DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
No. 1.
Honderd en elfden jaargang.
1909.
ZATERDAG
2 JANUARI.
Een OPPERMAN,
FEUILLETON.
De Roode Pimpernel.
Deze Courant wordt eiken avond, behalve op Zon- en
Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 ipaanden
voor Alkmaar f 0,80; franco door het geheele Rijk f 1,
Afzonderlijke nummers 3 Cents.
Prijs der gewone advertentiën:
Per regel f 0,10. Bij groote contracten rabat Groote
letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdrukkerij
v/h. HERMs. COSTER ZOON, Voordam C 9.
Een volslagen VERVER,
Gemeenteraad van Alkmaar,
Telefoonnummer 3.
loon 11,— per week.
Onderzoek geoefendheid ter
verkrijging van militaire getuigschriften.
VERGADERING van den
op Woensdag 30 December 1908, 's nam. 1 uur.
Vervolg.)
4. Vernleuwen'van de'Hellooerbrug
De heer Slinderman sluit zich daarbij aan.
De Voorzitter zou thans willen weten, ol
het voorstel-de Groot voldoende gesteund wordt. 5
Het verbaast hem, dat er blijkbaar zooveel oppo- j
sitie is tegen het voorstel van B. en W„ dat
toch niets is dan een gevolg van een raadsbe
sluit. Evenwel indien de meerderheid de denk-
jeelden van den heer de Groot aanhangt, dan
zou spreker het beter vinden, nu verder niet
meer te debatteeren.
De heer Glinderman vraagtof het wer-
celijk in het voornemen ligt voor deze brug te
eenen.
De Voorzitter antwoordt bevestigend.
De 'heer Glinderman vindt dat dat niet
opgaat. Een verbetering van een brug is ge
woon onderhoud. Mag daarvoor geleend worden
Het is een heel gewoon werk. Spreker meent
dat door de heer de Lange ook wel eens tegen
zoodanige leening is opgekomen.
Nemen we dus aan dat er, zooals het gewoon-
ijk gaan moet, niet geleend wordt, waar moet
men dan het geld vandaan halen. Daarom is
spreker er voor te wachtenhet verkeer zal
zich wel redden. Spr. kan zeer goed met het
voorstelde Groot meegaan.
De Voorzitter merkt op, dat ^deze ver
betering eigenlijk gelijk staat met een vernieuwing.
Bovendien er zijn voldoende intecedenten voor
een dergelijke leening. Zeer zeker is het wen-
schelijk dat dergelijke werken uit de gewone
middelen moeten worden bestreden, dat is een
administratief beginsel, doch in den regel blijkt
het niet mogelij/c. Daarom wordt dan gewoonlijk
overgegaan tot een leening op korten termijn
dat is gebeurd voor de Bergerbrug en eveneens
voor de brug bij het Zeglis en bij de verplaatsing
van de Bokkebrug. In theorie wordt het aan
geprezen, dat dergelijke werken uit de gewone
middelen moeten worden bekostigd, maar men
doet het bijna altijd uit een leening, daar de
gewone middelen het niet toelaten zonder be-
lastirigverhooging. Men kan dus B. W. er
geen aanmerking over maken, dat ze daarvoor
een leening in uitzicht stellen het eenige wat
men zou kunnen aanmerken is, dat het eigenlijk
hier betreft een vernieuwing van de brug in
plaats van een verbetering.
De heer Fortuin herinnert er aan, dat in
de vergadering van 17 Juni hem door den Voor-
zitter een nader deskundig onderzoek naar den
toestand van de brug is toegezegd. Spr. heeft
toen nog den naam genoemd van den heer F10-
wein, iemand die als specialiteit kan gelden op
het gebied van bruggenbouw,
(De heer van Buijsen vertrekt).
De heer Frowein nu heeft gezegd, dat de brug
nog zeer sterk is, en zeer goed verbreed kan
worden. Dat zou 6000 a f 7000 gulden kos
ten. Spr. wil thans niet verder daarop terug
komen, maar constateert dat er niet aan zijn
verzoek is voldaan, zooals de heer de Wit had
beloofd.
De heer d e W i t acht het onjuist dat hij een
onderzoek zou hebben toegezegd.
De heer Fortuin: U ontkent zoowat alles.
Spr. houdt vol, dat hem een onderzoek was toe
gezegd en verklaart, dat hij zich thans niet wil
leenen tot het doen van een zoo groote uitgaaf,
als thans wordt voorgesteld, en dat hij het eens
is met den heer'de Groot.
De heer de Wit: U ontkent zoo wat alles,
zegt de heer Fortuin. Ik zou gaarne willen weten
wat. Bij spreker bestaat er geen reden voor iets te
ontkennendoch hij weet zeker, dat hij den heer
^ortuin geen onderzoek heeft toegezegd. In de
ïandelingen vindt men het ook niet. De heer
«ortuin wil, indien hij wat te veel gezegd heeft,
daarvoor wel zijn excusie aanbieden. Waar bij
een uitvoerige 'discuus, als er in de zitting van
17 Juni plaats vond, zooveel gevraagd wordt,
daar wil hij graag aannemendat een Voorzitter
niet alles kan onthouden. We krijgen nu een
stenografisch verslagzegt spr., nu zal het wel
aeter worden.
De Voorzitter zegt, dat B. en W. in ver
band met het rapport van den directeur van
uiblieke werken, tot de conclusie gekomen zijn
dat het het beste was een nieuwe brug te ont
werpen geheel in den stijl van de oude brug en
de tegenwoordige leuning te vervangen door de
typisch oud-hollandsche leuning, die ook de Ber
gerbrug heeft.
B. en W. achtten het niet noodig nu nog eens
een deskundige te raadplegen, waai- het rapport
van den directeur van gemeentewerken uitvoerig
genoeg is. Uit de drie plannen die de heer
Looman heeft ingediend, meenden B. en W. en
ook de commissie van bijstand, dat het het meest
wenschelijk was een nieuwe brug te bouwen,
geheel in den stijl van de oude.
De he»r Meienbrink heeft de overgelegde
teekening gezien en vindt de ontworpen brug
mooi. Hij "acht echter een nieuwe brug op dit
oogenblik nog niet noodig; de oude is nog vol
doende. Er wordt wel gezegd, dat ze te nauw
is, doch dat is alleen maar het geval des zomers,
Zondagsavonds na afloop van de muziek, maar
overigens is ze ruim genoeg. Heel iets anders
is het met de Friesche brug, waar het eene rij
tuig moet wachten tot het andere de brug over
is. Daar is verbreeding veel meer noodig. Op
de Heilooërbrug is, ook al gaat de tram er over,
nog ruimte genoeg. Een tram en een verhuis
wagen kunnen er nog wel naast elkaar over.
Dan is het wel vol, maar dat gebeurt niet zoo
De Voorzitter meent, dat die redeneering
niet opgaat. De Friesche brug is een rijksbrug
MMÜmmmm
Bij den dienst der GEMEENTEWERKEN van
ALKMAAR kunnen geplaatst worden:
iloon f 10,per week.
Leeftijd niet hooger dan 35 jaren en ten prins te
drie jaren in Alkmaar metterwoon gevestigd zijnde.e
Voor eigen pensioen en dat voor weduwen en
weezen wordt 6jpCt, van het loon ingehouden.
Gegadigden moeten zich schriftelijk wenden tot
den Directeur der Gemeentewerken vóór of op 6 Ja
nuari 1909, met opgaven van woonplaats, leeftijd,
aanbevelingen, enz.
Door den BURGEMEESTER der gemeente ALK
MAAR wordt
aan de jongeliedendie zich voor het deelnemen
aan bovengenoemd onderzoek hebben aangemeld
kennis gegeven, dat zjj zich tot het doen vsn
examen, ter verkrijging van militaire getuigschriften,
op Dinsdag 12 Januari as., des voormiddags 91/2
uur moeten melden aan de Infanterle-kazerne binnen
het Fort Erfprins te Helder.
Alkmaar, De Burgemeester voornoemd,
30 Pee. 1908.G. RIPPING.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALK
MAAR brengen ter algemeene.kennis, dat in het ge
meenteblad van Alkmaar, Nos 278, 279 en 280, zijn
opgenomen de besluiten van den Raad dier gemeente
van 14 OCTOBER en 25 NOVEMBER 1.1., waarbij
zijn vastgesteld
lo. verordeningen op het heffen en invorderen van
schoolgelden voor het onderwijs op de openbare lagere
scholen
2o. verordeningen op het heffen en invorderen van
een recht onder den naam van marktgeld, voor het ge
bruik van plaatsen op of aan verschillende markten;
3o. eene verordening, tot regeling der jaarwedden
van de. onderwijzers aan de openbare lagere scholen in
de gemeente Alkmaar.
Welke verordeningen, heden afgekondigd, geduren
de drie maanden ter gemeente-secretarie voor een
iedér ter lezing zijn nedergelegd en aldaar in afdruk
zijn verkrijgbaar gesteld tegen betaling van 0.15,
0.121/„ en 0.15.
"Burgemeester en Wethouders voornoemd,
G. RIPPING, Voorzitter.
DONATII, Secretaris.
In de vergadering van 17 Juni 1.1. werd besloten
tol het aanbrengen van verbeteringen aan de Heiloër
brug, waaromtrent het college van B. en W. op zich
nam nadere voorstellen ter tafel te zullen brengen.
Diensvolgens werd de Directeur der gemeentewer
ken uitgenoodigd ter zake nader te dienen van rapport,
DOOR
BARONESSE ORCZY
naar het 217de duizendtal van de Engelsche uitgave
DOOR
ED. VAN DEN GHEIJN Jr.
47) 0
DERTIGSTE HOOFDSTUK.
DE ONTSNAPPING.
In den half-soezenden toestand waarin Marguerite
zich bevond, luisterde zij naar dep vasten tred dei-
vier mannen die zich snel verwijderden.
Het was alom zoo stil in haar omgeving, dat zij, mei
het oor dicht aan den grond liggend, duidelijk het ge
luid der voetstappen kon vernemen van de soldaten,
toen deze een zijpad insloegen; ook gaf het weerkaat
send gekraak der oude wagenwielen haar te kennen
dat de vijand een kwart mijl van haar kon verwijderd
zijn.
Hoe lang zij daar had gelegen wist zij niet. Tijdbe-
rekening was haar geheel ontgaan; droomerig zag ze
op naar het door de maan verlicht uitspansel, luiste
rend naar het eentonig gedruisch der rusteloos voort
rollende zee.
Zij wist het niet!
Zij wist evenmin of Percy op dit oogenblik den sol
daten der Republiek in handen was gevallen. Zij wist
evenmin of het levenloos lichaam van Armaud niet
'niuls in de hut lag, .terwijl het Percy was gelukt te
'"itsnappen, om slechts te vernemen dat het zijne
vi ,uw was, die den bloedhonden, in menschengedaante,
f° geleide had verstrekt ten einde hem haar broeder
Ahjnand en diens vrienden in het verderf te storten.
waaraan bij schrijven d.d. 21 September 1.1. is voldaan.
In overeenstemming met dit rapport en het advies
der commissie va#n bijstand stellen B. en W. voor te
besluiten
a. tot het doen maken van eene nieuwe Heiloërbrug,
volgens het dooi; den Directeur der gemeentewerken
ontworpen plan D, waarvan de kosten zijn geraamd op
17800.—
b. Burgemeester en Wethouders uit te noodigen te
zijner tijd de noodige financiëele voorstellen te doen
tot vinding der sub a bedoelde gelden.
De Voorzitter herinnert er aan dat dit voor
stel een gevolg is van het in de raadszitting van 17
Juni zonder hoofdelijke stemming genomen besluit,
om over te gaan tot verbetering van de Heilö-rbrug.
Tevens komt hierbij in behandeling het ingekomen
adres in zake de Kneppelbrug.
De heer de Groot zegt, dat hem bij nader on
derzoek niet is gebleken, ook niet toen de commissie
van bijstand, die gewoonlijk in hoofdzaak over het
technisch gedeelte advies uitbrengt, de zaak heeft be
handeld, dat het in de bedoeling lag^direct deze brug
te maken.
Hg kan er zich dan ook niet mee vereenigen, thans
reeds dat werk te doen.
Als B. en W. komen met voorstellen tot vinding
van de "gelden voor deze brug, dan zal wel een lee
ning worden voi rgesteld. Doch gaat men dien weg
op, en gaat men voor dergelijk werk leenen, waar
blijven dan de grenzen. De gemeente zal bovendien
daardoor meer rente en aflossing moeten betalen en
in verband met de gemeentebegrooting voor 1909 acht
hij dat niet raadzaam.
Bovendien met een» uitgaaf van ongeveer f 1000 is
de brug nog wel zoo te voorzien, dat zij nog een paar
jaar mee kan.
De uitgaven voor dusdanige 'verbeteringen van brug
gen moeten voorts uit de gewone middelen worden
bestredendat is gewoon onderhoud. Hij weet web
dat vroeger voor zulk werk bijv. de brug bij de Pie
terstraat is geleend, en spr. herinnert zich niet, of hg
toen voor of tegen heeft gestemd, maar nu kan hij
ztch daarmede bepaald niet vereenigm.
De Voorzitter doet tot beter begrip van de
raak meded<eling van hetgeen in de zitting van 17
Juni is geschi"d. Het voorstel van B. en M7. tot het
maken van twee nieuwe bruggen werd verworpen
met 9 tegen 8 stemmen. Het mak-n van een nieuwe
Kneppelburg werd afgestemd met 11 tegen 6 stemmeD,
waarna zonder hoofdelijke stemming goedgekeurd
werd de Heiloërbrug te verbeteren. Dit voorstel is
dus niets andera dau een gevolg van het raadsbesluit
van 17 Juni.
De heer de Groot wgat er op, dat er niet in
staat, dat dat werk in 1909 moet worden uitgevoerd.
Op de begrooting voor 1909 zijn vele werken ge
schrapt, omdat ze met het oog op die begrooting niet
voor uitvoering in aanmerking konden komen. Wa»T
er nu niet in het besluit staat, dat het werk in 1909
moet worden uitgevoerd, daar zou spr. willen zeggen
laten we de zaak uitstellen totdat de financiën het
toelaten.
De Voorzitter zegt, dat hg niet in de vergade
ring van 17 Juni tegenwoordig was, hij weet dus
niet precies hoe de zaak daar is besproken de heer
de Wit zal dat misschien beter kunnen meedeelen.
De heer d e W i t gelooft niet. dat het de bedoeling
was de zaak langer uit te stellen. Voorts verbaast
hij er zich over, dat de heer de Groot in de zitting
van 17 Juni eerst is meegegaan met het voorstel om
twee bruggen te maken. Daarvoor moest dan toch
Haar lichaamspijn en haar gemoedsgesteldheid wa
ren van dien aard, dat zij hoopte hier onder dien hel
deren hemel, bij het gedruisch der nabijzijnde zee, na
al wat zij in de laatste paar dagen had meegemaakt
te mogen sterven.
Een indrukwekkende stilte waarde om haar heen in
de rotsachtige omgeving, door niets anders afgewis
seld dan het woelen der branding, het neerploffend
breken van golven die uiteenspatten tegen de klippen
van den oever.
Plotseling. brak een geluid. bet vreemdste
voorzeker, dat deze eenzame rotsen van Frankrijk ooit
hadden vernomen, de plechtige stilte van liet zeestrand
af.
Het- was zulk een zonderling geluid, dat het zachte
westenwindje ophield te suizen, de keisteentjes van de
stéile riffen niet meer naar heneden gleden!
Het was het geluid van de bekende, hartige, Brit-
sche verwensching, het eenig- Engelsche „Damn
Marguerite vertrouwde haar ooren niet,- Zich half
oprichtend op haar handen, spande zij alle krachten in
cm te zien of te hooren, de beteekenis te vatten van
dit zeer aardsch geluid.
Gedurende enkele seconden heerschte andermaal
hetzelfde indrukwekkend zwijgen in de uitgestrekt,
eenzame wildernis. Haar hart hielp op met kloppen.
„Ik wou dat die vervloekte kerels me niet zoo'n ge
duchte rammeling hadden toegediend!"
Ditmaal was er geen vergissing mogelijk, alleen een
•paar werkelijk Engelsche lippen konden deze woorden
hebben geuit, op slaperigen, lijzigen, gemaakten toon
„Damn!" herhaalden diezelfde Britsche lippen, met
nadruk. „Ik voel 111e zoo lam als een afgeranselde
hond!"
In een ommezien was Marguerite op debeen.
Droomde ze?
Zij luisterde andermaal, en weer klonken die aard-
selie geluiden in flink en krachtig Engelsch.
Ze zag nieuwsgierig om zicli heen naar de rotsge
vaarten, de eenzame hut, den ver zich uitstrekkenden
rotsachtigen oever. Daar ergens, boven of beneden
haar, achter een steenblok of tusscheh een spleet
ook geleend worden en vandaar dat spr. niet beg gpt,
hoe de heer de Groot nu tegen zoo'n leening zoo kan
opzien.
In het besluit was geen datum genoemd, althans
dat is spreker onbekend, maar hij heeft steeds den
indruk gekregen, dat men de verbetering zoo spoedig
mogelijk wenschte.
De heer de Groot meende wel te weten, dat het
niet perse in 1909 behoefde te wo d«n gedaan.
moest de man zich bevinden, die dit geluid voort
bracht, het stemgeluid dat weleer haar placht te prik
kelen, maar thans haar in de ooren klonk als melodieu
ze muziek, haar tot de -gelukkigste vrouw maakte ter
wereld.
„Percy! Percy!" gilde ze buiten zichzelve, gemarteld
tusschen hoop en vrees. „Hier ben ikKom tot me
Waar zijt ge Percy Percy!.
„Alles goed en wel, dat je me roept, lieve!' ant
woordde dezelfde, slaperige, lijzige stem, „maar ik kan
je niet genaken: die kikkereters hebben me als een
gans geplakt op het braadspit, en ik ben zoo lam als
een hondik kan me met geen mogelijkheid ver
roeren."
Nog begreep Marguerite niets. Ze kon in de eerste
tien seconden zich niet voorstellen vanwaar de stem
kwam,-. dat druilig, doch voor haar toch zoo dier
baar geluid, maar dat, helaas! uitputting verried van
duldelooze pijn. Er was niemand in de nabijheid.
uitgezonderd bij die rots. Groote Goden, de Jood!.
Was ze krankzinnig of droomde ze?
Hij lag met den rug naar het bl.eeke maanlicht, in
halfkruipende houding, v'èrgeefsche pogingen aanwen
dend zich op te richten, met behulp van zijn armen,
die stevig waren gekneveld. Marguerite snelde op hem
toe, vatte zijn hoofd met beide handen en keek strak
in een paar goedige blauwe oogen die haar aanza
gen uit het mom van den Jood.
„Percy!. Percy!. mijn lieve man!" hijgde ze,
door uitzinnige blijdschap overmand. „God zij dank!
God zij dank!"
„La, la, beste," zei hij goedmoedig, „dat zullen we
strakjes samen doen, als je 'rin slagen kunt die ver-
wensehte touwen los te krijgen en zoodoende me kunt
verlossen uit m'n gedwongen onsierlijke houding."
Zij had geen mes tot haar beschikking, haar vingers
waren verdoofd en zwak, doch ze nam haar tanden te
baat, terwijl een weldadige tranenvloed neergudste van
haar wangen.
„Drommels!" zei hij, toen de touwen eindelijk sche
nen mee te geven, „ik zou wel eens willen weten of
ooit te voren een Engelschmau zich heeft laten afran
selen door een vervloekten vreemdeling, zonder zoo'n
heerschap van hetzelfde laken een pak te kunnen ge
ven.'
Het was duidelijk te zien dat hij uitgeput was door
hevige lichamelijke pijn, en toen het touw eindelijk
losliet, viel hij, als in een vormelooze massa, tegen het
rotsblok aan.
Hulpeloos zag Marguerite om zich heen.
„Ach! een druppel water!" schreeuwde ze smartelijk,
ziende dat hij in zwijm dreigde te vallen.
„Neen, lieve," murmelde hij met zijn goedmoedigen
glimlach, „ik houd meer van een slok goeden Fran
sehen cognacAls je eens je hand steken wilt in den
zak van deze vuile ouwe japon die ik aan m'n lijf heb,
zul je m'n veldflesch vinden.Ik ben een boon, als
ik me kan verroeren."
Toen hij een teug had genomen, drong hij bij Mar
guerite erop aan hetzelfde te doen.
„Zoo, zoo, dat zal goeddoen! lie vrouwtje?" zei hij
met een zucht van voldoening.
„Tralalamaar dit is een zonderling kostuum voor
Sir Percy Blakeney, den baronet, om daarin door zijn
lady te worden aangetroffen. En dan," voegde hij er
bij, met de hand langs zijn kin strijkend, „ik ben in
geen twee dagen geschoren, ik moet er al heel potsier
lijk uitzien. Wat deze krullen, die mooie lokken aan-
gaat
En lachend ontdeed hij zich van de wanstaltige
pruik en strekte zijn lange beenen uit, die door vele
uren in gebogen houding te loopen, krom en stijf wa
ren geworden. Daarop richtte hij zich een weinig
overeind en zag zijne vrouw alstoen diep in de blauwe
oogen.
„Percy," fluisterde Marguerite, terwijl een vuurroo-
de blos haar fijne wangen en hals overtoog, „als je en
kel wist
„Ik weet alles, lievealles," zei hij met oneindi
ge lieftalligheid.
„En kun je 't me ooit vergeven?"
(Wordt verve lgd.)