DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN. No. 243. Honderd en tiende jaargang 1908. ZATERDAG 17 OCTOBER. Concierge op het Stadhuis, GEMEENTEBODE, Hinderwe t. BINNENLAND. Deze Courant wordt eiken avond, behalve op Zon- en Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden voor Alkmaar f 0,80; franco door het geheele Rijk f 1, Afzonderlijke nummers 3 Cents. Prijs der gewone advertentiën: Per regel f 0,10. Bij groote contracten rabat Oroote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdrukkerij v/h. HERMs. COSTER ZOON, Voordam C 9. Hinderwet. Militaire Zakboekjes. Uit den Raad. Telefoonnummer 3. tevens bewaker van het Stedelijk Museum, De verlofgangers die hunne zak boekjes ter gemeente-secretarie hebben ingeleverd, worden uitgenoodigd deze vóór 26 October a.s. terug te halen. Tweede Kamer Congres voor arbeidersverzekering. Dr. A. Kuyper. Dr. Kuyper zal, nu hij voor Sneek en Ommen gekozen is, voor district Ommen het lidmaat schap der Tweede Kamer aannemen en voor Sneek bedanken. Nederland en Venezuela. De New York Herald (Parijsche editie) ver neemt uit Willemstad, dat president Castro het invoerrecht op stearine heeft verhoogd. Dit wordt beschouwd als een vijandige zet, tegen Nederland bedoeld, wijl de in Venezuela ingevoerde stearine hoofdzakelijk uit Nederland komt. Het station voor draadlooze telegrafie, dat te Willemstad is opgericht, zal den 19 October worden opengesteld. De toestellen worden gestemd op een golflengte van 600 a 700 yards (1 yard 91 centimeter.) ALIMAARSCHE COURANT, BURGEMEESTER en WETHOUDERS Vin Alkmaar roepen sollicitanten op naar de vacante betrekking van op eene jaarwedde van f 500 met drio 3-jaarlijkaehe verhoogingen van f 50, tot een maximum van f 650, benevens het genot van vrije woning, vuur en licht en eene jaarlijksche toelage van f 225 voor het dsge- lijksch schoonhouden van het gebouw en omgeving. Voor deze betrekking komen slechts in aanmerking gehuwde lieden zonder kinderen of met een klein gezin. Ddtlneming in het Gemeente-pensioenfi nds is verplicht. Stukken (adres op zegel) in te zenden aan het Ge meentebestuur vóór 26 October a.s. Persoonlijk bezoek wordt voorioopig niet verlangd. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Alkmaar roepen sollicilanten op naar de betrekking van op eene jaarwedde van f 550, met drie 3-jaarlijksche verhoogingen van f 50 tot een maximum van f 703 benevens eene jaarlijksche vergoeding van f 40 voor onderhoud van esn rijwiel, dat dan benoemde moet toebehooren. Gegadigden naar deze betrekking mogen den ouder dom van 35 jaren niet hebben overschreden. Deel neming in het Gemeente-pensioenfonds is verplicht. Stukken (adres op zegel) in te zenlen aan het Gemeentebestuur vóór 25 October a.s. Persoonlijk bezoek wordt voorioopig niet verlangd. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALKMAAR brengen ter algemeene kennis, dat zij bij besluit van heden vergunning hebben verleend aan P. HAMMES, aldaar, tot het uitbre den van zjjne kistenmakerij, door het bijplaatsen van een zaagmachine in hot perceel Langelaan, wijk E, nos. 7 en 8. Burgemeester en Wethouders voornoemd, Alkmaar, G. RIPPING, Voorzitter. 15 October 1908. DONATH, Secretaris. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Alk maar brengen ter algemeene kennis, dat heden op de gemeente-secretarie ter visie is gelegd het aan hen ingediende verzoek met bijlagen van P. HAMMESaldaarom vergunning tot het uit breiden van zijne kisteninakerij door het bijbouwen van een ketelhuis, waarin te plaatsen een stoomketel met een verwarmend oppervlak van pl.m. 10 M2 ter vervanging van den bestaanden en tot verplaatsing van de bestaande stoommachine van 20 P.K. in het perceel Langelaan, Wijk E, no«. 7 en 8. Bezwaren tegen deze uitbreiding kunnen worden in gediend ten raadhuize dezer gemeente, mondeling op Vrijdag 30 October e.k., 's voormiddags te elf uur en schriftelijk vóór of op dien tijd. Gedurende drie dagen vóór gemelden dag kan de verzoeker en hij, die be zwaren heeft ingebracht, op de secretarie dezer ge meente van de ter zake ingekomen schrifturen kennis nemen. Burgemeester en Wethouders voornoemd, Alkmaar, G. RIPPING, Voorzitter. 16 Oct. 1908. DONATH, Secretaris. De Raadsvergadering van Woensdag zou zoo dachten fwe tevoren nu eens een modelvergadering kunnen worden. Er kwam een niet onbelangrijk voorstel aan de orde, dat goed voorbereid en weloverwogen in het openbaar besproken zou worden. De voordracht van B. en W., regelende de „jaarwed den van het onderwijzend personeel aan de openbare lagere scholen", zat goed in elkaar en, was voorzien van een alleszins hevredigende toelichting. Toen deze voordracht in de Raadsvergadering in behandeling zou komen, vond men het gewenscht haar eerst eens in de secties onder de oogen te zien. Een uitstekende maat regel, waardoor dachten we overbodige langdra dige besprekingen in het openbaar zouden worden voor komen en waardoor men ook gelegenheid zou hebben de gevolgen van een paar amendementen van de hee- ren van Buijsen, Glinderman en Vonk in overweging te nemen. Na de behandeling in de secties kwam een algemeen rapport, geteekend door de heeren Ibink Me ienbrink, Zaadnoordijk en Portuin als rapporteurs. De inhoud van dat rapport was vrij mager. Men vroeg aan B. en W. verschillende financiëele gegevens, welke naar behooren werden verstrekt. Inderdaad mag aan B. en W. een compliment niet worden onthouden voor de volledige wijze waarop zij in dezen den Raad hebben voorgelicht. Men vroeg verder inlichtingen omtrent de amende menten, welke waren ingediend. Dat deze amendemen ten niet van een toelichting waren voorzien, is de eer ste fout, welke bij de behandeling is begaan. Hadden de voorstellers kort en bondig de argumenten samen gevat, welke de heer van Buijsen Woensdag in den Raad breedvoerig ontwikkelde, dan had men de zaak in de secties beter onder de oogen kunnen zien. Ein delijk bleek er een zeer groot principieel verschil te bestaan over het. vraagstuk van de gehuwde onderwij zeres in de school. Het zou echter dachten wij in den Raad wel ltsloopen. Dit is evenwel niet geschied. Het is vast- geloopen en op een zeer bedenkelijke wijze nog wel. De vraag van den heer Glinderman om jaarwedde-re- gelingen uit andere gemeenten was al niet goed en - naar wij uit de discussie afleiden niet gepermitteerd. De lieer Glinderman beweerde, dat hij in de sectie naar die gegevens gevraagd had. Nóch de voorzitter noch de rapporteur herinnerde zich dit. Maar aange nomen, dat de vraag is gesteld, dan had de heer Glin derman, toen het sectie-rapport liem ter teekening werd voorgelegd, moeten ontdekken, dat zijn vraag daarin niet was opgenomen en dan had hij den rapporteur toen op deze tekortkoming moeten wijzen. Ilij heeft dit niet gedaan, heeft ook het college niet gewaar schuwd toen het algemeene rapport was verschenen, doch heeft gewacht tot in de Raadsvergadering. Een dergelijk optreden belemmert natuurlijk in hooge mate de goede behandeling van zaken. De lange discussie over het meetellen van dienstjaren elders had, zooals boven reeds gezegd is, vermeden kunnen worden, in dien dit punt in de secties beter voorbereid geweest v/as. Nu was de behandeling in het openbaar een sectie-behandeling, uitloopende op.... rekensomme tjes En al redeneerende over heele kleine bijzaakjes heeft men om hoofdzaken niet meer gedacht. Men heeft een tweetal artikelen vastgesteld, doch vergeten, dat daarbij nog verschillende zaken moesten worden besproken, al stonden die ook op een andere bladzijde van het rapport. Toen de fout ontdekt was, was het te laat. De heer Uitenbosch legde er zich aanvanke lijk bij neer, de heer van Buijsen probeerde echter den Raad te bewegen, op zijn dwaling terug te komen, maar de Raad was onwillig, ook toen de heer Uiten bosch hetzelfde vroeg. Men had intusschen nog een uitgebreide discussie gehad over de artikelen, betref fende de gehuwde onderwijzeres, een discussie, welke ook al op een rekensommetje uitliep. Had men zich strikt gehouden aan het voorstel van den heer Glinder man, om die artikelen te schrappen, dan had men die ellenlange betoogen niet behoeven te houden, maar kunnen uitstellen, totdat er in deze gemeente mis schien eens een gehuwde onderwijzeres is. Men scheen na deze lange bespreking te vinden, dat de vergade ring al lang genoeg geduurd had, althans men wilde liefst zoo gauw mogelijk stemmen, om te beslissen dat over de vergeten zaken niet meer het woord gevoerd zou worden. Is er wel iemand, die zulk een behandeling zou dur ven verdedigen? Bezien we de zaak nog eens scherp. Er wordt bij de behandeling een fout begaan. De voor zitter bemerkt dit niet en de Raadsleden bemerken dit ook niet. En nu wordt eenvoudig geweigerd die fout te herstellen. Wij willen aannemen ofschoon dit natuurlijk niet zeker is dat die punten, 50 voor verhooging der acte teekenen lager onderwijs indien de onderwijzer het teekenonder wijs in meer dan één klas se geeft op last van B. en W. en Verhooging van de tegemoetkoming in de woninghuur van 100 tot I 150,) waren ze in bespreking gekomen, verworpen werden. Dan had men eenigen tijd langer moeten ver gaderen, zeker, maar dan had men niet door het ver wijt kunnen worden getroffen, dat de behandeling- niet waardig is geweest. Dit verwijt 'kan men thans niet ontgaan en wanneer de onderwijzers den Raad vragen op de behandeling terug te komen en het drie tal vergeten punten in bespreking te brengen, dan hebben ze volmaakt gelijk. Ze zijn soms wel eens wat al te druk met hun requestreeren en verzwakken daardoor den indruk van hun optreden maar in dit geval zou niemand het hun euvel kunnen duiden, in dien zij een verzoek in bovengenoemden geest indien den en wij zouden de argumenten wel eens willen hoo- ren, welke er tegen de inwilliging van zulk' een verzoek ingebracht kunnen worden. Men ziet het dus, hoe treurig deze behandeling is verloopen, hoe het vele werk, tevoren verricht, eigen lijk niemendal heeft geholpen. Men zou, gezien dit resultaat, wellicht gaan wanho pen aan de waarde van een sectie-onderzoek door den Alkmaarschen Raad. Wij geven evenwel den moed niet verloren. Hierboven noemden we enkele fouten, welke aan do behandeling kleven. Vermijdt men die, dan is men al een heel stuk op weg. En nu gelooven we, dat er nog wel een middel is te vinden, om tot een betere afdoening van zaken te komen. Men legge b.v. het zwaartepunt van dit onderzoek meer bij de rappor teurs. Men late deze heeren een voorioopig rapport uitbrengen en dit gezamenlijk behandelen. Over som mige punten zullen zij de meening van de meerder heid hunner sectie wel kennen, voor andere punten zal het wellicht noodig zijn nog een sectie-vergadering te houden. Zoo komen de rapporteurs het gevoelen der meerderheid te weten en dan kunnen ze in hun cen traal rapport met conclusies, met concrete voorstellen komen, waarover gemeenlijk tenzij de opmerkingen van B. en W. aanleiding geven tot het tegendeel weinig in de openbare zitting behoeft te worden go- sproken. Er is dunkt ons met een dergelijke regeling wel eens een proef te nemen, slechter zal de behande ling er zéker niet door worden. Op één punt van de discussie willen we nog even terug komen. Het is de verklaring van den heer Ui tenbosch, dat in de le en 3e sectie een opgave gevraagd is van de kosten, welke inwilliging van de wenscherr van de onderwijzers met zich mede zou brengen, om hun te doen zien, dat het op het oogenblik onmogelijk is, aan die wenschen te voldoen. In de voordracht van B. en W. is er nadrukkelijk op gewezen, dat in de po sitie der onderwijzers herhaaldelijk verbetering werd gebracht. De tot dusverre bestaande regeling is nog geen zes jaren oud en, zeggen B. enW., „van meer dan eene zijde, ook die der onderwijzers, werd den Raad wegens deze regeling destijds hulde gebracht." Sedert is die regeling tweemaal ten gunste van het onderwij zend personeel gewijzigd. De gemeente deed steeds meer dan de wet, zooals die laatstelijk is gewijzigd, eischt. Men had dan ook mogen verwachten, aldus zeggen B. en W. verder, dat het onderwijzend perso neel zoo bescheiden ware geweest, althans het tot stand komen van de bovenbedoelde wetswijziging (van 28 December 1907, krachtens welke de jaarwedden dei- hoofden van scholen en van de onderwijzers van bij stand alle vóór 1 Januari 1909 opnieuw moeten worden geregeld), af te wachten, alvorens zich opnieuw met adressen tot uwe vergadering te wenden. Thans is gebleken, dat inwilliging van de Bonds- wenschen 16275, die van de afdeeling Alkmaar van 't Ned. Onderwijzersgenootschap 18675 zou kosten. Men moet den heer Uitenbosch erkentelijk zijn voor het vragen van deze inlichting en voor de bedoeling welke hij hiermede heeft gehad en men mag vertrou wen, dat de onderwijzers hiervan goede nota zullen nemen. Er kwam nog even een lageronderwijskwestie ter sprake. Mevrouw VerdamDiephuis heeft bedankt als lid van de dames-commissie van bijstand voor het toezicht op het handwerkonderwijs op de lagere scho len. Zij verklaarde in haar adres dat de commissie door het dagelijksch bestuur niet alleen niet gesteund, maar zelfs tegengewerkt wordt. Jammer is het, dat deze aantijging niet door argumenten werd gestaafd. Wellicht is mevrouw Verdam bereid dit alsnog te doen, in welk geval wij haar hiertoe in dit blad natuurlijk gaarne de gelegenheid zullen geven. Een paar opmerkingen ten slotte over het ingeko men adres van den rector en de leeraren van het gym nasium, welk adres in zijn geheel in ons nummer van Maandag werd opgenomen. De heer Glinderman had aanmerking op den toon van het adres, de heer Boel man ter Spill constateerde evenwel, dat andere raads leden het adrear heel goed van toon vonden. Dit is een kwestie van appreciatie, maar we zouden toch zeggen, dat er in het adres geen onvertogen woord voorkomt. En waar de heer Glinderman den lieer tan der Feen den hoofdschuldige noemde, als er een hoofdschuldige was, daar willen we er even aan herinneren, dat de financiëele beschouwingen van den heer van Buijsen alleen aanleiding konden geven tot het voorstellen en aannemen van de motie we hebben in het vorige Raadsoverzicht er juist naar gestreefd, dit duidelijk te doen uitkomen vandaar dat in het adres alleen op gekomen wordt tegen die beschouwingen. Waren deze niet gehouden, was de motie-van der Feen alleen aangenomen in verband met de beide punten, door den voorsteller aangeroerd, dan was natuurlijk een adres van den rector en de leeraren ongeschreven gebleven. Overigens was de heer Glinderman onjuist, waar hij beweerde, dat nog zou moeten .blijken, dat de heer van Buijsen verlaging der salarissen wilde. Had hij de verslagen nog eens er op nageslagen, dan zou de heer Glinderman stellig deze bewering niet hebben geuit. Voorts verbaast het ons, dat de Raad geen aandacht heeft geschonken aan de vraag, in het slot van het schrijven gesteld, n.l. „of het thans aangevoerde mis schien aanleiding kan geven om op het eenmaal geno men besluit terug te komen." Of beteekent het stellen van dit schrijven in handen der commissie dat de Raad deze vraag ontkennend be antwoordt Bij het voortgezet debat over de interpellatie-Troelstra over de werkloosheid bepleitte de heer V a n K o 1 (a.-d. Enschede) reeds nu maatregelen te nemen om door werk verschaffing te voorzien in den nood, welke voor den aanstaanden winter door d-.- werkloosheid dreigt. Uit voering van Staat3werken zal echter voor oogenblik- kelijke voorziening weinig helpen tot keering van werkloosheid. Wat de groote steden betreft, moot bij voorkeur van gemeentewege, met leiding door de Re- geering, werkverschaffing worden beproefdde Re geering moet de gemeentebesturen aansporen dadelijk te laten onderzoeken welke buitengewone werkzaam heden allereerst in aanmerking komen. Spr. noemde bijvoorbeeld aanleg van volksparken en speelterreinen, ophooging van lage gronden en het maken van eenvoudige meubelen, kleeding, schoeisel, om daarmede weder armenzorg te kunnen uitoefenen. Wanneer de Staat de gemeenten dan geldelijk steunt, kan eene dergelijke werkverschaffing nuttig helpen. Ten plattenlanda zouden moerassen, poelen enz. kunnen drooggelegd worden. Ook zou men kunnen overgaan tot verbetering van wegen, verbinding van kanalen met groote wateren, ba vloeiing van heide gronden. De heer P aa stoor B (K. Beverwijk) betreurde, dat de heer Troelstra in het ernstige neutrale vraag stuk der werkloosheid coor een achterdeurtje de poli tiek had gehaald, door maar al van zijne partij te spreken. Spr. zou niet gaarne willen, dat dit hoogst ernstige vraagstuk verzeild geraakte in de politieke wateren. Het was den vorigen winter te Amsterdam een treurig verschijnsel. De leiding van de werkloosheid- leniging was in verkeerde handen. Spreker schetste voorts den omvang der werkloos heid. Tot het tegengaan van werkloosheid zou kunnen helpen een verbod van vrouwen- en kinderenarbeid. Maar vooraf moet de Rsgeering zich ernstig van haar plicht bewust zijn en de behulpzame hand uitsteken. Da heer R e y n e critiseerde Js ministers afwach tende houding. Hij verklaarde aan de motie-Treub de voorkeur te geven boven die van den heer Troelatra, welke, óf te eng óf te ruim is. Spr. oordeelde, dat voor de toekomst in versterking van productieve kracht van ons land een middel is gelegen om een der oorzaken van werkloosheid weg te nemen. Spr. bestreed veryolgens de rede van den heer Van Citters. Spr. bepleitte nogmaals versterking van de productieve kracht van on3 landechter niet op pro tectionistische wijze, maar door bevordering van groofe werken, als daar zijnbevaarbaarmaking van de Maas, afsluiting van de Zuiderzes, enz. De heer Van Wichen opperde het denkbeeld om een gedealte van de duingronden dienstbaar te maken aan land- en tuinbouw. De heer Goeman Borgesius critiseerde de rode de3 ministers, welke neerkwam op het oudoi'W9t- sche, wreedelaat-maar-waaien-systeem. Gelukkig, dat mannen als Nolens, Passtoors en anderen er anders over denken. De spreker werd een paar malen g< ïuterrumpeerd door den minister, die opmerkte det hij verkeerd begrepen was. De heer Tro&lstra (S.-D. Amsterdam III) inter rumpeerde dat de minister dan blijkbaar bekeerd was. De heer Borgesius (U.-L. Enkhuizen) verklaarde zich in zijn verder betoog principieel tegen het door den heer Treub aangegeven middel van het leggen van een extra werkloozenbelasting op de industrie. Spr. maande de Regeering aan reeds dadelijk te doen wat hun hand vindt om te doen tot leniging van den nood. De heer De Klerk (U.-L. Rotterdam II) was voorstander van het instellen van een onderzoek, maar hij drong er tevens bij den minister op aan om reeds aanstaanden winter hulp te verlaeaon. 't Geven van subsidie aan gemeenten voor dadelijke hnlp achtte hij beat mogelijk. Do heer L o h m a n (Chr.-H. Goes) wees op het versehil tuaschen de arbeidstoestanden van vroeger en thanr. Vroeger werd in tijden van weinig werk gewerkt tegen lagar loon, maar thans, bij opdrijving van loon niet slechts voor bekwame werklieden, ge beurt 't, dat vele werkloozen weigeren onder een bepaald loon werk te verrichten. De werkloosheid vergroot, 't Is verkeerd iets aan het volk te beloven, wat niet kan worden nagekomen. De arbeidersstand is in de eerste plaats geroepen, evenals ieder ander, zichzelf te helpan. Wanneer men maar zegtge kunt op de regeering rekenen, dan verslapt men het weerstandsvermogen. Tot hulpver leening is de overheid in deze niet ia de eerste plaats verplicht. De Minister Heemskerk beklaagde zich dat men hem op verschillende punten misverstaan heeft. De opvatting, dat do regeering niets met de zaak zou te maken willen hebben, is absoluut in strijd met 's mi nisters woorden. De minister kwam op tegen 's heeren Troelstra's methode van spreken en tegen diens beleedigingen, opgesloten in verwijten van wreedheid, lichtvaardig heid, enz. aan 's ministers adres. De regeering geeft zich voldosnde rekenschap van het vraagstuk der wer keloosheid. Het gaat haar zeer ter harte. In 't algemeen zal de werkloosheid wel niet te voorkomen zijn. Wellicht zijn er middelen te vinden tot verminderingals door pensioen verzekering, ver hooging der productieve kracht van het land, oyer- woging van noodstandswerken, om die in de toekomst bij eventueels werkloosheid uit te voeren, tegengaan van langen arbeidsduur en overuren en van den ar beid door te jeugdige personen. Hoewel erkennende, dat het wenschelijk is de werk- loozonverzekering te bevorder an, betoogde de minister met beroep op Eogeland, dat van oen dergelijke ver zekering tot keering van h&t euvel niet te veel moet worden verwacht. De Minister moet nu nog over de eigenlijke inter pellatie spraken. Het is zijn schuld niet dat hij reeds ll/2 uur over iets anders moest spreken. Do V oorzitter verdaagt dan de vergadering tot Dinsdag 11 uur. Het internationale congres voer arbeidersverzekering heeft besloten, dat het eerstvolgend congres ta Am sterdam zal worden gehouden.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1908 | | pagina 1