DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
Groote Paardenmarkt
Honderd en tiende jaargang
ZATERDAG
Uit school en huis.
FEUILLETON.
7 NOVEMBER.
No. 261
1908.
Deze Courant wordt eiken avond, behalve op Zon- en
Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden
voor Alkmaar f 0,80; franco door het geheele Rijk f 1,
Wonderlijke nummers 3 Cents.
Prijs der gewone advertentiën:
Per regel f 0,10. Bij groote contracten rabat Oroote
letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdrukkerij
v/h. HERMs. COSTER ZOON, Voordam C 9.
te .ALKMAAR
op Woensdag 11 Nov. 1908.
op Woensdag 18 Nov 1908.
IJk en herijk.
De Roode Pimpernel
Telefoonnummer 3.
KLAARTJE BIJ HET PORTRET VAN HAAR
OVERLEDEN MOEDER.
Kijkjes in de Modewereld.
IW/Jf
OURANT.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS der ge
meente ALKMAAR brengen ter algemeene kennis,
dat de Minister van Landbouw, Nijverheid en Handel,
bij beschikking van 9 October 1.1., No. 5318, Afd. Nij
verheid, heeft goedgevonden:
lo. te bepalen, dat het goedkeuringsmerk, gedurende
het jaar 1909 te bezigen, zal zijn:
bij den ijk en herijk van maten en gewichten de
letter r in den gewonen schrijfvorm;
bij den ijk en herijk van gasmeters, de koninklijke
kroon;
2o. dat als merk bij eerste stempeling aan het ijkkan-
toor te Amsterdam, waartoe Alkmaar wordt gere
kend te behooren, gebezigd wordt het cijfer 9.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
G. RIPPING, Voorzitter.
DONATH, Secretaris.
Alkmaar, 28 October 1908.
IV.
Cet age est sans pitié.
„Wat daar nu staat?" vraagt iemand, die zich al
leen in zijn moedertaal heeft leeren uitdrukken. Daar
staat een waarheid, waar ouderen van dagen zich
vaak achter verstoppen om de fouten van jongeren te
verbloemen. Daar staat een waarheid, die sommigen
kinderen tot een zegen, anderen tot schande strekt.
Get age est sans pitié. Deze leeftijd kent geen mede
lijden. Een paar voorbeelden om de bedoeling der
zegswijze duidelijk te maken.
MOEDERS KRANKHEID.
„Wat zal van de kind'ren geworden?"
Zij zat in het klein vertrek
En zag ze buiten spelen;
Zij hoorde niet hun gesprek.
,Zoo moeder eens moest sterven,"
Zei 't oudste van de drij,
„De groote klok zou luiden,
De kind'ren zeggen 't mij."
Zijn broertje sprak, „Dan zouden
Wij nooit naar school meer gaan
En al de boomkens verplanten,
Die in het hoveken staan."
DOOR
BARONESSE ORCZY
naar het 217de duizendtal van de Engelsche uitgave
DOOR
ED. VAN DEN GHEIJN Jr.
4) o
Het was niet gelukkig voor Sally en haar behaag
zucht, dat haar opmerking juist te berde gebracht werd
op het oogenblik dat Mr. Hempseed adem vergaarde
om eenige bijbelteksten te pas te brengen, waarvoor
hij befaamd was, want haar uitroep bracht de volle
fiool van haars vaders toom op haar aanvallig hoofd.
„Kooi, kom, Sally, meisje, komzei hij, zich geweld
aandoende een frons te teekenen op zijn goedmoedig
gezicht, „maak een einde aan die malligheden met die
jonge melkmuilen en ga naar je werk."
„Het werk gaat heel goed voort, vader."
Maar Mr. Jellybands bevel was gestreng. Hij had
heel andere plannen met zijn mooie dochter, zijn eenig
kind, dan haar te zien trouwen met een van die jonge
snuiters, die met hun vischnet slechts een onzeker be
staan konden leiden.
„Heb je me verstaan, meid?" herhaalde hij op zijn
kulmen toon. „Zorg, dat je het souper van milord
I hony klaar krijgt, want al kunnen wij niet zooals we
willen, we moeten willen zooals we kunnen.
Tegenstribbelend, met lijdelijk verzet, gehoorzaamde
Sally.
i 'liF u T^avond dan speciale gasten te wachten, Mr.
Jelly band vroeg Simmy Pitkin.
,,Ja,' antwoordde Jellyband, „vrienden van milord
i nony. Hertogen en hertoginnen van den overkant
van het Kanaal, die door den lord en zijn vriend, Sir
Andrew koulkes en nog andere edellieden uit de klau
wen van die moordzuchtige duivels zijn gered"
„Hemelsche goedheid!" zei Mr. Hempseed, „waar
om doen ze dat Ik houd er niet van me met eens an
ders zaken te bemoeien, zooals de Schrift zegt
t js Mr. Hempseed," viel Jellyband met
bijtend sarkasme hem in de rede, „daar u een persoou-
En 't kleinste riep, wijl 't denkbeeld
Zijn hartje kloppen deed:
,,'k Zou mijn pop een rokje maken
„Uit moeders beste kleed."
Rosalie Leveling.
De moeder hoorde niet hun gesprek; had zij do
woorden uit de kindermondjes opgevangen, zij zou het
hoofd hebben geschud en gezegd „Cet age est sans
pitié."
De kleine Petronella Moens had haar moeder verlo
ren. „Ik werd in den rouw gekleed en mij werd ver
zekerd, dat moeder heel lang slapen zou, eer zij weer
ontwaakte; dit deed mij geduldig op die ontwaking
wachten en allengs was de droefheid, dat ik de ge
liefde niet wederzag, vergeten. Zoo gelukkig toch is
de kindsche leeftijd. Zielesmart noch zorg zijn alsdan
zoo treffend, dat zij de gezondheid benadeelen, of aan
do ontwikkeling der. krachten van ziel en lfchaam in
den weg staan."
Wij zullen die uitspraak ten volle beamen; want wij
hebben dagelijks gelegenheid om te zien, dat kinderen
zóó zijn. Een kind sterft niet aan een gebroken hart.
Plaats naast het frissche stukje poëzie van mej. Love-
ling het deftig, gemaakte, zalvende vers (zoo we het
dien naam willen geven) van Van Alphen:
Wanneer ik, neergezeten,
Bedaard het beeld aanschouw®
Van mijne lieve moeder,
Dan rollen mij gestadig
De tranen langs de wangen.
Wat een tegennatuurlijk kind, dat vierjarige moc-
derlooze Klaartje! Neen, Van Alphen was onnatuur-'
lijk. Wat daar verder volgt in dat vers doet ons uit
roepen, ,,'t Zou wel vrees'lijk zijn, als een kind van
Her jaar zooveel begreep, zooveel gevoelde en daarom
zoo erg lijden moest." Neen, vader Van Alphen, ge
spreekt tot .onze kinderen niet en wij hebben nooit be
grepen, hoe onze grootvaders en grootmoeders in der
tiid naar U hebben geluisterd. Zoo er iets ter wereld
wars is van onnatuur, dan is het 't onbedorven, kin
derlijke kind. Hoe pijnlijk het gesprek der kinderen
voor de moeder zou zijn geweest, indien zij het had
moeten aanhooren, zij zou er haar kinderen des te lie-
1 ®r om hebben gehad. Zeker, cet agè est sans pitié.
En in dezen zin wenschen wij, dat die leeftijd zoo mo
ge blijven. Maar mej. Loveling liet met opzet die
moeder buiten gehoor. In haar bijzijn zouden de kin
dertjes zoo niet hebben gesproken. Dat doet een goed,
lief kind niet.
Helaas, er zijn kinderen, die altijd sans pitié (zon
der deernis) zijn. Of zij een makkertje kwetsen, een
oude beleedigen, zij voelen het niet. Dan wordt dat
suns pitie zijn bedenkelijk. En nog een graadje ver
der komt er opzet in het spel en wordt het gemeen,
valsch. De leelijkste kinderhartjes hooren in het laat
ste genre thuis. Jou moe heeft niet eens een meid."
„Loop je nu nog met die gekke kiep?" „Kijk dien
vent eens met zijn bochel!* „Wat loop je gek, mank-
poot!" Och, wij kunnen allen op straat eén bloemle
zing samenstellen van dergelijk vuil, (want dat is
het), opgevangen uit kindermondjes.
Weten de respectieve ouders, dat hun kroost zoo
lijk vriend zijt van Mr. Pitt, zegt u misschien ook:
„Laat ze maar moorden
„Met uw verlof, Mr. Jellyband," protesteerde flauw-
jes Mr. Hempseed. „Ik ben me niet bewust het ooit
te hebben gezegd."
Maar het was Mr. Jellyband eindelijk gelukt op zijn
geliefkoosd stokpaardje, de politiek, te kunnen komen.
„Ook is het mogelijk," herflam de kastelein, „dat u
vriendschap heb aangeknoopt met sommigen van dis
1 ransche snuiters die, naar men zegt, hierheen zijn
gekomen om ons Engelschen over te halen tot hun
moordzuchtige manieren."
„Ik weet niet wat u zeggen wilt, Mr. Jellyband, al
wat ik weet is
„Al wat ik weet," zei de kastelein overluid, „is iets
van mijn vriend Peppercorn uit „Het Blauwe Zwijns
hoofd, een waar en loyaal Engelschman, zooals er
maar een zijn kan. Hij sloot vriendschap met sommi
gen van die kikkereters, alsof ze Engelschen waren en
geen bende onzedelijke, godloochenende vreemdelin
gen. Nu, wat gebeurde er? Peppercorn praat nu van
revolutie en vrijheid; hij roept: „Weg met de aristo-
kraten! precies als meneer Hempseed!"
„Ik vraag verschooning, Mr. Jellyband," bracht Mr.
Hempseed weer flauwtjes in 't midden, „ik herinner
me met het ooit gedaan te hebben
Mr. Jellyband had zich in het algemeen beroepen op
het gezelschap, dat met open mond had zitten luiste-
ren naar liet relaas van Air. Peppercorn's tekortkomin
gen. Aan éen tafel hadden twee bezoekers gentle
men, te oordeeleri naar hun uiterlijk huu half ge
ëindigd dominospel terzijde geschoven en een tijdlang
blijkbaar met veel genoegen, Mr. Jellyband's interna
tionale zienswijzen aangehoord. Een hunner, een man
met een kalm sarkastisch glimlachje om de mondhoe-
tÏV e c z'f'h naar het centrum der kamer waar Mr.
Jellyband stond.
„I schijnt te meenen, geachte vriend," sprak hij
kalm „dat de Fransehen almachtig knappe lui zijn,
doordat ze de opnies van uw vriend Peppercorn totaal
hebben gewijzigd. Hoe denkt u wel dat ze dit hebben
geleverd
>'PunsIt> meneer, ik onderstel dat ze hem bepraat
nebben. Die Eranschmannetj'es, ik heb het van hooren
zeggen, bezitten de gave van het woord."
spreekt in het publiek, dat hun lievelingen zoo echt
Sans pitié zijn? Verschuilen zij zich misschien achter
het spreekwoord, of wat nog erger zou zijn, is cet age
rekbaar tot aan en over den volwassen leeftijd?
Uit het „kindje sans pitié" groeit zoo heel geleide
lijk het enfant horrible, held in menige anecdote en
zoo scherp geteekend door Van Zeggelen in zijn Pie-
ter Spa naar Amsterdam. (Het Logies). Het lieve
eenig zoontje Karei praat telkens zijn mondje voorbij
en werpt een treurig licht over zijn ouders.
„Is 't waar, oom, heb je zoo veel geld?
Want paatje heeft ons laatst verteld,
Dat we eens een vrachtje zullen erven,
Als jij en tante komt te sterven."
„Moe," sprak het onbarmhartig kind,
„Zeg, weet je wel op wie ik vind,
Dat tante lijkt." Neen, lieve snoes!
„Ik vind ze lijkt op onzen Does!
Juist zulk een dikken neus, nietwaar?
En ook zoo'n witte kleur van haar."
Kinderen, weest niet sans pitié in den ongewonen
zin, weest geen enfants horribles! Eenmaal komt de
tijd, dat gij daarvan berouw krijgt; een berouw, veel
grooter dan het genot, het valschaardige genot, dat gij
nu van uw kwinkslagen smaakt. Denkt eens even na,
hoe dom het is; want het is niet alleen wreed maar
ook dom, groote menschen, makkertjes zoo te bejege
nen. Ik heb u daarvan bij' gelegenheid iets te vertel
len.
Diezelfde mej. Loveling, die ons dat heerlijke versje
van „liet Liedje mijner kindsheid" heeft geschonken,
was zoo weinig sans pitié en stond juist daarom zoo
erg boven velen.
Kent gij dat aandoenlijke liedje:
Beelden uit mijn kinderjaren,
Uit mijn jeugd zoo vrij en blij.
Laat Moe dat liedje o zoo vaak voor u zingen. Dan
"uit gij in later tijden met Virginie Loveling instem
men:
„O Oud, eentonig liedje,
Hoor ik U thans niet meer,
Toch klinkt gij in mijn harte,
Zoo helder ais weleer."
W. W.
VOOR DE DAMES.
Onder de verschillende, veelal bekoorlijke modellen
van de japonnen voor dit en het komende seizoen
treedt de prinsesjapon wel het meest op den voor
grond, vooral voor avondtoiletten is zij het meest ge
liefkoosde model en vervaardigd van een souple stof
kleedt zij bijzonder elegant. Verschillende doorzichti
ge stoffen komen voor dergelijke avondtoiletten in
aanmerking, zijn ze te dun om ze enkel te dragen, dan
wordt er een zijden japon onder gemaakt, b. v. onder
tulle, kant, voile, crêpe de Chine en messaline. Deze
stoffen leenen zich^ ook bij uitstek voor blouses, die
met veel plooien vervaardigd worden, zooals de moder
ne mode dat wil. De mouwen van deze blouses -worden
ook geheel dwars geplooid en oogenschijnlijk lijkt het
oi de mouwen aan de blouse geknipt zijn. Dit maakt
een zeer elegant effect en zal stellig veel opgang ma-
„Dan willen we hopen, mijn waarde gastheer, dat
die knappe spionnen er niet in mogen slagen u te be
lezen en uw hechte loyale gevoelens te verkrachten."
Maar dit was te veel voor de gelijkmoedigheid van
Mr. Jellyband. Hij barstte los in een homerische lach-
,d.ie weerklank vond bij hen die in het krijt ston
den bij den kastelein.
„IlahahaHihihi 1 HohohoHij lachte in iederen
toon totdat hij pijn kreeg in de zijde en zijn oogen
overliepen. „Neen maar! Heb jelui het gehoord? Ze
zouen mij van meening doen veranderen! Maar, me
neer, u zegt daar iets heel vreemds
„V elnu, Mr. Jellyband," zei Mr. Hempseed, u
weet wat de Schrift zegt: „Wie staat, zie toe dat
hij niet valle."
„Maar, Mr. Hempseed," hernam Jellyband, zijn zij
den nog vasthoudend, „ik wil graag met een van die
moordzuchtige Franschen een glas ale drinken en eens
zien of ze mij tot hun opinie kunnen overhalen. Wel,
If heb gehoord dat die kikkereters zeif geen woord
Lngelsch spreken. Als dus een hunner mij in hun taal
aansprak, begreep ik terstond waar ze heen willen,
iun spreekwoord, meen ik, zegt: een gewaarschuwd
mensch is een dubbel mensch."
„Welnu dan, geachte vriend,' hernam de vreemde-
mg vroolijk, „ik zie dat ge te zeer bij de pinken zijt
en twintig Franschen staan kunt. Daarom drink ik op
.10 gezondheid, waarde gastheer, als u me de eer wilt
aandoen deze flesch wijn met mij soldaat te maken."
„Zeer beleefd van u, meneer," zei Mr. Jellyband,
,ik heb er niets tegen."
De vi eemdeling schonk een paar bierglazen vol wijn
en den gastheer er een aanbiedend, nam hij het ande
re.
„Loyale Engelschen als wij allen zijn," zei hij, ter
wij een guitige glimlach om de hoeken speelde zijner
dunne lippen „moeten wij aannemen dat deze drank
ten minste iets goeds is, dat ons van Frankrijk komt."
„neen, niemand onzer zal dat tegijnspre ken, me
neer, bevestigde de kastelein.
»De gezondheid van den besten gastheer in Enge-
and, Mr. Jellyband,' zei de vreemd f ling met luider
stem.
"Hip, hip, hoerariep het geheele -aanwezige gezel
schap. Daverend handgeklap, glazen eu bierpótten
ken. Eea chic avondtoilet is het volgende: een prin
ses-robe van zwarte kant met een ceintuur van heel
souple fluweel. De ronde halsuitsnijding wordt om
geven door een reep zwarte geborduurde zijde, de ps3
ij van crême-kleurige tule, die dwars geplooid wordt,
ook de mouwen zijn van deze tulle. De plooien van het
korte lijfje zijn langs de randjes versierd met een
biesje helgeel fluweel, dat eveneens boven aan den
boord wordt aangebracht. Onder dit toilet kan men
een geelzijden onderkleed dragen.
Voor gekleede blouses treden verschillende soorten
tule meer en meer op den voorgrond. Een tule blouse
heeft veel aanbevelenswaardige zijden. Zij staat altijd
elegant en chic, kan met geringe kosten vervaardig!
worden, blijft mogi in het dragen en kan uitstekend
gewasschen worden bij een zorgvuldige behandeling.
I ilet- en Brusselsche tule, benevens de gewone grove
tule worden het meest ervoor gebruikt. Voor men de
tule in de blousegedeelten knipt, moet men ze in
plooitjes naaien. Als voering voor deze tulen blouses
neemt men gewoonlijk mousseline-de-soie eu ter gar
neering smalle gekleurde fluweelen biesjes. Modern
is het een tule blouse te laten verven in de kleur van
den rok, waarbij men haar wenscht te dragen. De hals
ruches, die tegenwoordig zoo veel gedragen worden, ko
men bij deze blouses uitstekend tot haar recht. De
rokken zijn nog zeer aansluitend en geplooid. Ook
voor rok onder de japon wordt de geplooide gekozen,
die mits van dunne stof vervaardigd, in 't geheel niet
verdikt.
Witte vilten hoeden worden schoongewreven met
aardappel- of tarwemeel.
Probleem No. 151.
F. Gamage te Westborough.
Halfjaarlrjksche prijs „Football Field".
bed e f
Mat in 2 zetten.
Oplossing van probleem No. 147 (J. H. de Ruwe)
1 d2 d4 enz.
Goede oplossingen ontvingen wij van de heeren
P. C. Bakker Czn., P. J. Boom, F. Böttger, O.
Bramer, G. van Dort, G. Imhülsen, A. Mooijboer, G.
Nobel, P. van 't Veer en C. Visser, allen te Alkmaar
maakten een ratelende muziek ter begeleiding van Mr.
Jellyband's uitroepen:
„Verbeeldt u, dat ik me door een buitenlander zal
laten bepratenalles goeds voor u, meneer, maar u
hebt toch iets vreemds gezegd."
Zeker, het was een aanmatigend vermoeden, dat
iemand ter wereld ooit de vast ingewortelde opinie
van Mr. Jellyband aan het wankelen zon kuunen bren
gen, dat buiten Engeland alle Vastelandbewoners van
nul en geener waarde zijn.
DERDE HOOFDSTUK.
DE EMIGRANTEN.
De openbare meening in Engeland was in dezen tijd
zeer zeker ten hoogste gespannen tegen de Lransehen
en hun daden. Smokkelaars en kooplieden brachten
tijdingen van de overzijde van het Kanaal, die het
bloed van ieder rechtschapen Engelschman deden ko
ken, wegens het optreden dezer moordenaars, die hun
koning met zijn geheele familie in den kerker hadden
opgesloten en nu luidkeels het bloed eischten van al
wat den naam van Bourbon droeg.
Ondanks dit alles durfde niemand tusschenbeidcn
te komen. Met vurige welsprekendheid had Burke ge
tracht de Britsehe regeering te bewegen om den strijd
tegen het revolutionnaire Frankrijk aan te binden,
maar Mr. Pitt oordeelde dat zijn land niet in staat
bleek zich aan een anderen oorlog te wagen. Het was
aan Oostenrijk om het initiatief te nemen, aan Oos
tenrijk wiens schoone dochter op het oogenblik een
onttroonde en gevangen koningin was en weldra het
hoofd op een schavot zou verliezen. Neen, het was
niet Engelands taak aldus redeneerde Mr. Fox
naar de wapens te grijpen, omdat .één gedeeite yan hel
Fransche volk verkoos het ander gedeelte den "hals af
te snijden. Wordt veivolgd.
Wat Mr. Jellyband en zijn mede John Bulls be tred',
zij waren royalisten en antirevolutionnairen, zonder
uitzondering, en voor het oogenblik woedend op Pitt
egens diens gematigdheid.
Wordt vervolgd.