DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN. Kamer ran Koophandel en Fabrieken. No. 269. Honderd en tiende jaargang 1908. Daze Courant wordt eiken avond, behalve op Zon- en Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden voor Alkmaar f 0,80; franco door het geheele Rijk f 1, Wonderlijke nummers 3 Cents. DINSDAG Prijs der gewone advertentiën: Per regel f 0,10. Bij groote contracten rabat Oroote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdrukkerij v/h. HERMs. COSTER ZOON, Voordam C 9. 17 NOVEMBER. Schei-Veemarkt. VERKIEZING. FEUILLETON. De Roode Pimpernel BINNENLAND. Telefoonnummer 3. KENNISGEVING. Het HOOFD van het Plaatselijk Bestuur te ALK MAAR brengt, op grond van artikel 1 der Wet van 22 Mei 1845 (Staatsblad No. 22) ter kennis der inge zetenen, dat bij hem ingekomen en aan den ontvanger der Rijks directe belastingen binnen deze gemeente ter invordering zijn overgegeven de kohieren der psrsoneele belasting No. 4, 13 en 14 voor het dienstjaar 1908. executoir verklaard door den Directeur der directe belastingen in Noordholland te Amsterdam, den 11 November 1908dat ieder verplicht is zijn aanslag, op den bij de Wet bepaalden voet, te voldoen en dat heden ingaat de termijn van zes weken binnen welken daartegen bezwaarschriften kunnen worden ingediend. Het Hoofd van het plaatselijk bestuur voorn., G. RIPPING. Alkmaar, den 13 November 1908. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALK MAAR brengen ter algemeene kennis, dat ter gele genheid van de Schei-Veemarkt op WOENSDAG 18 NOVEMBER a.s., het vee, dat niet per rijtuig naar de markt wordt gebrhcht, alleen aangevoerd mag worden langs den Helderschen weg, over de Boom- poortsbrug bij het Zeglis, over de Heiloërbrug en over de draaibrug over het Groot Noordhollandsch Kanaal. Aanvoer van vee over de Geesterbrug, de Vlotbrug, de Nieuwlanderbrug en de rustieke voetbruggen is ver boden. Het vee, hetwelk per vaartuig aangevoerd wordt, mag alleen gelost worden aan de Kanaalkade en aan de Bierkade, op de door den havenmeester aan te wij zen plaatsen. Deze plaats is voor de marktschuiten en de vletten aan de lage steigers aan de Kanaalkade. Geen vee mag ter markt geplaatst worden vóór 's morgens zes uur. Alkmaar, 14 November 1908. Burgemeester en Wethouders voornoemd, G. RIPPING, Voorzitter. DONATH, Secretaris. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALK MAAR brengen, ter voldoening aan art. 10 al. 4 van het Algemeen reglement voor de Kamers van Koop handel en Fabrieken, ter kennis van belanghebbenden, dat de verkiezing, tengevolge der periodieke aftreding van de heeren A, J. T. Conijn, J. G. Potgieser en P. J. Boom, als leden der kamer van koophandel en fa brieken in deze gemeente is bepaald op Donderdag 19 November a s. van des vcormiddags 10 tot d«s middags 12 uur, in een der lokalen van het stadhuis. Burgemeester en Wethouders voornoemd, Alkmaar, G. RIPPING, Voorzitter. Oct. 1908. DONATH, Secretaris. ALKMAAR, 17 November. Vandaag zal er een onderhoud plaats hebben tus- sehen den Duitschen Keizer en den Rijkskanselier en van den uitslag hiervan zal veel kunnen afhangen. De Yoss. Ztg. schreef zelfs gisteravond dat men sedert het bestaan van het Duitsche rijk nog' nimmer voor een zoo belangrijke beslissing heeft gestaan als heden. Eu verscïhillende couranten drukken den heer von Bii- low nog eens extra op het hart, dat hij den Keizer on beschroomd de volle waarheid en niets dan de waar- DOOR BARONESSE ORCZY naar het 217de duizendtal van de Engelsche uitgave DOOR ED. VAN DEN GHEIJN Jr. 11) o „Ze gaan er te ver, Armand," zei ze driftig. „Je bent een republikein en ook ik. we koesteren de zelfde gedachten, dezelfde geestdrift voor vrijheid en gelijkheid.... maar jij zelfs moet inzien dat ze het spel te ver drijven. „Stzei Armand, een snellen blik om zich heen werpend. „Ha! ziet ge. ge acht het niet veilig over deze zaken te spreken zelfs hier niet in Engeland!" die haar gedachten scheen te hebben geraden. Ze klemde zich plotseling aan hem vast, met sterke, bijna moederlijke genegenheid: „Ga niet, Armand!" smeekte ze, „keer niet terug! Wat moet ik beginnen alsalsals De stem begaf haar in haar snikken. „Ge zult toch in ieder geval mijn eigen brave zuster zijn," antwoordde hij teeder, haar in de blauwe oogen ziende, „die zich herinneren zal dat, als Frankrijk in gevaar verkeert, het zijn zonen niet voegt het land hunner geboorte den rug toe te keeren." „Oh! Armand!" zei ze met een aanminnig lachje „de wensch bekruipt me somwijlen dat ge niet zulke ver heven hoedanigheden ïpocht bezitten*. Maar ge zult toch wel voorzichtig zijn voegde ze er ernstig bij. „Zoo voorzichtig mogelijk. dat beloof ik' je." „Denk er om lieve broeder, dat ik jou alleen heb. heid zal zeggen, hem niets zal verbloemen. Theo Wolff schreef gisteren weer een uitstekend ar tikel ^>ver deze kwestie en het Tageblatt, dat aldus be gint: ,,IIet is slecht opgenomen, dat de Keizer in deze ernJ siige dagen Zeppelin tot den „grootsten man van de twintigste eeuw" bestempelde en het ook overigen met allerhande vroolijke verstrooiing druk scheen te hebben. Onder liet publiek, in de pers en in den Rijks dag werd veel gesproken over Cabaret-genoegens, welke prins Fiirstenberg zijn Keizerlijken vriend in Donaueschingen heeft bijgewoond, en de klank der „chat noir" liederen klonk op dit oogenblik als een wanklank. De voorstelling, die nu bijna een histori sche beteekenis heeft gekregen, had na het avond maal in liet rooksalon van het slot plaats, in tegen woordigheid van ongeveer twintig gasten uit Duitsch- land en Oostenrijk. Daar buiten maakte de natie den strijd tegen het persoonlijk bestuur tot haar bovenste programpunt. In het rooksalon genoot het persoon lijk bestuur van een bont cabaret-program." De schrijver vertelt dan dat er een paar liedjeszan gers uit Berlijn waren geroepen, die eenige min of neer onschuldige liederen voordroegen. Hij herinnert er aan, dat na deze pret, welke in elk ander oogenblik wel sympathiek zou zijn gevonden, de dood plotseling in het slot is verschenen (de adjudant-generaal van den Keizer en hoofd van -het militaire kabinet graat' v. HulsenHaeseler overleed er) en er weemoed heeft gebracht. Dan gaat hij voort „Wilhelm TI heeft hierna er van afgezien, naar Kiel te gaan om de recruten te beëedigen hij zal Dins dag te Berlijn zijn en hier met prins Biilow een on derhoud hebben. Met die fijne detailkunst, welke men steeds weer moet bewonderen, heeft prins Bülow dit onderhoud voorbereid, heeft hij den bondsraad op zijn hand g'ebraclit en zelfs de „Norddeutsche" van het verdwenen vertrouwen in de kroon laten spreken. Wan neer hij met al deze middelen slechts de noodzakelijk heid van zijn aanblijven bewijzen, zich slechts nog eenmaal in den zadel helpen en ons anderen met eeni ge niet te vervullen beloften afschepen wil, dan zal zijn rol zeer klein schijnen, zijn roem zeer gering zijn. W anneer hij, met een beroep op de algemeene stem ming, ons vaste waarborgen geeft, Duitschland dichter brengt tot een werkelijk constitutioneel, een módern regeeringsstelsel, dan zal de overgroot® meerderheid van het Duitsche volk hem volgen. Hij kan, als de man van een vaste en van een verdwijnend stelsel mis schien nog verder worstelen, of, zooals lbsen in een brief aan George Brandes liet noemde: „met de toe komst een bondgenootschap sluiten." Op dit oogen blik vormt hij zijn beeld voor de geschiedenis. En de gelegenheid keert vermoedelijk niet terug. Als er ooit iets tégen het tegenwoordige stelsel en voor het vermeerderen van de parlementsrechten sprak, dan is het de kanselierscrisis van thans. Hier is een volk van zestig millioen, is een groote, intelli gente door eigen kracht tot bloei gekomen natie, en over het weggaan of aanblijven van een rijkskanselier en over de vraag van zijn opvolger beslist, achter ge sloten deuren, de stem van een enkeling! Geen rijp omom voor me te zorgen „Neen, mijn beste, je hebt nu wel andere belangen. Rercy zorgt toch voor je. Peinzend staarde zij voor zich uit, murmelend: „Dat deed hij.... vroeger...." „Maar zeker. „Nu, nu, lieve, maak je niet ongerust om mijnent wil. Percy is een zeer goede „Neen!" viel hij haar onstuimig in de rede, „ik moet mezelf ongerust maken omtrent jou, Margot. Luister eens, ik heb er je vroeger nooit over gespro ken, maar het is me alsof ik niet heen kan gaan zon der je een vraag te doen. Je hoeft ze niet te be antwoorden als je niet verkiest," liet hij er op volgen toen hij plotseling een hardvochtigen blik van haar ontmoette. „Wat is liet dan?" vroeg ze onverschillig. „Weet Sir Percy Blakeney dat.... ik bedoel, kent hij de rol die je gespeeld hebt Hij de arrestatie van den Markies de St. Cyr?" Hij lachte treurig, maar ook bitter was haar lach. „Dat ik den Markies de St. Cyr aanklaagde, bedoelt ge, bij het tribunaal, dat hem met zijn geheele fami lie naar de guillotine zond? Ja, hij weet het. Ik heb liet hem gezegd, nadat wij getrouwd warén „Gij liebt. hem ook al de omstandigheden vermeld, die u van iedere schuld moet vrijpleiten?" „Het was te laat om van „omstandigheden" te rep pen; hij hoorde de geschiedenis van anderen; mijne be kentenis kwam te elfder ure, naar het scheen „En?" „En ik smaak nu de voldoening, Armand, van te weten dat de grootste dwaas in Engeland metsouverei- ne verachting neerziet op zijne vrouw." „Maar Sir Percy had u lief, Margot," herhaalde hij za,cht. „Had me lief? -Nu, Armand, er was een tijd dat ik dit geloofde, want ik had hem anders niet ge trouwd. W aarschijnlijk dacht liij zooals iedereen Volk der wereld zou zich dat thans laten welgevallen en slechts militaire knechtschap en verstokte harten eigenbelang' kunnen dit stelsel nog verdedigen. Het schijnt, dat het Duitsche volk voor wat betreft zijn levensbelangen niet langer wil afhangen van toevalli- g" stemmingen en niet van grillen, welker onbereken baarheid het heeft gezien. Het volk heeft den klaren wensch bij gewichtige beslissingen niet meer te wor den voorbijgegaan Dat is goed gezegd maar niet de wensch van het Volk geldt in Duitschland. Zooals de Keizer wil, zoo geschiedt het Tweede Kamer. Aan de orde was gisteren bij de behandeling van de Indische begrooting, een motie van den heer Bogaardt voor opvoeding en opleiding van Indische militaire pu pillen in Nederland. Do heer Bogaardt (kath. Breda) verdedigde het stel sel in zijn motie neergelegd als een middel tot bestrij ding van het pauperisme, dat vooral ook veroorzaakt wordt door liet ontuchtige leven in de kazernes. Spre ker wees op de goede resultaten, bereikt met door de tusschenkomst van weeshuizen naar hier ter oplei ding gezonden, feitelijk verwaarloosde kinderen. E pleit dus veel voor, om ook met de uitzending' van pu pillen een proef te nemen. Men behoeft niet alle pu pillen naar hier te zenden, maar de beste onder hen. De minister van Koloniën voelde veel voor het denk beeld, maar oordeelde, dat er nog bezwaren aan de uitvoering verbonden zijn, want wat van gouveme- mentswege voor de paupers zou worden gedaan, zou men dan ook voor anderen moeten doen. Wellicht ware het 't beste, aan weeshuisbesturen Staatssteun te geven voor opleiding in Nederland van door hen voorgedragen jongelui van buitengewonen aanleg. De heer Bogaardt, ziende dat zijn denkbeeld aan de Regeering sympathiek was, trok zijp motie in. Fr iiiiiil IJ iiMi cl Au 1 Verhey met den gouverneur-generaal overleg te zullen plegen over de door hen gewenschte positieverbetering voor de stuurlieden van de gouvernementsmarine. De minister van Koloniën en van Marine verzeker den aan den heer Verhey, dat door een ernstig onder zoek zal gezocht worden naar de oplossing van het ge bruik van ombiliënkolen voor onze schepen in Indië. De heer van Deventer (v.-d. Amsterdam) bepleitte krachtige doorvoering' van het decentralstelsel. De heer van Kol (soc.-dem. Enschede) sloot zich hierbij aan en oordeelde het vooral ook gewenscht aan de plaatselijke en de gewestelijke raden meer macht om geld te geven. De minister betoogde, dat hij tegen dat denkbeeld geen principieel bezwaar had. Ook hij meende, dat vele belangen beter door de lokale besturen dap door het centraal bestuur behartigd kunnen worden. Bij hoofdstuk 2 (uitgaven in Indië, goedgekeurd bij opdérafdeeliug- 37 van hoofdstuk I, uitgavep ip Neder land) werd de post voor handel en nijverheid door overneming- van een amendement-Drucker in overeen stemming gebracht met de in de vorige week geno men beslissing ten aanzien van deelneming' aan de Brusselsche tentoonstelling. Bij het verder debat bestreed de heer ter Laan (soc.- dem. IToogezand) het aangevraagde bedrag voor ka zernebouw te Nijmegen. Zijns inziens kunnen recon valescenten te Harderwijk ondergebracht worden. De heer van Bylandt (chr.-hist. Apeldoorn) oordeel de, dat men niet tot kazernebouw te Nijmegen moet overgaan alvorens vast sta, op welke wijze de leegge komen kazerne te Harderwijk weder zal kunnen wor- vcn gevoelen was dat ik Sir Percy om zijn geld had gehuwd, maar ik verzeker je dat dit niet zoo was. Hij scheen mij te vergoden met een passie die mij rechtstreeks naar het hart ging. Nimmer te voren had ik iemand bemind, zooals ge weet; ik was toen vieren twintig jaar, en zoo dacht ik dat het niet in mijn aard lag iemand lief te hebben. Maar altijd wilde het mij voorkomen dat het hemelsch moet zijn blind, harts tochtelijk- bemind te worden. aangebeden feitelijk. En daar Percy een lijzig en dom heerschap is, trok dit mij aan in de onderstelling dat hij mij des te meer zou bemminen. Een schrander man zou natuurlijk an dere belangen hebben, een eerzuchtig man andere ver wachtingen koesteren. ik dacht dat een dwaas als Percy zou aanbidden en op niets anders bedacht zijn. En bereid was ik zijn liefde te beantwoorden met on eindige teederheid Zij slaakte een zucht. Armand St. Just had haar laten nitspreken en naar haar geluisterd, onderwijl hij jan zijn eigen gedachten den vrijen loop gaf. Een vreeselijk iets achtte hij het een jonge en schoone wouw verstoken te zien van hoop, van iedere illusie ontdaan. Toch wellicht hoewel hij zijn zuster innig liefhad - begreep hij den toestand. Aangenomen dat Percy Blakeney traag was van geest, hij was toch bezield met den adeltrots van den afstammeling eener lange reeks van Engelsche patriciërs. En diezelfde trots welke de republikeinsche Armand eens dwaasheid zou noemen moet allergevoeligst getroffen zijn geweest bij het vernemen van Lady Blakeney's daad. Percy was langzaam van begrip, hij had geen ooren naar „om standigheden," hij hechtte aan feiten, en deze hadden hem Lady Blakeney doen kennen als eene vrouw die een mcdemensch aanklaagt bij een rechtbank die geen vergeving schenkt; de verachting welke hij gevoelen moest voor de door haar bedreven daad, hoe onbewust ook harerzijds, moest de liefde in hem dooden. Nu juist was zijn eigep zuster voor hem een raadsel. den bevolkt. De heer van Nispen tot Sevenaer (kath., Nijmegen) verdedigde ligt Regeeringsvoorstel voor den kazerne bouw te Nijmegen. Het aantal compagnie's koloniale reserve, door de Regeering gevraagd, is niet te groot. De minister verzekerde, dat met den kazernebouw te Nijmegen niet zal worden begonnen, alvorens de Ka mer beslist zal hebben omtrent de kazerneering te Har- derwijk. Met den heer van Nispen en van Bylandt achtte de minister Harderwijk niet de geschikte plaats voor logies van reconvalescenten, die hier te lande ko men voor herstel van tropische ziekten. De minister oordeelde, dat de voorgestelde formatie van de Koloniale Reserve, tot 4 compagniën te Nijme gen vereenigd, doelmatig en zuinig is. Met 54 tegen 6 stemmen werd goedgekeurd de po-st ad 1 ton als eerste termijn van 6 ton voor de bouw van een kazerne en hospitaal voor de Koloniale Reser ve te Nijmegen. Bij onderafdeeling 65 (materieel) lichtte de heer Thomson een amendement toe, om den post met 470.000 te verminderen. Spr. verdedigde drie stellingen: lo. Het geschut is niet vergelijkend beproefd, ja in het geheel niet. 2e. Het is niet hetzelfde als waar voor de Kamer in 1901 geld heeft toegestaan. 3e. De rechtmatige critiek op de tot dusver gedane leveran tie wordt niet opgewogen door den naam van Krupp. De lof van de firma Krupp is niet gerechtvaardigd. Bij de verandering van het oude stelsel van geschut van 1896 heeft Duitschland een opdracht gegeven zoo wel aan Krupp als aan Ehrhardt. In Duitsch Zuid west-Afrika heeft men berggeschut van Ehrhardt. De heer ThomsonMen heeft twee batterijen berg geschut van Krupp en thans is geschut van Ehrhardt in beproeving. Bulgarije heeft zijn nieuwe 9 batterij en bij Creusot besteld en ook zijn houwitsers. Na 1904 heeft geen enkel rijk, met uitzondering van Italië, zich omgewapend met behulp van Krupp. Alle landen na men na 1904 Schneider of anderen. Het kanon van Schneider toonde zich verreweg de meerdere. 6 Leden der beproevkngscommissie verklaarden zich ervoor, 3 ertegen. En eenstemmig besloot de Raad van Lands- -r - ■j-.'i'vy'W u. mlont-eeren. Hier te lande zijn indertijd de proeven filet Let r/2 cM. snelvuurgeschut zeer onvoldoende genomen en is dat geschut overhaast ingevoerd, waarbij de geheele linkerzijde tegenstemde. Bij de avondvergadering drong de heer Verhey, even als de heer Thomson heeft gedaan, aan op het nemen Van vergelijkende proeven en om te beginnen op het publiceeren van den uitslag van de reeds in Indië ge nomen proeven. De heer Duymaer van Twist besprak het amende- ment-Thomson zonder acht te slaan op hetgeen ter toelichting is gezegd. De minister van koloniën (de heer Idenburg) gaf zijnerzijds de geschiedenis van de zaak. Het amendement Thomson wordt verworpen met 47 15 stemmen. Bij hoofdstuk twee van de wet op de Middelen kwam de lieer van Deventer op tegen de verhooging van de belasting voor Amboina-Ceram, bij laatste nota van wijziging voorgesteld. De toestand vap dié bevolking is allerminst financieel gunstig en de geest onder hen daarom ook niet. Spr. vraagt of er geen termen zon den zijn, die verhooging weer terug te nemen. De heer van Kol merkte, zich daarbij aansluitende, op, dat er wat veel misbruik wordt gemaakt van de meegaandheid van de Kamer. Men had toch waarlijk in de afdeelingen zulk een zaak wel mogen onderzoe ken. De minister wenschte nu juist een bewijs van mee gaandheid te geven en trok de verhooging weer in. De minister zegt overweging toe. De zaak is niet behandeld in de gewisselde stukken. Zou het kunnen zijn dat met het verkoelen der liefde van haren echtgenoot het hart van Marguerite voor Percy wa-s ontwaakt? Hij kon echter die snaar bij Margot niet aanroeren. Hij kende haar vreemdsoorti ge, hartstochtelijke natuur zoo goed, hij kende ook de reserve die heimelijk schuilde achter haar openhartige wijze van doen en zijn. Het tweetal had altijd met elkander omgegaan, want hun ouders waren overleden toen Armand nog een jongeling en Marguerite een kind was. Hij, de acht jaren oudere broeder, had over haar gewaakt tot aan den dag van haar huwelijk. Het was haar trouwe metgezel geweest tijdens de schitterende jaren, in de Rue Richelieu doorgebracht, en hij had haar in Enge land het nieuw leven zien beginnen met veel verdriet en bezorgdheid voor de toekomst. Dit was zijn eerste bezoek aan Engeland sedert haar huwelijk, en de luttele maanden van afzijn schenen reeds een dunnen scheidsmuur tusschen broeder en zuster te hebben opgetrokken; dezelfde diepe, wanne genegenheid bestond nog wel aan beide zijden, maar ieder scheen thans een geheime gaarde te hebben waarin de een noch de ander durfde door te dringen. Veel was er, dat Armand St. Just zijn zuster niet kon openbaren; het politiek der revolutie in Frankrijk wijzigde zich nagenoeg iederen dag; zij zou niet kun nen begrijpen hoe zijn eigen inzichten en sympathieën een wijziging konden ondergaan. En Marguerite kon met haren broeder niet van gedachten wisselen over haar hartsgeheimen, nauwelijks had ze zelf er bewust zijn van. En nu ging Armand heen; zij was beducht voor zijn veiligheid, zij-haakte naar zijn bijzijn. Zij wilde de laatste, korte, treurig-zoete oogenblikken niet beder ven met over haarzelf te spreken. Zachtkens geleidde zij hem langs de riffen, vervolgens naar het strand; hun armen in elkaar gestrengeld, hadden ze nog zco veel te zeggen, dat juist buiten hun geheime gaarde was gelegen. Wordt vervolgd.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1908 | | pagina 1