DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
Dit nummer bestaat uit 2 bladen.
No. 189.
Honderd en tiende jaargang.
1908.
ZATERDAG
15 AUGUSTUS.
KERMIS»
Groote Paardenmarkt
op Maandag 7 September 1908.
Moderne stadsontwikkeling.
BINNENLAND.
Deze Courant wordt eiken avond, behalve op Zon- en
Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden
voor Alkmaar f 0,80; franco door het geheele Rijk f 1,
AWonderlijke nummers 3 Cents.
Telefoonnummer 3.
Prijs der gewone advertentiën:
Per regel f 0,10. Bij groote contracten rabat Groote
letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdrukkerij
v/h. HERMs. COSTER ZOON, Voordam C 9.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van
Ai.kmaar brengen ter algemeene Kennis, dat de
kermis dit jaar zal gehouden worden van 22 tot
eu met 30 August us a.s.
dat de regeling van staanplaatsen en van het
geen verder met de kermis in verband staat,
opgedragen biijft aan de gemeente-politie
dat de LOTING voor de niet verpachte staan
plaatsen zal plaats hebben aan het politie-bureau
op Woensdag, 19 Augustus a.s., des voormiddags
te 10 ure
dat de STRAATMUZIEK zooveel mogelijk zal
beperkt worden en hoogstens vijf draaiorgels van
niet-ingezetenen zullen worden toegelaten
dat op Maandag, 31 Augustus a.s., des morgens,
een aanvang moet worden gemaakt met het af
breken en opruimen der kramen, tenten en uit
stallingen, welke uiterlijk op Woensdag, 2 Sep
tember d.a.v. moeten zijn opgeruimd.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
Alkmaar, G. RIPPING, Voorzitter.
11 Aug. 1008. L. VAN DER VEGT, lo. Seer.
te ALKMAAR,
De Rijksmiddelen.
Een gestoorde bruiloft.
Uit de Rijp.
Ernstige mishandeling.
Een dienstweigeraar.
D.)
Inbraak.
Pisuisse en Blokzijl.
Onvoorzichtig.
Vreeselijk ongeluk
ARSCHE
Aan de BURGERAVONDSCHOOL en AVOND
SCHOOL voor handwerkslieden (Directeur de heer
H. van der Heij) wordt gevraagd een
tot het geven van onderwas in de Nederlandsche
taal. De jaarwedde bedraagt f 250 met vier 5-jaar-
lijksche verhoogingen van f 25.
Sollicitanten, die in het bezit moeten zijn der akte
art. 74, le lid (M.O.) of van hoofdonderwijzer voor
lager onderwijs, gelieven hunne stukken in te zenden
aan het Gemeentebestuur vóór 24 Augustus a.s.
Inlichtingen bij den Directeur.
Burgemeester en Wethouders van Alkmaar,
G. RIPPING, Voorzitter.
L. VAN DER VEGT, lo. Secretaris.
Alkmaar, 15 Aug. 1908.
li.
Bij de praeadviseurs der Vereeniging voor Staat
huishoudkunde vinden wij dus dezelfde voorliefde voor
ruimen stadsuitleg. Zij droomen van voorsteden,
„lusthoven vol zon en bloemen" (Nieboer t. a. p. 30),
waar vele kleine en groote huizen vrij in de tuinen zullen
staan, waar hier en daar een enkele huizenreeks toch
ook voor en achter flinke tuinen zal hebben, waar
zachtgebogen, ruime, mooi beplante wegen zich zullen
- slingeren langs dichtbegroeide tuinen, waar ook geen
arbeiderswoning zonder plekje open grond meer zal
zijn te vilden, waar vele parken, velden, sportterrei
nen, speelplaatsen en speeltuinen zullen zijn en waar
op enkele hoofdaders van verkeer een groote menigte
zich in trams, op fietsen en in de goedkoop geworden
auto's van en naar de city, de handels- en fabriekswijk
met de groote, centrale openbare gebouwen, zal spoe
den. En alleen nog enkele kantoor- en fabrieksbewaar-
ders in die city zullen steeds kijkqn in de woestijn van
bak- en straatsteenen, die men eertijds dat is te
genwoordig een stad noemde. Doch ook zij zullen
ruimer wonen.
Intusschen zoover is het nog niet. Het is waar,
de werkelijk fabelachtige hervorming in het verkeer
en de groote wijziging der wetten hebben ons plotse
ling heel wat (lichter bij dien ideaaltoestand gebracht,
doch wij zijn er nog lang niet. Er wachten nog een
massa juridische en economische problemen op oplos
sing voor wij zoover zijn. Het 331 pagina's dikke
boek der praeadviezen noemt er niet weinige. Toch
zijn er bovendien nog andere kwesties, die vooral door
den heer J. W. C. Teilegen in het licht worden ge
steld.
Aangenomen, dat een stadsbestuur een goed uit
breidingsplan kan en wil uitwerken en de middelen be
zit om de particuliere bouwgrondbezitters op redelijke
wijze ertoe tè brengen om mede te werken tot boven-
genoemden tuinstadaanleg, dan zijn er nog vooral
twee hinderpalen, waarvan wij er indertijd een al heb
ben genoemd: de enge gemeentegrenzen en de enge
gemeentekas. Over die grenzen hebben wij indertijd
uitvoerig geschreven. Inderdaad zijn er maar weinig
steden in Nederland die op eigen grondgebied een
stadplan kunnen ontwerpen met een straal uit het
centrum die ten minste tweemaal zoo groot is als die,
welke de bebouwde kom thans aangeeft. En toch zou
dat, gezien de enorme uitbreiding van het kleine ver
keer in de laatste 10 jaar, als minimum, mogelijk en
met het oog op hygiëne, esthetica en economisch wel
varen wenschelijk zijn.
Is het nu noodig, dat de stad bovengenoemden cir
kel met dubbelen straal juist op eigen gebied trekt?
Is het niet denkbaar dat een stad met een naburige
gemeente samenwerkt tot het verkrijgen van een goed
geheel van stadsaanleg.
Mr. Nieboer (t. a. p. pag. 33 en 34) .gelooft er blijk
baar niet aan, mr. Valckenier Kips (t. a. p. pag. 154)
stelt do mogelijkheid (doch altijd bij gebrek aan beter
d. i. grensuitzetting) en gaat er niet verder op in. De
heer J. W. C. Tellegen ziet hierin, o. i. terecht, een
belangrijk moment. Niet alleen wil hij den cirkel voor
het nieuwe stadplan met den dubbelen straal van de
tegenwoordige bebouwde kom binnen de grenzen der
gemeente hebben, maar ook acht hij het gewenscht
dat er buiten dien cirkel nog een ruime strook, een
neutrale zone, binnen de gemeentegrens ligt, die dan
zóó breed zou moeten zijn, „dat over het stichten van
een stedelijken uitwas op het gebied van eene andere
gemeente niet gedacht zal worden." Wel acht ook de
ze praéadviseur het denM>aar, dat er een uitbreidings
plan wordt opgemaakt door een stad en een aangren
zend dorp in gemeen overleg. Doch deze man van de
praktijk maakt zich, vermoedelijk terecht „van
de practische waarde van eene dergelijke regeling geen
groote illusies" (t. a. p. pag. 269.)
Zonder ruime grensuitbreiding dus geen goed stads
uitbreidingsplan, dat aan de door de verkeersontwik-
keling opgekomen eischen van dezen tijd kan voldoen.
Het zal dus noodig zijn, dat de grensuitbreiding dei-
steden overal ter hand wordt genomen, dat zij 10 maal
zoo vlug wordt uitgevoerd als tot heden is geschied en
dat men zich daarbij op een ruim standpunt zal stel
len. En vooral dat men hier het voetspoor zal volgen
van den besten kenner van ons gemeenterecht, die, ge
lijk de heer Tellegen herinnert, zoo terecht heeft ge
schreven (mr. J. Oppenheim, Gemeenterecht (2de
druk) pag. 29, aangehaald bij Tellegen, t. a. p. pag.
270)
„Ik zoude daarbij niet ook nog opmerken, dat
;,het publiek belang uitsluitend de toetssteen we-
„zen kan voor het tot stand brengen eener, op an
nexatie uitloopende, grensverandering, als niet
„in de memorie van beantwoording van het afdee-
„lingsverslag over het 5e hoofdstuk der staatsbe-
„grooting van 1902 de bereidverklaring der regee-
„ring was uitgesproken geworden, goed gemoti
veerde voorstellen van gedeputeerde staten tot
„annextatie over te nemen, „zoo door de steden
met de dorpsgemeenten, die terrein moeten ver
biezen, een accoord wordt getroffen." „Ik val nu
„niet op de onderscheiding tusschen stad en
„dorpsgemeenten in een regeeringsschriftuur.
„Maar meent deze vingerwijzing, dat de gemeente,
„die zal worden uitgebreid ten koste eener andere,
„haar vooraf moet afkoopen? Dan is de eisch pu
bliekrechtelijk onhoudbaar. Ik weet wel, dat het
„nu en'dan geschiedt, oók blijkens wetten tot
„grensverandering. Maar het stelsel is vicieus."
■Juist. En hiermee zijn wij genaderd teft het finan-
cieele bezwaar tegen grensuitbreiding en dus tegen
het opzetten van een goed stadsuitbreidingsplan. Het
door prof. Oppenheim terecht als vicieus aangeduide
stelsgl brengt al dadelijk groote offers mee voor de ge
meente-schatkist. En heeft de stad de bedoelde
grensuitbreiding verkregen, "dan staat zij niet zelden
direct voor nieuwe, zware uitgaven. Want op het ge
annexeerde terrein zal zij in den regel op het gebied
van wegenaanleg, rioleering, bewaking, verlichting
scholenbouw enz. enz., direct veel te doen krijgen. En
al zal zij wellicht door de grensuitzetting enkele koop
krachtige gewezen forensen weer als burgers krijgen,
daartegenover staat dat er vermoedelijk op het gean
nexeerde gebied veel arbeiders zullen wonen, indertijd
daarheen gelokt door goedkoope huren, diie het eerst
gebruik gemaakt hebben van de mogelijkheid om ver
der van hun werk te wonen, hun door de fiets verleend.
En deze weinig welvarende bevolking zal de stad veel
kosten, zonder een evenredig aandeel in de belastingen
te dragen.
Bij dit alles komen nu nog de groote kosten, die voor
het gemeentebestuur zijn verbonden aan de uitvoering
van een goed en modern stadsuitbreidingsplan. Een
deel daarvan kan het zonder twijfel verhalen op de
particuliere eigenaars van gronden in het uitbreidings
gebied, gelijk de meeste gemeentebesturen ook nu
reeds doen.
Doch niet meer dan een deel, zooals mr. Nieboer
(t. a. p. pag. 56) terecht opmerkt. Voor parken en
dergelijken moet worden onteigend. Zal overigens het
in eigendom krijgen van een betrekkelijk groot nieuw
wegennet niet veel geld vragen, de kosten van bewa
king, verlichting, rioleering, straatonderhoud enz.
worden in een naar het voorbeeld van de tuinstad
ruim aangelegde voorstad veel grooter dan in de
ouderwetsche stad. En nu is het wel waar, dat een
goed aangelegde, ruime, mooie, nieuwe stad veel bewo
ners zal trekken, dat zulk een stad niet langer zal zijn
„een plaats, die men ontvlucht, zoodra de werkzaam
heden het maar eenigszins gedoogen," (Nieboer t. a.
p. pag. 30) en dat natuurlijk de steden, die het eerst
tot deze uitlegging zullen overgaan, het' eerst ook ge
kozen zullen worden als woonstad door de menschen,
die in zoo'n milieu zullen kunnen en gaarne zullen wil
len wonen. Doch aan den anderen kant is het niet te
ontkennen, dat deze kwestie er alweer eene is van ge-
mcóntefi nancien en dat een afdoende oplossing in vele
gevallen niet zal worden verkregen, voor dat door in
grijpende maatregelen van den rijkswetgever aan der
gemeenten nood een einde is gemaakt.
In d« maand Juli 1908 hebben de Rijksmiddelen
opgebracht een som van f 14,458,883.281/.,, tegen
f 14,017,760.621/2 in Juli 1907. Oogenschijnlijk is dit
een goed result nat voor dit jaar, maar er dient dadelijk
bijgevoegd, dat het de successierechten zijn, die er
het meest toe hebben bijgedragen. Deze bron van in
komst toch heeft f 441,000 meer in de schatkist ge
bracht dan in dez- lfde in and van het voiig jaar,
waarbij nog het eigenaardig verse! ijns 1 valt op té
merken, dat deze rechten in laatstbedoelde maand on
geveer hetzelfde bedrag (f 422,000) minder opleverden
dan in het daaraan voorafgaande jaar (Juli 1906).
De overig-» cijfers geven weinig stof tot opmerkin
gen. Alleen blijkt er uit, dat de terugslag der malaise
in handel en industrie zich r;og op de Rijksontvangsten
doet gevoelen, al moge hierbij niet vergeten worden
dat de groote [stijging der inkomsten gedurende de
laatste jaren thans tot stilstand is gekomen, een ver
schijnsel dat zeer natuurlijk is er, waarop meermalen
reeds d>- aandacht werd gevestigd.
Bij vergelijking van de cijfers der afgeloopen maand
met die van Juli 1907 blijkt, dat meer is ont
vangen uit de personeele belasting f 112,000, do be
drijfsbelasting f 86.000, de vermogensbelasting f 7000.
den .suikeraccijns f 51,000, den wijnaccijr.s f 6000, den
zoutaccijns f 9000, de registratierechten f 22,000, de
hypotheekrt chten f 3000, de successierechten f 441,000,
de domeii eu f 4000, de rijkstelegraaf f 15,000, de
staatsloterij f 93,000 en de jacht- en vischacten f 6000.
Minder leverden op de grondb-lasting f 27,000,
de invoerrechten f 101,000, het gedistilleerd f 106,000,
de accijns op bieren en azijnen f 37 000, dio op het
geslacht f 14,000, de zegelrechten f 54,000, de poste
rijen f 37,000 en de loodsgelden f 34,000.
Defresultaten van de eerste zeven maanden van dit
jaar steil-nde naast die van hetzelfde tijdperk in 1907
zien we dat dit jaar meer ontvangen v. n de grond
belasting f i27,000, het personeel f 236,000, de suc
cessierechten f 1,583,000, de posterijen f 85,000, de
staatsloterij f 11,000 en de jacht- en vischacten f 2000.
De meeste middelen brachten- echter dit.jaar minder
op, en w-Jde bedrijfsbe lasting f 147,000, de ver
mogensbelasting f 117.000, het recht op de mijnen
f 11.000, de invoerrechten f 440.000, de accijns op
den suiker f 138.000, dié op den wijn f58.000, die op
het gedistilleerd f 386.000, het zout f 48.000, bier en
azijn f 91 000. het geslagt f 99.000, gouden en zilveren
werken f 27.000, zegelrechten f 208.000, registratie
rechten f 138.000, hypotheekrechten f 7000, domeinen
f 404 000, Rijkstelegraaf f 16.000 en loodsgelden
f 158.000.
Tot nu too werd ontvangen in dit jaar f 90.353.687.16,
en in 1907f 90.807.788.78, gevende eeu nadeelig
verschil voor dit jaar van f 454.101.62.
Algem. Synode der Ned. Herv. Kerk.
Met belangstelling werd in de zitting van gisteren
kennis genomen van het driemuandelijksche verslag
der hulppredikers in Duitschland. Vervolgens ging
de vergadering voort kennis te nemen van hetgeen
door de alg. syn. commissie is verricht. Door het be
stuur der Vereeniging van Armbesturen te Amster
dam, in vereeniging met de redactie van het Tijd
schrift voor Armenzorg en Kinderbescherming, was
aan de Synode een uitnoodiging gezonden, tot het bij
wonen van een samenkomst voor de oprichting van een
Nederlandsche Vereeniging voor Armenzorg en Wel
dadigheid. Door de alg. syn. commissie werd echter
aan het bestuur medegedeeld, dat de Synode aan die
uitnoodiging niet kon voldoen, terwijl in bedenking
werd gegeven, om haar te zenden aan de diaconieën
der voornaamste steden. Naar aanleiding van deze
mededeeling der alg. syn. commissie, komt thans ter
tafel een verzoek van de class, vergadering van Alk
maar, om alsnog in overweging te nemen, dat de Sy
node toetrede als lid van de Nederlandsche Vereeni
ging voor Armenzorg en Weldadigheid. Ten zeerste
wordt dit verzoek ondersteund door den heer Adriani,
die, wijzend op de groote versnippering van krachten,
welke op het gebied van armenzorg bestaat, van oor
deel is, dat juist de Synode op de bedoelde vergadering
had moeten zijn vertegenwoordigd. De heer dr. Knap
pert deelde dat gevoelen. Maar zoowel de secretaris
als dr. Cannegieter stelden in het licht, dat de Synode
gten „instelling van weldadigheid," geen „vereeniging
voor armenzorg" is, hoezeer de kerk, krachtens haar
wezen, tot armenzorg wordt geleid. Daarop werd door
den heer Adriani geantwoord, dat de Synode toch wel
een reglement op de diaconieën vaststelde, dat bindend
is voor alle gemeenten, zoodat zij zeer zeker optreedt
als organiseerende macht op dit terrein, en als zooda
nig toch zoude kunnen meedoen. Wat overigens dit
reglement op de diaconieën betreft, spreker achtte het
niet meer in overeenstemming mot de eischen van on
zen tijd. Evenwel kon hij zich laten vinden voor een
voorstel van den secretaris, den heer Knottenbelt, om
naar een eerlang, waarschijnlijk in September, te hou
den congres een vertegenwoordiger van de Synode af
te vaardigen.
Door de heeren Sehrieke, Knappert, De Groot, Wey-
lnnd en Adriani werd een voorstel ingediend, om aan
een commissie op te dragen, het Reglement op de
Kerkvisitatie aan een algeheele herziening te onder
werpen, en een concept in te dienen bij de Svnode van
1909.
Het voorstel werd zonder hoofdelijke stemming
aangenomen, en als leden der commissie werden door
den president aangewezen de heeren dr. Knappert, O.
Sehrieke en W. Ellens.
GEMENGD NIEUWS.
Geen vervolging.
„Het Volk" meldde eergisteren dat een zoon van een
rechter te Amsterdam betrapt wegens diefstal van een
fiets in de badinrichting aan den Heiligenweg aldaar,
na vier dagen in voorloopige hechtenis te hebben ver
toefd losgelaten werd, waarop hij door vertrek naar
naar Amerika zich aan verdere onaangenaamheden
onttrok.
„Terecht schreef genoemd blad mag hier de
vraag worden gesteld, welke invloeden er toe hebben
meegewerkt om den zoon van een rechter, die zich be
zondigde, zoo spoedig de vrijheid te doen hergeven.
Of bestond er geen gevaar dat de jongeman zich
door de vlucht aan de gevolgen van zijn daden zou
onttrekken
Het N. v. N. schreef gisteravond dat het geen di
recte afdoende inlichtingen kon krijgen, doch dat ge
noemd jongmeuseh werkelijk naar Amerika is vertrok
ken.
Tiet „Hbld." wees er op, dat invrijheidstelling van
een verdachte veroorloofd is en meermalen voorkomt.
Het noemt een voorbeeld, dat den vorigen dag (Don
derdag) heeft plaats gehad.
„Iemand, die zich te Bussum had schuldig gemaakt
aan diefstal van 75, toebehoorende aan eenige ar
beiders, en wiens dagvaarding om ter strafzitting te
verschijnen reeds gereed lag, vervoegde zich met een
der benadeelden bij den Officier van Justitie alhier.
De benadeelde verzocht, mede namens de andere bena
deelden, de strafvervolging niet te laten doorgaan, aan
welk verzoek naar wij vernemen de Officier van
Justitie gevolg zal geven."
Het N. v. d. D. deelde mede, dat de vader van den
aangehoudene onmiddellijk alle benadeelden schade
loos heeft gesteld en van hen een verklaring kreeg, dat
zij geen vervolging wenschten. Er bestonden in dit
geval geen termen tot een strafzaak.
Jb. Prins en Eehtgenoote te Koog aan de Zaan, her
dachten naar de Purm. Ot. meldt -Maandag j.l.
het feit, dat ze vóór 25 jaar door den echt waren ver
bonden. De tafel voor het eenige raam in hun een
voudige woning op het Reëelenpad aldaar was's avonds
ongeveer half twaalf aangerecht en de familie had
daarbij" in brui loftsstemmi ng. plaats genomen, toen
opeens een dikke boomtak door het raam werd gedre
ven en op tafel nagenoeg alles wegvaagde of verniel
de. Men kan zich den schrik en de verwarring voor
stellen. De dader(s) bleef onbekend.
Uit Anna Paulowna.
Voor het beroep bij de Ned. Herv. Kerk te Hoog
woud (toez.) is bedankt door dr. H. J. Toxopeüs te
Anna Paulowna.
De 31 Augustus zal in De Rijp gevierd worden door
een optocht van kinderen beneden den leeftijd van 15
jaar en een vliegerwedstrijd voor jongens.
Te Barneveld heeft een 12-jarige bengel van den
landbouwer Van M., aldaar, na een kleine voorafge
gane woordenwisseling, één zijner buurjongens, van on
geveer gelijken leeftijd, met een mes zóó ernstig in
den schouder gestoken, dat het wapen er met geweld
weer moest worden uitgetrokken.
Voor den armen jongen, wien het bloed langs het
lichaam troomde, is aaustonds geneeskundige hulp
ingeroepen.
Gisteren is door een inspecteur van politie in zijne
woning in ue V&artschestra&t aangehouden, ingevolge
art. 168 der militiewet, de landweerplichtige J. H., die
te zijner tijd niet voor werkelijken dienst is opgekomen
en thans blijkt, weigerachtig te zijn, om zulks te doen,
op grond van gemoedsbezwaren. Het jongemensch ver
toeft op het oogenblik aan het hoofdbur au, om zoo
spoedig mogelijk voor Gedeputeerde Staten te worden
gevoerd en door deze te worden ingelijfd.
Gisteravond is te Rotterdam een vierden persoon
aangehouden, die, volgens mededeeling van de reeds
gearresteerden, medeplichtig is aan de inbraak ten
huize van dr. D. P. Hoijer. Het is J. H. H., kleerma
ker van beroep.
Te Zaandijk is ingebroken bij den heer H. de
Boer Pz.f 5 is meegenomen en een kistje met een
inhoud van weinig waarde.
Te Roz^ndaal is ingebroken in het kantoor der
registratie en domeinen. Uit een lade is f 30 ont
vreemd. Ds brandkast, waarin een flink bedrag, liet
men onaangeroerd.
De heeren Pisuisse en Blokzijl, journalisten-liedjes
zangers, zullen Zaterdag 29 dezer, van Amsterdam
via Genua naar Nederl. Oost-Indië vertrekken.
Een werkman in de smederij der Kon. Mij. De
Schelde te Vlissingen had gisteren een revolver mee
gebracht op zijn werk. Toen hij dit wapen aan een an
der 'toonde, er tevens een patroon in brengende, ging
liet schot af; het kogeltje trof den werkman L. in het
onderlijf. De verwonding is niet van ernstigen aard.
Steenkoolboringen.
Bij de boring in de buurt van Vlodrop zijn, op diep
ten van 594, 615 en 630 meter, drie kolenlagen aange
boord, van 57 centimeter, 3.50 meter en 64 centimeter
dikte. t Zijn stoomkolen. De boring wordt voortge
zet.
Toen de fruitpachter D. v. Rijn uit Ti-1 Donderdag
voor den middag te Dreumel es ns kwam kijken in
den door hem gepachten boomgaard, hoe het inet het
pruimenplukken ging, vond hij tot zijn schrik den
plukker G. van Deutekum, mede uit Tiel, dood liggen
in een sloo/je onder een pruimeboom. Niemand heeft
den man zien vallen de ladder stond goed tegen d-n
boom en het plukmandje of „hoender" er onder,
zoodat mep meent, dat de ongelukk'ge door een be
roerte is getroffen terwijl hij bij de sloot stond. De
man laat een weduwe en vijf kinderen onverzorgd
achter.