m x m Ondervinding is meer waard dan redeneering. Vraag en Aanbod. Een slechte partij. Kijkjes in de7 Modewereld. Probleem No. 156. mm - m merkt men zulks. En <a_lle pa jong'3 zijn verschillend. Hoe meer goud, hoe kleiner randjes, hoe hooger ge plaatst de persoon is, boven vriens hoofd ze prijkt. Telkens dichter wordt de stoet; steeds meer game- langs weerklinken. Omgeven door rijen „beschermers" (want „soldaten" kan men deze bon t-geld cede mannen niet noemen) worden de sieraden van den Soenan naar het residen tie-huis gedragen. In den dichten drom zag ik een gouden olifant, zwaan en haan. Hierop volgen drie pracht-paarden, geheel opgetuigd, nauwelijks bedwon gen door het ongewone. Hieraan hoorde ik verschil lende beteekenis hechten. Naïf klinkt de verklaring, dat het de lievelingspaarden zijn van den Soenan. Een andere uitlegging is, dat volgens oud gebruik de paar den gereed gehouden werden (thans niet meer) voor een eventueele vlucht bij plotselingen overval. Nu is de stoet zoo dicht, dat men niets meer ziet dan schuingehouden pa jongs. Een leger van ambte naren nadert, allen loopend den „hanenpas" (met stijve knieën). De gamelangs spelen nu luider; 't lijkt wel een strijdlied. De spanning neemt toe. Alle Javanen hurken, maken een sembah en werkelijk! ge heel badend in licht verschijnt de gouden koets, waar in de Soenan. de god der Javanen. Niemand spreekt, doodstil staan allen in stomme vereering. Ze hebben hèm gezien, den machtige. Hij knikt vriendelijk. En wilder slaan de gamelangs, donderend overstelpt door het gebulder der kanonnen op den benteng-wal in de zwoele avondlucht. In de verdere rijtuigen zitten de prinsen in Europeesche uniformen. In draag-kasten, bekleed met gaas, worden de danseressen vervoerd. Deze serimpies's zullen aanstonds de talrijke genoo- digden ten residentiehuize vergasten op Oostersche dansen, waarbij de Westerling zich kan verbazen over de lenigheid van het teere lichaam. Jammer, dat ve len zich vervelen, terwijl de dansen toch zoo schoon zijn, vol hartstocht, leed en liefde, 't Is ook hier weer onbegrepen maakt onbemind. 't Oog is moe van 't geschitter, 't gewemel, en als men 's nachts thuis uitrust, gaat alles nog eens ons geestesoog voorbij als in een droom, fantastisch schoon. De indruk is gebleven; door geen geschreeuw, gejuich vergald. Alleen ruischt nög de gamelang in ons oor: zacht, weemoedig, teer, als om het sprookjes achtige te verhoogen. A. H. VAN VREENINGEN, SOLO, Sept. 1908. VOOR DE DAMES. Zoowel voor huisjaponnen, visite-toiletten als avond en baltoiletten wordt de empirestijl gebruikt. Deze is op 't oogenblik zoo overheerschend, dat in Londen en Parijs b. v. in de toonaangevende kringen bijna geen andere toiletten gedragen worden. Men weet deze ja ponnen eigenlijk zou men ze gewaden kunnen noe men zoo smaakvol en elegant te drapeeren, dat het een algemeen gelieskoosde dracht is geworden. Boven dien voldoen de reusachtige hoeden van den tegen- woordigen tijd bijzonder bij de empire-toiletten. Voor wie echter niet van deze mode houdt, blijft er genoeg keuze over in modellen zonder verhoogde taille en on getwijfeld zullen minder-slanke dames die toch steeds de voorkeur geven. Een keurig visitetoilet voor deze laatsten kan vervaardigd worden van bruin laken, ter wijl ter versiering tres in dezelfde kleur wordt aange bracht. De rok bestaat uit drie banen met ingelegde plooien aan de naden der voorbaan. Het lijfje is overblousend en heeft kimono-mouwen, waaruit lange nauwe mouwen van flweel of zijde te voorschijn komen. De pas kant is van kant of zoo "men dit mooier vindt van het materiaal van den on dermouw. Mooie en modieus is een lang jacquetcostuum voor het winterseizoen. De van onderen zeer wijde blok vormige rok is gegarneerd met gelijkkleurig fluweel en soutache. De mantel is aansluitend, voor slanke gestalten kan ook het halflosse model worden geko zen. Deze wordt eveneens met soutache en fluweel gegarneerd, terwijl een vest van fluweel of borduur werk er uit te voorschijn komt. De mouwen zijn driekwart lang, hebben fluweel en manchetten, gegarneerd met atlas-zijde, knoopjes en soutache-lussen. Een zeer jeugdig wandelcostuum be staat uit een voetvrije geplooide rok van plaïd-stof en geblousd jacquet van donkere stof, dat een fluweelen ceintuur en fluweelen revers heeft. Geheel glad in het armsgat gezette mouwen ziet men niet alleen bij gekleede japonnen en mantels, maar ook bij blouses en wel bij overhemd-blcuses van flanel. De hooge staande kragen voor paletots, de zooge naamde consulaatkragen maken veel opgang. Groote revers en breeds manchetten hebben deze paletots ge woonlijk Bij een dergelijk model met half-aanslui- tenden rug kan, wanneer men een boa of een bonten kraag dragen wil, de staande boord ook door een lig gend kraagje vervangen worden, daar hij in dat geval dikwijls ongemakkelijk is. De mouwen van deze mo dellen zijn tamelijk nauw, slechts met een enkel plooitje in het armsgat gezet. St. Nicolaas-geschiedenis. Zes jaren was hij nu al bediende in 't deftige meu belmagazijn. Als loopjongen had hij te voren drie ja ren in het filiaal te Haarlem zijn best gedaan en daarom was hij toen tot jongste bediende in 'thoofd magazijn te Amsterdam bevorderd. En omdat hij zoo trouw, zoo werkzaam, zoo eerlijk zich betoonde, werd elk jaar zijn salaris met honderd gulden verhoogd, toen het tot zevenhonderd zuiden 'sjaars gestegen was, bleef het daarop staan. Want 't was den patroon onmogelijk Hein de Groot verder te bevorderen. „Hij is een goeie, beste, brave jongen," zei mijnheer Vulling (eenigst lid der firma Vulling en Co. in meubels en tapijten) „maar je kunt hem niet voor de fijnere klan dizie gebruiken. Daartoe is-ie te ordinair." 't Was waar, Hein sprak met een Haagschen tong val. noe kon dat anders bij iemand, die in een groen tekeldertje in een achterbuurt geboren was als de vijf de zoon van een weduwe. Zijn taal had hij op straat en op de armenschool in de buurt geleerd. En hoewel hij zich als een mijnheer trachtte te kleeden, met een staand omslagkraagje, een dun Amerikaansch dasje, toch was zijn confectie-compleet van te stijven snit en te slechte stof, dan dat hij er als een echte heer uit zag. Maar met zijn veertien gulden in de week, verrichtte de oppassende jonge man wonderwerken van zuinig heid. Hij rookte niet, dronk niet, at 's middags bij moeder thuis en 's Zondags om de veertien dagen, als hij een heelen dag vrij had, de zevendaagsche Zondag moest hij tot twaalf uur in de zaak zijn, dien heelen vrijen dag besteedde hij om met behulp van het Fransch zonder meester" en het „Engelsch zonder meester" de verwaarloosde wetenschappelijke opvoe ding in te halen. Voor zichzelf had hij niet zulke hooge. idealen. Veertien gulden 's weeks vast, winter en zomer door, was al een aardig inkomen voor iemand uit zijn stand. Zijn vader had het nooit zoo ver ge- bracht en geen van zijn andere broers verdiende het. Dirk, de oudste, die metselaar was, bracht wel eens Dr. J. Dobrusky (f) „Humoristicke Listy" 1879. bed T Mat in 2 zetten. (Goede oplossingen worden onder het motto „Schaak- probleem binnen veertien dagen ingewacht aan het bureau dezer courant). Oplossing van probleem No. 158 (L. A. Kuijers). 1 Dgl g7 enz. Goede oplossingen ontvingen wij van de heeren F. Böttger, O. Bramer, C. Visser, G. Imhtllsen en G. Nobel, allen te Alkmaar; J. H. de Ruwe en J. Vijzelaar te Hilversum, P. Bakker en H. Wee- nink te Amsterdam, 0. C. J. de Ridder te Ede, 0. J. Strick van Liuschoten en G. Fijth Jr. te Bunnik, B. Bak te Groot-Schermer, „Schaaklust" te Koedijk, O. Boomsma te Kampen. Eindspel No. 2 van Ponziani. Wit aan den zet maakt remise SCHAAKWEDSTRIJDEN. Er worden 2e Kerstdag niet minder dan 4 nationale schaakwedstrijden in Nederland gehouden! Twee wed strijden te Amsterdam, één te Sneek en één te Hilver sum. Dit pleit wel voor het opbloeiende schaakleven in Nederland. Tevens zal de wereldkampioen Em. Lasker op 25, 26 en 27 Dec. a.s. 3 partijen schaak spelen met één van onze sterkste spelers, en wel Speijer uit Amsterdam. Gezien Speijer's speeltrant, beloven dit mooie partij en te worden. VOORLOOPIG BERICHT. Hoogstwaarschijnlijk zal in Januari a.s. hier te Alkmaar een nationale schaakwedstrijd worden gehou den. We hopen dat we in de volgende nummers hier meer over kunnen mededeelen. FUSIE Er worden weer ernstige pogingen in 't werk gesteld de twee schaakbonden in Nederland tot één bond te vereenigen. Zoo zal Zondag 20 December a.s. te Utrecht een buitengewone algemeene vergadering wor den gehouden van den Nieuwe Nederl. Schaakbond (N. N. S. B.). Hierop zullen èn de fusiecommissie èn het Bestuur der N. N. S. B. hunne denkbeelden uit eenzetten inzake fusie dezer Bond in dien van den Ned. Schaakbond. Dat de fusiecommissie en het Be stuur der N. N. S. B. nog al van meening verschillen, blijkt wel uit dit ééne punt, dat de fusiecommissie éérst fusie wil en dan herziening van het reglement der N. S. B. door evenveel leden van den N. S. B. als •N. N. S. B., terwijl 't bestuur van den N. N. S. B. eerst reglementsherziening wil door de fusiecommis sies, daarna aanneming van het gewijzigde reglement een paar maanden in 't jaar méér geld thuis, maar 's winters zat-ie achter de kachel en verdiende geen duit of 't moest al eens zijn, dat 't hard vroor en hij als baanveger of bruggeman voor een heelen dag blauwbekken een gulden aan centen ontving. Maar De Groot droeg al sedert jaren een stille lief de in 't hart voor Gesina, de oudste dochter van zijn patroon. Hij wist wel, dat ze te voornaam voor hem was, de beschaafde dame, de dochter van den rijken meubelhandelaar, maar al zei hij het zichzelf ook daarmede was de liefde niet verdwenen, vooral niet omdat hij haar eiken dag zag. Doch wel hield hij zijn liefde geheim, zoo zelfs, dat juffrouw Gesina zelve er nooit wat van gemerkt had. Éénmaal, toen ze op een verjaarpartij was en ze wat lang uitbleef, was 't begin nen te regenen. Toen had mevrouw Vulling- hem met een parapluie naar het huis der jarige vriendin ge stuurd om heur dochter af te halen en naar huis te be geleiden. Op den heenweg had hij er over gedacht; wat hij haar zeggen zou, hoe hij, voor 't eerst in de ge legenheid eens iets intiemer met haar te zamen tc zijn t zou aanleggen zijn hart open te leggen, neen, niet zoo opeens, zoo zachtjes aan, als ze maar iets merkte Nu dan, de Groot had Gesina gechaperonneerd en het gewaagd, haar den arm aan te bieden. Ze had ge weigerd, omdat zij haar rok moest ophouden en meteen niet zonder spitsheid zeggen: „De Groot, is dat bij jelui gebruik om een jonge da me den linkerarm aan te bieden 'k Ben toch geen getrouwde vrouw." Ilij had, erg bedroefd, nog geprobeerd met haar te spreken over de Fransche taal. Maar zij had gelachen om zijn uitspraak. „Zje foe temandé paardoong," had hij geantwoord toen ze voor zijn armsteun had bedankt. „Wat is dat voor een taal?" vroeg zij. „Moet dat Fransch verbeelden? Wie leert je dat zoo?" „Ik studeer zelf uit het Fransch zonder meester Hoe is het din goed juffrouw?" had hij gevraagd, op nieuw beschaamd en vernederd. „Je vous demande pardon, mademoiselle." De Fran schen spreken altoos een beetje nasaal." „Door den neus op de algem. verg. der beide bonden, waarna tot fusie k a n worden overgegaan. De fusiecommissie wil dus voor alles fusie, waarin naar 't schijnt het bestuur der N. N. S. B. nog niet veel zin heeft. Wij voor ons meenen dat fusie der beide bonden in zulk een klein land als Nederland het schaakleven zeer ten goede zal komen, en hopen dan ook dat de bonden hiertoe mogen overgaan! CORRESPONDENTIE. B. te A. Wanneer gij met de theorie der schaak- probleemkunstgoed op de hoogte wilt komen, kunnen wij u 't hiervoor bü uitnemendheid geschikte werk „Het Schaakprobleem" theorie en praktijk, door H. J. den Hertog, prijs 1.25, te bestellen in den boekhan del (na, de firma Ooster, Voordam alhier, aanbevelen. De oplossing van probleem 154, heeft u, zooals u de volgende week zult zien, goed. U behoeft echter al leen maar de sleutelzet te vermelden, CORRESPONDENTTE-PARTIJ, gespeeld door den beroemden schaakmeester L. Paul sen (1833-1891, f) en den schaakclub te Quincy in Amerika. Evansg&mbiet, Wit.fgL. Paulsen. Zwart. Schaakcl. Q. 1 e4 e5 2 Pf3 Pc6 3 Lc4 Lc5 4 b4 Lfc4 5 c3 Lc5 6 0—0 d6 7 d4 ed4 8 cd4Lb6 9 Pc3 L^4. Sterker was hier voor zwart Paö, 10 Lbö Ld7 11 e6 Pge7 12 Lg5 0-0 13 Pd5 De8 14 Pf6 g(6 15 Lf6 De zwarte partij is nu verloren. 15 Pd8 16 Dd2 Pe6 17 LI3 Pg6 18 Dh6 geeft op. Wit dreigt nu met Pg5 en dan op g7 of h7 mat, Zooeven ontvingen wij de droeve tijding dat de heer II. Groeneveld, emeritus-predikant te "Vlijmen, vanaf den aanvang een der getrouwste oplossers van deze ru briek, in den ouderdom van 76 jaar is overleden. Daarmede is wederom iemand ten grave gedaald, wiens laatste levensjaren werden verhelderd door zijn liefde voor het schaakspel. Wij weten het bij onder vinding hoe elke kleinigheid hem interesseerde, hoe hij genoot indien de schoonheden van een probleem hem door het vinden van den sleutelzet werden geopen baard. Met steeds weder jeugdig vuur maakte hij ons dan door de een of andere kernachtige opmerking deelge noot van zijne verrukking. R. I. P. SPROKKELINGEN. Willem Teil. Er zijn van die geschiedkundige verhalen, die door later onderzoek bleken feitelijk met de geschiedenis niets te maken te hebben: zoo bij ons bijv. het verhaal van Kenau Simon Hasselaar en van Albrecht Beyling. Ook Willem Tell is gebleken een sage te zijn. De oudste Duitsche sage wist ons te verhalen dat Eigel, de jongere broeder van Wieland, den Smid, aai het hof van Koning Nidung kwam, en, als een voor treffelijk boogschutter, van dezen het bevel kreeg om zijn eigen zoentje een appel van het hoofd te schieten. Eigel neemt twee pijlen uit zijn koker, legt er een naast zich op den grond en schiet met den andere midden door den appel heen. Daarop antwoordt hij den vragenden Koning: „die tweede pijl zou hem ge golden hebben, wanneer de eerste het kind getroffen had." Van een zoodanig pijlschot, waar hij dan ook plaats gevonden liebbe, was onze vroegste oudheid vol en in vele streken komt de herinnering daaraan weer boven. Reeds in de twaalfde eeuw wordt hij in Dene marken, op Toko en op Koning Harald wedergebracht. Voor Nidung of Harald stelden de Noren Olof den Heilige, voor Eigel of Toko, een boogschutter Endri- di genaamd, in de plaats. De vrijgevochtene Waldstet- ter mannen daarentegen zeiden voor Nidung, Harald of Olof: Gessier en voor Eigel, Toko of Endridi noem den zij Willem Teil, terwijl zij ook alles overnamen, wat langzamerhand aan het Noorsche verhaal was bij gewassen, als de storm op het meer en het schot op den overheerscher. Er zijn berichten voorhanden, waaruit blijkt dat de ze legende, klaarblijkelijk reeds vóór den tijd van Ka- rel den Groote ontstaan, juist weder in de 15e eeuw een der meest geliefde volksverhalen is geworden. Nu is zij andermaal in gansch Duitschland uit het geheu gen weggevaagd, maar als het ware tot vergoeding, in Zwitserland aan de rotsen van het Vierwaldstetter meer hangen gebleven en heeft aldaar een zeker aan zien in de wereldgeschiedenis verkregen. En toch heeft er nooit een Gessier, nooit een Willem Teil en Een poosje zweeg hij, wist niet wat te zeggen. Toen, wat dichter bij haar, de parapluie boven heur hoofd houdende, vroeg hij „En hoe zegt men nu in goed Fransch: „Het re gent vanavond?" „11 pluic cette soir!" antwoordde zij. „Maar dan is mijn boek niets waard. Daar staat, dat het is„II pleut ce swaar." „Iloe zeg je pleut. p-l-e-u-t.Die t moet je in elk geval niet uitspreken. „Swaar" zeg je? Dat ver staat geen sterveling in Frankrijk. „Soir" met oi. soir moet je zeggen." Den volgenden dag noemde de patroon hem den „Franzoos" en vertelde, waar hij bij was, aan een an deren patroon, die wel eens zoo 's morgens kwam aan- loopen, wat-ie vernomen had van zijn dochter omtrent de uitspraak van 't Fransch van De Groot. De Groot kleurde en liep beschaamd naar het stof magazijn. Er deed zich in de eerste tijden geen ge legenheid meer voor, dat de Groot een woordje met juffrouw Gesina wisselen kon. Maar hij was er van overtuigd, dat zij, al liet zij 't door niets merken, ook wel eens aan hem dacht. Want als des middags de koffie voor 't personeel beneden werd gebracht, die door Gesina werd klaar gemaakt, was er wel eens een kleine lekkernij bij voor mijnheer de Groot. De Groot wist, dat er maar één middel voor hem was om de hand van de dochter des patroons te krij gen, zich ontwikkelen, zich beschaven, zich tot haar stand opheffen. Daarom studeerde hij met ijver, nu met een onderwijzer, die hem voor één gulden 's weeks drie lessen in de week gaf. Tegen St. Nicolaas besloot de Groot een poging te wagen om Gesina's hart te winnen. Als hij haar eens met een geschenk verraste? Een rijk cadeau kon hij natuurlijk niet geven, maar 't hoefde toch ook niet te minnetjes te zijn en in elk geval kon hij, door allerlei aardigheden, van niets iets maken. Hij kocht een handschoenendoos van rood peluche met verguld beslag voor een daalder en vond het ge schenk bijzonder mooi. Voorts een paar letters van chocolade en dan tal van kleine aardigheden van sui ker, chocolade en marsepein. Alles werd in vloei keu- nooit een zoontje van deze bestaan; nooit heeft de gewaande Zwitser een buiging voor den hoed gewei gerd en nooit boven het hoofd van zijn kind geschoten, al wijst men ook in Ziirich den eigen Kruisboog aan; hij heeft nooit op het Vierwaldstetter meer in den storm rondgezwalkt; nooit heeft hij zich tot een sprong' op het Tellerplat gewaagd, noch tot een alleenspraak of een schot in den hollen weg bij Küssnacht verwaar digd, ofschoon daar nog twee kapellen staan, welke de ze feiten vereeuwigen. Johannes von Müller heeft het sprookje nog als volkomen waar gebeurd in zijn tekst opgenomen, alhoewel de gelijktijdige chroniekschrijvers niets van Willem Teil afweten en de geheele geschie denis eerst anderhalve eeuw later in de boeken is in geslopen. Toen in het jaar 1760 een Zwitser zich vermat om voor het eerst het fabelachtige karakter van het verhaal bloot te leggen, en wel in een blaamboekje on der den titel van: „Willem Teil, een Deenseh sprook je," liet het kanton Uri alle exemplaren, die het mach tig kon worden, openlijk verbranden; en wie weet, wat den schrijver overkomen ware, wanneer hij zich, ter zelfder tijd, aan oord en plaats bevonden had! De wereld-vermaarde beroemdheid van Moeder Sei- gel's Tabletten is gegrond op de getuigenissen van mannen en vrouwen wien ze genezing gebracht hebben in gevallen van Slechte Spijsvertering, galachtigheid gepaard met zure oprispingen, verstopping, hoofdpijn, slapeloosheid, hardlijvigheid, opgeblazenheid, zenuw achtige neerslachtigheid, bloedarmoede en andere aan doeningen van maag, lever en nieren. Samengesteld uit kruiden, schors en bladeren bezitten Moeder Sei- gel's Tableten eigenschappen die de Spijsvertering be vorderen en zachtjes tonisch werken op maag, lever en nieren. Deze hoedanigheden vormen ze tot een on waardeerbaar geneesmiddel voor allen, die door onge zonde omgeving, zittende werkkring, zorgen, overwerk, of ten gevolge van verandering van weersgesteldheid de levenskracht missen, die alleen kan voortspruiten uit goed voedsel, dat volkomen verteerd wordt. Wan neer ge daarom door Slechte Spijsvertering gekweld wordt, zoodat ge niet kunt eten, niet kunt werken, niet kunt denken en niet kunt slapen, dan dient ge onverwijld Uw toevlucht te nemen tot Moeder Seigel's Tabletten. Verklaringen van tienduizenden menschen getuigen dat Moeder Seigel's Tabletten indigestie anders gezegd, Slechte Spijsvertering genezen, om dat ze hen genezen hebben. Doet Uw voordeel dan ook met hunne ondervinding en probeert ze. De heer D. van der Waals, wonende Donkersteeg 9b te Delft, verklaart: „Sedert geruimen tijd leed ik aan Slechte Spijsvertering. Het was mij niet mogelijk eenig voedsel in de maag te houden; onmiddellijk na dat ik gegeten had braakte ik alles weder onverteerd uit. Daar ik in de Courant zooveel van Moeder Sei gel's Tabletten gelezen had, liet ik eens een fleschje komen en was ten zeerste verheugd, na ze slechts ee- nige dagen gebruikt te hebben, reeds veel verlichting te voelen. Thans zijn de pijnen en het drukkend be nauwde gevoel op mijn maag geheel verdwenen en ik zal dit heilzaam geneesmiddel dan ook zooveel ik kan aan iedereen aanbevelen." Moeder Seigel's Tabletten zijn verkrijgbaar bij alle Drogisten en bij de voornaamste Apothekers. Prijs fl. 1.50 per fleschje. Te Alkmaar verkrijgbaar o. a. bij de heeren Nierop en Slothouber, Langestraat 83j Firma J. Schouten Co, Verdronkenoord 66. H t Ha Goedkooper dan I Holl.lJ. Spoor zelf. 7 cent per 100 K.G. van de loods (sta tion"! naar huis. Vrijmaken van buitenl. zendingen. Expeditie. Van 15 regels 25 Cents, bij vooruitbetaling. I B. L. SIMON, Alkmaar. Steenhouwerij Ko- n i n g s w e g 67. Grafteekenen, Schoorsteen mantels enz. Verzekert uwe goederen voor brand- en waterschade bij JAC. G. MEIJER Hz., Metiusstraat E 12, Alk maar. Dan zijn dezelve verzekerd voor Brand, als ook bij geweld, oproer en oorlog. Deze voorwaarden biedt geen enkele maatschappij U aan. 17 r biedt zich aan een BOERENKNECHT goed kunnende melken en rijden. Brieven letter M 96, bureau van dit blad. fjle huur gevraagd een HUIS met TUINTJE, huurprijs f 275 k f 300. Fr. brieven onder letter L 96, bureau van dit blad. fTIMMERMANSLEERLING gevraagd, eenigszins met het vak bekend. Brieven franoo onder letter P 96, bureau van dit blad. rig ingepakt in veel papieren en papiertjes en elk stuk of stukje afzonderlijk weder in houtwol. De heele fa milie in de achterbuurt hielp bij 't pakken mede behal ve de metselaar, die zijn broer een branieschopper vond en meende, dat ie 't met een meid van zijn stand moest aanleggen. Maar Albert, die op een tim- merwinkel was en naar Hein aardde, had een mooi kistje voor hem getimmerd, dat zonder dat er een en kele spijker bij gebruikt was, met zwaluwstaartjes in elkaar paste en heel moeilijk zou open te krijgen zijn voor iemand, die niet wist, waar men bij 't openen moest beginnen. 't Was dan strooiavond en nu een beetje stil in de zaak. Er waren wel veel sierlijke meubeltjes gekocht als Sinterklaasgeschenken, maar zoo op 't nippertje kocht niemand meubelen. In do groote opkamer achter den winkel zat de fa milie Vulling, papa, mama, juffrouw Gesina, tante Huizers en nicht Alida. Er waren al heel wat pakjes en cadeautjes gekomen en op de groote zijtafel, met een wit damast tafellaken belegd, lagen de verschil lende geschenken uitgespreid, waarmede de familiele den elkaar „verrast" hadden, papa naar zijn gewoonte, voor elk de initalen in boterletters en buiten zijn ge woonte voor Gesina een bon voor zes paar handschoe nen. Mama gaf altoos nuttige cadeau's, dus voor pa- pn een paar pantoffels, die hij net noodig had en voor de tante en de nicht wat ondergoed. Gesina had een nieuwe schrijfcasette gekregen uit do zaak, inkoop ne gentien gulden, een prachtstuk dus dat veertig zou moeten kosten voor elkeen, die niet het geluk had, de dochter van een meubelfabrikant te zijn. Er waren ook briefjes met rijmpjes bij alle cadeau tjes geweest en men had zich liefjes geamuseerd, zon der nu eigenlijk erg veel van echte pret of echte ver rassing genoten te hebben. Want och, de rijmpjes die tante Huizers en nicht Alida nu al sedert veertien ja ren schreven, waren al heel spoedig thuis te brengen. De boterletters van papa en de bandschoenen-bon be vatten ook weinig geheimzinnigs en de echte ware pret gaf 't oogenblik toen pa bad gezegd: „Je kunt 'm ook omruilen voor een bon voor een kanten doek." Zoo bad-ie zich meteen verraden en dat werkelijk zonder

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1908 | | pagina 2