DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
No. 208.
Honderd en tiende jaargang.
1908.
Deze Courant wordt eiken avond, behalve op Zon- en
Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden
voor Alkmaar f 0,80; franco door het geheele Rijk f 1,
Afzonderlijke nummers 3 Cents.
MAANDAG
Prijs der gewone advertentiën:
Per regel f 0,10. Bij groote contracten rabat Oroote
letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdrukkerij
v/h. HERMs. COSTER ZOON, Voordam C 9.
7 SEPTEMBER.
BINNENLAND.
Uit Hof- en Hoofdstad.
Telefoonnummer 3.
Bij den dienst der GEMEENTEWERKEN
te ALKMAAR worden gevraagd
a. een OPZICHTER,
meer in liet bijzonder voor het bonw- en
woningtoezicht,
op eene jaarwedde van f1200f1500 en
h. een OPZICHTER, op eene jaarwedde
van f700flOOO.
De opening der Staten-Oeneraal.
De Drankwet.
Het kiesrechtontwerp der sociaal-democraten.
gemengd nieuws.
Club de Blenfalsance.
De moordaanslag te Amsterdam.
Een langdurige staking geëindigd.
Uit Heiloc.
Schaak en Damwedstrijd.
ALKMAARSCHE COURANT.
Voor de betrekking sub. a strekt het bezit van
het diploma van bouwkundig opzichter tot aanbeveling
Deelneming in het Gemeente-Pensioenfonds is ver
plicht. Gegadigden, niet ouder dan 35 jaar, gelieven
hunne stukken (adres op zegel) in te zenden aan het
Gemeentebestuur vóór 20 September a.s.
ALKMAAR, Y September.
"Reeds sedert vele jaren heeft men gehoord van een
„zwart kabinet in Rusland." Natuurlijk wordt hier
mede niet bedoeld het zwarte kabinet van de kermis,
waar men de toekomst voorspelt of iets dat er min of
meer op kan lijken. Toch doet het Russische zwarte
kabinet eenigszins denken aan die andere, omdat men
er, volgens de verhalen, tracht door te dringen tot ver
borgenheden en geheimen zonder hokuspokus, maar
mèt succes. Het „zwarte kabinet" in Rusland moet
namelijk een afdeeling van de posterijen zijn, belast
met het openen van brieven en het kennisnemen van
hun inhoud. Officieel is het bestaan van zulk een af
deeling, in dienst van de spionnage steeds geloochend.
Nog onlangs heeft het hoofd van het postbestuur in
antwoord op een redevoering van een afgevaardigde
in de Rijksdoema verklaard, dat het „zwarte kabinet"
een verzinsel is. Doch aan dergelijke officiëele tegen
spraken in Rusland is niet altijd het volle vertrouwen
te hechten de Russische autoriteiten staan niet
steeds met de waarheid op goeden voet. Er zijn sedert
die verklaring merkwaardige onthullingen gedaan
door een zekeren Bakai, die jaren bij de geheime poli
tie in Rusland heeft gediend, maar eindelijk, zooals
hij zegt, voj walging zijn betrekking heeft verlaten. In
een Russisch tijdschrift heeft hij een opzienbarend ar
tikel geschreven, waarin hi j bewijsstukken moet hebben
aangehaald en namen genoemd van personen, die
als ambtenaren aan het „zwarte kabinet" werkzaam
geweest zijn. Het nummer van gisteren van de Ber-
lijnache „Morgenzeitung" maakt uitvoerig melding
van dat artikel. Wij vernemen, dat volgens den schrij
ver het „zwarte kabinet" overal, op alle postkantoren
zijn vertakkingen heeft, zoowel in de groote steden als
in de kleine dorpen, en dat dientengevolge een zeer
groot aantal ambtenaren hierbij werkzaam is. Tn
verschillende steden zijn die ambtenaren in naam be
last met de censuur van buitenlandsche couranten en
andere heeren daarentegen doen niets anders dan brie
ven openen, lezen en overschrijven, waarvoor afzonder
lijke vertrekken ter hunner beschikking staan. Dit
stelsel is reeds lang in werking, maar in 1903 bloeide
het bijzonder, terwijl er in den herfst van 1905 een ze
kere stilstand is geweest, waarna echter weldra weer
op ruime schaal met deze spionnage werd begonnen.
Onderzocht worden brieven, die uit het buitenland ko
men en aHeen die van het binnenlandsche verkeer,
welke om de een of andere reden verdacht schijnen.
Daar het eyepwel teneenenmale onmogelijk is alle brie
ven to lezen, zijn er overal alfabetische registers ge
maakt van namen der bewoners, wier brieven geopend
moeten worden. Af en toe ging men zoo ver, dat niet
alleen de brieven, bestemd voor revolutionnairen, of
voor hen, die hiervoor doorgingen, werden geopend,
maar ook die van bekende politici, ja, de brieven, ge
richt tot de vertegenwoordigers van vreemde mogend
heden werden opengebroken en overgeschreven, beweert
Bakai. Minister Plehwe had zelfs de gewoonte, de
correspondentie van alle bureaucraten, die tegen hem
persoonlijk oppositie voerden, aldus te laten behande
len. Dit heeft aanleiding gegeven tot een eigenaardi
ge gebeurtenis. Toen het hoofd van het departement
van politie, Lopuchin geheeten, na den moord op de
zen gehaten minister, diens papieren nazocht, vond hij
daaronder het afschrift van een door hem zelf verzon
den particulieren brief!
Het spreekt wel van zelf dat er vele hulpmiddelen
noodig zijn, om de brieven te kunnen lezen, zonder dat
de adressant dit merkt aan den brief of aan het cou
vert. Ilieryoor worden o. a. speciale tangetjes gebruikt,
welke in den hoek of in een scheur van het couvert
worden gestoken en om welke de brief dan voorzichtig
wordt opgerold.
De meeste moeite, zegt de schrijver, hebben de amb
tenaren met de brieven van en aan revolutionnairen,
omdat deze meestal in cijferschrift zijn geschreven,
dat moeielijk is te ontcijferen. Men heeft hiervoor bij
zondere personen, ten deele vrijwilligers, die er een eer
in stellen als deskundigen te worden geroepen en die
dit zelfs als een sport gaan beschouwen.
Het „zwarte kabinet" heeft veel kwaad gesticht. Het
heeft dikwijls onschuldige menschen op de bank van
beschuldigden gebracht, daar het samenwerkt met den
krijgsraad. En er zijn, volgens de Morgenzeitung.
onder de slachtoffers verscheiden jongelingen, die aan
hun Wanja's en Sonja's en hoe hunne meisjes verder
mogen lieeten, opgewonden brieven schreven met re-
volutionnaire fantasieën, en die wegens „daden, ge
vaarlijk voor den staat" zwaar werden gestraft.
Een opening van d9 gewone vergadering der Staten-
Generaal door de ministers, als commissie vanwege
Hare Majesteit de Koningin, gelijk 15 dezer zal plaats
hebben, is sedert 1890 niet meer voorgekomen.
In dat jaar verrichtte het toenmalige ministerie de
plechtigheid wegens de ziekte van Koning Willem III.
Na 1890 heeft Koningin Emma als Regentes van
het Koninkrijk telken jare de Troonrede gehouden tot
het jaar 1898, sedert wanneer H. M. Koningin Wil-
helmina zich van die grondwettige taak kweet.
De gewone stoet, welke de Koningin op haar weg
naar het Binnenhof en terug omgeeft, zal dit jaar
achterwege blijven.
De ministers zullen zich in galarijtuigen van het
Hof, voorafgegaan en gesloten door pelotons huzareD,
van het Kon. Paleis naar het gebouw der Tweede
Kamer begeven door de Hoogstraat en langs het
Buitenhof en terug over den Vijverberg.
Naar het Hdbl. verneemt, heeft de Min. van Bin-
nenl, Zaken de volgende missive gericht aan de Ge
deputeerde Staten in de verschillende provincies
De vraag, mij door een der inspecteurs voor het
toezicht op de naleving van de Drankwet gedaan, of
een gemeenteraad geacht moet worden een openbaar
ambt te bekleeden, heb ik gemeend bevestigend te
moeten beantwoorden.
Ik heb de eer, uw college te verzoeken, de Ge
meentebesturen in uw gewest hiermede in kennis te
stellen, opdat zij er in het vervolg bij het verleenen
van nieuwe vergunningen, met het oog op het bepaalde
bij artikel 8, 1ste lid, 16e, der Drankwet, rekening
mede houden.
Uitdrukkelijk zij echter opgemerkt, dat hierin geen
aandrang behoeft te worden gezien om in de bestaande
toestanden in te grijpen door intrekking vau de tot
op dit oogenblik aan raadsleden verleende vergun
ningen. Evenmin is het bedoeling, dat deze voor ver
nietiging in aanmerking zullen worden gebracht.
De memorie van antwoord is verschenen nopens het
wetsvoorstel van de Kamerleden Troelstra, Helsdin-
gen, ILugenholtz, Van Kol, Ter Laan en Schaper
strekkende tot wijziging der Grondwet ten opzichte
van het kiesrecht.
Uitvoerig wordt gesproken over de urgentie van het
kiesrechtvraagstuk.
Betoogd wordt, dat sedert eenige jaren de Neder-
landsche politiek in een crisis van impotentie verkeert,
die de oplossing van allerlei belangrijke en dringende
scciale vraagstukken in den weg staat en de opvolgen
de regeeringen doemt, haar taak grootendeels te be
perken tot administreeren van het bestaande, in plaats
van te hervormen en te vernieuwen.
Vooral de ervaring der laatste jaren toont de urgen
tie van het kiesrechtvraagstuk aan. Dat de huidige
kiesrechtregeling op zich zelf als directe oorzaak me
dewerkt tot de zwakheid en de herhaalde wisselingen
der regeeringen, blijkt uit de verkiezingscijfers van
1905, die aan geen der groote politieke groepen een
meerderheid verschaften en de Kamer vrijwel plaat
sten op het doode punt. Zoolang in het kiesrecht geen
belangrijke wijziging wordt gebracht, blijft het gevaar
bestaan, dat met steeds wisselend succes de groote
groepen om de regeermacht blijven vechten; elke Re-
geering bij gemis eener krachtige meerderheid er voor
terugschrikt, ingrijpende vraagstukken aan de orde te
stellen, en dat deze vraagstukken, worden zij in wets
voorstellen belichaamd, door politieke incidenten en
nederlagen der Regeering binnen of op het eind der
legislatieve periode wederom op den achtergrond wor
den gedrongen.
Een volgende paragraaf is gewijd aan het algemeen
kiesrecht voor de Staten-Generaal.
De voorstellers trachten in het licht te stellen, dat
de arbeiders het kiesrecht behoeven om actief te kun
nen optreden ter behartiging hunner belangen in do
wetgeving. Niet het kiesrecht geeft hun vrijheid en
welvaart, goed onderwijs en al wat de burger van on
zen tijd noodig heeft; neen, zij moeten het zich zelf
geven; maar zonder kiesrecht kunnen zij dit alleen
langs revolutionairen weg; alleen met het kiesrecht
kan dit hun rechtmatig streven binnen de perken van
wet en orde plaats hebben.
Wat het vrouwenkiesrecht betreft, betoogen de voor
stellers, dat de beweging voor vrouwenkiesrecht in da
vijf jaren, sedert de indiening van dit wetsvoorstel
verloopen, zoowel wat de actualiteit als den stand van
het vraagstuk aangaat, zoo snel is vooruitgegaan, dat
veilig kan worden gezegd, dat zij een nieuw stadium
is ingetreden.
Zij wijzen er op, dat op dit punt in de laatste jaren
van een sterke evolutie is gebleken, een evolutie zoo
sterk, dat de voorstellers er vrijmoedigheid in hebben
gevonden, in hun voorstel deze wijziging aan te bren
gen, dat niet meer alleen de mogelijkheid om bij de
wet vrouwenkiesrecht in te voeren in art. 80 der
Grondwet zal worden opengelaten; zoodat bij deze her
ziening omtrent de vraag öf het zal worden ingevoerd,
geen beslissing zou worden genomen; maar dat het
vrouwenkiesrecht in de Grondwet zelf zal worden ge
stipuleerd en wel op de basis, die de voorstellers voor
het kiesrecht willen leggen, die van het algemeen
kiesrecht.
Ten opzichte van de evenredige vertegenwoordiging
blijven de voorstellers van meening dat het voldoende
is, de mogelijkheid der invoering van evenredige ver
tegenwoordiging in de Grondwet open te stellen.
Afschaffing der Eerste Kamer wordt door de voor
stellers een der eerste eischen van democratische poli
tiek genoemd.
„Naar ik uit zeer goede bron verneem, zegt de Haag-
sche Torenwachter van de „Middelb. Ct." denkt men
er aan Buitenlandsche zaken niet aan om onzen ge
wezen gezant bij den heer Castro te laten springen.
Hij moet den Minister van Buitenlandsche zaken vol
ledige opheldering over zijn aanvankelijk onverklaar
bare daad verstrekt hebben; verklaringen welke den
heer De Marees van Swinderen geen aanleiding heb
ben gegeven om den heer De Raus te „straffen". De
Do publicatie van het schrijven van onzen gezant te
Caracas in „Hou en Trou" moet geheel voor rekening
komen van de redactie, wier onvoorzichtige daad ons
land dus in ernstige moeilijkheden heeft gebracht.
De oorspronkelijke copie van het door Castro ge
wraakte schrijven meet er dan ook niet als een offi
cieel stuk hebben uitgezien. Mocht dit zoo zijn, dan
vraagt men zich toch af: hoe is liet mogelijk, dat aan
die heeren redactie-leden met officieele medewerking
toegestaan wordt om copie voor hun blaadje bij onze
consuls en gezanten te verzamelen Daaraan dient
direct een einde gemaakt te worden. Bovendien is
die voorlichting, welke in handelskringen door „Hou
en Trou" wordt verspreid, totaal overbodig, daar onze
handelaren in de consulaire verslagen alles vinden
kunnen, wat zij noodig hebben.
Ook vóór dat de Minister van Buitenlandsche Zaken
in de Kamer over deze zaak inlichtingen zal verstrek
ken, is het voor dtn naam onzer diplomatie zeer ge-
wenscht, dat over de quaestic-De Reus het volle licht
wordt verspreid. Het zal toch al moeilijk genoeg zijn
om het geloof ingang te doen vinden, dat niet onze
gezant „onhandig" is geweest, maar eenige heeren te
Amsterdam, die een blad redigeeren zonder van redi-
geeren eenig verstand te hebben".
„De a.s. Staatsbegrooting zal, naar ik hoop, nog al
meevallen.
Op alle hoofdstukken ia geschrapt in dier voege
dat do eindcijfers zooveel mogelijk in overeenstemming
moesten gebracht worden met die van verleden jaar.
Dat vele noodige uitgaven daardoor zijn komen te
vervallen, behoeft geen verwondering te'baren. Maar
het groote tekort, dat eerst dreigde, is daardoor aan
merkelijk minder geworden en bovendien bestaan er
nog suppletoirs begrootiugen. Wat dus nu nog niet
op de begrooting wordt aangevraagd, kan nog komen.
Het financ ieren van 's lands penningen, vooral al3 de
middelen traag vloeien, is een lastige zaak, maar trch
zoo moeilijk niet of alles komt te recht".
„Het zou ondankbaar, verklaart de Haagsche Kouter
der Prov. Gron. Ct., jegens de Haagsche Team-Maat
schappij zijn, een Haagsch spectator met een enkelen
volzin gewag maakte van den welgeslaagden wedstrijd
door het personeel bij het versieren der tramwagens.
Dat was me een optocht in de hoofdstraten. Een
kijkje op het Plein, waar al die versierde wagens ten
slotte telkens bijeen kwamen, was „allergezelligst"
(zouden al mijne jeugdige vrouw, lijke kennisjes zich
aller-oneigenlijkst uitdrukkenWat hadden die tram-
menschen zich beijverd om iets moois te samen te
knutselen en hoe kwam hier en daar hunne vinding
rijkheid en goede smaak ter dege uit. In de Park
straat en op het Plein, waar ik da verschillende zege
wagens zag, toonde het bonte publiek zich warm in
genomen met die weelderige aankleedpartij van het
voertuig, dat uit zich zelf zoo weinig stof tot versie
ring biedt, want kent men iets lompers en loggers
dan onze vlng-straatwagen Van zoo iets een chi-
neesche drakentempel te maken, zooals men aanschou
wen kon, of een karakteristiek herbergje met stroo-dak,
of een tempel van Pomona of wel een grappige ver
siering uitsluitend uit trambriefjes samengesteld,
bewijst voor de verbindingskracht en het vernuft der
samenstellers. Zij hebben dan ook oer met hun werk
inge oogst en als het op 't s ersieren van 't een t f ander
aankomt, z;,l msn er in 't vercolg tram-beambten Lij
halen".
Schrijvende over da bekende tentoonstelling van
„Opvoeding van het kind" merkt de Haagsche brief
schrijver van de Opr. Haarl. Cc. op
„Het zou zeker interessant zijn oen tentoonstelling,
de speciaal Haagsche, bijeen te brengen van al wat
onze Haagsche kinderopvoeding is en niet moest wezen:
gazen balletdanseres-rokjes op de publieke kinderbals
der Haagsche „professeurs de danse", kindersouper-
menu's, kunstvoorwerpen als prijzen op de cotiilona
der kinderpartijen, de garderobes van een swell-:n-den
dop en een demi-vier-in-'t-klcin, enfin, er zou genoeg
bijeen-te brengen zijn om een overzicht te geven van
de opvoeding zooals zij vaak is en niet mo st wezen.
Uit een cultuur-historisch oogpunt zou dergelijke
expositie van do parodie op onze opvoeding niet zonder
aantrekkelijkheid zijn. 'k Neem dadelijk een postje
in 't teutoonstc-llings-comifé aan".
Nog- geen enkelen keer heb ik, aldus de Amsterdam-
sche briefschrijver der Leeuw. Ct., op Koninginnedag
zooveel walgelijk toegetakelde kerels op straat gezien.
Ik zag een kerel in de Utrechtsche straat in een vuur
rood tricot met een valsche snor onder zijn neus ge
plakt, van dezelfde kleur en met een oranjekleurige
pet; zijn ega, of wat daarvoor doorging, opgedirkt als
eene danseres aan het hof van den koning der Fid-
schi-eilandersik zag groote snaken in bontkleurige
hansoppen, als circus-clowns met suikerbroodvormige
p&pieren mutsen op het hoofd, knapen wier geheele
lompenkostuum van boven tot beneden als geplakt was
niet oranjekleurige vierkante lapjes. Bewijs van deca
dentie? Van moreel verval? Kan het den minderen
man geen zier meer schelen, hoe hij aan een paar cen
ten komt, nu de betere standen zich ook niet schamen
hun zak te spekken met geld, gewonnen in de speelzaal
of de académie de billard?
Ook de Amsterdamsehe medewerker der Prov. Gron.
Ct. spreekt over de wijze, waarop is feestgevierd op
den verjaardag der Koningin.
„Ik heb op Koninginnedag de stad in vele richtin
gen doorwandeld en de losbandigheid van een groot
deel mijner stadgenooten heeft mij daarbij de pret da
nig vergald. Er waren duizenden en duizenden feest
gangers, waarvoor Koninginnedag werkelijk een feest
dag was en die op zeer behoorlijke wijze blijk hebben
gegeven van hunne blijde stemming. Maar voor een
niet onbelangrijk legertje van Amsterdammers was de
dag slechts een voorwendsel om herrie te maken, aan
„God Bacchus" te offeren of godin Venus met een
leelijken bijnaam, dien ik hier niet herhalen zal te
dienen. Reeds des morgens begon het, uit allerlei hoe
ken der stad kwamen, alsof zij het afgesproken had
den, troepjes verkleede pretmakers opzetten. Sommi
ge er van^ ik erken het gaarne, hadden naar humor
getracht, ik zag o. a. een van bloemen en groen ver
vaardigd schip, door eenige mannen gedragen, dat in
derdaad een goed effect maakte, er was een imitatie-
olifant, die zoolang de drank niet. in het spel was, een
tactor voor de algemeene vroolijkheid vormde, er was
een parodie op een automobiel een vernuftig daar
toe omgebouwde handkar, die de algemeene belangstel
ling verdiende, maar verder had men imitatie-beren,
ïmitatie-hardloopers en imitatie-muzikanten, die zoo
lang zij nuchter waren iets bijdroegen tot den pret,
maar vanaf 's namiddags 3 uur waren zij, dank zij de
door hen opgehaalde centen, over het algemeen boven
hun theewater en bedierven aldus het karakter van het
feest. Door de drukste straten dwarrelden daarbij
troepjes jongens, die reeds op klaarlichten dag de
Drankwet hadden overtreden of zich in dien geest
voordeden, en wat het vrouwelijk geslacht betreft
ik ben werkelijk geen Puritein, maar ik heb mijn han
den van verbazing ineen geslagen over de ongege
neerdheid waarmede kwaje meiden van 15 en 16 jaar
rondjoelden, losse praat uitsloegen en zich aanstelden
alsoi het pad der deugd voor haar reeds tot het verle
den behoorde. Het was aanstellerij, ik ben er van
overtuigd, maar daarom niet minder ergerlijk."
Brandwonden gekregen.
Te Zaandam is Zaterdagmorgen bij het opstoken der
vuren aan de artillerie-inrichtingen de vlam met
kracht uit den vuurhaard geslageD, waardoor de
stoker A. ernstige brandwonden opliep aan beide
handen en in het aangezicht. Dr. Huygens, die juist
aan de inrichting was, verleende oogenblikkelijk heel
kundige hulp.
Naar „de Tel." verneemt, deelt de Club de Bienfai-
sance te Amstergam circulaires uit, waarin gezegd
wordt, dat de zéro niet wordt gespeeld. Komt men
dan echter in de Club, dan blijkt het, dat de zéro
we'% gespeeld wordt. Aanzienlijke sommen zijn reeds
weder verloren.
Dj bakkersknecht te Amsterdam, die in verzekerde
bewaring werd gehouden, verdacht van den moord
aanslag op den heer Kruyger in de Marnixstraat aldaar,
heeft gisteren bekend. Bij het getuigenverhoor voor
den rechter-ccmmissaris hebben alle getuigen-den ver
dachte herkend.
De staking aan de tapijt fabriek der firma De Leeuw,
te Nijkerk is geëindigd mot een echec voor de stakers.
De firma wist hot werk loopende te houden met
jouguige krachten, dis niet in staking warm gegaan
on arbeidswilligen deden hot overige.
Op raad van het hoofdbestuur der textiel-arbeiders
hebben de stakers zich weder aangemeld.
De firma is bereid de oude werklieden weer in
dienst te nemen voor zoover en zoodra ®r plaats is.
De staking duurde bijna een half jaar?
Geslaagd voor het toelatingsexamen lot de gemeente
lijke kweekschool voor vroedvrouwen te Groningen m<-i
J. J. Yahl alhier.
De schaak en damvereenigingen V. V. Y. te Alk
maar en Aris de Heer te de Roemster hebben gister
in het Heeren Logement te de Beemster den strijd
hernieuwd.
Klokke 2 opende de voorzitter van A. de II. den
wedstrijd met een welkom den strijders en belang
stellenden toe te roept n, de hoop uitende, dat van
allo zijden dat gedaan zal worden wat den goeden
uitslag kan bevorderen.