DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
Belasting op de gebouwde eigendommen.
De gehuwde ieerares niet voor de klasse!
Verkiezing GEMEENTERAAD.
No. 191.
Honderd en tiende jaargang.
1908.
Deze Courant wordt eiken avond, behalve op Zon- en
Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden
voor Alkmaar f 0,80; franco door het geheele Rijk f 1,
Afzonderlijke nummers 3 Cents.
Prijs der gewone advertentiën:
Per regel f 0,10. Bij groote contracten rabat Groote
letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdrukkerij
v/h. HERMs. COSTER ZOON, Voordam C 9.
DINSDAG
18 AUGUSTUS.
Opzichter gemeente-reiniging.
INNENLAND.
Telefoonnummer 3.
opzichter bij den reinigingsdienst,
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van
Alkmaar
Gelet op artikel 9 der Gemeentewet;
Brengen ter algemeene kennis, dat de ver
kiezing van twee leden van den Gemeenteraad,
ter vervulling der plaatsen, opengevallen door
het ontslagnemen alszoodanig van de heeren
G. W. Melchers (die zitting had voor het tweede
kiesdistrict, attreding 1913) en H. J. Vonk (die
zitting heeft voor liet derde kiesdistrict, aitre-
ding 1911) zal plaats hebben op Dinsdag, 8 Sep
tember a.s. en de stemming en herstemming,
zoo noodig, op Dinsdagen 22 September en 6
Oclober a.s.
De tot invulling bestemde formulieren voor
de opgaven van candidaten zijn kosteloos ter
secretarie^der gemeente verkrijgbaar.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
Alkmaar, G. RIPPING, Voorzitter.
11 Aug. 1908. L. VAN DER VEGT, lo. Secr.
INGEZONDEN STUKKEN.
Ministerraad.
De Kamerzetel'voor Schoterland.
Het klesrechtontwerp der S. D. A. P.
Alg. Synode der Ned. Herv. Kerk.
GEMENGD NIEUWS.
WTM -J Uit St. Pancras.
OÜRANT.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Alkmaar
roepen bij deze sollicitanten op naar de met 1 October
a.s. vaceerende betrekking van
aan welke betrekking is verbonden een jaarwedde
van f 624, die met drie 5-jaarlijksche verhoogingen
van f 26 kan stijgen tot f 702, benevens het genot
van vrije woning. Voor de vervulling dezer betrekking
zullen alleen in aanmerking komen ingezetenen dezer
gemeente, die voor zoover zij niet reeds in gemeente'
lijken dienst werkzaam zijn niet ouder mogen zijn
dan 35 jaren.
Aanmelding bij gezegeld adres vóór 24 AuguS'
t u s a.s.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
Alkmaar G. RIPPING, Voorzitter.
7 Augustus 1908. DONATH,'Secretaris.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALK
MAAR, brengen ter algemeene kennis, dat het primi
tief kohier der belasting op de gebouwde eigendom
men, dienst 1908, den 5en AUGUSTUS 1908 door den
Gemeenteraad vastgesteld en bij besluit van den 12en
AUGUSTUS d. a. v. door de Gedeputeerde Staten
van Noord-Holland goedgekeurd, op heden aan den
gemeente-ontvanger ter invordering is uitgereikt, ter
wijl een afschrift daarvan gedurende vijf maanden ter
gemeente-secretarie voor een ieder ter inzage is ueder-
gelegd.
Bezwaren tegen de aanslagen kunnen(op ongezegeld
papier bij den Gemeenteraad worden ingediend binnen
drie maanden na den dag der uitreiking van de
aanslagbilj etten.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
G. RIPPING, Voorzitter.
L. VAN DER VEGT, lo. Secretaris.
Alkmaar, 17 Augs. 1908.
Mynheer de Eedacteur
Voor enkele wekèn werd door IJ, aan het adres van
onvoldane lezers en lezeressen Uwer courant, de juiste
opmerking gericht, dat het blad eiken dag wat leer
zaams en zeer vaak iets merkwaardigs bevat, wanneer
men ten minste maargoed lezen kan.
Nu, Mijnheer de Redacteur, het nummer van Za
terdag 4 Juli j. 1. bevatte óók weer iets bijzonders, zóó
Zelfs dat een eenvoudig burger, als ondergeteekende,
bij het lezen eerst zijn oogen en toen de courant niet
vertrouwde.
En toch, 't staat er.
Onder „Jaarwedden leeraren aan het
G y m n a s i u m" lezen wiji
„Aan de gehuwde Ieerares, die hare bevalling
tegemoetziet, wordt een verlof verleend, ingaande drie
maanden vóór het tijdstip waarop de bevalling kan
worden verwacht en eindigende een maand na hare be
valling."
Wat nu, M. de R. (wij zijn zoo zoetjes aan in den
komkommertijd) is dit ernst of kortswijl? Maar neen,
wij lezen toch goed, de ontwerpverordening is afkom
stig van Curatoren yan het Gymnasium en B. en W.
kunnen zich met den inhoud daarvan vereenigen, zoo
dat zij voorstellen de verordening- goed te keuren, 't Is
dus ernst, tragische ernst.
Men wil dus, kort en goed, voor de gehuwde Ieerares
de gelegenheid openstellen om, tof ón met het einde
harer zesde zwangerschapsmaand, les te geven aan
klassen van jongens en meisjes, die „l'age de discreti
on," de jaren des onderscheids, nog niet of niet ten
yolle bereikt hebben.
Is het dan bij de autoriteiten niet bekend, dat voor
dien leeftijd nog altijd waar is en altijd waar zal blij
ven: „Get age est sans pitié"? Weet men dan niet
ALKMAAR, 18 Augustus.
„Hauptmann von Ifeepenik. Zehn Pfennig nur".
_Dit was in November 1906 „le dernier cri" van het
handeldrijvende proletariaat, dat te Berlijn in de
Friedrichstrasse zijn koopwaar op straat te koop biedt
tot diep in den nacht, regen en wind trotseerend in
veel te weinig en veel te dunne kleeding.
„Der Hauptmann van Küpenick" dat was het
nieuwste schertsartikeleen klein verwrongen kereltje
van tin met de uniform van kapitein, dat opgedraaid
werd en dan stumperig over het gladde asfalt stapte.
De Duitscher is verzot op zulke speelgoeddingetjes,
die een bepaalde gebeurtenis bespotten. En het feit,
dat met dit tinnen kapiteintje belachelijk gemaakt
werd, was inderdaad te komisch om niet een gretigen
aftrek van zulk een voorwerpje t.e verwachten. Daar
had er iemand- zich uitgegeven als kapitein in het le
ger, had 12 soldaten met behulp van een valsche kabi
netsorder opgecommandeerd, was naar hetraadhuisvan
de gemeente Köpeniek getrokken, liet daar den bur
gemeester en ontvanger 'gevangen nemen, maakte zich
van de kas van 4000 mark meester, gaf den soldaten
bevel het gemeentehuis te bewaken en de gevangenen
naar Berlijn te vervoeren en. verdween. Al heel
gauw bleek het, dat men hier te doen had met een ge
nialen maar g-edurfden schelmenstreek. „Trek in Prui
sen een uniform aan en ge zijt almachtig" had de
snuggere dief zeker gedacht. Als staaltje van de bui
teiigewono gehoorzaamheid in het Duitsche leger was*
deze oplichterij bijzonder treffend. Liet geval
was dan ook niet alleen vermakelijk, maar ook leer
zaam. En daarom hoopten velen, dat de man niet zou
worden gestraft: met die vierduizend mark was ditlesje
niet te duur betaald. Maar de man werd den 26sten
October gepakt, tien dagen nadat hij zijn schelmschen
streek had volbracht. En toen werd de verrassing nog
grooter: de man was geen man-van-de-wereld met wel
levende manieren en keurig onderhouden handen, geen
persoonlijkheid, die bijzonder imponeerde. De geniale
denker bleek een schoenmakersknecht te zijn, die van
de 57 jaar er 27 in de gevangenis had doorgebracht en
die er alles behalve „martiaal" uitzag.
Den eersten December begon het proces wegens het
onbevoegd dragen van een uniform, ernstige verval-
sching in geschrifte, verduistering, vrijheidsberooving,
voorgeving van een openbare betrekking. Tien uur
duurde de verhandeling, maar in die tien uur is er
zooveel tragisch uit het leven van den beschuldigde
voor den dag gekomen, dat de geheele wereld diep me
delijden met hem gevoelde, Op jeugdigen leeftijd had
hij misdreven en daarvoor geboet. MasJr toen hij zijn
straf had uitgezeten, was het hem onmogelijk gemaakt
als eerlijk man een stuk brood te verdienen. Waar hij
zich ook bevond, overal werd hij verdreven door de po
litie, die hem achtervolgde als een hond een opgejaagd
stuk wild stond hij niet onder politietoezicht? Roe
rend waren zijn verhalen, die werden bevestigd door de
getuigen, o. a. een schoenmaker, die verklaarde, dat
Wilhelm Yoigt bij hem als knecht had gediend, zich
dat de jeugd critiseert op de meest wreede wijze, dat
de leermeesters het vaak moeten ontgelden, ook al
wordt het beste hoogeronderwijs gegeven.
Let wel, hét is mijn doel niet de jeugd hiervan een
al te groot verwijt te maken. De jeugd zou niet jong
zijn wanneer zij alle woorden en daden overwoog op
een wijze zooals b. v. van curatoren verwacht mag wor
den.
Maar wel moet de leeraar(es) door uiterlijk en door
optreden zoo weinig mogelijk aanleiding geven tot
spot en critiek. Het staat dus m. i. vast, dat reeds
daarom het lesgeven voor de Ieerares in de bedoelde
omstandigheden zal zijn een voortdurende kwelling,
ondragelijk voor de vrouw die haar fijn-vrouwelijke ge
voelens nog niet geheel verloren heeft.
Maar er is meer, er zijn hoogere belangen in 't spel
dan die van de Ieerares zelve.
Het onderwijs, in dit geval nog wel het hooger on
derwijs, zal dit ip de gegeven omstandigheden rustig
en geregeld gegeven kunnen worden?
Nu, Mijnheer de Redacteur, men behoeft geen medi
cus te zijn met veeljarige praktijk, zelfs is volleerdheid
in de school van het dagelijksch leven niet noodig, om
te weten hoe, in den tijd van blijde verwachting, juist
dv intellectueel ontwikkelde vrouw in bijzondere mate
onderhevig is aan allerlei bezwaren, moge deze dan
vaak van nerveuzen aard zijn.
liet is hier de plaats niet om nader in te gaan op de
veranderingen van psychischen en licliamelijken aard
door de vrouw in dezen tijd doorgemaakt.
Slechts terloops zij hier gewezen op d© zoo vaak ver
hoogde, prikkelbaarheid, op die verandering in het ge-
daehtenleven, die alle aandacht voortdurend geconcen
treerd doet zijn op het te verwachten kind en op eigen
lichaam.
Is het dan aannemelijk te maken, dat de vrouw in
dien toestand onderwijs zal geven dat toch de geheele
persoon voor zich vraagt, wil het aanspraak maken op
den naam van goed onderwijs?
Nu reeds kan dan ook wel voorspeld worden hoe het
in vele gevallen met de toepassing van dit gedeelte
van de verordening zal gaan.
De Ieerares zal herhaaldelijk zich ongeschikt gevoe-
een oppassend gezel en een aangenaam huisgenoot
had getoond, totdat de politie hem beval zich te ver
wij deren'. Geen wonder, dat er „verzachtende omstan
digheden voor hem werden aangevoerd maar de
uniform is een voornaam ding in Pruisen en een her
haling van het gebeurde moest worden voorkomen.
door een zware straf, niet door verbetering in het le
ger. Zoo kreeg de man vier jaar gevangenisstraf
Van verschillende zijden werd aangedrongen op gra
tie-verleening, welke evenwel uitbleef. Groot was het
aantal bewijzen van sympathie, welke Voigt in de ge
vangenis ontving: allerlei betrekkingen werdenhem aan
geboden en aanzienlijke sommen gelds werden ter zij
ner beschikking- gesteld. Zoo was er een mevrouw
Wertheim, die hem een lijfrente toekende van 100
mark per maand.
Thans heeft de Keizer den beklagenswaardigen zes
tigjarige gelegenheid gegeven een rustigen en aange
namen ouden dag te hebben. Hij heeft gratie verleend
en over de geheele wereld zal men verheugd zijn over
deze daad als de politie tenminste hem nu maar met
rust laat.
„De held van Köpeniek" zal thans wel spoedig door
velen vergeten worden hetgeen althans voqr Wil
helm Voigt te hopen is.
Maar het geval zelf zal lang in de herinnering blij
ven als een teekenende gebeurtenis voor Pruisische
toestanden, vooral wat betreft politie en leger.
In dit opzicht heeft de geniale schoenmakersknecht
zijn land inderdaad groote diensten bewezen.
Jammer, dat tot lieden zoo weinig is gebleken, dat
het vaderland van die diensten heeft geprofiteerd!
Alle ministers met verlof zijn teruggekeerd met het
oog op de wenschelijkheid, onder de bestaande omstan
digheden heden een voltallige ministerraad te houden.
Ook de minister van Binnenlandsche Zaken, mr.
Heemskerk, is gisteravond van zijn vacantie terugge
komen.
De Ministerraad zal heden weer' een voltallige ver
gadering houden.
De minister Idenburg, hoewel met verlof in het bin
nenland, kwam in den laatsten tijd telkenmale over
ter bijwoning van den Ministerraad.
Men schrijft aan De Stand.
In het kiesdistrict Schoterland is niets bekend van
een eandidatuur van den heer Zelvelder voor het lid
maatschap der Tweede Kamer en van de zijde der
vrijzinnige kiesvereenigingen, zooals De Klok meldt.
Geen dier vereenigingen heeft nog vergaderd ter be
spreking van de Kamerverkiezing- in 1909.
Zaterdag jl. hield de Sociaal-democratische Kamer
fractie een vergadering, welke voor het eerst sedert
langen tijd weder door Troelstra werd bijgewoond.
Een aanvang werd gemaakt met de behandeling
van de memorie van antwoord voor het kiesrecht-ont
werp der fractie.
len voor het geven van hare lessen, zal vaak verzuimen
en in de meerderheid der gevallen, hetzij uit zichzelf,
hetzij ua een wenk van anderen, aan haar geneesheer
een attest vragen waarop een verlof van zes maanden
verkregen "kan worden.
De geneesheer kan een dergelijk attest niet weige
ren en zoo gaat dus, met behoüd van tractement, het
verlof in.
Aan het einde van deze zes maanden wordt het ver
lof gegeven op grond van de bepaling in het begin
van dit stukje vermeld. Volgens de ontwerp-verorde-
ning worden dan de kosten voor plaatsvervanging van
de jaarwedde ingehouden.
Maar is de Ieerares een maand na hare bevalling
nog niet geheel hersteld, en dit zal voor het vervullen
van de dubbele taak lang geen uitzondering zijn, dan
treden weder de gewone regelen van verlof bij ziekte
in, dat wil dus zeggen, de eerste zes maanden met be
houd van tractement en zoonoodig tweede zes maan
den met halve jaarwedde. Zoo zal de gemeente dus,
op grond van deze verordening, een onderwijskracht in
dienst houden of nemen, waarvan vooruit met zeer
groote waarschijnlijkheid te zeggen is, dat zij hare
taak gedurende langen tijd niet naar den eisch zal
kunnen vervullen.
Het spreekt wel van zelf, de langdurige en herhaal
de plaatsvervanging moet tot groote stoornis in het
onderwijs aanleiding geven. Bovendien zal zulk een
onderwijskracht van de gemeente, d. w. z. van den be-
astingbetaler, belangrijke financiëele offers vragen.
Aanneming van dit g-edeelte van de verordening is
reeds om deze redenen onverantwoordelijk.
En wat zullen de gevolgen zijn van deze bepalingen
voor de leeraressen in 't algemeen?
Dat curatoren, tijdig of eerst later wijs geworden,
gaan inzien dat leeraressen bij eventueele benoemin
gen van de voordracht geweerd moeten worden, ook al
zijn zij ongehuwd. Acht dit niet denkbeeldig lezer.
Reeds nu hebben curatoren van Nijmegen gewei
gerd een Ieerares op de voordracht te plaatsen, hoewel
hare aanspraken daarop zeer gegrond waren. Vele
zullen dit een onbillijkheid vinden.
Maar zal men niet door bepalingen, als boven aan-
Besloten werd art. 80 der Grondwet in het ontwerp
zoodanig te 'wijzigen, dat thans vaststaat dat zonder
eenig onderscheid algemeen kiesrecht voor mannen en
vrouwen zal worden voorgesteld. Tevens werd beslo
ten de additioneele artikelen zoodanig te wijzigen, dat
terstond zonder eenige beperking vrouwenkiesrecht
wordt ingevoerd.
De fractie komt 28 Augustus wederom bijeen ter
verdere behandeling van het ontwerp, aangezien het in
de bedoeling ligt de memorie van antwoord met gewij
zigd ontwerp nog in het loopende zittingsjaar in te
dienen. („Volk.")
In den aanvang der zitting van gisteren werd op
nieuw gehandeld over de herzieningszaken die bij de
Synode aanhangig zijn.
Overigens werden verscheidene rapporten over voor
stellen afgedaan. De classis van Heusden wenschte,
dat nadrukkelijk voorgeschreven zou worden bij de
aanneming van lidmaten dat doopbewijzen zouden
worden gevorderd van hen, die in de Hervormde Kerk
gedoopt zijn met verplichting voor de kerkeraden om
die af te geven. Wie bij andere kerkgenootschappen
gedoopt zijn, zouden vrij zijn van deze verplichting.
Door dit te bepalen wordt een onbillijkheid geschapen.
Bovendien is dwingend voorschrift niet noodig. Art.
14, 7o. van het Regl. voor de Kerkeraden schrijft reeds
liet afgeven van doopbewijzen voor. Hierom wordt op
advies der Commissie het voorstel afgewezen.
Verworpen werd het voorstel van Amersfoort, om
een bepaling vast te stellen, waardoor een predikant,
die zich in een bepaalde gemeente, hoe dan ook, on
mogelijk heeft gemaakt, uit zijn ambt kan worden
ontslagen, met betrekking tot zijn gemeente of tot het'
provinciaal ressort, waarin hij dient. In andere landen
kan een zoodanige predikant worden verplaatst. Hij
kan dan elders, door de ervaring geleerd, een nieuw le
ven beginnen. De gevallen zijn denkbaar, maar de
maatregel past moeilijk in het systeem der kerk, waar
de predikanten niet van boven af worden benoemd,
maar de gemeente die zelf kiest. Deze zou ook leiden
tot kwade intriges en moeilijkheden in de praetijk. Er
kunnen onredelijke eischen worden gesteld en weige
ring daarop konden pogingen veroorzaken om iemand
weg te krijgen, door hem onmogelijk te maken. Ook
kent de wet slechts ontzetting als tuchtmiddel voor
dienstverwaarloozing of onchristelijken wandel. Daar
bij past niet, iemand de mogelijkheid te laten elders
het ambt weder op te vatten. Daarom werd ook dit
voorstel verworpen.
Eveneens het voorstel Breda om opcenten te doen
heffen door de class, besturen op de bijdragen, die de
gemeenten aan de algem. kas der Kerk betalen, om
die voor filanthropische werkzaamheden van de classis
uitgaande te gebruiken. De opbrengst zou te gering
zijn en de middelen voor die werkzaamheden moeten
op andere wijze worden gevonden.
Na eenige besprekingen en beslissingen over kosten
aan besturen, uit de algem. kas te vergoeden, wordt de
zitting tot heden verdaagd.
Augurkenteelt.
551 Door de gezamenlijke augurkenteelers aan den
LangenJijk en omstreken is een bond gevormd, waar
door werd besloten, dit product, waarmede reeds door
80 tuinbouwers proeven worden genomen, voor
gezamenlijke rekening te verzenden.
gehaald, tot deze consequenties komen moeten? Het
is hier de plaats niet om nader te bespreken hoe ook
het gezin en het gezinsleven van de betrokken perso
nen (het mes moge dan van twee kanten snijden)
ernstig benadeeld worden. Met eenige levenswijsheid
ziet men dit wel in.
Waar nu èn het onderwijs èn de Ieerares èn het ge
zin groote kans loopen de dupe te worden van deze
verordening, daar mag men met recht vragen:
Wat zijn de diepe roerselen geweest die de betrok
ken autoriteiten tot dergelijke voorstellen geleid heb
ben?
Is het een uiting van ultra-moderne vrijzinnigheid,
waarvan de belijders, niet willende kennen en erken
nen de natuurlijke verschillen tusschen man en vrouw,
eerst wakker schrikken wanneerja, wanneer de
schoolkinderen na nuchtere waarneming en beschou
wing hen op drastische wijze het scheve van den toe
stand onder oogen brengen?
Of is het een uiting van humaniteit ten opzichte
van den ambtenaar?
Dan komt mij toch dit medelijden misplaatst, om
niet te zeggen, ziekelijk voor.
Maar wat dan?
Hebben wij hier te doen met een eisch van ambte-
naarszijde gesteld?
Vergeet men liier dan niet dat de belangen van het
onderwijs toch nummer één zijn, de leserares er is voor
de school en niet omgekeerd. Wat de beweegredenen
vcor het maken voor bovengenoemde bepaling ook mo
ge zijn, hij die rustig overweegt en rekening houdt met
de nuchtere werkelijkheid, zal vierkant frontmaken te
gen dergelijke nieuwigheden en dit niet omdat het
nieuwigheden zijn, maar wel op grond van den eisch,
dat eerst uit ernstig overleg en na duidelijke motivee-
ing de wenschelijkheid van een dergelijk belangrijk
ingrijpen moet blijken.
En nu weet ik wel, het aantal leeraressen aan gym
nasia is nog niet groot, het aantal gehuwden daaron
der is nog kleiner en ook omtrent de kinderzegen moet
de verwachting niet te hoog gespannen worden, maar
men bedenke wel, dat hier ten opzichte van de gehuw
de onderwijzeressen in 't algemeen een principieel© be
slissing genomen wordt.