DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
Honderd en tiende jaargang
DONDERDAG
19 NOVEMBER.
FEUILLETON.
De Roode Pimpernel
BINNENLAND.
No. 271.
1908.
Deze Courant wordt eiken avond, behalve op Zon- en
Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden
voor Alkmaar f 0,80; franco door het geheele Rijk f 1,
/Wonderlijke nummers 3 Cents.
Prijs der gewone advertentiën:
Per regel f 0,10. Bij groote contracten rabat Groote
letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdrukkerij
v/h. HERMs, COSTER ZOON, Voordam C 9.
Telefoonnummer 3.
Tweede Kamer.
Just."
Nederland en Venezuela-
ALKMAARSCHE
ALKMAAR, 19 November.
Terwijl Duitschland het land van de bestuurbare
luchtschepen is, is Frankrijk dat van de vliegmachines
geworden. Nog niet zoo heel lang geleden legde men
zich in Frankrijk vooral toe op de automobielenin
dustrie, maar nu men op den vasten weg niet meer
den voorrang kan bereiken, beproeft men het langs de
nieuwe, onbestemde banen in de lucht. De Franscho
Zeppelin als we hem zoo mogen noemen heet
Farman; hij is geen volbloed Franschman, daar zijn
vader een Engelsch journalist is, doch hij is beroemd
en daarom willen de Franschen hem gaarne tot de
hunnen rekenen. In het begin van dit jaar, in Febru-
fi'i, heeft hij voor het eerst een kilometer boven het
manoeuvreterrein van Issy-les-Mouliiieaux gevlogen.
Van dat oogenblik af aan heeft men zich met ijver
toegelegd op de vervaardiging van bruikbare vliegma
chines. De ijver, het vernuft en het volhardingsver
mogen werden geprikkeld door het uitloven van hooge
prijzen met een goede vliegmachine valt thans reeds
een millioen te verdienen. Natuurlijk komen er
slachtoffersmenschfen, die om eer en geld te winnen
onbekookte plannen ten uitvoer brengen en dat met
hun leven moeten boeten. Maar aan den anderen,
kant zullen ernstige mannen met nog meer ernst aan
het werk gaan.
Toen de Amerikaan Wilbur Wright bij le Mans de
lucht invloog, dachten de Franschen eerst dat voor
hen de kans was verkeken, maar de heer Farman heeft
door zijn vlucht naar Reims revanche genomen, en
zich daardoor tot een nationalen held gemaakt.
Geen wonder, dat de Fransehen zich reeds bezighou
den met problemen, welke zich in de toekomst zullen
voordoen, zoodra vliegende menschen niet zeldzaam
meer zijn. Het „Journal Offficiel," de offieiëele re-
geeringscourant, leverde hiervan eenige dagen geleden
het bewijs. Daarin komt de volgende advertentie
vopr:
„LondenParijsChicago. Millionnairs gezocht
voor de exploitatie van sensationeele uitvindingen op
het gebied van uitrustingen voor luchtschippers. De
kapitalen kunnen met hooge rente binnen twee jaar
terugbetaald worden.
No. 1 kleedingstukken met luchtzak, om de uitwer
king van een val en een stoot te verminderen.
No. 2. Rekbaar net om het vallen van voorwerpen
op de openbare straat te voorkomen.
No. 3. Lichtsirene. Geen nevel is voor dit apparaat
ondoordringbaar. Door middel van een bijzondere
vinding kan men het geluid van deze inrichting tot op
een afstand van 150 kilometers doen hooren."
Deze advertentie geeft ons een eigenaardigen kijk
op de toekomst. Reeds nu worden de wegen onveilig
gemaakt door gevaarlijke voertuigen, reeds nu is er
in drukke straten een oorve'rdoovend geraas, reeds nu
doen iemand in de groote steden de oogen pijn van de
lichteffecten. Wat moet dat worden, als er sirenes
zijn, welke men kan hooren op een afstand van 30 uur
gaans en welke men tegen wil en dank ook zal moeten
DOOR
BARONESSE ORCZY
naar het 217de duizendtal van de Engelsche uitgave
DOOR
ED. VAN DEN GHEIJN Jr.
13) o
„Goeje gunst! Ziet het er zóó erg uit?" vroeg hij
inet gemaakte ontsteltenis.
„Ja zóó erg, en nog erger."
„Vreemd! Nu, ik dacht dat een mooie vrouw het bui
tenleven in Engeland heel aantrekkelijk moest vin
den."
„Ja! zoo dacht ik er ook over," zei ze met een zucht.
Maar dat moet al heel erg wezen, ik zou anders niet
zoo blij zijn geweest u te zien."
„En dit zoo binnen het jaar van een romantisch hu
welijk uit liefde!.
„Ja!. een jaar van een romantisch! huwelijk uit
liefde.daar zit 'm juist de knoop.
Chauvelin nam nog een snuifje; hij scheen vrij ver
slaafd aan deze gewoonte, misschien wel omdat ze hem
in staat stelde de gezichten na te gaan van hem met
wie hij in aanraking kwam.
„En het meest werkzame brein van Europa wordt
nu gekweld met verveling?"
„Ik vleide me met de hoop, vriendje Chauvelin, dat
gij een middel wist tegen die kwaal."
„Hoe kan ik hopen te zullen slagen in hetgeen
waarin Sir Percy Blakeney te kort is geschoten?"
We zullen Sir Percy voor het oogenblik maar bui
ten beschouwing laten, waarde vriend," zei ze droog
jes.
„Ah! mijn lieve dame excuseer me, maar dat is het
juist, wat we kwalijk kunnen," zei Cliauvelin, terwijl
hij met een snellen blik zijner sluwe vossenoogen Mar
guerite trachtte te doorboren. „Ik bijzit «en allervol-
zien, als men elk oogenblik gevaar loopt een vlieg-
niensch op zijn hoofd te krijgen, of een ander evenmin
aangenaam maar gevoelig bewijs ontvangt van het
bestaan van den man of van de vrouw als de vrou
wen ook gaan vliegc-n, zal er zeker eerst nog wel een
nieuwe reformkleeding moeten worden uitgevonden.
Een handig Parijsch bouwer heeft rekening gehou
den met het toekomstig verkeer. Hij heeft, naar wij
lazen, aan de boulevard Bonne-Nouvelle een huurka
zerne zooals zulk een gebouw heet laten bouwen,
op welks dak geen schoorsteenen en geen tuinen wor
den gevonden. De man heeft alvast een aanlegplaats
voor vliegmachines gemaakt! Wellicht heeft hij hier
mede een weldaad aan het nageslacht bewezen. Zijn
voorbeeld zal worden nagevolgd een ijverig blad
heeft reeds eenige plaatsen nagegaan, welke voor lan
ding geschikt zijn, o. a. de daken van warenhuizen, ho
tels, stations, enz. en wat zou er terechtkomen van
de vliegende Franschen als ze boven hun hoofdstad
zouden moeten rondzweven zonder een vasten, of mis
schien minder vasten voet te kunnen zetten op - haren
bodem
De heer GoemanBorgesiqs(L. U. Enkhuizen)
besprak bij de Algemeene Beschouwingen over de
Staatsbegrooting voor 1909 allereerst enkele bijzon
dere onderwerpen. Hij drong bij de RegeeriDg er op
aan door het opnemen van een verbodsbepaling^ in
de Waterstaatsvoorschriften te geraken tot wering
van sterken drank op Rijkswerken. Voorts vroeg hij
spoedige overlegging ter griffie van de rapporten van
Gedep. Staten in zake het onderzoek naar de werking
der Woningwet.
Daarna kwam spreker tot zijue politieke beschou
wingen.
Vooraf protesteerde hij er tegen om in de Kamer
politiek als contrabande te beschouwen. De partijen
sluiten zich aaneen, omdat zij meenen op de beste
wijze het belaag des lands te bevorderen de partij
is nooit doel, maar middel,
Vervolgens behandelde spreker het beleid der^rc-
geering. Hij betoogde, dat het ministerie met zijne
homogeniteitsverklaring met het kabinet van 1901 en
met het huldigen van dat kabinet reeds groot succes
heeft gehad.
Spr. had van de regeei ingsverklaring niet nut in
genomenheid kennis genomen, w.nt hij zag daarin
eene verscherping van de antithese, die in het tijd
perk van 1901 tot 1905 zooveel kwaad heeft gedaan.
Spreker betoogde, dat het ministerie-De Meester
geen aanstoot heeft gegeven aan de rechterzijde. De
regeering liet in Maart de heeren Lobman en TydemaD
in den waaD, dat het niet in hare bedoeÜDg lag om
den weg op te gaafi van 1901 zij is dus sedert Maart
óf van voornemen veranderd, öf zij heeft zich destijds
uit politieke berekening gehuld in nevelen en aan de
Kamer geen klaren wijn geschonken.
Spreker critiseerde het zittiDg nemen van minister
Wentholt in dit kabinet.
Spreker verwondert zich dat ook mannen als de
ministers van oorlog en van buitenlandsche zaken het
vooropstellen van de antithese niet hebt entegengehoudr n.
Spreker had van de regeeiiDg eene uite< nzelting
maakst recept tegen den ergsten vorm van „verve
ling," dat ik u graag zou willen voorschrijven,
maar
„Wat maar?"
„Daar hebben we Sir Percy."
„Wat heeft die ermee te maken?"
„Heel wat, vrees ik. Het recept dat ik u wil aan
bieden, draagt een zeer plebejischen naam: Werk!"
„Werk?"
Chauvelin zag Marguerite langdurig aan. Het
scheen alsof zijn scherpe oogen al haar gedachten la
zen. Zij waren samen alleen, de avond was dood
kalm, hun gefluister werd overstemd door het rumoer
dat in de gelagkamer heerschte. Toch trad Chauve
lin een paar schreden vooruit, keek snel en scherp om
zich heen, en bemerkend dat niemand hem kon afluis
teren, naderde hij andermaal Marguerite.
„Wilt u Frankrijk een kleinen dienst bewijzen, bur
geres?" vroeg hij, plotseling heel van toon en manie
ren veranderd.
„La, la, manantwoordde ze met geaffecteerde
onverschilligheid, „wat zie je er ineens ernstig uit.,
wezenlijk, ik weet het niet of ik Frankrijk een kleinen
dienst kan bewijzen dat zou er toch van moeten af
hangen welken."
„Hebt u ooit gehoord van de Iloode Pimpernel, bur
geres St. Just?" vroeg Chauvelin kortaf.
„Gehoord van de Roode Pimpernel? Maar man! we
spreken over niets anders. We hebben hoeden „a la
Pimpernel"; onze paarden heeten „Roode Pimpernel";
gisteren bestelde ik bij mijn modiste, een blauw kos
tuum met groen gegarneerd, en verbeeld je, ze noemde
dat ook al „a la Roode Pimpernel."
Chauvelin had geen spier bewogen terwijl ze vroo-
lijk er op los praatte; hij was ernstig gebleven terwijl
zij lachte; zijn duidelijk hard stemgeluid verhief zich
niet boven den fluistertoon toen hij zei:
„Als u dan gehoord hebt van dat raadselachtig per
sonage, burgeres, dan moet u ook begrepen hebben, dat
dc man die zijn identiteit verbergt onder dien zonder
lingen schuilnaam, dc bitterste vijand is onzer Fran-
sche Republiekvan mannen zooals Armand St.
van haar practiech beleid gewenschL Hij wees er op'
dat inzake vraagstukken als grondwetsherziening en
kiesrecht de regeering de Kamer nog steeds in het
onzekere laat. Ook had spreker niet den indruk, dat
spoedig te verwachten zijn maatregelen tot bescherming
van den arbeid, inperking van den arbeidsduur.
Wat do opcenten quaestie aangaat, constateerde
spreker ook bij minister Kolkman een groote frontver
andering. Ten slotte betoogde spreker, dat de regeering
door hare memorie van antwoord de samenwerking
met de linkerzijde heeft bemoeilijkt, en dat minister
Heemskerk dan ook geen aanspraak kan maken op
het politiek vertrouwen der linkerzijde.
De heer Van Dedem (Chr.-H. Zwolle) verklaarde
met groote ingenomenheid de homogeniteitsverklaring
van de R^geering met de politieke gedachte van 1901
te hebben vernomen. Spreker trad in eene fiaanc:ë»le
beschouwing. Hij betoogde, dat meer zuinigheid moet
worden betracht. Beier dan opcenten op bedrijfe- en
vermogensbelasting en verhoogiDg van het zegelrecht
oordeelde spreker de uitgifte van schatkist-promessen.
De heer Tydsman (L. Tiel) achtte voorbarig de
klacht, dat de Regeering niet gewerkt heeft.
Spreker had uit de memorie van antwoord opge
maakt, dat het kabinet zichzelf niet beschouwt als
ten nood-ministerie, maar meent ook zonder recon
structie na 1909 te kunnen aanblijveD.
De memorie van antwoord heeft onduidelijkheid
in de situatie gebracht. Dit is vooral het geval, waar
de regeering zich homogeen verklaart met de kabi-
netten-Kuyper en Mack&y. Ook is er een groot ver
schil tusschen het niet ontwijken van principieels
verschilpunten en het opzoekt n van die punten.
Spreker voeg of, en zoo ja wat, er sedert Maart
bij de Regeering veranderd is. Dat er bij partijen
rechts iets veranderd is, weet spr. welmen lette
slechts op den tot Juli gevoerden strijd tusschen „De
Nederlander" en „De Standaard."
Spr. ging ten deele mede met de Regeerings-ziens-
vijze ten aanzien der Grondwetsherziening, die reeds
op zich zelf noodig is, ja zelfs urgent. Die herziening
Cs noodig bijv. ten opzichte van de bepalingen voor de
troonopvolging', den zittingduur van de Kamer.
De basis voor een nieuwe kiesrechtregeling moet ge
legen zijn in een andere samenstelling der Eerste Ka
mer.
Spr. betoogde de herziening der Ongevallenwet
hoogst urgent. In zake de sociale wetgeving zijn de
Kegeermgsmededeelingen te vaag.
Spr. zette in korte trekken zijn meening uiteen over
Me verzekeringswetgeving.
Spr. oordeelde dat de Regeering met het nemen van
buitengewone financieele voorzieningen moet wachten
tot ze noodig zijn voor sociale hervormingen en voor
herziening der gemeente-financiën. Spr. betreurde
het, dat de Regeering de vlag van 1901 gaat voeren en
de neutrale zóne dreigt te verlaten. Het beste/is te
trachten de Regeering te behoeden voor een meerder
heid in de Kamer.
De heer Troelstra (soc.-dem. Amsterdam III) be
toogde, dat in de laatste elf jaren de geheele politiek
uiterst suf is geweest. Tijd, kracht en energie zijn
verspild.
De reden voor de veranderde houding van de Regee
ring, tusschen Maart en thans, begreep spreker zeer
goed. Zij heeft de antithese thans niet naar voren ge
schoven om dr. Kuyper tevreden te stellen, maar met
verandering maar als een symbool daarvan.
De terugkomst van dr. Kuyper in de Kamer be
schouwde spr. dan ook niet als een oorzaak der front
verandering maar als den symbool daarvan.
„Ja, dat zal wel zoo zijn. Frankrijk heeft veel
bittere vijanden iii onze dagen."
„Maar u, burgeres, u zijt eene dochter van Fran
krijk en dient daarom bereid te zijn de behulpzame
hand te bieden in oogenblikken van gevaar."
„Mijn broeder Armand wijdt zijn leven aan Fran
krijk; wat mij aangaat, ik kan hier in Engeland niets
doen
„Jawel, u. hier, in Engeland, burgeres. u al
leen kunt ons van dienst zijn. Luister! Ik ben
door de. Republikeinsche Regeering als haar' vertegen
woordiger hier heengezonden. Een mijner plichten al
hier is te trachten alles op te sporen omtrent het Ver
bond van de Roode Pimpernel. U weet zoo goed als ik,
burgeres, dat zoodra die Eransche uitgewekenen een
maal hier zijn, zij trachten de openbare meening tegen
do Republiek op te hitsen. Nu is het in de laatste
maand aan een massa roymsten gelukt het Kanaal
over te steken. ïlun ontsnapping was bij iedere gele
genheid vooraf beraamd, georganiseerd en uitgevoerd
door dit Verbond. Alle pogingen van mijn spionnon
om den leider tc ontdekken zijn mislukt; waar ande
ren de handen zijn, is hij het hoofd dat alles uitdenkt,
ik bedhel dat hoofd af te slaan, en daarvoor heb ik
uwe hulp noodig door hem kan 'ik later de overigen
van de bende machtig wordenhet is een jong-e geur
maker in Engelsche kringen, daar ben ik zeker van.
Tracht dien man voor mij te vinden, burgeres!" drong
hij aan, vind hem voor Frankrijk uit!"
„Kom! man," zei ze, „je verbaast me. Waar ter we
reld moet ik dien zoeken?"
„Gij komt overal, burgeres," fluisterde Chauvelin,
„Lady Blakeney is de spil waarom de samenleving van
I,onden draait, zoo heeft men mij gezegd. u ziet en
hoort alles."
„Iloud je gemak, vriend," hernam Marguerite, zich
in haar volle lengte oprichtend en met eenige verach
ting neerziende op de kleine, schrale figuur vóór haar.
„Houd je gemakGe schijnt te vergeten dat er een
zes voet lange Sir Percy Blakeney staat tusschen La
dy Blakeney en uw voorstel."
Uit des heereu vau Dedem's bewering, dat bij het
zitting nemen door dr. Kuyper achter de ministersta
fel het Kabinet zou uiteenspatten, leidde spr. af, dat
aan de homogeniteit van de Regeering met dr. Kuyper
nog wel iets ontbreekt. Spr. betoogde uitvoerig, dat
de antithese geen politiek richtsnoer biedt en geen
practische beteekenis heeft.
Vervolgens vroeg spr. nadere inlichtingen aan dc
Regeering omtrent haar werkplan. Beoogt de minis
ter met Grondwetsherziening positieve versterking dei-
Eerste Kamer Als dit echter de basis voor kiesrecht
uitbreiding is, kan die uitbreiding niets beteekenen.
Spr. betoogde de noodzakelijkheid der invoering van
algemeen kiesrecht en vrouwenkiesrecht.
Spr. oordeelde, dat indién „Volksonderwijs" en „Het
Nut" bijzondere scholen gaan oprichten, dit gevaar
oplevert voor de openbare school, die daardoor de ar-
melui-school zou worden en het stiefkind van de Re
geering. De openbare school daarentegen moet worden
de paedagogische grondslag voor het volk.
De voorzitter zegt nog naar aanleiding van een op
merking in de rede van den heer Troelstra, dat te zij
ner tijd het eindverslag zal worden uitgebracht om
trent het voorstel tot Grondwetsherziening der sociaal
democraten. Het is volstrekt de bedoeling niet om dit
'te vertragen, maar in de samenstelling der Commissie
van Rapporteurs is verandering gekomen. Zoodra dit
bezwaar zal zijn overwonnen, zal eindverslag worden
uitgebracht. j
Heden te 10 u. 15 voortzetting.
H. M. de Koningin.
De chef van het Militaire Huis en de grootmeester
van h«t Huis van H. M. de Koningin berichten dat
Hare Majesteit, dezen winter verhinderd zijnde offi-
cieele audiënties te verleenen, heeft bepaald dat de
dames, die aan H. M. de Koningin-Moeder zullen worden
voorgesteld, gerekend zullen worden insgelijks aan H.
M. de Koningin te zijn voorgesteld en dat de heeren,
die aan Z. K. H. den Prins der Nederlanden voorge
steld zullen worden of Z. K, H. zullen hebben ver
zocht hunnen dank voor eenige verleende onderschei
ding aan H. M. de Koningin over te brengeninsge
lijks zullen gerekend worden aan H. M. zelve te zjjn
voorgesteld of hunnen dank persoonlek aan H. M. te
hebben betuigd.
H. M. de Koningin heeft aan het comité, gevormd
uit het Algemeen Nederl Verbond en de Vereeniging
„Oost en West", een bijdrage van duizend gulden
doen toekomen ten behoeve der noodlijdenden te Cu-
rsfao.
De Berlijnsche correspondent van de „N. Ct." schrijft
Naar aanleiding van het bericht, dat de Venezolaansche
regeering het baron von Seckendorf onmogelijk heeft
gemaakt zich langs telegri fischen weg in verbinding
të btellen met de Nederlandsche regeering, heb ik hier
op het ministerie van Buitenlandsche Zaken inlichtin
gen gevraagd. Daar wist mén officieel nog niets van
het geval, ook niet door het uitblijven b.v. van hier
verwachte telegrammen. Men hield het bericht echter
voor zeer waarschijnlijk en had deze daad zelfs ver
wacht als antweord op den maatiegel der Nederlandsche
regeering, om bet verbod van wapen uitvoer naar
Castro's gebied op te heffen.
„Om Frankrijke wille, burgeres!" herhaalde Chauve
lin ernstig.
„Zwijg, mau, je praat onzin in ieder geval; want
zelfs al wist je wie die Roode Pimpernel is, zoudt ge
hem niets kunnen maken een Engelschman
„Daar zou ik me best aan wagen," zei Chauvelin
met een droog schor lachje. „We konden hem altijd
eerst naar de guillotine expediëeren, en mocht er al
een diplomatiek lawaai van komen, konden we altijd
nog nederig bij de Britsche Regeering ons ex
cuus maken en, zoo noodig, de beroofde familie een
schadeloosstelling uitbetalen."
„Wat u voorstelt is ijselijk, Chauvelin," zeide zij,
yen hem terugtredend als van een stekend insect. „Wie
de man ook moge zijn, hij is een dapper en nobel
rnensch, en nooit verstaat u mij nooit zal ik
voor zulk een schanddaad mijne hulp verleenen
„Gij geeft er dus de voorkeur aan gehoond' te wor
den door iedei-en Franschen aristokraat die naar En
geland oversteekt?"
„Dat is hier de kwestie niet/' zei ze met gemaakte
onverschilligheid. „Ik kan me nog verdedigen, maar
ik weiger een of ander vuil werk te doen voor u of
voor Frankrijk. Gij hebt andere middelen tot uw
dienst, daarvan moet ge gebruik maken, vriend."
En zonder Chauvelin nog met'een blik te verwaar
digen, keerde Marguerite Blakeney hem den rug too
en ging regelrecht de herberg binnen.
„Dat is uw laatste woord niet, burgeres," zei Chau-
Wtlin, toen het voile licht in de gang haar elegant fi
guur bestraalde, „we zien elkaar in Londen terug, wil
ik hopen
„We zullen elkaar in Londen weerzien," zei ze, over
haar schouder heen tot hem sprekend,
mijn laatste woord."
„maar djt is
(Wordt vervolgd.)
f '-.nrss'j