DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN. Ontwerp-plan van uitbreiding der Gemeente. binnenlandT No. 258. Honderd en tiende jaargang WOENSDAG 4 NOVEMBER. FEUILLETON. 1908. Deze Courant wordt eiken avond, behalve op Zon- en Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden voor Alkmaar f 0,80; franco door het geheele Rijk f 1, 7V Wonderlijke nummers 3 Cents. Prijs der gewone advertentiën: Per regel f 0,10. Bij groote contracten rabat Oroote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdrukkerij v/h. HERMs. COSTER ZOON, Voordam C 9. Ems er Pastilles De Roode Pimpernel Telefoonnummer 3. Naloting voor de Nationale Militie. Tweede Kamer. Toelatlng tot de Kon. MIL Academie. ALKMAARSC COURANT. 50 CENT PER DOOS BURGEMEESTER en WETHOUDERS der ge meente ALKMAAR; Overwegende, dat JOH AN" WILLEM STOUTJES- DIJK, geboren te Amsterdam 12 Augustus 1883, in dertijd niet binnen deze gemeente voor de Nationale Militie werd ingeschreven en dat er door den heer Commissaris der Koningin in deze provincie geacht worden termen te bestaan om belanghebbende op grond van art. 37, lo der Militiewet 1901 alsnog tot eene naloting voor deze gemeente toe te laten; Qelet op de artt. 37, sub lo, 38 en 39 der Militiewet 1901; Brengen ter kennis van belanghebbenden, dat de be doelde naloting zal geschieden op VRIJDAG 13 HO VEMBER a.s., des voorm. 10 uur, in een der lokalen van het Stadhuis. Hij Wordt mitsdien opgeroepen, om zich op dien dag, des voorm. 10 uur, aldaar te bevinden om te loten en opgave te doen van de reden van vrijstelling die hij ter zake van de Militie vermeent te moeten inbrengen. Burgemeester en Wethouders voornoemd, O. RIPPING, Voorzitter. DONATH, Secretaris. Alkmaar, 29 Oct. 1908. Het HOOFD van het bestuur de Gemeente ALK MAAR, Gelet op artikel 28 alinea 4, 6 en 6 der Woningwet, BrjDgt ter algemeene ken lis, dat het ontwerp-plan van uitbreiding [dezer gemeentemet uitvoerige kaarten en grondteekeningen op de Secretarie dezer gemeente (bureau Gemeentewerken aan de Stads- timmerwerf) voor een ieder ter'inzage is nedergelegd tot 7 November a.s. Alkmaar, 9 October 1908. Het Hoofd'van het bestuur voornoemd, G. RIPPING. ALKMAAR, 4 November. De groote, beslissende slag in den Amerikaanschen kiezersoorlog is gisteren geleverd: gekozen zijn de pre- sidentskiezers. Men weet dat deze slag van overheersehenden in vloed is op het wel en wee van duizenden en nog eens duizendenin de Vereenigde Staten wordt na de ver kiezing van een president, dio een tegenstander is van zijn voorganger, niet alleen van politiek, maar ook "win personeel gewisseld. Het is deze omstandigheic vooral, die ons de Amerikaansche nevenverschijnselen van een verkiezing doen begrijpen, welke alle het ge volg' zijn van het eene doelelkaar zooveel mogelijk te overtroeven. Als candidaat-Bryan in een vergadering veertien minuten achtereen wordt toegejuicht, dan heeft candidaat-1 aft den volgenden dag zeventien minuten het gebrul van een vergadering aan te hoo ïen, heeft 1 aft negentien uur in een etmaal gewerkt, dan hoort men al heel gauw, dat Bryan 21 uur achter een verkiezingswerk heeft verricht. En als de Bryan- mensclien een optocht organiseerden van een uur lang DOOR BARONESSE OROZY naar het 217de duizendtal van de Engelsche uitgave DOOR EI). VAN DEN GHEIJN Jr. 1) o EERSTE HOOFDSTUK. PARIJS: SEPTEMBER 1792. Een deinende, ziedende, rumoerige menschenzec menschen alleen in naam, want voor onze gezichts- en gehoororganen schijnen zij niets anders dan een wilde horde, opgezweept door lage hartstochten; wraakzucht en haat. De tijd: kort vóór zonsondergang; de plaats: ten Westelijke Barricade. Gedurende het grootste gedeelte van den dag had de guillotine haren vreeselijken arbeid verricht: alles waarop Frankrijk in vervlogen eeuwen prat ging, his torische namen, hoogo adel, had den cijns betaald aan haar begeerte naar vrijheid en broederschap. Men had op dit gevorderd uur van den dag de slachting' alleen gestaakt, omdat er vóór het tijdstip van de naclitslui- ting der poorten van Parijs, meer belangrijke vertoo- ningen voor het volk waren weggelegd. Daarom haastte zich de menigte om de Place de la Grève te verlaten en naar de verschillende barricaden zich te begeven, ten einde van dat belangwekkend en vermakelijk schouwspel getuige te zijn. Men kon er iederen dag van genieten, want die aristokraten waren zulke idiotenZe plachten hun va- deiland te verraden, ze wilden het prijs geven aan zijn vijanden, en daarom waren ze natuurlijk verraders van het volk, zij met hun allen, mannen, vrouwen en kin- tieren, die als zijn oude adel, Frankrijks glorie hadden dan zetten de Taftmenschen een stoet in elkaar van anderhalf uur, en als er van Taft wordt beweerd dat hij een misdaad heeft begaan, dan wordt spoedig Bry an een nog grooter misdrijf ten laste gelegd. Immers men voelt in Amerika verbazend veel voor „het grootste." Nu was Taft zijn tegenstander in één ding de baas: hij had de „grootste man" op zijn hand. Teddy Roose velt had Billy Taft tot zijn kroonprins gekozen. Wat nog nooit was geschied, gebeurde thans: de man die in het Witte Huis te Washington zetelde, had zijn eigen opvolger aangewezen. Men vond dat dit niet te pas kwam, dat dan een republiek ten slotte ook een soort erfelijke dynastie kreeg, maar de president lach te wat en ging kalmpjes zijn gang, leidde de campagne in eigen persoon, stuurde zijn ministers voor Taft den boer op, schreef open brieven aan kiezers, ontving kies- vereenigingen, sprak zelfs hier en daar, beschuldigde, en loog er maar raak op los. Sommigen dachten, dat president Roosevelt door dit optreden de grootste on handigheid had begaan, die hij kon doen, maar de man wist wel wat liij deed: hij kent zich zelf en hij kent zijn volk. Toch was de afloop van dezen vinnigen strijd, die kalm werd begonnen, maar buitengemeen hartstochte lijk werd geëindigd, niet zeker. Toen indertijd bekend werd dat Bryan ten derde male de candidaat der de mocraten zou worden, lachten de republikeinen in hun vuistjede Amerikanen zouden niet gauw iemand kie zen, die ze reeds tweemaal niet wilden, dachten ze. Maar dit is niet meegevallen, immers Bryan heeft deze keer heel wat meer kans gemaakt dan te voren. Wel wantrouwde men hem, maar door zijn groote welspre kendheid en zijn groote werkzaamheid heeft hij het ditmaal ver gebracht. Het geheele optreden van pre sident Roosevelt bewijst, dat de republikeinen bang waren. De voorspellingen werden dan ook met niet zooveel zekerheid geuit als anders. De verkiezingen zijn aldus ingericht, dat er presidentskiezers werden geko zen, in het geheel 483 stuks. Deze gekozenen kiezen op hun beurt den president en zoodra deze kiezers bekend zijn, weet men wie tot president gekozen zal worden, zoodat deze laatste verkiezing feitelijk een vorm is en niets meer. Aangenomen werd dat Bryan stellig 213 stemmen zou krijgen en Taft 204. De overblijvende 66 stemmen zouden dus de beslissing moeten geven. Uit den Staat New-York zouden 39 stemmen komen. Daar lag dus de beslissing- en daar werd dan ook het hardst gewerkt, temeer omdat deze Staat voor geen der par tijen als zeker gold en er hier wat men in Amerika noemt „een politieke aardbeving" zou kunnen plaats kobben. De telegrammen zeggen evenwel dat New-York Taft heeft gekozen. En als dit inderdaad zoo is, dan heeft gisteravond William Jennings Bryan, voor den derden maal een tegencandidaat, die ditmaal William Taft heet, gelukgewenscht men den uitslag voordat hij van een welverdienden nachtrust ging genieten, en heeft men in het democratische hoofdkwartier de lichten uitgedraaid, terwijl de republikeinen in volle glorie de champagne hebben laten schuimen. Dan kan presi dent Roosevelt gerust zijnzijn geest zal blijven rond waren in het Witte Huis te Washington en op de po litiek van Taft zal het etiket „Roosevelt" te lezen staan. Er is een andere man aan het hoofd der Ver eenigde Staten gekomen, een man die wat dikker is dan zijn voorganger en er ook een beetje vriendelijker uitziet dat is alles. De zaak wordt op den zelfden voet voortgezet. Grappig toch, dat er zooveel herrie*- noodig is om het precies zoover te brengen als men te voren was en dat noemt men nog wel vooruitstrevendheid De Tweede Kamer heeft gisteren besloten tot Kerst mis de vergaderingen 's ochtends 101/4 uur aan te van gen en ook des Maandagmiddags te vergaderen. De voorzitter stelde voor, morgen de behandeling der In dische begrooting aan te vangen, maar op voorstel Van den lieer van Kol werd besloten met 30 tegen 29 stemmen daarmede eerst Donderdagochtend te begin- Een wetsontwerp is ingediend, dat de strekking heeft om den toevloed van adspiranten voor een plaat sing aan de Koninklijke Militaire Academie te ver- grooten. In de toelichting- zeggen de ministers van Oorlog en van Koloniën o. a., dat het getuigschrift eindexamen H. B. S. met 5-jarigen cursus voldoenden waarborg oplevert, dat de bezitter het onderwijs aan de K. M. A. met vrucht zal kunnen volgen. Zij willen echter nog Verder gaan en het gebruikelijke toelatings-examen geheel doen vervallen. De cadetten, leerlingen van het 2de studiejaar der cadettenschool, leggen aan de cadettenschool een over gangsexamen naar de Koninklijke Militaire Academie af, loopende over de vakken of de onderdeelen van vak ken, waarin gedurende dat studiejaar onderricht is ge geven. Burger-jongelieden mits physiek geschikt die kunnen overleggen het diploma eindexamen H. B. S.. liet diploma „Staatsexamen" tot toelating aan de Uni versiteit en het diploma tot toelating aan de Techni sche Hoogeschool, worden tot de Academie toegelaten voor het leger en het wapen hunner keuze. Zijn er voor eenig wapen meer adspiranten dan plaatsen, dan moeten die adspiranten zich onderwer pen aan een rangschikkingsonderzoek, opdat kunne worden vastgesteld in welke volgorde zij in aanmer king kunnen komen voor de vervulling van de openge stelde plaatsen. Het rangschikkingsexamen zal loopen over wiskun- ('c (nl. rekenen, stelkunde met gonio- en trigonome trie, meetkunde en beschrijvende meetkunde), geschie denis, Nederlandsche, Fransche, Duitsche en Engel sche taal (geen letterkunde.) Bijzondere eischen voor toelating bij artillerie of genie in welken zin ook worden niet gesteld. Er zal echter terwijl er evenals tegenwoordig 2 rang lijsten worden opgemaakt, één voor infanterie en ca valerie en 'één voor artillerie en genie bij het sa menstellen van de lijst voor artillerie en genie aan de wiskundige vakken een belangrijke invloed worden toe gekend, zoodat de adspiranten, die doen vermoeden, dat zij den meesten aanleg bezitten voor de voor artil lerie en genie vereischte studiën, hooger op de rang lijst voor die wapens worden gebracht, tengevolge waarvan zij desgewenscht dus de voorkeur ge nieten bij liet bezetten van de voor bedoelde wapen s opengestelde plaatsen. RECHTZAKEN. Arrondissements-Rechtbank te Alkmaar. Zitting van Dinsdag 3 Nov. Diefstal van een broek. De eerste beklaagde heden was Meijer W., schoen maker te Amsterdam, thans gedetineerd in het huis van bewaring alhier. Hem was ten laste gelegd, dat hij den lOen October uit de étalage van den heer En geln aan de Laat, hoek Payglop, alhier, een manches terbroek had weggenomen. Beklaagde bekent het feit en vertelt, dat hij van Amsterdam naar Alkmaar was gekomen om werk te zoeken, 's Nachts heeft hij in het politie-bureau geslapen en 's morgens is hij door de stad gaan zwerven. Toen hij voorbij Engeln kwam en daar een broek zag hangen aan een haak, werd de verleiding hem te sterk. Hij nam het kleedingstuk fluks van den haak af en zette het ermee op een loo pen. Nabij het kruithuisje aan het bolwerk kroop hij in een boschje en trok den broek daar over z'n andere aan. Getuige Petrus Fellinga, rechercheur, heeft een on derzoek ingesteld naar aanleiding van een klacht van Engeln. 't Signalement, dat deze van den dief op gaf, kwam geheel overeen met dat van W., zoodat hierdoor 't onderzoek zeer vergemakkelijkt werd. Bij zijn arrestatie gaf beklaagde op den broek in Amster dam op den Nieuwendijk voor 3.75 te hebben ge kocht. öetuige Johanne# Gerardus Engeln kwam dien mid dag om een uur of vier zijn étalage eens nazien en bemerkte, dat de broek, ter waarde van 3.50 verdwe nen was. Getuige Pieter Klaas Raat had den diefstal gezien en herkent beklaagde. De officier van justitie acht het wettig en overtui gend bewijs in deze zaak geleverd en eischt 6 maan den gevangenisstraf. Mr. Dorbeck, verdediger voor beklaagde, roept de clementie der rechtbank in. B e d e 1 a r ij. De volgende beklaagde, Maarten van der S., arbei der te den Helder, thans gedetineerd, liep op den 8en October 's avonds op den Geestersdngel alhier, te be delen. Den brigadier der rijksveldwacht, Evert van Broekhuizen, alhier, vroeg hij om een cent. Deze gaf evenwel geen gehoor aan zijn vraag, maar nam hem mee naar hui,s waar hij hem brood en koffie gaf. Vervolgens bracht hij hem naar 't politie-bureau. Beklaagde bekent het hem ten laste gelegde, zegt geen werk te hebben kunnen vinden en toen een mid del te hebben beraamd om naar een of andere werkin richting te komen. Thans beweert hij evenwel er lie ver maar niet heen te gaan. Door den officier van justitie werd 12 dagen hech tenis geëischt. Vernieling. De beklaagde Cornelis van der K. te Hoogwoud had op Donderdag 17 September bij Klaas Rempt aldaar een glasruit verbrijzeld, door er een steen door te gooi en. 's Middags om half drie zag Jikke de Wilde, huis- uitgemaakt. Hun voorzaten hadden het volk ver drukt, vertreden onder de hakken van hun elegant schoeisel, maar nu was het volk heer en meester van Frankrijk en verpletterde zijn vroegere tirannen niet onder zijn hielen, want het meerendeel had geen schoenen in die dagen neen, het volk vertrapt zijn verdrukkers onder een meer effect sorteerend gewicht: het scherp snijdend mes der guillotine. En dagelijks, van uur tot uur eischte het afschuwe lijk werktuig zijn talrijke slachtoffers: grijsaards, jeugdige vrouwen en kleine kinderen, waarbij de dag gloorde in het verschiet, waarop het onverzadelijk monster het hoofd zou vorderen van een Koning en van een schoone jonge Koningin. De aristokraten trachtten zich schuil te houden en te vluchten: daarin juist lag het grappige van de hee- le geschiedenis. Iederen namiddag vóór het sluiten der poorten, waarop de marktwagen in rijen de ver schillende barricaden voorbij trokken, beproefde een dwaze aristokraat de waakzaamheid van het Comité' der Openbare Veiligheid te verschalken. Onder ver schillende vermommingen trachtten zij door de kor dons te sluipen, die door de burgersoldaten der Repu bliek zoo streng werden bewaakt. Mannen in vrouwen gewaad, vrouwen in manskleeren, kinderen vermomd als bedelaars, ze waren allen adellijken die Frankrijk wilden ontvluchten, naar Engeland of eenig- ander land een heenkomen zochten, om daar de bewoners op te hitsen tegen de roemrijke revolutie, dan wel er een leger te recruteeren, dat de rampzalige gevangenen van den Tempel, die eenmaal Frankrijks heerschers waren, zou bevrijden. Maar doorgaans werden ze bij de barricaden gesnapt. Sergeant Bibot vooral, die bij de Westerpoort de wacht commandeerde, bezat een verwonderlijk neusor- gaan om, van een aristokraat, al ware deze ook nog zoo vermomd, terstond de lucht te krijgen. Dan hail je natuurlijk de poppen soms een kwartier lang aan het dansen. Bibot had de gewoonte met zijn prooi te spelen als de kat met de muis. JaBibot had er een handje van de zaken van hun humor is tischen kant te beschouwen, en het loonde de moeite wel in de buurt te blijven van die Westerbarri cade, om eens te zien hoe hij een aristokraat betrapte op heeter daad, in een poging onj aan de wraak van het volk te ontkomen. Nu en dan placht Bibot zijn slachtoffer werkelijk uit de poort te laten, den adellijken heer, voor een paar minuten althans, het genoeglijk bewustzijn gun nend dat hij inderdaad uit Parijs was ontsnapt. Maar als de rampzalige tien meters nagenoeg in het open veld had afgelegd, zond hij hem twee man achterna, cue hem terugbrachten, ontdaan van zijn vermomming. Zekerdat was uiterst grappig, want even dikwijls ontpopte zich de vluchteling in eene vrouw, liefst een maikiezin, die vreeselijk komiek deed, als zij begreep in de klauwen van Bibot te zijn verzeild, met de we tenschap dat Mevrouw Guillotine des anderen daags haar wachtte. Geen wonder dus dat op dezen fraaien achtermiddag in September de schare nabij Bibot's barricade in op gewonden toestand verkeerde. Zij had dien dag een honderdtal adellijke hoofden onder het slachtmes zien vallen, zij wenschte zich te vergewissen of er daags daarna nog- weer honderd in de zandmand zouden bij ten. Bibot zat op een omgekeerd leeg vat, dicht bij de poort der barricade; een klein detachement burgersol daten stond onder zijn bevelen. Er was in den laatsten tijd heel wat te doen geweest. De aristokraten hadden het onmogelijke gedaan om uit Parijs weg te komen. Iederen dag had Bibot do voldoening gesmaakt een of anderen vluchtenden koningsgezinde te ontmaskeren en dezen ter vonnissing op te zenden naar het Comi té der Openbare Veiligheid. Robespierre en Danton hadden beiden Bibot lof toe gezwaaid voor zijn activiteit, en Bibot koesterde een hoogen clunk van zichzelf, dat door zijn toedoen min stens vijftig aristokraten met de guillotine hadden kennis gemaakt. Maar vandaag hadden alle sergeanten, die de wacht hadden bij de onderscheiden barricades, speciale or ders ontvangen. Sedert een paar dagen was het een groot aantal royalisten gelukt uit Frankrijk te gera ken en veilig in Engeland te landen. Zonderlinge ge ruchten liepen er aangaande deze feiten; ze waren dikwijls voorgekomen en stoutmoedig uitgevoerd; groote opgewondenheid hadden ze veroorzaakt onder het volk. Sergeant Grospierre had het schavot moe ten beklimmen, omdat hij langs zijn neus weg een hee- le familie koningsgezinden uit de Noorderpoort had laten ontsnappen. Men wilde weten dat die uittochten waren geslaagd door Engelschen wier moed ongeëvenaard scheen, en die uit louter bemoeizucht met iets wat hen niet aan- ging, hun vrijen tijd besteedden om de guillotine van haar slachtoffers te berooven. Deze geruchten namen weldra buitensporige vormen aan; geen twijfel of de bemoeizieke Britten bestonden niet in de verbeelding, bovendien schenen ze als aanvoerder te hebben een man wiens kranige heldenmoed aan het fabelachtige grensde. Zonderlinge praatjes deden de ronde hoe hij en de aristokraten die hij bevrijdde, plotseling onzicht baar werden, als ze de barricaden naderden en door mets minder dan bovennatuurlijke macht ontsnapten aan de waakzaamheid der ééne en ondeelbare Repu bliek. Niemand had ooit deze geheimzinnige vreemdelin gen gezien, als er sprake was van hun leider, sidderde liet volk als voor een bovenaardsch wezen. Het ge beurde nu en dan dat burger Eoucquier-Tinville, voor zitter van liet Comité der Openbare Veiligheid, in den loop van den dag een reepje papier ontving uit een geheimzinnige bronj bijwijlen vond hij bet in zijn jas- zak, dan weer overhandigde iemand het hem op straat, terwijl hij zich naar de vergadering begaf van het Co mité. Dat papier bevatte steeds een korte mededee- lmg dat de troep bemoeizieke Engelschen aan het werk was en droeg bij wijze van handteekening altijd een bloempje in den vorm eener ster, in Engeland ge naamd „Rooie Pimpernel." Nog voordat een paar ui en na ontvangst van het kattebellet je waren ver- loopen, vernam het Comité der Openbare Veiligheid, lat zooveel en zooveel koningsgezinden en aristokra ten erm geslaagd waren het zeestrand te bereiken en veilig op weg naar Groot-Brittannië zeilden. j-v (Wordt vervolgd.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1908 | | pagina 1