DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
GEMEENTE-REKENING.
~bTn ne nlandT
No. 191.
Honderd en tiende jaargang.
1908.
Deze Courant wordt eiken avondbehalve op Zon- en
Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden
voor Alkmaar f 0,80; franco door het geheele Rijk f 1,
Afzonderlijke nummers 3 Cents.
WOENSDAG
Prijs der gewone advertentiën:
Per regel f 0,10. Bij groote contracten rabat Oroote
letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdrukkerij
v/h. HERMs. COSTER ZOON, Voordam C 9.
19 AUGUSTUS.
tijdelijk Onderwijzer,
Uit Alkmaar's verleden.
Telefoonnummer 3.
Aan de 3e GEMEENTESCHOOL te Alkmaar,
(Hoofd de heer P. Schipper) wordt, om den len
September a.s. in dienst te treden, gevraagd een
op eene belooning van f 50 per maand.
Vakken ab.
Stukken in te zenden aan het Gemeente
bestuur vóór 24 Augustus a.s.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van
Alkmaar brengen ter algemeene kennis, dat de
rekening dier gemeente over het dienstjaar 1907
op de secretarie der gemeente voor een ieder
ter inzage nedergelegd en tegen betaling der
kosten in afschrift verkrijgbaar is.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
Alkmaar, G. RIPPING, Voorzitter.
11 Aug. 1908. L. VAN DER VEGT, lo. Secr.
Kamerzetel Ommen.
Alg. Synode der Ned. Herv. Kerk.
Nederlandsche Zuivelbond.
COURANT.
RIA.V1
KENNISGEVING.
Het HOOFD van het Plaatselijk Bestuur te ALK
MAAR brengt, op grond van artikel 1 der Wet van
22 Mei 1845 (Staatsblad No. 22) ter kennis der inge
zetenen, dat bij hem ingekomen en aan den ontvanger
der Rijks directe belastingen binnen deze gemeente
ter invordering zijn overgegeven
twee kohieren der Bedrijfsbelasting Nos. 6 en 7,
voor het dienstjaar 1908/9.
executoir verklaard door den Directeur der directe
belastingen in Noordholland te Amsterdam, den 15
Augustus 1908dat ieder verplicht is zijn aanslag,
op den bij de Wet bepaalden voet, te voldoen an dat
heden ingaat de termijn van zes weken binnen welken
daartegen bezwaarschriften kunnen worden ingediend.
Het Hoofd van het plaatselijk bestuur voorn.,
G. RIPPING.
Alkmaar, den 17 Augustus 1908.
ALKMAAR, 19 Augustus.
In een correspondentie uit St. Petersburg lazen we
eenige dagen geleden het een en ander over het Rus
sische stelsel. In den laatsten tijd hoort men niet veel
van het Tsarenrijk. Men kan het zich haast niet meer
voorstellen, dat de telegrammen uit St. Petersburg nog
maar betrekkelijk kort geleden spraken van een revo
lutie met mannen als Gorky en Gapon aan het hoofd.
Gorky zit in Amerika, Gapon is weg en de revolutie
heeft een einde genomen voor hoe lang evenwel?
Het Russische stelsel is gebleven en dat is de bron van
veel kwaad. Dit stelsel wordt aardig getypeerd door
het volgende staaltje uit bovenbedoelde corresponden
tie:
„Het is werkelijk bar en bar hoe schandelijk er hier
nog altijd gestolen wordt. Om een voorbeeld te noe
men: men is nu reeds vier jaar bezig met het maken
van een nieuwe brug van dertig pas lengte en nog al
tijd werkt men aan de fundamenten, die herhaaldelijk
door nieuwe worden vervangen, d. w. z. op het papier.
De oude worden eenvoudig er uit genomen en er weer
ingezet, hoogstens een beetje opgeknapt, en dan wor
den er nieuwe in rekening gebracht. Volgens de cou
ranten is er op deze wijze alleen ongeveer 20 millioen
roebels „verdiend." Iets dergelijks geschiedt bij ande
re bruggen. De Russische courantenlezers laten zich
door zulke berichten niet van hun stuk brengen, want
in Rusland is immers het stelen een soort van gewoon
terecht geworden, waaraan men niet moet tomen."
Dat is het juist. Zoolang zulke toestanden mogelijk
zijn, zoolang blijft Rusland Rusland, zoolang danst
men te St. Petersburg op een vulkaan, welke elk
oogenblik weer éen uitbarsting kan veroorzaken, al
hebben de Russen een anderen aard dan de Portugee-
zen die, zooals men gisteren heeft kunnen lezen, al
weer met een nieuwe revolutie dreigen, waarbij ook,
volgens de nadere berichten, het leven van Koning
Manuel gevaar loopt. Wanneer men het geld op zulk
een gemakkelijke wijze kan verdienen, denkt men er
blijkbaar wij hebben het niet bij ondervinding
niet aan, dat er nog andere middelen- zijn, waardoor
het heil van het land wordt bevorderd, betere toestan
den in het,leven worden geroepen. Van zulke midde
len gaan thans meer en meer de vreemdelingen profi
teered Zij nemen de moeite om te onderzoeken of er
geld te verdienen valt en blijkt hun, dat dit het geval
is, dan zorgen ze dat ze den zilver- of goudstroom in
eigen bedding leiden, terwijl de Russen onverschillig
toekijken. Het laat hun blijkbaar koud, dat de andere
naties met de vetste brokjes gaan strijken en ze doen
alsof er voor hen niets te leeren valt. Nemen we een
paar voorbeelden. Daar is in de eerste plaats Alaska.
Rusland heeft dit groote gebied aan de Noordelijke
IJszee tientallen jaren bezeten, zonder er groote voor
deden uit te halen. In 1867 koopt Amerika het. En
plotseling hoort men van den enormen rijkdom van
den bodem; steenkolen, ijzererts, koper, zilver en zelfs
goud (de Klondyke ligt in de nabijheidworden er in
groote hoeveelheid ontgonnen, van heinde en verre ko
men er landverhuizers, er worden nieuwe steden ge
bouwd, spoorwegen aangelegd., in een paar jaar tipds
hadden de Amerikanen in dit gebied schatten ver
diend en de koopsom veelvoudig gewonnen. Daar is
Sachalin. De Russen wisten eertijds met dit eiland
in de zee van Ochotsk - dat het.»eerst werd bezocht
door onzen landgenoot Gerrit de Vries in 1673 niets
beters te doen, dan er een verbanningsoord voor de
grootste misdadigers te vestigen. Na den Russisch-Ja
panschen oorlog kreeg Japan de Zuidelijke helft en
weldra las men, dat de Japanners uit den bodem vele
mineralen dolven, waarmede rijkdommen werden ver
diend. Thans is Siberië blijkbaar aan de beurt om
schatten op te leveren, doch ook deze zullen niet vloe
ien in Russische zakken. Amerikaansche en Eng-elsche
ondernemers zijn al bezig zich rijkdommen te verwer
ven in deze reusachtige streek, waarheen Rusland hare
politieke misdadigers zendt of hen die men hieent tot
dezen te moeten rekenen hetgeen nog niet hetzelfde
is. In de laatste maanden zijn de ondernemingen,
werkend met Engelsch kapitaal in Siberië, snel toege
nomen en onder deze dient vooral genoemd te worden
de Spassky Coppermine te Londen. Deze maatschap
pij hult haar streven naar voordeel in een eigenaardig
manteltje. Zij wil Siberië doen bevolken door. Chi
neezen. Chineezen zijn bijzonder geschikt voor mijn
arbeid en het zijn zeer goèdkoope werkkrachten. Dat
zeggen de Engelsche heeren niet. Zij doen voorname
lijk uitkomen dat Siberië eigenlijk het hemelsche rijk
op aarde voor de Chineezen is en dat, wanneer de ge-
staarte arbeiders zich hier vestigen, er een einde komt
aan de verhuizing op groote schaal naar Australië,
Zuid-Afrika en West-Amerika. Siberië zou aldus
betoogen zij een uitstekende bliksemafleider zijn
om het gele gevaar in de Engelsche koloniën af te
wenden. Men ziet het het plan is niet onaardig ge
vonden. En de verwezenlijking wordt in de hand ge
werkt door de pas tot stand gekomen toenadering tus
schen Rusland en Engeland. We zullen er dan ook
nog wel meer van hooren.
JE en pokken-doctores, van Koedijk.
..Opten 5 Maert 1677 heeft Jacomijntie M [ont
breekt] woonende tot Coedijk aengenomen vande poc-
ken te genesen de person© van Stijntie Gerrits woo
nende buyten de Nieulander poort, ende dat voorde
sonime van tien silvere ducatons, uyt te keeren wan
neer sij genesen sal sijn, waerop sij Jacomijntie aen-
stouts bekent twee ducatons uyt handen vande heeren
burgem. ontfangen te hebben."
Dus toekende de secretaris Adriaen Schaghen in het
resolutieboek van burgemeesteren aan, en dank zij de
geslaagde verpleging door Jacomijntje mocht hij ver
volgens op den kant aanteekenen„Dese resterende
8 ducatons gelijk de voorgaende twee sijn betaelt ge
worden; de laeste op eene ordonn. d© eerste uyt het
beursje."
Een Berger reder ij krs ter.
In 1685 stond Wessel Mobach, die zich Vesalius Mo-
bachius noemde, als rector aan het hoofd der latijnsche
school alhier. Hij was voorheen rector te Arnhem ge
weest, in het najaar van 1674 hier conrector geworden
met toezegging van het rectoraat, dat hem in 1680
door het overlijden van Reinerus Neuhusius ten deel
viel.
Na de promotie der leerlingen in genoemd jaar 1685
gaven deze in het publiek auditorium1) eene uitvoe
ring in de latijnsche taal, waarbij de rol van Lucretia
vervuld werd door eene dochter van Theodorus Stippel,
van 1669 tot 1695 predikant te Bergen.
Betrof dit een tragedie aan de romeinsche geschie
denis ontleend en moest zij de Lucretia, vrouw van
I arquinius Collatinus, uit de nadagen der romeinsche
republiek, voorstellen, dan was hare taak zeker niet
licht te achten.
Maar gold het deze of eene andere Lucretia, zij kweet
zich zoo tot genoegen harer hoorders, dat burgemees
teren der stad haar een zilveren schenkblad ten koste
van 46 vereerden.
Voorziening in geldgebrek.
In 1558 had de stad 't is wel eens meer het geval
geweest gebrek aan kasgeld. Men behielp zich in
dergelijk geval door leening bij particulieren, z. g. op
losrenten, of wel door verkoop van lijfrente-brieven.
Maar toenmaals schijnt het niet gelukt te zijn zich op
die wijze te helpen. De vroedschap moest toch raad
schaffen en deed zulks den 16 Augustus aldusde le
den moesten door loting 2 hunner aanwijzen om, onder
verband hunner goederen, 1500 tegen den penning
16 (dus tegen 6 t. h.) voor d© stad op te nemen, onder
voorwaarde dat hunne goederen vóór Allerheiligen
1569 weder gevrijd zouden worden. Stelde de stad hen
daartoe niet in staat, dan zou de bieraccijns van No
vember en December van genoemd jaar in hunne han
den gesteld worden.
loen in 1577 onze gedeputeerden voor verschuldigde
betaling der stad aan den Lande te Hoorn gegijzeld
waren, nam de vroedschap den 9 Februari geen toe
vlucht tot eene loting, maar tot een voor de regee-
rmgsleden gelijkmatiger besluit. Allen, die in de
vroedschap of de schepenbank zaten, zoowel absenten
als piesenten, moesten den volgenden dag of laatstens
des voormiddags van den 11 aan den secretaris 25
tei hand stellen, om den ontvanger-generaal te kunnen
voldoen en onze afgevaardigden uit d© gijzeling te hel
pen. De stad zou het voorschot binnen eene maand of
hoogstens binnen 6 weken teruggeven.
Messetrekkers.
De moedwil van baldadigen en de straatschenderij
waren in den winter van 16012 hoog gestegen, zoo
dat de persoonlijke veiligheid groot gevaar liep. Zoo
wel overdag als des avonds werden de burgers op
s heeren straten aangerand door kwaadwilligen, die
lien mishandelden, ook met gebruikmaking van het
mes. Om zulks tegen te gaan besloot de vroedschap
den 23 Februari, na klokkeslag te doen afkondigen,
dat wie zulk een snijder of straatschender mocht over
meesteren en overleveren, eene vereering zou genieten
van 100 earolusgulden. Schuldigen, die zichzelf en
hunne medeplichtigen aangaven, zouden vergiffenis
erlangen; en wie den daders huisvesting of herberging
verleenden, geacht worden mede schuldig te zijn en de
zelfde straffen beloopen, „alwaert ook dattet jaer ende
dag daer na dattet gescyet zal sijn eerst tot kennisse
mogte comen."
t Schijnt dat, ten gevolge van dezen maatregel de
ruwheid niet beteugeld is, maar zich van de straat
naar de herbergen verplaatst heeft, want den 7 Febru
ari 1603 werd op voorstel van burgemeesteren goedge
vonden, hen en den gerechte te machtigen om te keu
ren, dat de waarden niet na 9 of 10 uur zouden mogen
tappen en den jongelieden, ten hunnen huize komende
drinken, de messen moesten ontnemen; onder bedrei
ging van tijdelijke ontzegging- der tap-acte, indien ten
hunnent eenige nederslag mocht geschieden.
Een waarzegster.
In het poorterboek van Alkmaar lezen wij anno 1605-
„Mantgen IHrcx dr. van Loo, te Aerschot geboren,
alias Mayke die waersegster, huysvrouwe ofte wed.
van Maerten van Norom, heeft op den 29 Januar eeclt
gedaan bij de selue oick belouende dat sij haer nyet
meer met waerseggen behelpen en sal, ende heeft ver-
toont attestatie ende betaelt. 3qq
U De latijnsche school stond aan de Doelenstraat
waar nu de ambachtsschool is; in de lage bovenverdie
ping waren slaaphokjes voor de kostleerlingen van el
ders, waarvan de rector Neuhusius in 1662 er niet
minder dan 20 had. De rectors^oning op den hoek der
Nieuwesloot was hot voormalige" patershnis van het
klooster der H. Maria van Nazareth of jonge hof,
waarvan de gewezen kerk vermoedelijk tot openbare
gehoorzaal diende. Het hooge achtergebouw der am
bachtschool rust op de oude kerkmuren.
Naar De Stand, mededeelt, gevoelt de heer Van
Alphen zich 11a zijn ziekte zoo verzwakt, dat hij zich
genoodzaakt ziet het lidmaatschap van de Tweede Ka
mer der Sta ten-Generaal voor het kiesdistrict Ommen
aan liet einde van het loopende zittingjaar neer te
leggen.
De president wijdde bij den aanvang der zitting van
gisteren woorden van groote waardeering aan de na
gedachtenis van den oud-secretaris der Alg. Synode,
den lieer L. Overman, wiens overlijden gistermorgen
werd bericht. Gedurende vijf-en-twintig jaren heeft
hij de aderlandsche Kerk, en zeventien jaren lang als
secretaris de Algemeene Synode gediend. Met buiten
gewone werkkracht on met groote scherpzinnigheid
begaafd, is hij in velerlei opzicht voor de Nederl. Her
vormde Kerk tot grooten zegen geweest.
Vervolgens geeft de hoogleeraar Cannegieter de
eindredactie van eene voorgestelde wijziging van art.
■)4, 9e lid Alg. Regl. (in plaats van het woord, onder-
dendam" te lezen „Winsum").
De president verwelkomt den quaestor-generaal, die
heden de besprekingen over het rapport in zake een
concept-reglement op de Algemeene Weduwenbeurs
(ingediend door den heer O. Norel) bijwoont. Men zal
zicli herinneren, dat wij reeds in ons verslag van de
16e zitting den hoofdinhoud van het belangrijke en
zorgvuldig bewerkte rapport van den heer K. A. de
Groot hebben medegedeeld.
De hoogleeraar Cannegieter doet de vraag, of wij
op dit oogenblik wel in staat zijn, de zaak op goede
gronden te beoordeelen. In de commissie van Popta
c. s.^is tegen een van de grondbeginselen van het con
cept, t. w. de 3 pets. contributie, welke van het tracte-
ment der predikanten zal worden geheven, bezwaar in
gebracht. Maar welk bezwaar dit geweest is, is toch
met duidelijk geworden. Ook heeft een onderzoek
door een bekwaam wiskundige niet plaats gehad. Wel
verzekert de heer Norel, dat hij steunt op het bekende
rapport van den hoogleeraar Van Geer. Doch heeft
hij inderdaad met zelfstandige wiskundige kennis op
1 apport zijn stelsel opgebouwd? Daarom kan de
synode geen stap doen zonder vooraf ingewonnen wis
kundig advies.
De quaestor-generaal verklaart nog hetzelfde stand
punt van het vorige jaar in te nemen. Hij wijst op
bezwaren, die het technisch gedeelte betreffen. Wij
hebben hier feitelijk te doen met een belastingontwerp,
en eene vergadering kan hier niet maar op eens alles
in orde maken wat technisch aan bedenking onderhe
vig is. Zoo bijv. de wijze waarop het sluiten van hy
potheken is geregeld. Zoo ook de regeling van de
uitkeenng 111 Januari, welke onmogelijk zou zijn. In
de eerste plaats wijst hij op het groote bezwaar van de
ineensmelting der class, weduwenbeurzen. In de derde
plaats komt- liet beginsel waarop alles neerkomt: de 3
pet. contributie, aan de orde. „Wie geeft" zoo
vraagt hij aan de kerk het recht 0111 over de beur
zen der predikanten te beschikken"? Men zegt: op dit
oogenblik is er ook dwang; doch dan zullen er predi
kanten zijn, die reeds heel wat betalen, en bovendien
nog 3 pet. moeten storten. In 't kort komt het hierop
neer, dat men de tegenwoordige predikanten een groo
te som wil laten betalen, om niet hunne, maar de toe
komstige weduwen over honderd jaar te steunen.
Ook de secretaris heeft tegen het concept dezelfde
bezwaren van vroeger. Hij keurt het af, aan predi
kanten met zeer kleine tractementen -zulk eene ver
plichting op te leggen, terwijl hunne weduwen er niets
van zullen genieten. En wat de classicale beurzen be
treft, er zijn daaronder, die niet zouden mogen samen
smelten. Dit laatste is ook het gevoelen van de hee
ren Van Dis en Geijtenbeek; terwijl de heer Grone-
meyer wijst op sommige beurzen, die eigenlijk geen
beurzen zijn.
Ten slotte wordt de conclusie van het rapport
eenigszins gewijzigd, en wordt besloten aan de Ringen
der Ned. Herv. Kerk een schrijven te richten, waarin
zij worden uitgenoodigd, om hunne adviezen in zake
het Concept-Norel aan de Synode te doen toekomen.
De Synode van 1909 zal dan in deze zaak eene beslis
sing kunnen nemen.
In de namiddag-zitting wordt een eindbesluit geno
men door de „Synodes plena" in de zaak van den can-
didaat in de Godgeleerdheid, die herziening heeft ge
vraagd van een in hooger beroep der Synodus-con-
tracta, waarbij het besluit ten zijnen opzichte genomen
door het prov. kerkbestuur van Gelderland is bekrach
tigd.
Daarna komt in behandeling een rapport van den
heer Gronemeyer over het voorstel van dr. T. Canne
gieter tot wijziging van art. 23 laatste lid van het
I vegl. op het examen. De conclusie der commissie in-
volveerde de verwerping van het voorstel-Cannegieter,
en strekte, tot wijziging van art. 21 al. 3 van bedoeld
Reglement, in welke alinea zou moeten worden gele
zen: „kan hij zonder voortzetting van het examen
worden afgewezen."
Deze conclusie van het rapport wordt door eene
groote meerderheid verworpen.
In een der zalen te 's Hertogenbosch werd gisteren
de algemeene vergadering van den F. N. Z. gehouden.
Om twee uur gaf de voorzitter, baron Collot
d Escury te Kloosterzande het woord aan den heer
Fleskens, voorzitter van den Coöperatieven Noord-
brabantschen Zuivelbond, die een woord van welkom
sprak.
De voorzitter van den F. N. Z. antwoordde hierop
en dan xte den vorigen spreker voor zijn welkomst
woord, hem de verzekering gevende, dat de F. N. Z.
met genoegen naar Den Bosch is opgegaan.
Met leedwezen constateert spreker de verhindering
van Zijne Excellentie den Minister van Landbouw,
om deze vergadering bij te wonen, en begroet de
ruim 20 gasten welke opkwamen om met de verte
genwoordigers der fabrieken de besprekingen bii te
wonen.
Het was zeer druk in de zaal.
Het verslag over de Bedrijfsbelasting en de Coöpe
ratieve Zuivelfabrieken, waarin op uitvoerige en dui
delijke wijze is aangetoond hoe onregelmatig en tegen
de bedoeling der wet iD, deze belasting op de coöpe
ratieve zuivelfabrieken wordt toegepast. Over het ge
heele land komt thans een beweging op, om hieraan
een einde te maken.
De door den F. N. Z. afgenomen examens. Met op
offering van veel tijd (en zeker ook veel geld, want
dat is uit het verslag wel af te leiden) heeft de F.
N. Z. het personeel van de fabrieken in de gelegen
heid gesteld oen examen af te leggen.
Verder wijst spreker er op, dat de quaestie van het
invoeren van een qualiteitsmerk op deze vergadering
tot een begin van uitvoering zal komen, dat in 1907
alle instellingen van den F. N. Z. vooruitgingen en
dat met de jongste instelling, het officieel orgaan, ook
de financiën in goeden staat verkeerden.
Nadat notulen en presentielijst zijn vastgesteld komen
de modedeelingen aan de orde.
De eerste dezer was het verslag over de gehouden
examens.
Reeds een enkele blik in het verslag vestigt de over
tuiging dat er veel werk noodig geweest is om deze
zaak uit te voeren en bij nadere beschouwing blijkt,
dat de commissie met veel ernst en nauwgezetheid
.s werkzaam geweest.
De examenscommissie had vooral veel last van het,
ook overigens in de wereld veelvuldig te constateeren
feit, dat de candidaten het „hoe" .en „waarom" niet
begrepen.
Verder kreeg de commissie den indruk, en dit staat
waarschijnlijk met de voorgaande opmerking in ver
band, dat de bestaande leerboeken voor de candidaten
voor deze examens minder geschikt waren.
Aan het einde van haar verslag concludeert de com
missie, dat de examens ook in volgende jaren voortge
zet moeten wordendat aan de zuivelconsulenten hulp
voor cursussen moet worden gevraagd en anders door
den F. N. Z., zoo noodig, zelf cursussen moeten wor
den gegeven; dat de F. N. Z. geschikte leerboekjes
moet schrijven en dat de examens in Maart, April
moeten worden afgenomen.
Uit de verdere mededeelingen bleek dat door het be
stuur een commissie benoemd is, welke moet nagaan
of het voor de coöperatieve zuivelfabrieken gewenscht
is een arbeidscontract in te voeren en, zoo ja, hoe dit
moet luiden.
ier fabrieken hebben thans haar personeel een
pensioen verzekerd volgens de pensioenboekjes van den
Voor de fabrieken, aangesloten bij de Botercontrole,
zijn voor het binnen- en buitenland, wikkelpapieren
om boter in te pakken, met het rijksmerk verkrijgbaar.
Bij de ballotages voor het buitengewoon lidmaat-
schap werden niet minder dan 16 personen aangeno
men.
Hierna volgde een lezing van den heer Tj. Kuperu3