DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
No. 274.
Honderd en tiende jaargang
1908.
Deze Courant wordt eiken avond, behalve op Zon- en
Feestdagenuitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden
voor Alkmaar f 0,80; franco door het geheele Rijk f 1,
Afzonderlijke nummers 3 Cents.
MAANDAG
Prijs der gewone advertentiën:
Per regel f 0,10. Bij groote contracten rabat Groote
letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdrukkerij
v/h. HERMs. COSTER ZOON, Voordam C 9.
22 NOVEMBER.
ONTWERPPLAN
van uitbreiding der Gemeente.
Uit Hof- en Hoofdstad.
BINNENLAND.
Telefoonnummer 3.
Het HOOFD van het Bestuur der Gemeente
ALKMAAR;
Gelet op artikel 28, alinea, 4, 5 en 6 der
Woningwet;
Brengt ter algemeene kennis, dat het Ont-
werp-plan van uitbreiding dezer Gemeente, met
nitvoerige kaarten en grondteekeningen, op de
Secretarie dezer Gemeente (bureau Gemeente
werken, aan de Stads-timmerwerf) voor een ieder
ter inzage blijft nedergelegd tot 30 November a.s.,
van voormiddags 912 uur.
Alkmaar, 14 November 1908.
Het Hoofd van het Bestuur voornoemd,
G. RIPPING.
De mailbooten van de „Zeeland."
Nederland en Venezuela.
GEMENGD NIEUWS.
Een nieuwe Duitsehe haven
Postzegel-automaten.
Gered.
De cullinan.
Uit Bergen.
Uit Harenkarspel.
Een onderzoek.
Consternatie.
Uit de Rijp.
Te voorbarig.
Holl. IJz. Spoorweg maatschappij.
COURANT.
ALKMAAR, 23 November.
Men begint in Duitscliland wat tot rust te komen.
De Rijkskanselier von Biilow is Dinsdag bij den Kei
zer op audiëntie gewfeest, Wilhelm II lieeft de houding
van den voornaamsten dienaar van het rijk goedge
keurd en de Keizer zal wat minder voorbarig spreken,
schrijven en telegrafeeren. In het begin van dezen
krisis heeft men van Duitsehe zijde herhaaldelijk aan
gedrongen op waarborgen, teneinde gevrijwaard te zijn
voor het ongewenschte persoonlijke optreden van den
Keizer. Zoo werd zeer wenschelijk geacht, dat de
Rijkskanselier tegenover den Rijksdag ten volle verant
woordelijk was en dat het vertegenwoordigend lichaam
hem door een votum van wantrouwen tot het nemen
van ontslag kon dtvingen. Van deze en andere wijzi
gingen is niets gekomen. Zelfs heeft de Rijksdag of-
ficiëel geen kennis gekregen van het onderhoud tus-
schen den Keizer en den Rijkskanselier. Nu meent
men, dat het zoo niet langer gaat. De grondwettige
oogst wordt rijp geacht en de rijksdag moet nu maar
trachten haar binnen te krijgen. Wij zullen zien.
Intusschen is de Keizer merkbaar kalmer geworden.
Hij heeft reisplannen laten varen en zich teruggetrok
ken van jachtpartijen. En Zaterdag heeft hij een be
zoek gebracht aan „het roode huis," het Berlijnsche
stadhuis, de burcht der democratie bijgenaamd, waar
het honderdjarig bestaan van de Pruisische gemeente
wet van Stein werd herdacht. De Keizer heeft bij de
ze gelegenheid gesproken. Hij hield niet, zooals vroe
ger, een improvisatie, maar las een geschreven rede
voor, welke hem door den Rijkskanselier even te voren
was overhandigd. Hierin werd de krisis aangeroerd,
immers de Keizer zeide: „En verder koester ik het
vaste vertrouwen, dat de band van trouw en aanhanke
lijkheid, die in ons vaderland van oudsher koning en
burgerij, vorst en volk zoo nauw verbindt, steeds onver
breekbaar zal blijken te zijn. Al kan, volgens de woor
den van het Pruisische volkslied, niet altijd de zon
vroolijk schijnen en moeten er ook sombere dagen zijn,
opkomende wolken zullen nimmer hunne schaduwen
scheidend, tusschen mij en mijn volk werpen."
Hier werd gedoeld op de Norddeutsche Allgemeine
Zeitung, die had geschreven over een schaduw tus
schen Keizer en Volk.
Na afloop yan de toespraak waarop de Keizer,
naar de bladen melden, op eigen houtje nog aan toe
voegde: „God zegene mijn hoofd- en residentiestad
Berlijn! stak de rijkskanselier het manuscript weer
in den zak.
De Keizer zag er te voren zeer ernstig uit. Het was
alsof hij verouderd was. .Toen zijn rede evenwel geëin
digd was en luiden bijval had gevonden, werd hij opge
wekter en hij veroorloofde zich zelfs eenige scherts.
Een der sprekers had het over de bureaucratie van den
staat en van de stad en bij dit punt; wendde de Keizer
zich lachend tot den Rijkskanselier en wees met den
vinger naar dezen. Herhaaldelijk lachte de Keizer on
gedwongen.
Wanneer er in het parlement niet pas zoo'n groote
ontevredenheid tot uiting was gekomen, zou men den
ken, dat op dit oogenblik de toestand in het Duitsehe
rijk niets of weinig te wenschen overliet. Maar men
weet wel beter!
inzet, die men er voor over heeft om een kansje te wa
gen, maar 't is wel opmerkelijk, dat zij die daarbij aan
de winnende zijde komen, tot de kleine minderheid be-
hooren, de overgroote meerderheid ziet doorgaans niets
van zijn geld terug. Oppervlakkig zou men zeggen,
dat de houder van zoo'n kantoor, als hij wat klandisie
heeft, een aardig standje moet hebben, daar het verlies
zijn zak terecht komt, doch dat blijkt thans niet
waar te zijn. Een paar van dergelijke kantoren zijn
over den kop gegaan en 'tis gebleken, dat dit hieraan
is toe te schrijven, dat, terwijl zij hunne klanten ii la
hausse lieten speculeeren, zij zelf a la baisse speelden.
Dat geschiedde in Amerikaansohe fondsen en daar de
ze in de laatste weken steeds vooruitgingen, legden
niet de klanten doch de kantoren het loodje en hebben
zij hunne deuren moeten sluiten. De verliezen die zij
te boeken hebben, beloopen een paar ton, doch van een
financieele calamiteit behoeven we niet te spreken
wat verloren is gegaan zijn, om een ietwat platte Am-
sterdamsclie uitdrukking te gebruiken, „gokcenten
van menschen, die een kansje wilden wagen, en geen
spaarpenningen van arme menschen, van weduwen en
weezen. Of dit nu voor het publiek een lesje zal zijn?
Ik heb er niet de minste hoop op!
De hoofdstadbriefschrijver van de Leeuw. Ct. schrijft
over een tentoonstelling in het Panorama-gebouw, wel
ke o. a. betrekking heeft op 's menschens levensduur.
Op een doodebriefje wordt van den overledene Rey-
nier van Bolswaart gezegd:
Die goede oude man
was vijf en negentig jaar;
Doe hij met Biedes Jans
wierd eenen Egtepaar;
Maar 't schijnt, dat Godt belieft
de wed uw nog te spaaren;
Dit is haar vierde man,
gestorven met veel jaaren;
De eerste, toen hij stierf,
was zestig jaaren oud;
De tweede hondert zestien,
doe was die man weer koud;
De derde hondert dertien
(het Eind zijns Leven)
Heeft hem door de Dood,
op 't laatste nog begeven.
Dees overleden Man
is zes en negentig oud,^
De nagelaten Weeuw
is vier en negentig stout.
Die Biedes Jans was toch maar een patent wijf. Op
93-jarigen leeftijd stapte ze nog in 't huwelijksschuitje
met een 95-jarigen man, nadat ze al drie eehtgenooten
door den dood had verloren, van wie twee het aan haar
groene zijde tot den eerbiedwaardigen leeftijd van res
pectievelijk 116 en 113 jaar hadden gebracht.
Ons Eerste Kamerlid, mr van den Biesen,' die zoo
geweldig tegen de Woningwet te keer ging, zou in zijn
uopijes zijn, als hij van deze tentoonstelling in het Pa
norama-gebouw kennis mocht nemen. Hij zou er door
geïnspireerd worden tot een nieuwe ode op het sterke
voorgeslacht, dat in alkoven werd uitgebroed.
Intusschen leverde deze eeuw ook een vrij groot aan
tal zeer oude menschen op en zijn er ook beden ten
dage nog verscheiden Nederlanders, die groote kans
hebben later tot de honderdjarigen en meer dan hon
derdjarigen gerekend te worden. Onder de oudjes van
een voorgaande eeuw mag ook genoemd worden Jacob
van Hoorn, die op zijn 97e jaar nog in den echt trad
met juffrouw Jacoba van Selstede, nog slechts 23 jaar
oud. Beider portretten zijn aanwezig, Jacob zag er op
zijn 97e jaar nog gezond en fleurig uit.
gunste eener vredelievende oplossing van ons geschil
met Venezuela.
Volgens onzen berichtgever zou deze beweging haar
steunpunten vinden o. a. te Amsterdam, Deventer,
Bussum, Apeldoorn, in welke plaatsen' de leiding in
handen is van voorstanders der Vredes-idee. Men moet
bezig zijn, gegevens, aangaande het conflict te verza
melen zoowel in Venezuela en West-Indië als hier
te lande. O. a. wil men aantoonen, dat de,schuld van
het geschil niet alleen bij Castro ligt, maar voor een
belangrijk deel ook aan onze zijde.
Weldra zullen de leiders» der beweging een verga
dering van gelijkgezinden bijeenroepen, die vermoe
delijk te 's-Gravenhage zal worden gehouden.
De speelzucht zit ons van ouds in het bloed, zegt de
Amsterdamsche medewerker van de Prov. Gron. Ort.
Wij Nederlanders, wagen bijster graag een kansje. Dat
diig-teekent al uit de dagen van Briniot men sla er.
Van Lennep maar eens op na dat leert ons de ge
schiedenjs van den tulpenhandel en dat zien we dage
lijks bij de Beurs met haar ap- en dependenties. Die
ap- en dependenties zijn nog al leelijke uitwassen van
de speculatie, omdat zij het doorgaans op de beurzen
der kleinen gemunt hebben. Op de Beurs gaat het
zeer vaak om groote bedragen, ik heb me laten vertel
len, dat een der meeste bekende bankierskantoren in
den laatsten tijd zelfs een paar millioen op de Beurs
heeft laten zitten, maar buiten de Beurs kan men al
een kansje wagen voor een handvol guldens bij een der
speculatiekantoren met beperkt risico, die verrezen
zijn, sinds de wetgevende macht ons met die malle lo-
terijwet heeft bedacht. Dat risico is bepejrkt tot den
Zaterdag is de nota verschenen van de commissi
rissen der maatschappij „Zeeland" in verband met
den bouw der drie nieuwe mailbooten.
Eerst wordt gemeld, dat de schepen zullen worden
opgeleverd uiterljjk 1 April 1910tegen een prijs
aanmerkelijk lager dan het maximum der raming
van 4 millioen dan wordt in verband met deze veel
bespreken kwestie er op gewezen, dat de directie der
„Zeeland" voor alles heeft te rade te gaan met de
belangen harer maatschappij. De directie nu wil de
booten uiterlijk 1 April 1910 opgeleverd zien, omdat
door in de vaartbrenging later dan met den zomer
dienst van 1910, haar belang zeer ernstig bedreigd
zou worden.
Vervolgens wordt een zeer uitvoerige uiteenzetting
gegeven van de ook met de Nederlaudsche werven
gevoerde onderhandelingen, vooral met „De Schelde"
te Vlissingen. Den 27en October heeft „De Schelde"
medegedeeld, dat het haar niet gelukt is, uitstel te
verkrijgen voor de levering van reeds aanvaarde or
ders, zoodat zij niet in de gelegenheid is naar de
levering mede te dingen.
De beide andere Nederlandgche werven lieten den
voor de inschrijving bepaalden termijn voorbijgaan
zonder de „Zseland iets van zich te doen hooren.
Commissarissen komen ten slotte tot de conclusie
le. dat directie en commissarissen van de „Z-eland"
het zwaarst hebben doen wegen wat op den voor
grond moest staan te weten het belang der „Zee
land"; 2e. dat de Nederlandsche nijverheid niet moed
willig, dat zij niet onnoodig, dat zij in het geheel
niet is voorbijgegaan.
Het „Vaderland" schrijft o. a.
Eén onzer medewerkers deelt ons mede, door toe
vallige omstandigheden het een en ander vernomen
te hebben aangaande een actie van particulieren, ten
De heer J. de Boer, vertegenwoordiger van het
Alg. Nederl. Verbond te Buenavista de Cuellar (Mexico),
schrijft aan „Neerlandia" in"„El^Imparcial" o. a. ge
lezen te hebben
Wij hebben gehoord, dat de heer Don Manuel Al-
vardo benoemd is tot consul-generaal van Mexico, in
de belangrijke Duitsehe haven Amsterdam, die de
tweede is van genoemd keizerrijk, daar'Hamburg aan
het hoofd van alle staat.
Een paar dagen geleden vertrok hij naar zijn be
stemming, en zooals de heer Alvarado te kennen gaf,
heeft hij het stellige voornemen, om den Mexicaan-
schen handel tusschen Duitschland en M-xico te be
vorderen, die op zich zelf al belangrijk i", enz.
Naar aanleiding van het bericht, dat een Haarlemmer
een postzegel-automaat zou hebben vervaardigd, wordt
aan 't Hbld. medegedeeld, dat in verschillende landen
deze toestellen reeds veel, zelfs langs de straat worden
gebruikt en dat een Duitsehe firma in ons land spoedig
een maatschappij zal stichten voor den verkoop „dezer
automaten".
Zaterdagmiddag zijn door de stoomtrawler Batavier II
elf schipbreukelingen gered, die thuishoorden op het
Noorsche stoomschip „Ilvidings" van Stavanger naar
Rotterdam.';, De bemanning vluchtte van het wrak in
een met moeite vlotgemaakte scheepsboot. De gezag
voerder, die het laatst zijn schip wilde verlatenmoest
te water springen om de boot te bereiken. Bij het
overklimmen op den trawler geraakte de kapitein
weder te water, doch werd gered door opvarenden
van den trawler. Onmiddellijk na de redding zonk
het stoomschip in de nabijheid van het Haaks vuurschip.
Door de gebroeders Asscher werd Zaterdagmiddag
de Cullinan-collectie afgeleverd aan den Engelschen
koning op Windsor-Castle. Z.M. wenschte de heeren
Asscher op warme wijze met hun werk geluk. De
koningin deed twee groote Cullinan-steenen, die in
platina gevat waren, aan.
20 Novem-
Schipbreuk
Er spoelden Zaterdag aan 't strand te Scheveningen
breels aan van een Engelsch visschers-vaartuig, ge
merkt W. Legg P. en A. W. B.
Ook ia er geen breel te Scheveningen aangespoeld,
gemerkt „Vlieland", welke door den piermeester, die
't voorwerp vond, aan de politie werd overhandigd.
De Tooneelvereeniging „Kunst na Arbeid" gaf gis
teravond in het lokaal van den heer C. Bruin eene
openbare .uitvoering. Na een toepasselijk openings
woord van den president den heer A. W. Bakhuis,
hetwelk met applaus werd begroet, werd opgevoerd
„Balt, de Marskramer", drama in 7 tafereelen. Niet
alleen wij, maar ongetwijfeld allen die deze uitvoering
bijwoonden keerden uiterst voldaan huiswaarts. Het
spel was correct en goed doordacht, de regie gced,
terwijl het geheel boeide en daarom dan ook met
aandacht werd gevolgd. Alle spelers bleken hun rol
meester te zijn.
Wij hopen dat deze vereeniging ons nog menigmaal
een zoodanigen genotvollen avond zal bezorgen en dat
zij moge gloeien en bloeien.
Een gezellig bal besloot den avond.
Tot gemachtigden in het Kiescollege der Ned. Herv.
Gem. zijn herbenoemd de heeren Jb. Bogtman, P. van
Hoorn en L. Top.
Voor de opengevallen plaatsen zijn gekozen de
heeren Jb. Bakker en J. Rampen.
Uit de Beemsler.
Tot onderwijzeres aan™ de openvare lagere school
alhier is benoemd mej. N. A. Fransz, te Amsterdam.
De heer A. J. Bosch alhier, is benoemd tot onder
wijzer aan de openbare lagere school te Spierdijk.
Naar men verneemt, is een onderzoek ingesteld
naar den schrijver der artikelen in het dagblad „De
Telegraaf", over de verhouding tusschen het departe
ment van Water«taat en höt hoofdbestuur der poste
rijen en telegr^fD, waarop ook in hetlvoorloopig ver
slag over de begrooting van Waterstaat wordt aan
gedrongen. (N. R. Ct.)
Sinds
jongens
Avonturiers.
eenige daren woeden te Hoorn een 5-tal
van ongeveer 17 jaar vermist. Thans heeft
een er van een schrijven aan zijn patroon gericht,
terwijl een ander een kaart zond aan zijn ouders. De
eerste postkaart dro g dsn stempel van het postkan
toor Nijkerk, de laatste die van Harderwijk.
Zaterdagm ddsg sloeg een voor een rjjtuig gespan
nen paard op hol op de Stadhouderskade te Amster
dam. Het paard vloog tegen een ijskar, die i naviel
en in zijn val een kinderwagen meesleepte, waarin
2 kinderen zaten, die op straat vielen Ze bekwamen
gelukkig geen letsel.
Vergadering van den Raad, op Vrijdag
her, 's avonds 8 uur.
Nadat de vergadering door den voorzitter was ge
opend, werden de notulen gelezen en, behoudens eene
kleine opmerking van een der leden, goedgekeurd.
Daarna deed de voorzitter mededeeling, dat van den
heer Dil schriftelijk bericht is ingekomen, dat hij niet
in de plaats is, zoodat ZEd. deze vergadering niet kan
bijwonen.
Ingekomen waren van Ged. Staten de goedkeuring
op:
1. De verpachting van eenige stukjes land.
2. De Gemeenterekening over 1907.
Verder deelden de heeren T. Ero en II. Holle mede,
dat zij hunne herbenoeming tot regenten van het alge
meene weeshuis aannamen, onder dankzegging aan
den Raad, voor het hernieuwde blijk van vertrouwen.
Ingekomen was nog een rekest van de smeden W.
Slikker en T. Bruntink, met verzoek, mede in aanmer
king te mogen komen, voor het gemeentelijk smids-
werk, ten behoeve der kachels enz.
De voorzitter zeide naar aanleiding hiervan, dat in
gevolge de gemeentewetsbepaling het toezicht en de
zorg voor onderhoud van kachels enz. behoort tot de
competentie van B. en W. en dat mitsdien dit rekest
aan een verkeerd adres is.
De Raad besloot daarop tot het aannemen voor ken
nisgeving van dit adres.
Hierna las de voorzitter een schrijven voor van
commissarissen der Maatschappij tot Bevordering van
Nijverheid, houdende mededeeling, dat de heer W. N.
van de Poll tegen ultimo Januari 1909, ontslag heeft
aangevraagd als directeur der Maatschappij voor
noemd.
Daarna werd voorgelezen eene missive van den heer
A. Eisma, berichtende, dat hij medesolliciteert naar
de vacant komende betrekking van Directeur der
Maatschappij, hierboven genoemd, en dat hij als
plaatsgenoot zich sterk aanbeveelt bij den Gemeente
raad.
Voor kennisgeving aangenomen.
Alsnu kwam aan de orde het eenige punt op de
agenda voorkomende, n.l. een schrijven van de Direc
tie der Maatschappij tot Bevordering van Nijverheid,
houdende de uitnoodiging, om een lid van den Ge
meenteraad te committeeren, teneinde zitting te ne
en in eene commissie van bijstand, tot het opmaken
eener voordracht voor Directeur dier Maatschappij.
Bij tweede vrije stemming werd hiertoe benoemd de
voorzitter van den Raad, de heer Romijn.
Door den heer Blokdijk werd verslag uitgebracht
over de door hem op 26 October 1.1. bijgewoonde ver
gadering (als gecommitteerde van den Raad) van de
vermooten der meergenoemde maatschappij. Spr. deel
de mede, dat met algemeene stemmen, tot commissaris
herkozen was de heer B. Koker. Voorts deelt deze
afgevaardigde mede, dat de heer Koker, de gecommit
teerden verzocht heeft, zijn dank aan hunne college's
over te brengen, voor het opnieuw in hem gestelde ver
trouwen.
De voorzitter deed vervolgens mededeeling, dat bij
de laatstgehouden verpachting van drie stukken Ge
meentegrond, deze stukken resp. gegund zijn aan W.
Keaij, A. Blokdijk en S. Hoek, en dat de jaarlijksche
opbrengst met pl. m. 50 is gedaald.
Nog was ingekomen een schriftelijk voorstel van
het lid dezer vergadering, de heer Rot, van den vol
genden inhoud.
De heer Rot was van meening dat het noodzakelijk
is, de statuten der Maatschappij tot Bevordering van
Nijverheid te wijzigen, in dier voege, dat het mogelijk
wordt, dat ook zij, die andere zaken hebben, er het Di
recteursambt bij kunnen waarnemen.
Mocht de Raad het met voorsteller eens zijn, alsdan
aan de overige vennooten hiervan kennis te geven en
eene algemeene vergadering te houden.
Met algemeene stemmen werd besloten over dit punt
in geheime vergadering over te gaan.
Alvorens hiertoe over te gaan, deed de voorzitter de
rondvraag, waarbij niemand het woord verlangde.
Na weder-opening der vergadering werd het voorstel
Rot in stemming gebracht en verworpen met 5 stem
men tegen 1 (die van den heer Rot.)
Hierna sluiting.
Tegen een zekeren II., keilner te Hilversum is
proces-verbaal opgemaakt omdat hij in den trein
tusschen Hilversum en Utrecht om een niets be!e6-
ken9nde zaak aan den noodrem trok. De voorbarige
werd tevens uit den trein gezet.
Tot voorzitter van den Raad van administratie van
de Holl. IJzeren Spoorweg-maatschappij werd in de
plaats van wijlen den heer A. K. P. F. van Hasselt,
de heer Jhr. mr. W, F. van der Wijck, cedert vier
jaren lid van dien Raad, gekozen.
Was de heer Yan Hasselt technicus, de heer Van
der Wijck is meer financier.