DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
Dit nummer bestaat uit 3 bladen.
Nederlandsche Buitenlandsche politiek.
No. 273
Honderd en tiende jaargang.
1908
ZATERDAG
21 NOVEMBER.
BINNENLAND.
Deze Courant wordt eiken avond, behalve op Zon- en
Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden
voor Alkmaar f 0,80; franco door het geheele Rijk f 1,
Afzonderlijke nummers 3 Cents.
Telefoonnummer 3.
Prijs der gewone advertentiën:
regel f 0,10. Bij groote contracten rabat. Groote
letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdrukkerij
v/h. HERMs. COSTER ZOON, Voordam C 9.
Eerste Kamer.
Tweede Kamer.
Rouw ten Hove.
QEMENOD NIEUWS.
Benoemd.
De?dekend.eftal.
Uit Graft.
Uit Behagen.
Uit Heer Hugowaard.
Een held.
Inbraken te Leeuwarden.
Ongelukken.
Uit „De Egmonden."
ALKMAARSCHG COURANT.
Kan Nederland een buitenlandsche politiek voeren?
Het antwoord schijnt ons bizonder eenvoudig te
zijn: neen. D. i. t. z., wij kunnen trachten er zoo goed
mogelijk tusschen door te komen, wij kunnen gegeven
gunstige conjuncturen zoo goed en zoo voorzichtig mo
gelijk gebruiken, om onze neutraliteit wat meer te ver
zekeren, doch een groote buitenlandsche politiek voe
ren kunnen wij niet. Wel moeten wij natuurlijk onze
betrekkingen trachten te behouden. Wel ook behoeven
wij ons door de kleine staten niet de wet te laten voor
schrijven, doch overigens is er van een zelfstandige,
Nederlandsche buitenlandsche politiek nauwelijks
sprake.
Maar zijn wij dan hier tot volstrekt nietsdoen- ge
doemd? Moet dan de r.atie, wier schepen eens trotsch
den bezem in de mast heschen, ten teeken, dat zij de
golven hadden schoongeveegd, moet deze thans bij de
pakken neerzitten en wachten wat de grooten der aar
de over onze toekomst zullen beslissen?
Neen. liet is volstrekt niet noodig, dat wij een zoo
moedelooze en tot slapheid leidende houding op het
terrein der buitenlandsche politiek aannemen. In de
eerste plaats, moeten wij ten slotte onze neutraliteit
trachten te handhaven en ons dus weerbaar houden.
Dan moeten wij nauwkeuriger dan tol nu toe de stroo
mingen nagaan, die in het buitenland onze bt-langen
zouden kunnen raken, moeten wij zorgen die nauwkeu
rig te kennen en te controleeren, wat er over ons of
oirze belangen daarbuiten gezegd en geschreven wordt
en zoo noodig maatregelen van mondelinge- of schrifte
lijke tegenweer nemen. Hoe dat zou moeten geschie
den, hebben wij te vaak in deze kolommen aangegeven,
dan dat wij er nu nog weer op terug zouden behoeven
te komen.
Eindelijk is er nog een terrein van buitenlandsche
politiek, waarop wij vele cn groote dingen tot stand
zouden kunnen brengen, als er bij ons meer „openbare
geest" was en die openbare geest zich maar, minder
eenzijdig dan thans, richtte op bereikbare en voor onze
onafhankelijkheid uiterst gewichtige dingen. Dit ter
rein van buitenlandsche politiek is echter gelegen bui
ten de grenzen, waar binnen de Nederlandsche Staat
werkzaam is. Het zou zijn buitenlandsche politiek van
het volk, niet van den staat.
Nu erkennen wij, dat dergelijke officieuse buiten
landsche politiek daarbuiten door de groote mogend
heden vermoedelijk nog niet geduld of tegengewerkt
zou worden, als zij bepaalde bondgenootschappen of
politieke combinaties van direct practisch belang na
joeg. Door de officieuse buitenlandsche politiek,
waarvan wij hier spreken, zou zich ook daarvan te ont
houden hebben. Wat wij namelijk willen is, dat het
Nederlandsche volk zich zijn taak bewust worde als'be
hoedster van dezen modernen tempel van Delphi
het Haagsche arbitragehof.
De belangen der arbitrage overal en ten allen tijde
te bevorderen, werkzaam te zijn om de vage arbitrage
idee te verstevigen, zich door geen teleurstelling te
laten weerhouden en telkens weer op arbitrage aan te
dringen, telkens ook propaganda te maken en te getui
gen van onze liefde voor die idee, ziedaar een buiten
landsche politiek, die het Nederlandsche volk zou kun
nen volgen, tot heil van zijn eigen beteekenis en zijn
eigen onafhankelijkheid, maar tot heil tevens van heel
de menschheid.
Volgen wij deze politiek, dan blijven wij voor ons
land in de historische lijn en gaan den weg, ons gewe
zen door de beroemde Oud-llollandsche geleerden op
het gebied van het internationale recht en door onzen
geleerde T. M. C. Asser, dan hebben wij de zekerheid
practisch werk te verrichten, waarin geen buitenland
sche mogendheid ons zal storen.
In dit verband treft ons de rol, die het bekende Bel
gische kamerlid Jansou Dinsdag in de kamer gespeeld
heeft. Hij heeft de kamer haar instemming willen la
ten betuigen met de politiek van Duitschland en Fran
krijk, die hun ernstig geschil over de deserteurs te Ca
sablanca door arbitrage zullen laten uitmaken. En al
zal die instemming ten slotte niet langs den gewonen,
weg tot de Eransche en Duitsche ooren komen, met
groote handigheid heeft Janson er voor gezorgd, dat
de demonstratie hetzelfde effect had.
Ons dunkt, dat wij ih volks-buitenlandsche politiek
hier een lesje gekregen hebben van den Belg. Wij
niet in de eerste plaats onze Kamer maar wij Ne-
derlandsch volk, hadden practisch gedaan met ook da
delijk het eerst van allen, onze instemming met deze
oplossing te betuigen. Onze naam moet direct ver
bonden worden aan elke daad in de arbitragerichting,
wij moeten er bij elke gelegenheid aan herinneren, dat
wij de rondomwonenden zijn van den modernen Del-
phisehen tempel en dat wij ons zedelijk verplicht hou
den de zaak van dien tempel tot de onze te maken.
Maar hebben wij dan niets te doen dan te getuigen?
Ja zeker. Hoezeer getuigen op dit gebied veel be
langrijker is dan op zoo menig ander gebied, waar van
den vroegen morgen tot den laten avond „getuigd"
wordt, terwille van den kiezer, er is toch nog meer te
doen. Wij moeten de grootste belanghebbenden bij de
zaak der arbitrages, dat zijn de kleine naties, tot el
kaar brengen en zoodoende tegelijkertijd een voorbeeld
van volstrekt vreedzame, onpolitieke toenadering ge
ven en door die toenadering met de andere tot overleg
komen, hoe wij de zaak des vredes meer algemeen kun
nen bevorderen. Had niet alleen de Belgische kamer,
maar hadden alle volksvertegenwoordigingen der klei
ne naties op één dag een besluit genomen als nu op
Janson's initiatief de Belgische kamer, dan zou zeker
het belang van een dergelijke betooging nog véél,
véél grooter geweest zijn. Evenzoo zou een dergelijke
adresbeweging in alle kleine landen dieper indruk ma
ken dan een adresbeweging ons land alleen zou hebben
gemaakt.
En is die (officieuse) toenadering der kleine landen
wel te verstaan van de volkeren der kleine landen
eenmaal bereikt, hoe gemakkelijk zouden dan de
volkeren kunnen samenwerken om in onpolitieke een
heid kracht te zoeken, om de gedachte der arbitrage te
verspreiden en grooter vastheid te geven, hoe gemak
kelijk zouden dan, maar ook dan. eerst, de regeeringen
dier landen in de Haagsche conventies aanleiding
kunnen vinden om bij dreigende conflicten gemeen
schappelijk stappen te doen in het belang van den vre
de, zonder dat men daarbij zou kunnen denken aan
baatzuchtige nevenmotieven van deze regeeringen.
Inderdaad in een actie in deze richting zit on
eindig veel perspectief. Hier is een daad van groote
waarde voor de beschaving te doen.
Mag men van het Nederlandsche volk zoo'n daad
verwachten? Zal er een middel gevonden worden om
die onpolitieke toenadering der kleine staten te ver
aanschouwelijken en populair te maken?
Voorloopig lijkt het er nog niet naar, al geeft de
onpolitieke toenadering tot België eenige hoop dat
men in deze richting verder zal gaan.
Daar de tegenwoordigheid van den minister van
Justitie nog in de Tweede Kamer wordt vereischt
kan de Eerste Kamer tot de verdere behandeling van
de achterstandsontwerpen nog niet opgeroepen worden.
Minister Heemskerk vervolgde zijne eergisteravond
afgebroken rede. Hij dankte voor het blijk van ver
trouwen in de regeering, betoond door de heeren Lob
man, Malefijt en Nolens.
De minister stelde in het licht, dat de discussie ge-
loopen heeft over het karakter van het kabinet. Welnu,
het kabinet is een rechtskabinethet heeft zich als
zoodanig aangediend en is niet veranderd, in geen en
kel opzicht.
Met blijdschap heeft de minister de verkiezing van
den heer Kuyper begroet. Deze opmerking tot den
heer Reyne, die gemeend had in Ommen het kabinet
in bescherming te moeten nemen tegen dr. Kuyper.
De minister begreep de bezorgdheid van. den heer
ïydeman niet.
De minister betoogde voorts, dat het kabinet vol
strekt niet in onvoorzichtigheid is geboren. Het ka
binet is als rechts kabinet ontstaan met ieders toe
stemming; als zoodanig is het kabinet ook samenge
steld. Wat nu den door den heer Borgesius geerti-
seerden overgang van minister Wentholt, wien gebrek
aan politiek doorzicht werd verweten, betreft, deed de
minister opmerken, dat ministers van oorlog en van
marine niet in de eerste plaats geroepen zijn om aan
het kabinet een politieke leiding te geven.
Vervolgens verdedigde de minister het werkprogram
van het kabinet. Het was ingericht naar den aard
van samenstelling der Kamer. Lettende op die samen
stelling, was het gewenscht tot 1909 de voor de hand
liggende zaken af te wachten. Maar dit sloot niet uit,
dat het kabinet zich duidelijk als rechtsch ministerie
aandiende. Hoe kon er nu misverstand bestaan over
de verklaring der regeering, dat haar beield zou zijn
volgens de beginselen levende in de partijen der rech
terzijde?
Waarom nu in de memorie van antwoord een andere
woordenkeus is gevolgd? Welnu, dit is duidelijk. Men
verweet het kabinet te varen in nevelen; maar het
schip, dat in nevelen vaart, wekt deze niet op en toch
zijn ze hinderlijk. Vandaar in de memorie van ant
woord een nadere uiteenzetting van de beteekenis der
verklaring van Maart.
In den meest absoluten zin weersprak de minister de
bewering, dat het kabinet dé anti-these naar voren
heeft geschoven.
De bedoeling van het kabinet is: door zuivere en
volledige toepassing van de beginselen van rechts aan
de linkerzijde bevrediging te schenken en niet om con-
iiicten te zoeken. Een andere partijenverhouding
wenscht het kabinet niet te bevorderen. Zich beroe
pende op eene in November 1907 door hem gehouden
redevoering, keurde de minister af het trekken van
eene scheidingslijn tusschen vooruitstrevenden en con
servatieven. De regeering daarentegen wil juist ver
zoening van maatschappelijke tegenstellingen.
De minister verduidelijkte, dat het niet de bedoeling
is met de invaliditeits-verzekering' te wachten totdat
alle andere verzekeringen in werking zijn.
Zoolang de regeering niet weet of zij aanblijft,
neemt zij ook geen grondwetsherziening ter hand.
De minister van Financiën, de heer Kolkman, erken
de dat hij vroeger optimist was, maar onder geheel an
dere omstandigheden. Noodgedwongen was hij nu ver
plicht middelen te beramen tot dekking van het tekort
van 10 millioen.
Het denkbeeld om voor dekking van het begrootings-
tekort eene leening aan te gaan, verwierp de minister.
Zoodoende zou van zuinigheid niets terecht, komen.
Dekking van het volle tekort door heffing van opcen
ten is niet doenlijk.
Eene tariefsherziening behoeft niet in hooge mate
protectionistisch te zijn om eenige millioenen af te
werpen; het ligt eenvoudig aan de inrichting daarvan.
De accijns-verhooging van het gedistilleerd gepaard
te doen gaan met verlaging van den suiker-accijns
gaat alleen in goede tijden, antwoordde de minister
aan den heer Patijn. Die verlaging kan de minister
dan ook niet in uitzicht stellen.
De minister van Landbouw beantwoordde de opmer
kingen in zake de sociale wetgeving. Hij zette uiteen,
dat zijn streven was, om bij de ziekteverzekering orga
nisaties in het leven te roepen, die ook voor de verde
re verzekeringen dienstbaar zouden zijn. De ziekte
verzekering staat boven de ouderdomsverzekering, wijl
de ouderdom slechts als vermoeden van invaliditeit
geldt.
Hierna vingen de replieken aan.
De heer Tydeman (lib. Tiel) betoogde, dat, indien
de verklaring in de Memorie van Antwoord slechts een
kleine verduidelijking van de verklaring van Maart
beteekent, zooals minister Heemskerk 't deed voorko
men, te constateeren valt, dat de Regeering afscheid
neemt van de politieke antithese van 1901.
De heer van Dedem (chr.-hist. Zwolle) betoogde, dat
de rechtsche coalitie hecht is, afgescheiden van de
vraag of dr. Kuyper of Heemskerk aan het bewind is.
De heer Borgesius (lib. Enkhuizen) constateerde,
dat deRegeering in zake de financieele en sociale
wetgeving van 'de rechterzijde weinig steun heeft on
dervonden.
Spr. hield nadrukkelijk vol, dat de Regeering sedert
Maart van front veranderd is en wel degelijk de anti
these van 1901 heeft voorop gesteld, een antithese, die
niet slechts in de verbeelding der vrijzinnigen bestond,
want duidelijk heeft dr. Kuyper de tegenstelling ge
maakt tusschen christenen en paganisten.
Daarna repliceerde de heer Troelstra (s. d. Amster
dam III). Hij dróng aan op het ter hand nemen van
het vraagstuk der Staatspensioneering.
De minister van Binnenlandsche Zaken beantwoord
de korteïijks de sprekers met het oog op het vergevor
derd uur.
De Algemeene Beschouwingen werden gesloten.
Hoofdstuk T (Huis der Koningen) werd goedge
keurd, nadat bij onderafdeeling 4 de bespreking van
de belangen der steenhouwers voor de Koninklijke
stallen door den heer Helsdingen op diens verzoek
werd uitgesteld tot bij hoofdstuk 10.
Te 6 u. 15 werd de vergadering gesloten.
Maandag half 2 voortzetting.
De opper-ceremoniemeester maakt bekend, dat het
Hof, ingevolge de bevelen van II. M. de Koningin, den
lichten rouw zal aanhemen voor den tijd van zes da
gen, ingaande op Zaterdag 21 Nov., wegens het over
lijden van Z. K. H. Grootvorst Alexis van Rusland.
(St.-Ct.)
In de provincie Noord-Holland is benoemd tot heem
raad van het ambacht van West-Friesland, genaamd
de Vier Noorderkoggen; vanwege de Wognumerkogge,
H. J. K. van der Steen, te Spanbroek, en van wege de
Middelkogge, J. Spaander, te Midwoud; tot hoofdin
geland van West-Eriesland, vanwege het ambacht de
Vier Noorderkoggen, C. Stins, te Benningbroektot
heemraad van den polder Wieringerwaard, J. Kaan
Az., te Wieringerwaard; tot heemraad van den polder
Katwoude, B. Lammes, te Katwoude; tot hoogheem
raad van den Hondsbossche en Duinen tot Petten,
vanwege het ambacht van West-Eriesland, genaamd de
Vier Noorderkoggen, mr. O. P. Donker, te Bloemen-
daal, en vanwege het ambacht Geestmerambacht, H.
Hart Cz., te Oudkarspel.
Nog steeds wordt het onderzoek naar den diefstal
van paardendekens bij het 3e reg. veldartillerie te Ber-
gen-op-Zoom voortgezet en het blijkt dat men hier
met een misdrijf op groote schaal, en van wijden om
vang te doen heeft. Zoo werden aldaar dezer dagen
weer aangebracht verscheiden fonkelnieuwe paarden
dekens, alle van het regiment afkomstig en die op het
eiland Tholen door de maréchaussées waren opge
spoord.
Tot notabel van de Ned. Herv. gemeente te Graft is
herkozen de heer- J. Tromp.
Uit Westgraitdijk.
In een alhier gehouden vergadering van de afdeeling
„West-Graftdijk," van den Noord-Holl. Ijsbond werd
door den penningmeester verslag uitgebracht over den
toestand der geldmiddelen. De ontvangsten bedroegen
J 57.08 en de uitgaven 27.645, zoodat de rekening
sloot met een batig saldo van 29.335. De heeren J.
Verhagen, voorz. en W. Ton, secret., werden als leden
van het bestuur herkozen.
Dat was me een drukke week in Schagen. Zondag
zong Euterpe, Woensdag had er een kerkconcert
plaats en Donderdag speelde Speenhof. Euterpe had
het voorrecht eene soliste te kunnen doen optreden,
die hier van vroeger al een goeden naam had achterge
laten. Ook nu weer bekoorde mej. A. Hogetoorn, mez
zo-sopraan van Seheveningen, door haar zang en voor
dracht. Als altijd, accompagneerde de heer A. Koo-
ger van Alkmaar op Euterpe's concert op zeer verdien
stelijke wijze.
Het kerkconcert, Woensdag gegeven, trok nog geen
50 bezoekers. De schuld hiervan droeg de onoordeel
kundige wijze, waarop dit concert geannoneerd was.
Donderdag speelde Speenhof met de zijnen voor een
bijna geheel uitverkochte zaal. De diep-gevoelde lie
deren van den diehter-zanger maakten zeer veel in
druk. Gelachen, onbedaarlijk gelachen, werd er na
tuurlijk om „Zijn Edel Achtbare." N. de la Mar- is in
dit stukje onovertreffelijk, net zoo geestig in zijn spel
als wijlen Frits Bouwmeester. „liet Vrije Tooneel"
zal, na zijn groot succes, ook hier wel niet voor de laat
ste maal geweest zijn.
Het bestuur van het ambacht van West-Friesland,
genaamd Geestmerambacht, heeft in zijne vergadering
van den 19e voor de benoeming van Heemraad .op de
voordracht geplaatst de heeren:
No. 1. D. Appel te Veenhuizen.
No. 2. D. Schuitemaker te Noord-Scharwoude en
No. 3. J. W. C. Kroon te Zuid-Scharwoude.
Als hoofd-ingelanden zijn toegelaten de heeren C.
Stammes voor Oterleek, K. van Diepen voor Obdam,
T. de Boer Pz. voor Oudkarspel en P. Wit Cz. voor
Hensbroek.
Brand.
Gisteravond is afgebrand het boerderijtje van den
heer Aris Stooker te lip. Niets was verzekerd.
Mevrouw doet te midden van aller gespannen aan
dacht een inbrekersverhaal.
Ik hoorde gerucht.... ik stond op.... en
wat zie ik onder mijn bed twee mansbeenen
uitsteken I".
„En heb je den inbreker gepakt is de zenuw
achtige vraag van de anderen.
„Neen", luidt het antwoord „'t waren de beenen
van mijn man. Hij had 't gerucht ook gehoord.
(Hbld.)
Alweer een gasontploffing.
In een perceel in de Haarlemmerstraat te Amsterdam
viel gisteravond in een achterkamer een gedeelte van
het plafond naar beneden, tengevolge van eene gas
ontploffing. Tusschen bedoeld plafond en den vloer
der bovenwoning, had zich gas verzameld. Toen naar
de oorzaak van de waargenomen gaslucht werd gezocht,
waarbij een brandende kaars werd gebezigd, volgde
de ontploffing. De gealarmeerde brandweer behoefde
niet op te treden. Persoonlijke ongelukken hadden
niet plaats.
Toen gistermorgen ongeveer 5 uur de koopman en
winkelier T. v. d. Weij in de Westerstraat te
Leeuwarden, van een bruiloft terugkeerende thuis
kwa ontdekte hij, dat een aanzienlijk bedrag aan
geld uit een kistje was gestolen, naar men zegt een
waarde van 300 f 400.
Ook kwam gistermorgen te ongeveer halfzes de
directeur der Leeuwarder stoomzuivelfabriek bij de 2e
Kanaalsbrug toen hij zijn kantoor binnentrad tot de
ontdekking, dat de buitendeur open stond. Bij verdere
waarneming bleek, dat nachtelijke bezoekers zich,
naar 't schjjnt, behoorlijk den tijd hadden gegund voor
een generale inspectie. Er werd echter niets vermist
4 kwartjes, die in een der kastjes van het bureau
lagen, schijnen niet te zijn opgemerkt, ze werden
althans niet meegenomen. De brandkast stond op de
gewone plaats en bleek niet geforceerd.
Men meldt uit Nieuwediep
Iu de Noordergronden is een, tot nog toe onbekend
zeilschip gestrand. De sleepbooten „Atlas" en „Her
cules", die er heen vertrokken, zijn teruggekomen.
De bemanning is door de redlingvlet en de boot
opgenomei
Nader meldt men uit Nieuwendiep, dat het gestrande
schip, de Italiaansche driemastschoener „Roma" is,
met verfhout komende van Cuba.
De tuigage is overboord geslagen. Tien man en een
landskenner zijn aan wal gebracht.
Donderdagavond gaf „Egmond's Tooneelclu^" ecus
uitvoering in de groote zaal van den heer Jb. Halfï
te Egmond aan Zee. Opgevoerd werd „Aan flarden",
het mooie vier bedrijvige tooneelspel van Top Nas ff.
In jaren is hier niet zoo'n goede uitvoering geweest.
Vooreerst de aankleeding van het tooneel was zeer
mooi. Men was er werkelijk in geslaagd, het ver-
eischte milieu te arraDgeeren. Eu nu het sp 1. Dr.
Thomas Verhulst was goed. H(j gaf mooi spel te ge
meten over 't algemeen ingehouden, om op de juiste
oogenblikken uit te barsteD. Nini was ook goed, al
aing hier en daar de zware rol boven haar krachten.
In elk geval leefde zij er totaal in mee en dat gaf
een overtuigend cachet aan hare uitbeelding. Heel
goed was ook Mevr. Mattus. Muurvast in haar rol,
gaf ze ook juist de kattige, gevoellooze hengelaarster
naar huwelijkscandidaten weer. Jeanne Landman was
subliem. De overige partijen waren ook vrfl goed be
zet. ko;tom, hier werd iets gepresteerd, waarop ijverig
gestudeerd was. Da opvoerirg van „Aan Flarden" is
voor Egmond's Tooneel bisliat een succes geweest.
Moge de volkauitvoering, welke Maandag a.s. gegeven
woidt, etn volle zaal trekken. De uitvoering werd op
geluisterd door de muziek der vier gebroeders Dekker.
Ook dit vyas goed werk. Een gezellig bal besloot dezen
mooien avond.
Vrijdagavond vergaderde de onderafdeeling de Eg-
monden van de Nederlandsche Piuimve--vereeniging
V. P. N. bij den heer M. Butter te Egmond a. d. Hoef.
Tot penningmeester werd gekozen in plaats,van den
heer J. Nieuwenhuyzen, die als zoodanig ontslag had
genomen, de heer M. Butter, die de benoeming aan
nam. In beginsel werd aangenomen het oprichten
van een hoenderpark. In een volgende vergadering
zal dit plan, volledig ontwikkeld, ter definitieve be
slissing, behandeld worden.