geslagen is en er sedert geen bewijs is in gekomen van zijn aanwezen of van zijn overlijden; aangezien de eischeresse wil verkrijgen: a. vergunning tot het aangaan van een ander hu welijk b. de verklaring, dat er rechtsvermoeden van het overlijden van haren gemelden man bestaat sedert 9 September 1903. Aangezien zij tot het doen dezer openbare dagvaar ding verlof heeft bekomen bij vonnjis van gemelde Rechtbank d.d. 31 October 1907, waarin is bevolen plaatsing van deze dagvaarding in de Nederlandsche Staatscourant en in de Alkmaarsche Courant. Mitsdien de gedaagde van zijn aanwezen doe blijken, bij gebreke waarvan de Rechtbank: a. aan de eischeresse verleene verlof tot bet aan gaan van een nieuw huwelijk; b. verklare, dat er rechtsvermoeden van het overlijden van Jurien ook ge naamd Jurrie Kramer, vroeger visscher, laatst wo nende te Helder bestaat sedert 9 September 1903. En heb ik deurwaarder, exploit doende als boven vermeld hiervan opgemaakt deze akte, waarvan de kos ten in debet zijn 7.20. Gezien door den (get.) AMOUREUS, Deurw. Officier van Justitie voornoemd Voor afschrift (get.) A. A. CNOPJUS. AMOUREUS, Deurw. Red. en Expl. 1.50. Schrijfl. 2.40. Zeg. reg. J 2.70. Visa aanpl. 0.60. Te zamen 7.20. Beleefd aanbevelend, Roman naar het Duitsch van C. CROME—SCHWIENING. 52 Dan zacht voort te sluipen tot den roover van het kleinood en den slapende met den schei-pen punt van den giftdolk slechts zoo diep te wonden, dat er een droppel bloed tevoorschijn trad, dat was maar kin derspel. En als door deze, voor het bloote oog bijna on zichtbare wonde, de dood met snelheid zou binnentre den, dan had ze aan Djarleep Sahjb slechts nog het afgesproken teeken te geven en dan zou aan haar op dracht zijn voldaan. Dan zou haar een „goedig lachje" van den werkelijken heer van het tijgeroog ten deel vallen en zij zou zijn slavin, zijn geliefde, zijn vrouw worden, juist zooals hij het goed zou vinden. Dit vreeselijke uur nu zag Awamah met angst en vrees tegemoet. Haar hart scheen stil te staan ten minste ze merkte nauwelijks nog het zachte, langzame kloppen het scheen te zijn gestorven, om niet dat eene vreeselijke zijn dood te beleven. En zij dacht er over 11a hoe snel haar lichaam het gestorven hart zou volgen; haar gesloten oogen zouden dan het „goe dige lachje" van haar gevreesden gebieder niet weer aanschouwen. Zoo verliep uur na uur totdat dat nachtelijk uur was aangebroken, waarop slechts zieken en wanhopi- gen meer eenzaam waken. Geluidloos stond Djarleep op en Nadar en Awamah wisten nu dat het bewuste uur was gekomen. Zonder eenig gedruisch werd bet venster geopend. Als een schaduw liet Nadar zich bij den touwladder tot in den tuin afglijden. Djarleep til de de lichte gestalte der bajadere gemakkelijk over de vensterbank en dakgoot heen en hield haar stevig vast totdat Awamahs handen en voeten goed en wel steun aan de zwaaiende ladder hadden gevonden. Eerst toen ze heelemaal beneden was en Nadar hem dit liet weten door een heen en weer bewegen van den touwladder, daalde hij zelf naar beneden. Door het gras sluipende, richtten alle drie in de duis ternis hun schreden naar het eenzame huis. Ook de luiken in de bibliotheekkamer waren heden gesloten. Nadar begon het slot der achterdeur te bewerken met geen ander werktuig dan een lus van metaaldraad in zijn banden. Slechts heel even knarste het slot eer het terugsprong. In minder dan geen tijd lag Nadar languit op den grond en Djarleep trok Awamah in de duistere scha duw van den huismuur terug. Met ingehouden adem bleven ze luisteren. Maar het zachte knarsen was niet verder dan de grng van het huis doorgedrongen; alles bleef stil. Heel zachtjes en voorzichtig duwde Nadar nu de deur open en verdween in het huis. Een paar minuten verliepen eer hij weer verscheen en met zijn hand wenkte. Als een verlichting stootte Djarleep uit: „Ga Awamah 1" De bajadere verdween in het huis. De zolen van haar bloote voeten voelden de koude van de manneren gangsteenen niet. Geluidloos verdween zij in het don ker van de bibliotheekkamer, waar ze de deur, die Djarleep Sahib haar had beschreven, al tastende moest zoeken. Den beiden mannen, die buiten stonden te wachten, schenen de minuten een eeuwigheid toe. Reeds lang toch moest de dewedaschi het slaapvertrek van den roover van het diamanten oog hebben bereikt, maar nog steeds bleef ze daar binnen en ze keerde maar niet met de goede tijding terug, dat de wraak den schuldige nu eindelijk goed had getroffen. Een vreeselijk ongeduld had zich van den zoon van1 Djarleep Singh meester gemaakt. Wel driemaal de tijd, die Awamah noodig had om haar opdracht uit te voeren, was reeds verloopen. Toen Djarleep Sahib kromp ineen als plotseling getroffen door een dolksteek. Een gil van een vrouw was uit het huis tot zijn oor doorgedrongen; nu hield hij het daar buiten niet meer uit. als een panter, die zijn buit nadert, sloop hij op de even geopende ach terdeur toe en trad voorzichtig binnen; zonder eenig geluid te maken volgde Nadar hem. Bartons kracht was onder den druk van de vele vreemde voorvallen van den laatsten tijd geheel en al gebroken. De ontdekking van het portret van Esther dien morgen, in een omgeving, die beslist verkeerd op haar moest werken, het onmogelijk worden van zijn vrijwillige boetedoening door het raadselachtig ver dwijnen van dr. Grissitb, die dit stellig met opzet had gedaan; de onthulling van het geheimzinnige van zijn geboorte dat alles had zijn vroeger zoo sterk gestel geheel in de war gebracht. In bijna algeheele verdoo- ving had hij de uren tot middernacht doorgebracht. Toen was hem duidelijk, dat er slechts één middel was, dat hem van al die kwellingen kon bevrijden de be vrijding door den dood met eigen hand. Alle banden, die hem aan het leven hadden gebon den, waren verbroken. De geliefde uit zijn gedachten in bet huis van een schurk, met hem verbonden door een of anderen band dat wierp donkere schaduwen over den lieflijken indruk, die bij van haar had be waard. En met den dood zou hij tegelijk boete doen voor bet onrechtmatige bezit van het kleinood. Mis schien dat dan de vloek wel zou overgaan op hem, die het kleinood vond Zoo zou dus deze nacht zijn laatste zijn; het leek hem zoo gemakkelijk afstand van een leven te doen, dat toch geen doel meer had. Het oude, getrouwe wa pen, dat hem op zijn reizen had vergezeld, zou hem nu den laatsten dienst kunnen bewijzen. Een enkele ko gel zou al die kwellende gedachten achter zijn voor hoofd tot zwijgen brengen. Het tijgeroog vóór zich, het portret zijner moeder in de hand, zoodat hij tot het laatste oogenblik daarop zijn oog gericht kon houden - zoo wilde hij den dood tegemoet gaan. Maar niet in de duisternis wilde hij van het leven scheiden; behalve zijn studeerlamp stak hij de groote gaskroon aan. Langzaam haalde hij het kleinood van den wreken- den God te voorschijn. Een rilling doorliep hem, toen hij den kouden steen uit zijn omhulsel nam. Ilij moest zich geweld aandoen om zijn oog op.het diamanten tijgeroog te laten rusten. Weer scheen hem het steenen oog met een levenden blik aan te staren, maar zou het slechts verbeelding- zijn of deed het naderende oogenblik van boetedoening de koude, griezelige wreedheid van dezen blik veel minder hard schijnen nu vervulde hij Barton ten minste niet zooals anders met vrees en bijna lichame lijke pijn. Vroeger had deze blik zooveel macht over hem gehad, dat hij hem moest verdragen totdat het in zijn hoofd begon te draaien, in zijn hart als met fijne messen begon te steken. Nu echter was hij in staat na een kort oogenblikje zijn blik van het vreeselijke kleinood der wrekende Godheid los te rukken en ook de spiertrekking, die anders zijn vingers deden gesloten blijven, was nu niet zoo onbedwingbaar. Met bevende band legde hij het op de tafel naast zich en richtte zijn blikken weer op liet portret zijner moe der, bij wier aanblik een gevoel van weekheid de strak ke zenuwspanning verbrak. „Moeder!" prevelden zijn trillende lippen. Steeds begeeriger bewonderde hij de scboone trek ken van de jonge Indische vrouw vóór liem. Zij moes ten het laatste zijn, wat zijn oogen zouden zien, eer zij zich voor goed sloten. Reeds was de nacht voor een groot deel verloopen, toen het oogenblik kwam, dat hem uit de droomen in de werkelijkheid terug riep. Met een bitter lachje om den bleeken mond lögde hij het portret naast het kleinood, dat het ongeluk van zijn leven was geworden. Toen greep zijn rechterhand naar het gereed liggende wapen en hief den loop tegen het kloppende voorhoofd. „Sahib!" Heel zacht, op een toon van namelooze smart en vu- rigen hartstocht was dit woord uitgeroepen. (Wordt vervolgd.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1908 | | pagina 4