DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
No. 197
Honderd en tiende jaargang.
1908
DINSDAG
25 AUGUSTUS.
Groote Paardenmarkt
op Maandag 7 September 1908.
Cursus voor hoofdonderwijzer.
BUITENLAND.
BINNENLAND.
STADSNIEUWS.
Deze Courant wordt eiken avond, behalve op Zon- en
Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden
voor Alkmaar f 0,80; franco door het geheele Rijk f 1,
Afzonderlijke nummers 3 Cents.
Telefoonnummer 3.
Prijs der gewone advertentiën:
w regel f 0,10. Bij groote contracten rabat. Groote
letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdrukkerij
h, HERMs. COSTER ZOON, Voordam C 9.
te ALKMAAR,
Duivekater.
Gemengde Mededeelingen.
tm OEMENOD NIEUWS.
De speelholen van Amsterdam.
Het Hdbld. meldt:
Nieuws uit Hoorn.
Bakkers-gezellen v e r e e n g i 11 g.
Onder leiding van den heer Wuyster verga
derde Zaterdagavond de bakkers-gezellen ver-
eeniging „Ons Genoegen" bij den heer Van
Beynum, waar als spreker optrad de heer J. P.
A. ten Boekhorst van Amsterdam, met het onder
werp; „het nut van de wettelijke afschaffing
van nachtarbeid in het bakkersbedrijf. Na zijne
rede stelf e spr. een motie voor, welke als volgt
luidde
„De bakkersgezellen-vereeniging „Ons genoe
gen" te Hoorn, Zaterdagavond in openbare ver
gadering bijeen, van den spreker J, P. A. ten
Boekhorst vernomen hebbende, dat het het ernstig
streven van Uw Exc. is, het verbod van den
nachtarbeid in hef" bakkersbedrijf te bepalen,
zoowel voor patroons als gezellen, verheugtjzich
In deze toezegging en hoopt van harte, dat Uw
Exc. de bakkersgezellen zal verblijden, dat hun
ook de nacht tot rust, de dag tot werken zal
worden gegeven en daardoor de absolute Zon
dagsrust zal zijn bepaald.
1 .Mede wenschen wij onder Uw aandacht te
brengen, dat óp 4 na de patroons alhier, zich
voor afschaffing van nachtarbeid hebben verklaard
en dat ter vergadering aanwezig waren de werk-
mansvereen., de geh.-onth.Tbond, de R. K. Volks
bond het Kruisverbondde Typografenbond,
Sch.uttevaer,'Patrimonium, de Hanze en de bar
biers- en kappersvereeru, die met ons streven
instemmen en ons hun sympathie hebben ge
schonken. Deze motie werd met algemeene stem-
Vergadering van Groentenvereenigingsbesturen.
I a r k t bericht e n.
BUKGEMEESTER en WETHOUDERS van ALK
MAAR maken bekend, dat de gemeentelijke cursus
voor de hoofdakte zal aanvangen 12 Sept. e.k.
Belanghebbenden, welke den cursus wenschen te
volgen, kunnen zich aanmelden bij den Directeur, den
Heer J. MEDEMBLIK, hoofd eener school te Ursem,
bij wien alle inlichtingen te bekomen zijn.
r Burgemeester en Wethouders voornoemd,
G. RIPPING, Voorzitter.
L. VAN DER VEGT, lo. Secretaris.
Alkmaar, 22 Aug. 1908.
SPROKKELINGEN.
Wanneer men de beteekenis van een woord of uit
drukking gaat doorgronden en op weg tijgt om de af
leiding en de oorsprong van een woord te gaan zoeken,
dan komt men voor allerlei verrassingen soms te
staan, voor allerlei tegenstrijdige conclusies, totdat
men op het laatst niet meer weet, waaraan men zich
te houden heeft.
Een aardig voorbeeld daarvan geeft de uitdrukking
Duivekater.
Dit woord heeft om te beginnen twee beteekenissen
het wordt namelijk als een zeer gewone vloek gebezigd
in den uitroep: haal de duivekater, dat dan beteekenen
zou: haal den duivelschen kater, d. i. den duivel, die
zich meermalen in een kater pleegt te veranderen. De
tweede beteekenis is meer die van een zeker soort
brood of koek, waarvan de afleiding echter zeer ver
schillend is, maar in welke beteekenis het woord „Dui
vekater" echter al in zeer oude tijden bekend was. De
bekende etymoloog Kiliaan schrijft naar aanleiding
van dit woord in zijn „Etymologicum„libi genus,
quod strenae loco datur: libum quod natalitiis Christi
datur" (eene soort van koek, die tot nieuwjaarsgift
gegeven wordt; een koek, die op Christus' geboorte
feest gegeven wordt.) In deze beteekenis wordt het
door Hooft gebezigd in zijn „Warenar": „Ik win nou
vijf gulden 'sjaers en ien paer uuwe klompen tot men
deuvekater," waarbij Bilderdijk de volgende aanteeke-
njng voegt: „Deuvekater d. i. Kerstmisgift, wanneer
men zulke broodjens gaf en in plaats waarvan de meid
een stuk gelds kreeg." Inderdaad komt dit woord in
Noord-Brabant voor; in Hoeufft's „Proeve van Bre-
daasch Taaleigen" leest men: „Duivekater wordt hier
pog genoemd een soort van koek, welke men op Kerst
tijd den kinderen vereert."
Als afleiding geeft Hoeufft echter aan een verbaste
ring van het Hoogduitsche Ofenkater, dat dan zooveel
moest beteekenen als oven-koek. Bilderdijk ziet in
Deuvekater echter eene verbastering van deux fois
quatre, Fransche naam aan bollen gegeven, als dubbele
quatres, viertjes, n.l. een brood in vieren overgesne
den. Ons een oogenblik vasthoudend aan dat deux
fois quatre komt ons nog een andere afleiding onder
de oogen: de Fransche uitgewekenen in 1685 (na de
opheffing van het Edict van-Nantes) vonden de brood
jes onzer bakkers te klein om hunnen honger te stil
len; zij wilden ze grooter hebben en zochten dit den
bakkers aan het verstand te brengen door deux fois
quatre, d.i. tweemaal een broodje van vier stuivers. De
bakkers, die geen Fransch verstonden, begrepen hen
evenwel en noemden die broodjes sedert altijd deuve-
quaters, later verhollandscht tot duivekaters.
Hoe scherpzinnig deze afleidingen ook gevonden mo
gen zijn, hoogstwaarschijnlijk zullen wij tot de Hei-
densche. volkeren terug moeten gaan om den waren
oorsprong te vinden. Zoowel openbare als huiselijke
feesten werden reeds in het Heidendom met bak-werk
gevierd, dat later in den vorm van Paasch-, Pinkster
en Kerstkoeken door 't Christendom werd overgeno
men. Men at bij de Heidenen omstreeks Nieuwjaar
(het oude .1 oël-feest)zoogenaamde Juel-Kakr, van
welk Kakr (Koeh) ons Kater zal zijn afgeleid. Wan
neer wij daarbij nagaan, dat het woord deuvik de aan
duiding is van een kleinen knaap en een klein soort
wortelen den naam van deuvelten draagt, dan geloo-
ven wij niet ver van de waarheid af te wijken, wanneer
wij het duve vertalen door klein. Duvekater zou dan
beteekenen een klein soort koek of kleine broodjes.
Ter aanvulling van het reeds gemelde nog het vol
gende
Aan de Zaan was het oudtijds gewoonte, dat de
eigenaars van molens en fabrieken met Kersttijd hun
nen werklieden een brood ten geschenke gaven; dit
brood, van de fijnste bloem, met veel zorg en arbeid
gebakken, droeg ook den naam van Duivekater. Nog
heden ten dage is bij de bakkers aan de Zaan, in de
week voor Kerstmis, een brood te bekomen, op gemelde
manier gebakken en onder den ouden naam nog be
kend.
Tljl Uilenspiegel")
Er zijn woorden en uitdrukkingen, die wij gebrui
ken zonder bepaalde wetenschap van de beteekenis;
vooral eigen namen; praten als Brugman het is
een uitdrukking, in ieders mond als bestorven en toch,
als men vraagt, wie was Brugman, dan staan velen
met den mond vol tanden. Jongens van Jan de Witt
een geliefkoosde uitdrukking, maar is men er wel
zeker van dat die Jan de Witt onze bekende staats
man Johan de Witt is? Of is deze uitdrukking soms
verhollandscht naar de Duitsche spreekwijze, welke
„ein junger Johann de Werdt" aanduidt, zijnde deze
de Werdt een van gemeen soldaat opgeklommen veld
maarschalk, die leefde in het begin der zeventiende
eeuw? Zoo spreken wij ook van Tijl Uilenspiegel en
wij kunnen ons hem allemaal best voorstellen met zijn
zotskop op het hoofd; maar wie was het nu eigenlijk?
Wie was de man en wanneer leefde hij, aan wien Euro
pa verschuldigd is dat. „kapitaal van volksvernuft,
waarvan elk geslacht rente trekt."
Er gaan omtrent deze persoonlijkheid verschillende
verhalen; volgens den een zou hij zijn een bekend
Duitscli gelukzoeker, die in het laatste der 13e eeuw te
Kneitlingen bij Schöppenstadt in het Brunswijksche,
of wel in het Lauenburgsche dorp Pampan geboren
werd. Alleen uit liefhebberij om rond te slenteren, be
zocht hij Neder-Saksen, Polen, Westfalen, en kwam
zelfs te Rome. Hij stierf in het jaar 1350 te Mollen
bij Lubeck, alwaar nog een grafzerk is met eene toe
speling op zijn naam: een uil met een spiegel, waar
door alzoo zijn begraafplaats wordt aangeduid. In
welken tijd 's mans ontmoetingen op deze reizen het
eerst opgeschreven zijn, kan met geen zekerheid ver
meld worden. Waarschijnlijk is dit geschied in de
plat-Duitsche taal terwijl het opmerking verdient,
dat Sebastiaan Brandt reeds van hem gewaagd heeft
in den jare 1190. Zijn naam heeft aan de Fransche
taal het aardige woord „espiègle" geschonken, hetwelk
door de Academie aangenomen is en van een geesti-
gen, vernuftigen grappenmaker gebezigd pleegt te
worden. Op den grafzerk was het volgende rand
schrift gebeiteld:
„Anna 1350 is duuse steen upgehafen
Tijlle Ulenspiegel lehnet hier unter begraven.
Mirkt wol und denkt dar an,
All di hier voor over gaan
Wat ik gewest up erden."
Dit nu Wat de ééne Tijl Uilenspiegel aangaat.
Bij den toren van de Groote Kerk te Damme is ook
een grafsteen geweest, alwaar een katuil was afge
beeld, zittende op een spiegel, met dit opschrift„Sta
viator. Thylium Uilenspiegel aspice sedentem et pro
ludii et morologi salute Deum pecari supplicantum
Obiit anno 1301", hetgeen, vertaald, zeggen wil: „Sta
stil, wandelaar. Aanschouw Tijl Uilenspiegel neerge
zeten en u smeekende God te bidden om de zielrust
van den smaak en grappenmaker. Hij stierf in het
jaar 1301." Er zijn historievorschers, die beweren dat
deze Vlaamsche Tijl niemand anders was dan. onze
eerbiedwaardige Jacob van Maerlant. Inderdaad staat
deze eerste Vlaamsche dichter op een balk te Uamme
afgebeeld met een uil, de uil van Minerva, doch even
goed is een naamsverwisseling mogelijk, wellicht een
werk, door hem in het licht gegeven, „Leekenspiegel"
getiteld. Dat echter werkelijk aan het bestaan van
een Vlaamschen Tijl Uilenspiegel waarde is gehecht,
blijkt uit een oude „Verhandeling over de Narren,"
waar onder een conterfeitsel het volgende te lezen
staat„Het recht Conterfeitsel van Thyl Ulenspie
gel, welcken begraven leijt tot Dam, eene myle van
Brugge, ende twee van Sluys, in de Groote Kerk, op
wiens sarek in 't latijn geschreven staet: (volgt boven
aangehaald grafschrift.)
Waarschijnlijk zou het kunnen zijn, dat men aan
twee Uilenspiegels te denken heeft, wellicht vader en
zoon, waarvan gene in Vlaanderen en deze in Saksen
het levenslicht zagen. De kwinkslagen dezer beide
grappenmakers zouden dan in éénen bundel zijn tesa-
men gebracht, iets dat niet gansch onmogelijk is.
Kinderen van de zon.
„Wij zijn, niet alleen zinnebeeldig gesproken, maar
in waarheid kinderen van de zon. Alle warmte, alle
licht, al het plantaardig en dierlijk leven komt voort
uit en wordt onderhouden door één enkele bron, de
stralen der zon." Deze uitspraak, schrijft dr. Endrey
in het- „Berliner Tagebla.tt", is van Tyndall en wordt
als een van ouds erkende waarheid aangenomen. Dezon
bewerkt de ontwikkeling der planten, waarvan de die
ren, (voor het grootste deel „plantenparasieten") zich
voeden, en zonder de planten- en dierenwereld was ook
het bestaan van den mensch niet meer mogelijk.
De invloed van de zon op onze lichamelijke gesteld
heid is duidelijk op te merken. Als de zon vroolijk
schijnt zijn wij meestal opgewekt, doch een grauwe,
bewolkte lucht brengt ons maar al te vaak in sombere,
mistroostige stemming.
De nieuwe statistische en experimenteele onderzoe
kingen hebben bewezen dat het zonlicht van groote be
teekenis is voor de menschelijke gezondheid. Ongeveer
20 jaar geleden heeft de statisticus Goehlert een stu
die gemaakt van het verband tusschen de zonnevlekken
en de sterfte onder de menschen. Zooals men weet
verandert de grootte van de zonnevlekken met zekere
regelmaat. Zij worden gedurende vier en een half jaar
langzaam grooter, dan nemen zij weer zes jaar in
grootte af, waarop dan weer toename van omvang
volgt. Goehlert vond dat er verband is tusschen deze
veranderingen in grootte der zonnevlekken en de
epidemieën in Europa. Epidemieën treden op onge
veer een jaar nadat de zonnevlekken haar maximum-
grootte hebben bereikt.
Zoo bereikten bijvoorbeeld de zonnevlekken in 1804
hun grootsten omvang en in 1805 en 1806 heerschte in
een zeer groot deel van Europa de pokkenziekte, ter
wijl op de maximum-grootte in 1829 en '30 de eerste
Europeesche choleraepidemie volgde in 1831 en '32.
Op de maximum-grootte der zonnevlekken van 1870
en 71 volgden pokken en in Oost-Europa cholera in
1S72 en '73. De invloed van de af- of toename van den
ontvang der zonnevlekken op de gezondheid wordt
steeds moeilijker nauwkeurig vast te stellen nu men
tegenwoordig zooveel doet ter bevordering van de ge
zondheid eri de epidemieën in de cultuurlanden meest
al zeer in het begin worden onderdrukt^ en in de onbe
schaafde landen is het al even moeilijk om een en an
der nauwkeurig na te gaan. Toch is het nog in de
laatste jaren gelukt de beteekenis van de zon in dit
verband vast te stellen.
Bij de jongste influenza en diphtherie-epidemieën is
meer de invloed van den duur der zonneschijn dan van
de zonnevlekken nagegaan. Onder zonneschijn wordt
dan verstaan de uren dat de zon zonder belemmering
door donkere wolken, de aarde kan beschijnen. In
sommige dagen of in regenachtigen tijd is de zonne-
4chijnduur dus korter dan op een helderen zonnedag.
In het einde van het vorige jaar heerschte, zooals
men weet, in Berlijn een ernstige Diphterie-epidemie,
die ook nog in het begin van dit jaar voortduurde. Ei
genaardig is nu dat in 1907 de duur van den zonne
schijn aanzienlijk beneden die V&n andere jaren bleef
(pl. m. 100 uur.) In 1894 kwam ditzelfde voor en ook
in de jaren dat er een influenza-epidemie heerschte,
waren er veel sombere en regenachtige dagen.
Als wij naar een verklaring voor deze verschijnselen
zoeken, dan moet daarbij vooral gelet worden op de
bncteriedoodende kracht der zonnestralen. De kennis
van de juiste werking der zonnestralen is nog slechts
van jongen datum. Wij weten dat de kleur van den
zonnestraal die aanvankelijk wit is, door een prisma in
verschillend gekleurde stralen kan opgelost worden,
die verschillend van invloed zijn al naardat zij rood,
oranje, geel, groen, blauw, indigo of violetzijn. Ookwe-
ten wij dat naast deze .kleuren er nog anderen zijn, die
cns oog echter niet kan waarnemen.
De kennis van den invloed der zonnestralen op de
bacteriën, leidde er toe dat men het zonnelicht ging
gebruiken bij genezing van zieken.
Het vorige jaar scheen het of het goed zou gaan. De
speelholen, die zich in groot aantal hadden opgehoopt
in de oude stad, verdwenen het een na het ander als
gevolg van het krachtig optreden destijds van de be
trokken politiemannen. Toen het den heeren in het
oude stadsdeel Dam en omgeving door de herhaalde
invallen wat te lastig werd gemaakt, gingen ze de
speelholen elders planten, in secties waar minder ener
giek of in 't geheel niet tegen de speelholen wordt ge
ageerd.
De wantoestand in deze quaestie is nl„ dat het op
treden tegen de verderflijke speelholen afhangt van
het initiatief van de betrokken politie-ambtenaren.
Doen deze niets, of weten zij niet met succes tegen de
croupiers op te treden, dan hebben de laatsten vrij
spel en hun brutaliteit groeit met den dag. Op pleinen
en in café's zenden ze hun handlangers uit om arge-
loozen of ook wel liefhebbers van de roulette, jeu de
poule of jeu international mee te lokken naar hun
obscure affaires. Ook worden deze zaken steeds krach
tig gesteund door de talrijke demi-mondaines, die in
haar avond- en nachtcafé's met kwistige hand de
adreskaarten van speelgelegenheden onder hun
„vrienden" verspreiden.
Men zal toegeven dat in die pestholen, waar ieder
een vrijelijk kan binnentreden, een grootgevaar schuilt.
Het gebeurt, dat menschen daar verzeild raken met
veel geld bij zich, dat zij niet hun eigendom kunnen
noemen, of dat voor nuttige zaken hóóg noodig is. En
bijna even dikwijls gebeurt het, dat dezulken door be
doelde vrouwen en hun spel tot op den laatsten cent
berooid de straat opgaan, wanneer het in 't Oosten
reeds weer begint te lichten.
Een en ander wettigt, dunkt ons, een krachtig in
grijpen van de overheid. Niet een optreden overgela
ten aan het toevallig initiatief der politie-ambtenaren,
maar een ingrijpen krachtens wettige voorschriften.
Men heeft hier feitelijk te doen met voor het publiek
toegankelijke buizen van hasard, al betoogen handige
croupiers, en trachten zij het te bewijzen, dat bij het
spel op de z.g. vlotbrug ook van behendigheid sprake
is. I eit is dan toch, dat steeds een betaalde croupier
speelt en zijn behendigheid den spelers niet baat.
I lier in het centrum van de oude stad zagen we ook
weer nieuwe speelhuizen gevestigd, zóózeer trotseeren
de houders ervan de politie, die het hun nu juist hier
niet gemakkelijk heeft gemaakt. Een dier huizen
heeft een reusachtig reclamebord met „jeu nationaal,"
hetwelk s avonds scherp electrisch verlicht de aan
dacht vraagt. liet spel is in al deze pestholen, wan
neer de roulette niet draait, vrijwel hetzelfde: een bil
jart met vlotbrug. Hierin een groot aantal ronde kui
len met kleuren van verschillende nationaliteiten. Op
die kleuren wordt gezet, en de kleur waarin de opge
speelde biljartbal blijft liggen wint. Totdat de bal stil
ligt, rekt de zenuwachtige troep spiders zich hijgend
over het biljart, om dadelijk weer guldens, rijksdaal
ders en tientjes op te gooien voor den nieuwen stoot.
Gunstige beschikking.
De II. IJ. S. M. heeft gunstig beschikt op het ver-
z ek van handelaren van den namiddagsneltrein
LeeuwardenAmsterdam V. V., evenals bij den
Zomerdienst, ook bij den a.g. winterdienst te laten
loopen.
Zaterdag werd op de bovenzaal in 't café „Central"
een vergadering gehouden van de verschillende be
sturen van de groentenvereenigingen aan den Langen-
dijk en omstreken.
Vertegenwoordigd waren de Tuinbouw- en Handels
vereniging „Langedijk en Omstreken," „Nieuw Leven"
te Heer Hugowaard, „Waarland en Omstreken",
„Landbouwbelang" te Noordscharwoude en „De Een
dracht" te Oudkarspel.
De vergadering werd geleid door den voorzitter der
Tuinbouwvereeniging „Lnngedijk en Omstreken", den
heer A. Nobel, terwijl de secretaris van dezelfde ver-
eeniging, de heer S. Zeeman, als algemeen secretaris
fungeerde.
Na opening werden de notulen gelezen van de ge
combineerde bestuursvergadering, gehouden 15 Juli
1.1., die werden goedgekeurd.
Deze bijeenkomst was belegd voor eene nadere be
spreking over het door de verschillende vereenigingen
algemeen genomen besluit, om van het 1 pet. korting
voor de contante betaling van den onderhandschen
handel in groenten, aan den handelaar in het vervolg
niet meer 1/2 pet., maar 1/4 pet. af te staan.
De vereeniging „De Koophandel" aan den Lange-
dijk, heeft op dit besluit geantwoord, dat zij met alle
haar ten dienste staande middelen, dit besluit der
vereenigingen zal tegenwerken. Op deze bijeenkomst
der besturen werd nu opnieuw besloten het besluit
van hare vereenigingen te zullen handhaven. Er werd
uit elke 'vereeniging een commissielid aangewezen,
welke een commissie zullen vormen, die een circulaire
zal opmaken. Deze circulaire zal, namens de verschil
lende besturen door de voorzitters en secretarissen on
derteekend, aan alle leden der verschillende vereeni
gingen worden toegezonden.
Gelijk met deze circulaire zullen de leden ontvan
gen de aangenomen wijzigingen in het onderhandsch
reglement voor den verkoop der tuinbouwproducten.
Algemeen zullen de vereenigingen aan den Lange-
dijk en omstreken (behalve de vereeniging „Groenten-
cultuur" te Broek op Langedijk) den strijd over het
1/4 pet. tegen den handel krachtig voeren.
HOORN, 24 Aug. Aardappelen, gr. Muizen f 0.90 a
0.95, Ronde f 0.a 0.Blauwe aardappelen 80 a f 0.90,
zwarte bessen J%0.roode bessen 9 f 0.a 0.
Doperwten f 0.a f 0.Slaboonen 2 3 ct. pe
ILL. Aardbeziën f 0.a f 0.per halve K.G., pe
ren f 1.305a 2.60, snijboonen f,8.— a 14.per zak,
appelen f 1.40 a 3.
Afslagver. BEEMSTER, PURMEREND en OM
STREKEN.
Op de alslagmarkt werden heden verhandeld
Peulen f 0.— a 0.per 100 pond.
Doperwten f 0.— a 0.— per 100 pond.
zak Tuirihoonen ct. a f 0.per zak.
115200 Slaboonen f 0.18 a 0.35 per 1000.
-Snijboonen f 0.60 a 1.55 per 1000.
mand augurken 14 a 19 ct. per mand.
manden Klapbessen f 0.a 0.per mand.
Roode aalbessen 0 a ct. per pond.
mand Peren f 1.55 a 2.10 per mand.
Appelen f 1.85 a f 3.35.
Handel matig.
Station NOORD-SCHARWOUDE, 24 Aug. Aanvoer
118 zak aardappelen en 53 baal zilveruien en 2856
stuks kool.
Groote muizen f 1.a 1.05, kleinere f 0.45 a 0.55,
eigenheimers f 0.60 a 0.70, graafjes f 1.a 1.20 per
35 K.G. Zilveruien 6.a f 6.70, drielingen f 0.90
a f 1.10 per 50 K.G., gewone nep f 3.50 a 4.roode
kool, stuks, f 3 25 a 5 60. uien f 0.a 0.—,
BROEK OP LANGEDIJK, 24 Aug. 1908. Heden
werd besteed voor
Gr. a'j. aardappelen f 0.50 a 0.65. Muizen aardappe
len f 0.50 a 0.55, kleine f 0.a 0.ronde aardap
pelen f 0.a f 0.per 1/4 ILL., wortelen f 0.80 a 1.40
per 100 bos, bloemkool (eerste soort) f 4 50 a f 8 50
2 ie soort f 2.50 a f 3 50 per 100 stuks, gele kool f 6 a
7.50, Roode kool f 3.50 a 7.zilveruien f 0.