DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN. No. 197 Honderd en tiende jaargang. 1908 DINSDAG 25 AUGUSTUS. Groote Paardenmarkt op Maandag 7 September 1908. Cursus voor hoofdonderwijzer. BUITENLAND. BINNENLAND. STADSNIEUWS. Deze Courant wordt eiken avond, behalve op Zon- en Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden voor Alkmaar f 0,80; franco door het geheele Rijk f 1, Afzonderlijke nummers 3 Cents. Telefoonnummer 3. Prijs der gewone advertentiën: w regel f 0,10. Bij groote contracten rabat. Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdrukkerij h, HERMs. COSTER ZOON, Voordam C 9. te ALKMAAR, Duivekater. Gemengde Mededeelingen. tm OEMENOD NIEUWS. De speelholen van Amsterdam. Het Hdbld. meldt: Nieuws uit Hoorn. Bakkers-gezellen v e r e e n g i 11 g. Onder leiding van den heer Wuyster verga derde Zaterdagavond de bakkers-gezellen ver- eeniging „Ons Genoegen" bij den heer Van Beynum, waar als spreker optrad de heer J. P. A. ten Boekhorst van Amsterdam, met het onder werp; „het nut van de wettelijke afschaffing van nachtarbeid in het bakkersbedrijf. Na zijne rede stelf e spr. een motie voor, welke als volgt luidde „De bakkersgezellen-vereeniging „Ons genoe gen" te Hoorn, Zaterdagavond in openbare ver gadering bijeen, van den spreker J, P. A. ten Boekhorst vernomen hebbende, dat het het ernstig streven van Uw Exc. is, het verbod van den nachtarbeid in hef" bakkersbedrijf te bepalen, zoowel voor patroons als gezellen, verheugtjzich In deze toezegging en hoopt van harte, dat Uw Exc. de bakkersgezellen zal verblijden, dat hun ook de nacht tot rust, de dag tot werken zal worden gegeven en daardoor de absolute Zon dagsrust zal zijn bepaald. 1 .Mede wenschen wij onder Uw aandacht te brengen, dat óp 4 na de patroons alhier, zich voor afschaffing van nachtarbeid hebben verklaard en dat ter vergadering aanwezig waren de werk- mansvereen., de geh.-onth.Tbond, de R. K. Volks bond het Kruisverbondde Typografenbond, Sch.uttevaer,'Patrimonium, de Hanze en de bar biers- en kappersvereeru, die met ons streven instemmen en ons hun sympathie hebben ge schonken. Deze motie werd met algemeene stem- Vergadering van Groentenvereenigingsbesturen. I a r k t bericht e n. BUKGEMEESTER en WETHOUDERS van ALK MAAR maken bekend, dat de gemeentelijke cursus voor de hoofdakte zal aanvangen 12 Sept. e.k. Belanghebbenden, welke den cursus wenschen te volgen, kunnen zich aanmelden bij den Directeur, den Heer J. MEDEMBLIK, hoofd eener school te Ursem, bij wien alle inlichtingen te bekomen zijn. r Burgemeester en Wethouders voornoemd, G. RIPPING, Voorzitter. L. VAN DER VEGT, lo. Secretaris. Alkmaar, 22 Aug. 1908. SPROKKELINGEN. Wanneer men de beteekenis van een woord of uit drukking gaat doorgronden en op weg tijgt om de af leiding en de oorsprong van een woord te gaan zoeken, dan komt men voor allerlei verrassingen soms te staan, voor allerlei tegenstrijdige conclusies, totdat men op het laatst niet meer weet, waaraan men zich te houden heeft. Een aardig voorbeeld daarvan geeft de uitdrukking Duivekater. Dit woord heeft om te beginnen twee beteekenissen het wordt namelijk als een zeer gewone vloek gebezigd in den uitroep: haal de duivekater, dat dan beteekenen zou: haal den duivelschen kater, d. i. den duivel, die zich meermalen in een kater pleegt te veranderen. De tweede beteekenis is meer die van een zeker soort brood of koek, waarvan de afleiding echter zeer ver schillend is, maar in welke beteekenis het woord „Dui vekater" echter al in zeer oude tijden bekend was. De bekende etymoloog Kiliaan schrijft naar aanleiding van dit woord in zijn „Etymologicum„libi genus, quod strenae loco datur: libum quod natalitiis Christi datur" (eene soort van koek, die tot nieuwjaarsgift gegeven wordt; een koek, die op Christus' geboorte feest gegeven wordt.) In deze beteekenis wordt het door Hooft gebezigd in zijn „Warenar": „Ik win nou vijf gulden 'sjaers en ien paer uuwe klompen tot men deuvekater," waarbij Bilderdijk de volgende aanteeke- njng voegt: „Deuvekater d. i. Kerstmisgift, wanneer men zulke broodjens gaf en in plaats waarvan de meid een stuk gelds kreeg." Inderdaad komt dit woord in Noord-Brabant voor; in Hoeufft's „Proeve van Bre- daasch Taaleigen" leest men: „Duivekater wordt hier pog genoemd een soort van koek, welke men op Kerst tijd den kinderen vereert." Als afleiding geeft Hoeufft echter aan een verbaste ring van het Hoogduitsche Ofenkater, dat dan zooveel moest beteekenen als oven-koek. Bilderdijk ziet in Deuvekater echter eene verbastering van deux fois quatre, Fransche naam aan bollen gegeven, als dubbele quatres, viertjes, n.l. een brood in vieren overgesne den. Ons een oogenblik vasthoudend aan dat deux fois quatre komt ons nog een andere afleiding onder de oogen: de Fransche uitgewekenen in 1685 (na de opheffing van het Edict van-Nantes) vonden de brood jes onzer bakkers te klein om hunnen honger te stil len; zij wilden ze grooter hebben en zochten dit den bakkers aan het verstand te brengen door deux fois quatre, d.i. tweemaal een broodje van vier stuivers. De bakkers, die geen Fransch verstonden, begrepen hen evenwel en noemden die broodjes sedert altijd deuve- quaters, later verhollandscht tot duivekaters. Hoe scherpzinnig deze afleidingen ook gevonden mo gen zijn, hoogstwaarschijnlijk zullen wij tot de Hei- densche. volkeren terug moeten gaan om den waren oorsprong te vinden. Zoowel openbare als huiselijke feesten werden reeds in het Heidendom met bak-werk gevierd, dat later in den vorm van Paasch-, Pinkster en Kerstkoeken door 't Christendom werd overgeno men. Men at bij de Heidenen omstreeks Nieuwjaar (het oude .1 oël-feest)zoogenaamde Juel-Kakr, van welk Kakr (Koeh) ons Kater zal zijn afgeleid. Wan neer wij daarbij nagaan, dat het woord deuvik de aan duiding is van een kleinen knaap en een klein soort wortelen den naam van deuvelten draagt, dan geloo- ven wij niet ver van de waarheid af te wijken, wanneer wij het duve vertalen door klein. Duvekater zou dan beteekenen een klein soort koek of kleine broodjes. Ter aanvulling van het reeds gemelde nog het vol gende Aan de Zaan was het oudtijds gewoonte, dat de eigenaars van molens en fabrieken met Kersttijd hun nen werklieden een brood ten geschenke gaven; dit brood, van de fijnste bloem, met veel zorg en arbeid gebakken, droeg ook den naam van Duivekater. Nog heden ten dage is bij de bakkers aan de Zaan, in de week voor Kerstmis, een brood te bekomen, op gemelde manier gebakken en onder den ouden naam nog be kend. Tljl Uilenspiegel") Er zijn woorden en uitdrukkingen, die wij gebrui ken zonder bepaalde wetenschap van de beteekenis; vooral eigen namen; praten als Brugman het is een uitdrukking, in ieders mond als bestorven en toch, als men vraagt, wie was Brugman, dan staan velen met den mond vol tanden. Jongens van Jan de Witt een geliefkoosde uitdrukking, maar is men er wel zeker van dat die Jan de Witt onze bekende staats man Johan de Witt is? Of is deze uitdrukking soms verhollandscht naar de Duitsche spreekwijze, welke „ein junger Johann de Werdt" aanduidt, zijnde deze de Werdt een van gemeen soldaat opgeklommen veld maarschalk, die leefde in het begin der zeventiende eeuw? Zoo spreken wij ook van Tijl Uilenspiegel en wij kunnen ons hem allemaal best voorstellen met zijn zotskop op het hoofd; maar wie was het nu eigenlijk? Wie was de man en wanneer leefde hij, aan wien Euro pa verschuldigd is dat. „kapitaal van volksvernuft, waarvan elk geslacht rente trekt." Er gaan omtrent deze persoonlijkheid verschillende verhalen; volgens den een zou hij zijn een bekend Duitscli gelukzoeker, die in het laatste der 13e eeuw te Kneitlingen bij Schöppenstadt in het Brunswijksche, of wel in het Lauenburgsche dorp Pampan geboren werd. Alleen uit liefhebberij om rond te slenteren, be zocht hij Neder-Saksen, Polen, Westfalen, en kwam zelfs te Rome. Hij stierf in het jaar 1350 te Mollen bij Lubeck, alwaar nog een grafzerk is met eene toe speling op zijn naam: een uil met een spiegel, waar door alzoo zijn begraafplaats wordt aangeduid. In welken tijd 's mans ontmoetingen op deze reizen het eerst opgeschreven zijn, kan met geen zekerheid ver meld worden. Waarschijnlijk is dit geschied in de plat-Duitsche taal terwijl het opmerking verdient, dat Sebastiaan Brandt reeds van hem gewaagd heeft in den jare 1190. Zijn naam heeft aan de Fransche taal het aardige woord „espiègle" geschonken, hetwelk door de Academie aangenomen is en van een geesti- gen, vernuftigen grappenmaker gebezigd pleegt te worden. Op den grafzerk was het volgende rand schrift gebeiteld: „Anna 1350 is duuse steen upgehafen Tijlle Ulenspiegel lehnet hier unter begraven. Mirkt wol und denkt dar an, All di hier voor over gaan Wat ik gewest up erden." Dit nu Wat de ééne Tijl Uilenspiegel aangaat. Bij den toren van de Groote Kerk te Damme is ook een grafsteen geweest, alwaar een katuil was afge beeld, zittende op een spiegel, met dit opschrift„Sta viator. Thylium Uilenspiegel aspice sedentem et pro ludii et morologi salute Deum pecari supplicantum Obiit anno 1301", hetgeen, vertaald, zeggen wil: „Sta stil, wandelaar. Aanschouw Tijl Uilenspiegel neerge zeten en u smeekende God te bidden om de zielrust van den smaak en grappenmaker. Hij stierf in het jaar 1301." Er zijn historievorschers, die beweren dat deze Vlaamsche Tijl niemand anders was dan. onze eerbiedwaardige Jacob van Maerlant. Inderdaad staat deze eerste Vlaamsche dichter op een balk te Uamme afgebeeld met een uil, de uil van Minerva, doch even goed is een naamsverwisseling mogelijk, wellicht een werk, door hem in het licht gegeven, „Leekenspiegel" getiteld. Dat echter werkelijk aan het bestaan van een Vlaamschen Tijl Uilenspiegel waarde is gehecht, blijkt uit een oude „Verhandeling over de Narren," waar onder een conterfeitsel het volgende te lezen staat„Het recht Conterfeitsel van Thyl Ulenspie gel, welcken begraven leijt tot Dam, eene myle van Brugge, ende twee van Sluys, in de Groote Kerk, op wiens sarek in 't latijn geschreven staet: (volgt boven aangehaald grafschrift.) Waarschijnlijk zou het kunnen zijn, dat men aan twee Uilenspiegels te denken heeft, wellicht vader en zoon, waarvan gene in Vlaanderen en deze in Saksen het levenslicht zagen. De kwinkslagen dezer beide grappenmakers zouden dan in éénen bundel zijn tesa- men gebracht, iets dat niet gansch onmogelijk is. Kinderen van de zon. „Wij zijn, niet alleen zinnebeeldig gesproken, maar in waarheid kinderen van de zon. Alle warmte, alle licht, al het plantaardig en dierlijk leven komt voort uit en wordt onderhouden door één enkele bron, de stralen der zon." Deze uitspraak, schrijft dr. Endrey in het- „Berliner Tagebla.tt", is van Tyndall en wordt als een van ouds erkende waarheid aangenomen. Dezon bewerkt de ontwikkeling der planten, waarvan de die ren, (voor het grootste deel „plantenparasieten") zich voeden, en zonder de planten- en dierenwereld was ook het bestaan van den mensch niet meer mogelijk. De invloed van de zon op onze lichamelijke gesteld heid is duidelijk op te merken. Als de zon vroolijk schijnt zijn wij meestal opgewekt, doch een grauwe, bewolkte lucht brengt ons maar al te vaak in sombere, mistroostige stemming. De nieuwe statistische en experimenteele onderzoe kingen hebben bewezen dat het zonlicht van groote be teekenis is voor de menschelijke gezondheid. Ongeveer 20 jaar geleden heeft de statisticus Goehlert een stu die gemaakt van het verband tusschen de zonnevlekken en de sterfte onder de menschen. Zooals men weet verandert de grootte van de zonnevlekken met zekere regelmaat. Zij worden gedurende vier en een half jaar langzaam grooter, dan nemen zij weer zes jaar in grootte af, waarop dan weer toename van omvang volgt. Goehlert vond dat er verband is tusschen deze veranderingen in grootte der zonnevlekken en de epidemieën in Europa. Epidemieën treden op onge veer een jaar nadat de zonnevlekken haar maximum- grootte hebben bereikt. Zoo bereikten bijvoorbeeld de zonnevlekken in 1804 hun grootsten omvang en in 1805 en 1806 heerschte in een zeer groot deel van Europa de pokkenziekte, ter wijl op de maximum-grootte in 1829 en '30 de eerste Europeesche choleraepidemie volgde in 1831 en '32. Op de maximum-grootte der zonnevlekken van 1870 en 71 volgden pokken en in Oost-Europa cholera in 1S72 en '73. De invloed van de af- of toename van den ontvang der zonnevlekken op de gezondheid wordt steeds moeilijker nauwkeurig vast te stellen nu men tegenwoordig zooveel doet ter bevordering van de ge zondheid eri de epidemieën in de cultuurlanden meest al zeer in het begin worden onderdrukt^ en in de onbe schaafde landen is het al even moeilijk om een en an der nauwkeurig na te gaan. Toch is het nog in de laatste jaren gelukt de beteekenis van de zon in dit verband vast te stellen. Bij de jongste influenza en diphtherie-epidemieën is meer de invloed van den duur der zonneschijn dan van de zonnevlekken nagegaan. Onder zonneschijn wordt dan verstaan de uren dat de zon zonder belemmering door donkere wolken, de aarde kan beschijnen. In sommige dagen of in regenachtigen tijd is de zonne- 4chijnduur dus korter dan op een helderen zonnedag. In het einde van het vorige jaar heerschte, zooals men weet, in Berlijn een ernstige Diphterie-epidemie, die ook nog in het begin van dit jaar voortduurde. Ei genaardig is nu dat in 1907 de duur van den zonne schijn aanzienlijk beneden die V&n andere jaren bleef (pl. m. 100 uur.) In 1894 kwam ditzelfde voor en ook in de jaren dat er een influenza-epidemie heerschte, waren er veel sombere en regenachtige dagen. Als wij naar een verklaring voor deze verschijnselen zoeken, dan moet daarbij vooral gelet worden op de bncteriedoodende kracht der zonnestralen. De kennis van de juiste werking der zonnestralen is nog slechts van jongen datum. Wij weten dat de kleur van den zonnestraal die aanvankelijk wit is, door een prisma in verschillend gekleurde stralen kan opgelost worden, die verschillend van invloed zijn al naardat zij rood, oranje, geel, groen, blauw, indigo of violetzijn. Ookwe- ten wij dat naast deze .kleuren er nog anderen zijn, die cns oog echter niet kan waarnemen. De kennis van den invloed der zonnestralen op de bacteriën, leidde er toe dat men het zonnelicht ging gebruiken bij genezing van zieken. Het vorige jaar scheen het of het goed zou gaan. De speelholen, die zich in groot aantal hadden opgehoopt in de oude stad, verdwenen het een na het ander als gevolg van het krachtig optreden destijds van de be trokken politiemannen. Toen het den heeren in het oude stadsdeel Dam en omgeving door de herhaalde invallen wat te lastig werd gemaakt, gingen ze de speelholen elders planten, in secties waar minder ener giek of in 't geheel niet tegen de speelholen wordt ge ageerd. De wantoestand in deze quaestie is nl„ dat het op treden tegen de verderflijke speelholen afhangt van het initiatief van de betrokken politie-ambtenaren. Doen deze niets, of weten zij niet met succes tegen de croupiers op te treden, dan hebben de laatsten vrij spel en hun brutaliteit groeit met den dag. Op pleinen en in café's zenden ze hun handlangers uit om arge- loozen of ook wel liefhebbers van de roulette, jeu de poule of jeu international mee te lokken naar hun obscure affaires. Ook worden deze zaken steeds krach tig gesteund door de talrijke demi-mondaines, die in haar avond- en nachtcafé's met kwistige hand de adreskaarten van speelgelegenheden onder hun „vrienden" verspreiden. Men zal toegeven dat in die pestholen, waar ieder een vrijelijk kan binnentreden, een grootgevaar schuilt. Het gebeurt, dat menschen daar verzeild raken met veel geld bij zich, dat zij niet hun eigendom kunnen noemen, of dat voor nuttige zaken hóóg noodig is. En bijna even dikwijls gebeurt het, dat dezulken door be doelde vrouwen en hun spel tot op den laatsten cent berooid de straat opgaan, wanneer het in 't Oosten reeds weer begint te lichten. Een en ander wettigt, dunkt ons, een krachtig in grijpen van de overheid. Niet een optreden overgela ten aan het toevallig initiatief der politie-ambtenaren, maar een ingrijpen krachtens wettige voorschriften. Men heeft hier feitelijk te doen met voor het publiek toegankelijke buizen van hasard, al betoogen handige croupiers, en trachten zij het te bewijzen, dat bij het spel op de z.g. vlotbrug ook van behendigheid sprake is. I eit is dan toch, dat steeds een betaalde croupier speelt en zijn behendigheid den spelers niet baat. I lier in het centrum van de oude stad zagen we ook weer nieuwe speelhuizen gevestigd, zóózeer trotseeren de houders ervan de politie, die het hun nu juist hier niet gemakkelijk heeft gemaakt. Een dier huizen heeft een reusachtig reclamebord met „jeu nationaal," hetwelk s avonds scherp electrisch verlicht de aan dacht vraagt. liet spel is in al deze pestholen, wan neer de roulette niet draait, vrijwel hetzelfde: een bil jart met vlotbrug. Hierin een groot aantal ronde kui len met kleuren van verschillende nationaliteiten. Op die kleuren wordt gezet, en de kleur waarin de opge speelde biljartbal blijft liggen wint. Totdat de bal stil ligt, rekt de zenuwachtige troep spiders zich hijgend over het biljart, om dadelijk weer guldens, rijksdaal ders en tientjes op te gooien voor den nieuwen stoot. Gunstige beschikking. De II. IJ. S. M. heeft gunstig beschikt op het ver- z ek van handelaren van den namiddagsneltrein LeeuwardenAmsterdam V. V., evenals bij den Zomerdienst, ook bij den a.g. winterdienst te laten loopen. Zaterdag werd op de bovenzaal in 't café „Central" een vergadering gehouden van de verschillende be sturen van de groentenvereenigingen aan den Langen- dijk en omstreken. Vertegenwoordigd waren de Tuinbouw- en Handels vereniging „Langedijk en Omstreken," „Nieuw Leven" te Heer Hugowaard, „Waarland en Omstreken", „Landbouwbelang" te Noordscharwoude en „De Een dracht" te Oudkarspel. De vergadering werd geleid door den voorzitter der Tuinbouwvereeniging „Lnngedijk en Omstreken", den heer A. Nobel, terwijl de secretaris van dezelfde ver- eeniging, de heer S. Zeeman, als algemeen secretaris fungeerde. Na opening werden de notulen gelezen van de ge combineerde bestuursvergadering, gehouden 15 Juli 1.1., die werden goedgekeurd. Deze bijeenkomst was belegd voor eene nadere be spreking over het door de verschillende vereenigingen algemeen genomen besluit, om van het 1 pet. korting voor de contante betaling van den onderhandschen handel in groenten, aan den handelaar in het vervolg niet meer 1/2 pet., maar 1/4 pet. af te staan. De vereeniging „De Koophandel" aan den Lange- dijk, heeft op dit besluit geantwoord, dat zij met alle haar ten dienste staande middelen, dit besluit der vereenigingen zal tegenwerken. Op deze bijeenkomst der besturen werd nu opnieuw besloten het besluit van hare vereenigingen te zullen handhaven. Er werd uit elke 'vereeniging een commissielid aangewezen, welke een commissie zullen vormen, die een circulaire zal opmaken. Deze circulaire zal, namens de verschil lende besturen door de voorzitters en secretarissen on derteekend, aan alle leden der verschillende vereeni gingen worden toegezonden. Gelijk met deze circulaire zullen de leden ontvan gen de aangenomen wijzigingen in het onderhandsch reglement voor den verkoop der tuinbouwproducten. Algemeen zullen de vereenigingen aan den Lange- dijk en omstreken (behalve de vereeniging „Groenten- cultuur" te Broek op Langedijk) den strijd over het 1/4 pet. tegen den handel krachtig voeren. HOORN, 24 Aug. Aardappelen, gr. Muizen f 0.90 a 0.95, Ronde f 0.a 0.Blauwe aardappelen 80 a f 0.90, zwarte bessen J%0.roode bessen 9 f 0.a 0. Doperwten f 0.a f 0.Slaboonen 2 3 ct. pe ILL. Aardbeziën f 0.a f 0.per halve K.G., pe ren f 1.305a 2.60, snijboonen f,8.— a 14.per zak, appelen f 1.40 a 3. Afslagver. BEEMSTER, PURMEREND en OM STREKEN. Op de alslagmarkt werden heden verhandeld Peulen f 0.— a 0.per 100 pond. Doperwten f 0.— a 0.— per 100 pond. zak Tuirihoonen ct. a f 0.per zak. 115200 Slaboonen f 0.18 a 0.35 per 1000. -Snijboonen f 0.60 a 1.55 per 1000. mand augurken 14 a 19 ct. per mand. manden Klapbessen f 0.a 0.per mand. Roode aalbessen 0 a ct. per pond. mand Peren f 1.55 a 2.10 per mand. Appelen f 1.85 a f 3.35. Handel matig. Station NOORD-SCHARWOUDE, 24 Aug. Aanvoer 118 zak aardappelen en 53 baal zilveruien en 2856 stuks kool. Groote muizen f 1.a 1.05, kleinere f 0.45 a 0.55, eigenheimers f 0.60 a 0.70, graafjes f 1.a 1.20 per 35 K.G. Zilveruien 6.a f 6.70, drielingen f 0.90 a f 1.10 per 50 K.G., gewone nep f 3.50 a 4.roode kool, stuks, f 3 25 a 5 60. uien f 0.a 0.—, BROEK OP LANGEDIJK, 24 Aug. 1908. Heden werd besteed voor Gr. a'j. aardappelen f 0.50 a 0.65. Muizen aardappe len f 0.50 a 0.55, kleine f 0.a 0.ronde aardap pelen f 0.a f 0.per 1/4 ILL., wortelen f 0.80 a 1.40 per 100 bos, bloemkool (eerste soort) f 4 50 a f 8 50 2 ie soort f 2.50 a f 3 50 per 100 stuks, gele kool f 6 a 7.50, Roode kool f 3.50 a 7.zilveruien f 0.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1908 | | pagina 5