De schouw met een gedeelte der betimmering van de Bruinviskamer.
BINNENLAND.
Ontwerp Bakkerswet.
Mr. C. Pljnacker Hordijk, f
Twee kinderen gestikt.
Uit Schagen.
Uit Anna Paulowna.
Uit de Schermer.
Uit Oudorp
Zeegrint.
Een vreemde zaak.
Bedreiging met een revolver.
Frans Rosier.
Tóch Rosier.
Het ongeluk te Den Haag.
ai«t. D» kre*mlij*i i« vlak »n er is een fries van ge
metseld vlechtwerk, hier en daar versierd met een en
kel blokje blanke steen. Het dak blijft zooals het is,
alleen worden er aan den kant van de Breedstraat en
van de Schoutenstraat een tweetal kappelletjes aange
bracht. Er zijn beneden in den gevel drie kruisven-
•ters, met kleine raampjes, in lood gezet. De banden,
de dorpel», de sluitsteenen en de kordonlijsten worden
gemaakt van blanke Gildehausersteen.
Van binnen wordt de kamer betimmerd met blank
gelaten eikenhout, dat later in den was gezet wordt.
De lambriseering is2 Meter hoog en tusscben de ge
canneleerde pilasters betimmerd met paneelwerk.
De betimmering wordt bekroond door een rondgaan
de kroonlijst, welke bij de deur is gekomist om een
tweetal Jonische halfzuiltjes, waarvan elk een leeuw
tje draagt. De zolderbalklaag bestaat uit vier zware
moerbalken met sleutelstukken waartusschen kinder
balkjes.
In den museumwand, tegenover bet raamfront wordt
een oud-Hollandsche schouw geplaatst, een pracht-
stukje van begin-zeventiende-eeuwsche kunst. De zij
stukken hiervan bestaan uit beeldbouwwerk, waar
schijnlijk uitgevoerd in Gildehausersteen. Van bin
nen is de schouw versierd met oude tegeltjes, waarop
met enkele lijntjes figuren van bloemen en dieren zijn
geteekend.
In den wand aan de Schoutenstraat worden een paar
kastjes aangebracht.
Het eigenaardige van de geheele betimmering is,
dat er zooveel mogelijk gebruik gemaakt wordt van
bestaande fragmenten en dat men alleen wanneer men
te kort komt gaat bijwerken met eikenhout, dat na
tuurlijk ook reeds een hoogen leeftijd heeft.
Zoo is er veel van het materiaal voor de betimmering
afkomstig uit de oude vierschaar en rechtszaal, terwijl
de schouw indertijd werd gevonden in de woning van
den bode Corino en de kastdeuren worden gehaald van
de bodenkamer op het stadhuis. Natuurlijk laten die
oude fragmenten zich gemakkelijker beschrijven dan
behandelen en dikwijls moeten ze verscheidene bewer
kingen ondergaan alvorens ze geschikt zijn om in de
„Bruinviskamer" geplaatst te worden. Men moet ge
zien hebben in welken staat ze verkeeren, om eenigs-
zins een denkbeeld te kunnen krijgen van hetgeen er
te doen is, voordat ze zich hiervoor leenen.
Het spreekt wel vanzelf, dat in deze museumkamer,
waarvan de afmetingen 7.70 bij 4.50 zijn, en waarbo
ven nog een boekenvertrek wordt gemaakt, een pas
send ameublement moet worden aangebracht daar
voor zorgt de burgerij. Op deze wijze wordt onze ar
chivaris gehuldigd, zooals hij dit verdient, door de ge
meente en door de ingezetenen, en wordt ervoor ge
zorgd, dat bij het nageslacht zijn naam bestaan blijft
en in eere wordt gehouden.
Bovendien geeft de Bruinviskamer ons en aan hen,
die na ons komen, een denkbeeld van den rijkdom der
betimmering welke er vroeger in het stadhuis is ge
weest en welke thans grootendeels is verdwenen
Aan de Kamera van arbeid, die uit den aard der
door haar vertegenwoordigde bedrijven daarvoor in
aanmerking komen, ia thana door den minister van
landbouw, nijverheid en handel een ontwerp bakkers
wet toegezonden, met verzoek hierover het oordeel
der Kamers te vernemen, uiterlijk binnen een maand.
Het ligt nl. in het voornemen van den minister be
doeld ontwerp van wet ten spoedigste bij de Tweede
Kamer in te dienen.
Te Haarlem is, 61 jaar oud, na een korte ongesteld
heid overleden mr. C. Ptjnaeker Hordijk, oud-gouver
neur generaal van Ned.-Indië.
GEMENGD NIEUWS.
Gisternamiddag, omstreeks 4 uur, zijn in de Fre-
derikstraat te Amsterdam, op de derde verdieping van
perceel 32, twee kinderen gestikt. De moeder, mej.
Kaiser, had beneden aan de deur staan praten. Boven
komende vond zij de kamer in lichtelaaie staan.
Waarschijnlijk hebben de kinderen, twee jongetjes
van 5 en ll/2 jaar, met lucifers gespeeld. Het oudste
werd in bed gevonden, het jonste achter de wieg.
Toen huip opdaagde waren zij reeds dood.
Het Nederlandsch dubbel mannen-kwartet onder
leiding van onzen vroegeren plaatsgenoot, den heer A.
Hille, dat thans een tournée door Duitschland maakt
en contracten heeft afgesloten met Keulen, Dusseldorf,
Elic rfeld eu Frankfort, heeft met zijn eerste optreden
te Keulen zulk een succes gehad, dat het direct aan
biedingen ontving voor het optreden ook te BremeD,
Hambu g, Berlijn, Koningsbergen en Kopenhag» n.
De gemengde zaugvereeniging „Euphonia" alhier
besloot met algemeene stemmen de gevraagde mede
werking op het 40-jstrig feest der Harmoniekapel in
1909 te verleinen. De medewerking werd n.l. gevraagd
voor het uitvoeren «ener cantate, geschreven voor die
gelegenheid door den beer M. Visser en gecomponeerd
door den heer Dartillact van Tright, directeur van de
„H*rmonie.
Het tot 6 September uitgestelde koninginnefeest
alhier belooft een bijna zoo rijk programma te zullen
hebben als op den feestdag, 1 Sepoember, zelve. Alleen
de poppontentoonstelling ontbreekt en in plaats van
Floraha's-bloemjes krijgen de bezoekers muzieknum
mers van de „Harmonie" hjj de uitgestelde uitreiking
der prijzen. Behalve dus ringrijderij en avondconcert
met lichtgroepen van „Lycurgns" zal een tweede vlie
gerwedstrijd worden gehouden. De daarvoor benodigde
prijzen werden op nieuw aangekocht.
Bij schapen van den heer D. Stolp alhier werd
schurft geconstateerd,
Uit Warmenhuizen.
Tot wethouder is herbenoemd de heer A. Kraakman.
Te Sehoorldam, gemeente Warmenhuizen, brandde
in den avond van den 4den dezer de boerenwoning van
H. de Geus af. Van den inboedel werd niets gered. Al
le» wa» verzekerd.
Bij den storm van Dinsdag werd alhier door den
sterken wind waarschijnlijk een hooswind een
veulen opgelicht en ettelijke meters door de lucht voort
gedragen. Een jongen, die het dier zoo zag zeilen,
schreeuwde van verbazing zoo luid hij kon naar zijn
vader, die spoedig op het veulen toeliep, het onder
zocht maar gelukkig geen lichamelijk letsel kon ont
dekken.
In de vergadering van de afdeeling Schermeer der
Hollandsche Maatschappij van Landbouw werd be
sloten een bijdrage van f 10.te verleeDen aan de
afd. Alkmaar, voor de straks door die afd. te houden
tentoonstelling.
Als afgevaardigde naar de algemeene vergadering
der maatschappij werd benoemd de heer K. Schoone,
en als plaatsvervanger de heer P. Vader P.Dz., en
naar de vergadering van Holland's Noorderkwartier
te Zaandam de heer W. Groot en als diens plaats
vervanger de heer H. Spaan.
Inplaats van de periodiek aftredende bestuursleden
de heeren D. de Boer Dz. en P. Olij die niet her
kiesbaar waren werden als leden van het bestuur
gekozen de heeren P. Vader P.Dz. en J. de Boer,
terwijl uit het bestuur nog als voorzitter werd be
noemd de heer J. RoJff.
De afd. besloot naar aanleiding van den beschrij
vingsbrief te steunen de candidatuur van den heer
K. de Vries te Sloterdijk, als lid voor N. Holland
voor het hoofdbestuur en als leden der finaocieele
commissie de candidatuur van de heeren J. J. Winkel
en Thijsssn, overigens werd den afgevaardigde vrij
mandaat verleend.
Zondagmiddag te halftwee zal Ds. Lindeboom, be
roepen predikant alhier, zijn intreerede houden, na
des morgens te 10 uur bevestigd te zijn door ds. Wer
ner van Stompetoren.
De zeegrint, welke sinds eenige maanden in de
nabijheid van de kusten van Texel, Vlieland en Ter
schelling, door middel van schelpzuigers uit den zee
bodem wordt opgehaald, heeft ook reeds buitenlandsche
afnemers gevonden.
Bereids zijn eenige scheepsladingen naar Embden
verzonden, waar de zeegrint wordt verwerkt in beton
blokken, welke daar ter plaatse aan de havenwerkeu
moeten worden gebezigd.
De grintbanken zijn van grooten omvang, zoodat
aan uitputting in de eerste jaren nog niet valt te denken.
Men meldt aan de Tel.
Ia de joDgst gehouden vergadering van den Raad
der gemeente Dokkum, zijn door den heer Boerma,
lid van den Raad, eenige vragen gesteld naar aan
leiding van handelingen van den gemeente-ontvanger.
Uit deze vragen, zoowel als uit de antwoorden daarop
gegeven, is gebleken, dat het telken jare voorloopig
invorderbaar verklaren van 85 pet. van de aanslagen
in den hoofdelijken omslag tot verschillen aanleiding
hooft gegeven, aangezien sommige belastingschuldigen
100 pet. betaalden en later verzuimden het te veel
betaalde terug te vragen. In hoever die bedragen in
handen van den gemeente-ontvanger berustenis
moeilijk uit te maken, doordat de ontvanger bij de
laatste betaling op de aanslagbiljetten deze dikwijls
met „voldaan" afschreef, zonder cijfers te noemen,
zoodat op een dusdanig gequiteerd aanslagbiljet even
goed 85 als 100 pet. betaald kan zijn.
Intusschen hebben belastingschuldigendie kunnen
aantoonen, dat zij 100 pet. betaald hebben, het recht
de te veel betaalde 15 pet. ten kantore van den ont
vanger terug te vragen, terwijl B. en W. toezegging
hebben gegeven, dat ten opzichte van de inrichting
van kohier en aanslagbiljetten, zoowel als de invorde
ring, maatregelen zullen worden genomen, die derge
lijke en andere verschillen in het vervolg onmogelijk
maken.
Naar aanleiding van het gebeurde te Blaricum,
waarvan ook wij melding maakten, schrijft de hoer
J. Verver aan „de Tel." dat de zaak zich als volgt
heeft toegedragen
Een gezelschap van 5 dames en 4 heeren bezochten
het Paviljoen Blaricum (niet Hotel Verver), haddon
consumptie tbij j zich [en bestelden een gedekte tafel
met servies. Eenige verteriug tot een bedrag van
f 1.60"' werd bovendien gemaakt. Men vroeg de reke
ning, en nu verwonderde men zich, dat voor servies
50 I»ts. per persoon in rekening was gebracht. Men
meende, [dat men op~ eene der mooiste plekjes van
Nederland, in een eerste rang zaak met 9 personen
kon lunchen voor f 1 60, daarbij tevens een tafel
laken,^servetten,"messen, vorken, een tafel met servies
enz. kon gebruiken en een paar uur doorbrengen. Zij
weigerden te betalen, waarop ik telefonisch werd ont
boden.
Dadelijk heb ik toen uiteengezet, dat niets te veel
in rekening was gebracht, dat het regel was, dat voor
servies voor een lunch 50 ets. per persoon wordt ge
rekend en dat ook zij daaraan hadden te voldoen.
Hierop boden zij aan 19 ct. per persoon, erbij zeggende,
dit ook bij Mansdorff en Craiilo te hebben bataaid.
Ik bleef bij den eisch, en beduidde hun, dat zij
hadden te betalen.
Een hunner maakte aanstalten om mij, ik stond in
de deuropening, aan te tasten, waarop ik waarschuwend
zeide„Mijnheer, raak me niet aan want ik ben ge
wapend en de gevolgen komen voor uw rekening."
Van het richten van een vuurwapen, op wien dan
ook, was geen sprake.
Hierna volgde betaling.
Men meldt ons:
Haarlemsche Frans, die om zijn evolutiën als hon
gerkunstenaar het bij het publiek verbruid heeft, die
volgens het oordeel van de groote „men" politie en
justitie en doctoren bij den neus heeft, is iemand die
weidenkenden eer met medelijden vervult. Zijn onge
hoorde boevenstreken en vooral de originaliteit die bij
daarbij aan den dag legt, moge het publiek al met
angst en afkeer vervullen, toch is de man niet die be
hendige sluwe simulant, waarvoor bet groote publiek
hem meent te moeten houden. Wel is hij een onge
woon gevaarlijk individu; iemand die tot alles in staat
is wanneer hij in het nauw komt, maar zijn geheele
toestand is er een van zielsziekte, zich uitend in waan
denkbeelden, vervolgenswaanzin en steelzucht. Volgens
proff Jelgersma en Winkler die hem drie jaren ge
leden geruimen tijd geobserveerd hebben en op last
van de justitie een onderzoek naar zijn geestvermogen
hebben ingesteld is hij een door en door gevaarlijk
waanzinnige, die noch in de gevangenis noch in het
krankzinnigengesticht thuis behoort, iemand die voor
een behandeling volgens de crimineel-psychiatrisch op
vattingen van dezen tijd op het oogenblik nergens
plaatsing kan vinden. Zooals wij reeds gisteren heb
ben medegedeeld is Rosier reeds van kindsbeen af een
dief geweest. Op zijn veertiende jaar bracht bij het
reeds tot bet rooven van vee uit de weide, op zijn 18e
jaar werd hij reeds inbreker en thans, nu hij 34 jaren
oud is, heeft hij al voor meer dan de helft zijner le
vensjaren zich van zijn vrijheid beroofd gezien. Het is
hoogst moeilijk een zeldzaam leugenachtig individu
als Haarlemsche Frans nauwkeurig in zijn levensloop
na te gaan, en omtrent zijn beweegredenen over al zijn
handelingen eenig licht te ontsteken.
De man phantaseert de meest wonderlijke verhalen,
zoodat het hoogst moeilijk is den goeden draad in den
warwinkel van kunstig geconstrueerde leugens en
snoeverijen te vinden. De waanvoorstellingen worden
door hem vertroeteld, zóó zelfs, dat hij zich jaren lang
heeft bezig gehouden met de samenstelling van een
plan voor een vliegmachine. Dat idee fixe heeft hem
nog meer in het ongeluk gevoerd. Als een gevolg zij
ner zucht tot ijdele grootspraak heeft hij zijn plan eens
ontvouwd aan een officier van justitie. Daar heeft
hij geducht berouw van gekregen en de arme man is
zich gaan wijsmaken dat die rechterlijke ambtenaar
hem uit den weg wil ruimen om zich als uitvoerder der
vliegmachine te kunnen voordoen. Hij meent dat deze
rechter hem kopergroen wil toedienen en sinds dien
ongelukkigen inval hem trof proeft bij in alle eten
wat hem wordt toegediend, vergif. Vandaar zijne hon-
gerkuren die niet gesimuleerd zijn, zooals het publiek
meent. Zelfs van huisgenooten bij wie hij in de kost
was, weigerde hij plotseling voedsel, zoo spoedig de on
gelukkige gedachte hem bereikte, dat ook die huisge
nooten wel eens konden deel uitmaken van het com
plot dat zijn leven bedreigde. Vaak is hij dan ook zijn
voedsel gaan stelen, want alleen gestolen voedsel
meende hij te kunnen vertrouwen. Ook de inbraak bij
de weduwe Overgaauw te Gouda waarin bij zich ziek
at aan gedroogde appelen, is waarschijnlijk op reke
ning te stellen van zijn vrees voor ongestolen voedsel.
Merkwaardig is dat de man, die naast zijn psycholo
gische minderwaardigheid gebukt gaat onder criminee-
len aanleg tot diefstal voor zoover kan worden nage
gaan, niet moordlustig is, doch uit vrees voor ontdek
king, vervolging en dergelijke tot alles in staat is, ook
tot moord, wat dan ook reeds eenige malen gebleken
is.
Tegen zijn gewaande vervolgers uitte hij echter de
meest ernstige bedreigingen. Dikwijls neemt hij de
personen die met hem in aanraking komen in vertrou
wen, gewoonlijk om lucht te geven aan zijn lust tot
grootspraak doch wat bij vertelt is meestal phantasie.
Hij schijnt iemand te zijn, die met veel ambitie de
krant" bijhoudt. Daarvan getuigen zijn meerdere le
vensbeschrijvingen, die vaak verrassende staaltjes
van schranderheid toonen, maar waarin ook weer leu
gen, phantasie en grootspraak den boventoon voeren.
Zijn schranderheid doet hem dikwijls sterke toeren
verrichten, doch zijn pathologische toestand nog in
veel grootere mate, anders zou hij zich niet zoo uit
putten en aan ernstig lichamelijk gevaar blootstellen.
Zijn ziekelijke toestand bezorgt hem zelfs wel den lust
om over daken te loopen (tenzij hij de verklaringen
daaromtrent gedaan, ook al verzonnen heeft.)
Waar moet men met dezen man heen, waar het thans
na de nieuwe ontsnapping wederom duidelijk is geble
ken, dat onze krankzinnigengestichten zoowel als de
gevangenissen voor hem niet de aangewezen inrichtin
gen zijn? Voor hem is noodig de afzondering van de
kracht eener gevangenis, met een verpleging als de
waanzinnigen noodig heeft en het toezicht en de be
handeling die overeenkomen met psychiatrische
eischen. Inderdaad staat men hier voor een moeilijk
vraagstuk, want het mag toch niet langer mogelijk
zijn, dat een voor de openbare veiligheid zoo hoogst
gevaarlijk individu ons telkens komt verontrusten, om
na een jacht van weken misschien, als een wild dier
tc worden opgevangen een jacht, die, voorzoover zij
niet met angst gevolgd wordt, nog zeker vermaak aan
het publiek geeft.
Een medewerker van de Tel. die een bezoek aan Me-
dcmblik bracht zegt o.a.
„De indruk, dien ik van de heele geschiedenis heb,
is deze, dat de directie te Medemblik de verpleegden
vrijwel geheel als krankzinnigen beschouwt, en maar
al te veel vergeet, dat ze voor 1/4, voor 1/2, of heelemaal
gevaarlijke boeven zijn. De ontvluchting, eerst van
Heesterveld, een half jaar geleden, waarvan nooit
iemand iets hoorde, daarna die van Veltman, een paar
maanden geleden, hadden tot waarschuwend voorbeeld
moeten strekken. Men heeft er zich blijkbaar niets
van aangetrokken. Zoodra een verpleegde maanden
lang kalmte huichelt, kan hij er van verzekerd zijn,
dat te avond of te morgen de bewaking dermate ver
slapt, dat de kans gunstig is, om den sprong naar de
vrijheid te wagen.
Een nauwkeurig onderzoek naar de toestanden hier,
schijnt niet overbodig.
Waar Frans zich gisteren den heelen dag heeft op
gehouden? Heel ver uit de buurt kan hij niet geweest
zijn, maar waar hem te zoeken? Gelegenheden, om zich
te verstoppen, zijn er bij honderden hier. Het wemelt
op de wei- en bouwlanden van kleine schuurtjes en
varkenshokken, waarin bij een warm plekje kan gevon
den hebben. En ook over zijn kleeding behoeft hij
zich niet ongerust te maken. Op elk erf hangt een
heele garderobe aan de lijn te drogen. L'embarras du
choix, en hij zal vannacht zijn slag wel slaan, 't Ergste
is voor hem de maag- en de beurskwestie. Waar voed
sel en geld vandaan te krijgen? Daartoe moet hij in
breken, en dat is bet juist, wat de menschen hier in
den omtrek angstig over de horretjes doet kijken."
De politie te Amsterdam nam bijzondere voorzorgs
maatregelen en liet bij de Tolhuisboot en bij de Oran
jesluizen zeer scherp surveilleeren op binnenkomende
menschen, ten einde te voorkomen, dat langs een van
deze beide wegen Rosier de stad binnenkwam.
Gisteravond liep het gerucht, dat Frans Rosier, de
bekende uit Medemblik ontvluchte boef, zou zijn aan
gehouden te Middelburg. Later zei men dat hij te
Leiden gesnapt was. Doch dit is niet bevestigd.
Overigens is het volstrekt niet onwaarschijnlijk, dat
Rosier den nacht en den daaropvolgenden dag heeft
benut om zich zoo ver mogelijk van de plaats der ont
vluchting te verwijderen.
Het geheele politiekorps in het land is natuurlijk
mobiel gemaakt. Telegraphisch zijn bevelen tot op
sporing van den gevaarlijken misdadiger gegeven.
Het bericht over de ontvluchting van Frans Rosier
heeft blijkbaar heel wat ontsteltenis veroorzaakt in
het redactie-bureau van een der groote provinciale bla
den. Immers wij lezen in dat blad
„Rosier Faassen werd in 1903 wegens afdreiging
der weduwe Yan Drecht te Haarlem tot 12 jaren, en
wegens poging tot diefstal van kippen in de Czaar
Peterstraat te Amsterdam, waarbij hij een revolver
schot op een herbergier loste, tot 6 jaren, te zamen tot
18 jaren veroordeeld."
De toestand van den man en vrouw te 's-Gravehage,
die eergisteravond nabij Promenade door de electrische
tram werden overreden en thans in het Gemeentezieken
huis worden verpleegd, is naar omstandigheden redelijk.
De in het Militair Hospitaal opgenomen milicien,
een grenadier, wiens familie te Groenlo woont en die
door de Staatsspoor-stoomtram werd overreden, bevindt
zich nog steeds in bedenkelijken toestand.
Van Texel.
Van de bij Oost gezonken tjalk steekt bij vloed alleen
de mast boven het water uit. Het tuig heeft men voor
een groot gedeelte nog kunnen bergen. Met den stoom-
schelpzuïger „Paul Kruger" van den heer Van der Wal
te Harlingen zal men morgen trachten het schip te
lichten. Het schip was verzekerd bij de onderlinge
assurantie-maatschappij "Onderlinge Vriendschap" te
Groningen, directeur de heer L. J. Koning.
Behalve de commissaris der koningin in de provin
cie Noord-Holland, ep de heer Lovink, Directeur-Gene
raal van den Landbouw, heeft ook de minister van
Landbouw, de heer Talma, zijn voornemen te kennen