DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN. m m ui m m m m m 1909. V R IJ D A G 8 JANUARI. INSCHRIJVING NATIONALE MILITIE. Hinderwet. DE WET IN HUIS. No. 6 Honderd en elfden jaargang. 51 1 Él JU 9 11 9 SU <9 11 H! H 11 W 11 JU Jïjï BINNENLAND. Deze Courant wordt eiken avond, behalve op Zon- en Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden voor Alkmaar f 0,80; franco door het geheele Rijk f 1, Wonderlijke nummers 3 Cents. Telefoonnummer 3. Prijs der gewone advertentiën: Per regel f 0,10. Bij groote contracten rabat Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdrukkerij v/h. HERMs. COSTER ZOON, Voordam C 9. Voor de mannelijke geborenen van 1890 op Dinsdag en Vrijdag van iedere week van 1—3 uur tot 20 Januari as. II. (Slot.) En nu vreezen wij wel niet, dat alle werkgevers zich bang zullen laten maken voor procedeerende dienstbo den, voor „elke veertien daag een gang naar den rech ter, voor het eindeloos wachten „in de getuigenkamers en rechtszalen onzer kantongerechten" (mr. Van Hou ten t. a. p.). Maar wèl gelooven wij, dat de toestand bij niet-bepaling van een zeer korten opzeggingstermijn voor de gewone huismoeder oneenvoudig is. 'S UP SÜ /Si nn 4 «j \fs| ■M li! SP m a Él H. M. de Koningin en Z. K. H Prins Hendtik ALRMAARSGHE CODRANT. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Alk maar brengen ter algemeene kennis, dat heden op de gemeente-secretarie ter visie is gelegd het aan hen ingediende verzoek met bijlagen van W. H. J. VAN OOSTEROM, aldaar, om virgunning tot het oprichten van een koek- en banketbakkerij in het perceel Hekelstraat Wijk C No. 12. Bezwaren tegen deze oprichting kunnen worden in gediend ten raadhuize dezer gemeente, mondeling op Woensdag 20; Januari e.k., 's voormiddags te elf uur en schriftelijk vóór of op dien tijd. Gedurende drie dagen vóór gemelden dag kan de verzoeker en hij, die be zwaren heeft ingebracht, op de secretarie dezer ge meente van de terzake ingekomen schrifturen kennis nemen. Burgemeester en Wethouders voornoemd, Alkmaar, G. RIPPING, Voorzitter. 6 Jan. 1909. DONATH, Secretaris. Wij hebben gezien hoe de wet denkt over bescher ming van den minderjarigen arbeider, over godspen ning en het aangaan van het contract, over Zondags- arbeid en de veiligheid van dienstmeisjes. De wetge ver bemoeit zich, naar men gezien heeft, met de sterk te van de trap en de godspenning en het kostgeld, veel meer dan tot vóór 1 Februari 1909 het geval is. Zijn bemoeienis gaat nog veel verder. Het dienstmeisje wordt ziek. Goede meesters laten haar dan oppassen. Anderen doen dat niet of „vinden het voor het meisje beter dat ze bij haar fa milie is." „Ho," zegt de nieuwe wetgever. „Gij hebt niet meer te vinden. „Is het meisje ziek, dan moet gij voor verpleging en geneeskundige behandeling zorgen, zoo lang de dienstbetrekking duurt, doch uiterlijk tot een termijn van zes weken, voor zoover daarin niet uit anderen hoofde is voorzien." De zaak zit dus zoo. Men moet in den regel zes we ken verplegen. Van de laatste twee weken kan men de kosten van het meisje terugvorderen. Van de eer ste vier weken echter alléén, wanneer het meisje onze delijk was of zich opzettelijk ziekte of een ongeval op den hals heeft gehaald of een lichaamsgebrek had, dat zij bij het „huren" verborgen had gehouden. Maar men passé op weigert men b.v. een ongehuwde dienstbode na een bevalling te verplegen, dan komt men zijn verplichtingen niet na. Men moet verplegen, al zal men onder deze omstandigheden in de meeste gevallen het recht hebben de verplegingskosten op haar te verhalen, wat in den regel alleen bij de beëindiging der dienstbetrekking mogelijk zal zijn. Tegen deze reeks bepalingen is groote oppositie ont staan. Men vermoedt simulatie, men verwacht kost bare operaties en dure verpleging, eerste klas in zie kenhuizen en wat niet al. Als middel om aan deze bezwaren te ontkomen noemt men een verklaring van het meisje, dat haar ouders bij ziekte voor haar zullen zorgen of dat zij in een ziekenfonds is. (Deze verkla ring zal in den regel den werkgever slechts gedeeltelijk van de verplichting ontheffen. Want zorgen de ouders niet, dan blijft 's werkgevers verplichting en de „bus" AAN DE DAMMERS In de eerste plaats willen wij herstellen, wat wij in de vorige rubriek vergeten hebben, n. 1. aan allen, die belang stellen in onze rubriek, een gelukkig jaar 1909 toe te wenschen en tevens veel succes op damgebied. Wij hopen, dat zij allen, ook gedurende dit jaar, hunne medewerking zullen verleenen, en dat de rubriek zal vooruitgaan. Wij zullen trachten deze rubriek zoo aantrekkelijk mogelijk te maken en steeds het nieuwste en belangwekkendste op damgebied den lezers aan te bieden. Probleem no. 6 en 7. Het eerste 'probleem van den heer S. Homan is zeer aardig en geeft juist daarom zulk een voldoening, om dat de stand zeer natuurlijk is. Oplossing van den auteur: Wit speelt: 2823, 33 29, 3429, 23-19, 3127, 42:7, 21:5 en wint. Van dit probleem ontvingen wij goede oplossingen van de heeren: A. Bruijn, S. Bruijn, J. Houtkooper, 0. Kruiten, G. van Nieuwkuijk, C. II. Noome, E. W. Roderwijn, B. D. de Roos, D. Winkel, allen te Alkmaar; H, Lindeboom te Oudorp; H. Gerrits, Grootebroek, K. Akkerman, Heer-Hugowaard; W. D. Marees, Bever wijk; A. van Nienes, Noord-Scharwoude en P. Zwak- man, Bergen. Probleem no. 7. Hiervan ontvingen wij slechts 5 oplossingen, n*l. van de heeren A. Bruijn, D. Winkel, B. D. de Roos te Alkmaar, A. Gerrits te Grootebroek en A. van Nienes te Noord-Scharwoude. Dit gering aantal oplossingen heeft vermoedelijk twee redenen: le doordat het pro bleem in de courant zeer onduidelijk was afgedrukt en de cijfers eronder waren vergeten; 2e doordat het pro bleem op verschillende manieren kon opgelost worden met winst voor wit. Maar nergens was een bepaald mooi slot. Een oplossing van den auteur hebben wij in zal gemeenlijk slechts gedeeltelijk in deze verplichting' voorzien.) Ja mr. Van Houten vindt in deze bepa ling een aanleiding om dienstboden niet anders te hu ren dan met schriftelijke overeenkomst, dat zij binneir korten termijn (dus b.v. tegen den volgenden dag), kunnen worden opgezegd. De bezwaren lijken ons voor het normale geval over dreven. Vreest men voor abnormaal misbruik, dan zal men inderdaad bovenbedoelde middelen, met mate kunnen toepassen, waarbij men intusschen steeds in het oog dient te houden, dat men als „goed werkgever" moet optreden on dus geen onbarmhartige dingen mag doen. Opmerkelijk is nog, (lat de arbeider aanspraak op Icon houdt, indien de ziekte „betrekkelijk korten tijd" heeft geduurd. Ook de kosten van een noodhulp ko men ten laste van den werkgever. Erkent dan, zoo zal men nu vragen, de nieuwe wet heelemaal niet meer het „recht van den meester." Zeker. Er is een „orde des huizes," waarnaar de inwonende arbeider zich te gedragen heeft en hij moet zich „als goed arbeider" gedragen. Tegenover deze vrij vage bepalingen staat echter weer, dat de mevrouwen verplicht zijn de dienstboden in staat te stellen hun godsdienstplichten te vervullen en ontspanning van den arbeid te genieten. Hoe dat zal gaan, dient men als tegenwoordig van te vo ren a fte spréken. Doet men het niet, dan bepaalt het plaatselijk gebruik hoe de regeling zal zijn. Anders staat het met de bepalingen omtrent het be ëindigen van het arbeidscontract, welke een geheel nieuwe regeling brengen, in veel opzichten ingewikkel der maar minder onbillijk dan de tegenwoordige. In het geval dat ons bezighoudt (het geval van in wonende arbeiders, d. z. vooral dienstmeisjes) ondt-r- seheide men scherp tussohen de gevallen waarin een afspraak gemaakt is en waarin dat niet geschied is. De wetgever is hier bescheiden. Hij houdt zich geheel op den achtergrond, wanneer partijen zelf de zaak ge regeld hebben en schriftelijk een korten opzeggingster mijn hebben vastgesteld. D. i. t, z.Ook bij zulk een korten termijn is het mogelijk om allerlei rechtskwes ties te krijgen. Doch in de practijk zullen zij zich dan niet voordoen. Het gevaar is nu groot dat de gewoonte zich zal vormen om gelijk mr. Van Houten aanraadt schriftelijk voor inwonende arbeiders een korten op zeggingstermijn vast te stellen of schriftelijk de korte vaststelling mogelijk te maken. Daardoor zou deze nieuwe wet vermoedelijk ten kwade werken, voor beide partijen. Want al stelt mr. Van Houten voor om in het normale geval zes weken loon extra te geven, dat dit algemeen zal geschieden is niet zeer waarschijnlijk. De dienstboden komen dus wint die gewoonte veld in slechter positie en de werkgevers blijven in de oude positie, zonder de verplichting tot betaling van de be doelde zes weken. Want is die korte opzeggingstermijn er niet, dan kan men in onderling overleg uitmaken dat men uit elkaar zal gaan of (is dit overleg er niet) dan kan de vrouw des huizes (evenals het dienstmeisje) toepassen de eenzijdige verbreking der dienstbetrekking, die alleen om een dringende reden kan geschieden, welke onver wijld aan de wederpartij wordt medegedeeld. Van deze dringende redenen voor den werkgever geeft de wet eenige voorbeelden (meer dan voorbeelden zijn het niet) als hoedanig wij noemenmisleiding, on- 't geheel niet gekregen, wat ons nu tevens doet beslui ten geen problemen meer te plaatsen van auteurs, die er hun eigen oplossing' niet bijdoen. De volgende week hopen wij op dit probleem nog eens terug te komen. (Heeren oplossers dank voor hunne moeite, zie verder correspondentie). De volgende aardige stand deed zich voor in een onlangs gespeelde partij door den heer A. Noome (Westdijk) gemeente Alkmaar. 'my, mm. «fee f ÉHP - Stand: Zw. 3, 7, 11, 12, 13, 14, 16, 17, 20. W. 23, 27, 29, 34, 36, 37, 42, 44, 50. In dezen stand speelde zwart 1721, waarna wit speelde als volgt: 2924, (zwart moet nu slaan 20:49. 3 stukken). .)044 (zwart moet nu slaan 3 stukken met zijn dam van 49 op 31, waarna wit: 37:10 slaat 5 stukken en wint. Ons compliment aan den heer A. Noome! bekwaamheid (van ernstige mate), dronkenschap on danks waarschuwing, diefstal enz., grove beleedigin- gen, ernstige bedreigingen, verleiding, eigendomsbe- sehadiging, ernstige roekeloosheid, veronachtzaming van plichten enz. (ook voor den arbeider geeft de wet een lijstje voorbeelden van zulke dringende redenen.) Hieruit kan dus licht een proces komen. Ook kan men verbreken mèt schadeloosstelling (die in de wet bepaald wordt en onafhankelijk is van de vraag of inderdaad schade is geleden)boven deze schadeloosstelling kan de arbeider nog schadevergoe ding in rechten vragen. Verbreekt men zonder een dringende reden mede te doelen of zonder schadeloosstelling, dan kan volledige schadevergoeding gevorderd worden waarbij de werkgever tevens zal hebben te denken aan de proces kosten. Er is intusschen nog een middel. Bevalt mevrouw haar dienstbode niet, dan kan zij (evenals het meisje zelf) naar den rechter wandelen en van hem ontbin ding' der arbeidsovereenkomst vragen. Maar zij heeft niet de minste kans als zij voor die stap niet gewichti ge redenen heeft. Wat zijn nu die gewichtige rede nen? In de eerste plaats die dringende redenen van hierboven. Maar dan bovendien nog groote verande ringen in den toestand. Gaat man zoo direct naar den rechter, dan loopt men niet de risico van schadevergoeding en extra pro ceskosten te moeten betalen. Toch kost het geding in den regel natuurlijk geld, al heeft de werkgever zich beijverd om de kosten zoo weinig mogelijk te doen zijn. Bovendien kan men, zoo gewenscht, nog den gewo nen ouden weg van rechten inslaan. Men ziet het dus - er zijn methodes genoeg maar het is alles oneenvoudig. Ook wanneer men niet be zield is met procesneigingen of daarvoor vreest, kan het licht tot een proces komen. En daarvan moeten de meeste menschen nu eenmaal niets hebben. Nu eischen nog een paar bepalingen toelichting. Al lereerst die omtrent de getuigschriften. Hier komt de wetgever weer in huis en laat hij er zich niet uitzet ten. Zooals hij wil, moet het en niet anders. Dus: vraagt de dienstbode een getuigschrift, dan moet mevrouw op haar verzoek dat geven. In dat ge tuigschrift moet staan een juiste opgave omtrent den aard van den arbeid en den duur der dienstbetrekking. Er mag niet in staan een appreciatie of de vermelding van de wijze waarop men uit elkaar is gegaan, ten/jj het dienstmeisje dat wenscht, Alleen wanneer 't meis je een onrechtmatig einde aan haar betrekking ge maakt heeft, mag de mevrouw het wèl melden. Weigert men het getuigschrift te geven of geeft men tegen beter weten onjuiste getuigschriften, dan is men in dubbele mate aansprakelijk voor de eventueel berokkende schade. Natuurlijk mag men altijd juiste inlichtingen over den arbeider aan derden verstrekken. Wat de vertraging in do loonbetaling aangaat, ver wijzen wij naar wat wij in een der vorige artikelen aan deze nieuwe wet gewijd, schr.even over verhooging van de loonvordering bij die vertraging. Verder verdient aanteekening dat kost en inwoning moet worden gegeven volgens plaatselijk gebruik, mits overenkomstig de vereischten van gezondheid en goede zeden (dit natuurlijk ter beoordeeling van den rechter). Van die vereischten mag niet worden afge weken. Men is er dus volstrekt niet af met alléén naar het plaatselijk gebruik te verwijzen. Ten slotte kan men gelijk mr. Van Houten tem aanzien van dienstboden altijd wil doen -een proef tijd stellen, als wanneer beide partijen steeds de dienst betrekking zondea» meer onmiddellijk kunnen doen ein- idgen. Die proeftijd moet voor beide partijen gelijk, mag niet langer dan twee maanden zijn en mag maar In een correspondentiepartij, waarin de heer Sou- dijn uit Rotterdam met wit speelde, kwam onderstaan de stand voor: Ui Vri jijg W •WA/ JQ. Jɧ¥ Zw. 2, 3, 5, 6, 8, 9, 13, 16, 18, 19, 20, 21, 23, 24. W. 27, 28, 32, 33, 34, 35, 36, 37, 38, 43, 44, 47, 48, 49, 50. In dezen stand speelde wit 3430, waarna zwart speelde 5^10, om, indien wit speelde 3025, 1015 te spelen eii door 25:14, 9 :20 een goeden stand te krijgen op wit korten vleugel. Maar wit speelde niet 3025, want hij zag, dat er in den stand een schijf winst zat. Wij willen deze vraag nu aan onze dammers aanbie den. Hoe wint wit een schijf, nadat wit 3430, zwart 510 gespeeld heeft? De volgende week geven wij het antwoord, doch wij zien met verlangen antwoorden van alle dainvrienden tegemoet. Antwoorden evenals de oplossingen van problemen onder motto Damrubriek aan het bureau van dit blad voor 13 Januari. eenmaal worden ingesteld tusschen dezelfde partijen. Hebben wij nu nog vermeld, dat de arbeidscontracten en de loon-quitanties vrij zijn van zegel enz., dan heb ben wij in het bovenstaande in korte trekken het voor naamste medegedeeld, van wat de partijen dienen te weten. Wij hebben daarbij het zij nog eens her haald noch naar volledigheid, noch naar wettelijke nauwkeurigheid gestreefd. Onze voornaamste bedoe ling was slechts: te waarschuwen dat er met lo. Fe bruari aanstaande het een en ander in de rechtsver houding tusschen werkgevers en inwonende dienstbo den verandert en dat die verandering van dien aard is, dat zij niet als andere wetsveranderingen in den re gel voor de huisdeur halt maakt maar ook in de huiskamer haar invloed doet gelden. Die veranderin gen te kennen, is dus bijna voor iedereen noodzakelijk. Kent men ze eenmaal, dan moet men zelf weten wat men moetr doen om eventueele onaangename gevolgen to voorkomen. In den regel zal het daarvoor voldo°nde zijn, dat men eenige formaliteiten, hierboven genoemd, in acht neemt, welke men tot nu toe niet in acht heeft genomen. Doch de gevallen kunnen zich voordoen, dat men meer voorzorgsmaatregelen zal hebben te tref fen en met name zal hebben na te gaan hoe men moei lijkheden bij veranderingen en bij ziekteverzorging zal vermijden. Doch wij moeten er dan uitdrukkelijk op wijzen, dat men zich voor overijling heeft te hoeden en dat het niet wenschelijk is, dat men dadelijk tot uiterste maatregelen zijn toevlucht neemt, gelijk loor sommige deskundigen schijnt te worden gewenscht. Onze Haagsche correspondent schrijft ons Woensdagmiddag in 't LaDge Voorhout een aardig tafreeltje, dat mede een kijkje gaf op de groote onge dwongenheid, waarmede de Koninklijke Familie zich in de straten der residentie beweegt. 't Is even twee uur Van di Bosch-zijde komt H. M. de Koningin, met een hofdame; van den tegenovergestelden kant Prins Hendrik, met 't aardige, bruin-glanzende t*xhondje, dat H<*m zoo vaak vergezelt. Direct, als de Prins, die in 't Lange Voorhont in 't gebouw van 't Roode Kruis wezen moet, om daar als voorzitter te worden g> ïn- stalleerd, Zijn Gemalin ziet, gaat Hij naar Haar toe, Haar met een diep afnemen van den hoed en een buiging groetend Temidden van 't publiek loopt het Koninklijk Echtpaar dan even samen door, doch spoedig is de Prins bij 't gebouw van het Roode Kruis en neemt op dezelfde wijze afscheid. Maar't hondje wil niet mee. 't Hondje heeft de Kooingin gezien en blijft vroolijk kwispelstaartend naast Haar loopen. Of de Prins het al roept..,, 't helpt niet: Tax verkiest bij de Vorstin te blijven. Inmiddels is de Prins vgor het gebouw gekomen, drukt in de gang verschillen den heeren de hand maar 't hondje blijft weg. 'n Paar bestuursleden komen speuren Tax loopt trouw naast H. M. De lakei maakt allxrlei gebaren van „zal-je- nou-teruggaan"een vroolike staart antwoordt: neen. De rechercheurs probeeren 't zelfde zonder resultaat. Z-dfs 'n armgebaar van de Koningin ver mag niet den schuldige rechts-om-keert te doen maken. De Prins, die Tax maar steeds verder weg ziet gaan, besluit eindelijk 'm zelf te gaan terughaler, komt uit 't gebouw 't Voorhout en gaat de Ko ningin fluks achterna, raarde lakei doet 'n moedigen uitvalen Tax spartelt tusschen a'n handen, wordt overgegeven aan een der rechercheurs, die 'm naar den Prins brengt, 'n Paar straf-tikjes en 't koninklijk hondje loopt vlug 't Roode Kruis-ge- bouw in Een kostelijk tafreeltje voor het publiek. („Tel.") Het volgende probleem bieden wij deze week ter op lossing aan Probleem no. 8 van H. Hoogland Jr., Utrecht. Zw. 3, 5, 7, 9, 17, 22, 27, 28, 32, 33. W. 10, 14, 15, 19, 24, 40, 42, 44, 47, 48, 49. .CORRESPONDENTIE. A. B. te A. Uw schrijven met welgemeenden dank ontvangen. Wat probleem no. 7 betreft, waren wij ook. van hetzelfde gevoelen. Maar wij zullen er wel meer van liooren. Als U tijd heeft, komt dan 's Woens dagavond» eens op de Damclub. Café Schermerhom, Waagplein. Daar zijn de liefhebbers altijd welkom van 8—12. P. D. te A. Cijfers waren per abuis onder 't pro bleem vergeten. D. W. te A. Volgende week iets meer over de op lossing' van no. 7. Dam mag niet dadelijk als dam doorslaan. B. D. de E. Zoo zijn de oplossingen beter. Hartelijk dank.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1909 | | pagina 1