Alkmaarsche Courant DONDERDAG 11 FEBRUARI. Gemeenteraad van Alkmaar. VAN 3. Verplaatsing Rijkstelegraaf kantoor en stich ting van een gebouw voor rijkskan oren. In verband met de verplaatsing van het Rijkstele graafkantoor en het voornemen van den Minister van Waterstaat om den telegraafdienst over te brengen naar het gebouw, waarin thans het postkantoor ge vestigd is, zoodra de mede in dat gebouw gehuisveste diensten van hypo'heken en het kadaster elders zullen ign ondergebracht en in verband met de onderhan delingen die met het Rjjk zijn gevoerd over de stich ting van een nieuw gebouw, waarin eventueel de kantoren van de hypotheken het kadaster en de registratio zullen worden gevestigd, stellen B. en W. voor 4. Jaarwedden van de leeraren aan de Burger avondschool, de Avondschool voor handwerks lieden en de handelsavondcursus voor handels- en kantoorbedienden. 5. Brug tegenover de Zllverstraat. 6. Verordeningen, betreffende den dienst der gemeente-I egraafpleats. 8. Begrooting Gemeente slachthuis, dienst 1909 Vervolg.) A. te besluiten tot het stichten van een gebouw, waarin de kantoren van de hypotheken, het kadaster en de registratie zullen worden gevestigd, overeen komstig de door den Minister van Financiën goedge keurde plannen, waarvan de bouwkosten en de kosten voor aankoop van grond tezamen f 518 0 zullen be- dragen B. Burgemeester en Wethouders te machtigen eene overeenkomst aan te gaan, waarbij de gemeente zich verbindt voor den tjjd van 30 jaren te verhuren aan ket Rijk en waarbij de Minister van Financien voor genoemd tijdvak zich verbindt voor het Rijk in huur aan te nemen een door de gemeente te stichten ge bouw voor rgkskantoren, voor eene huursom van f 2754, zijnde berekend naar 4 0/q van de kosten van aankoop van den grond en van 5.8 °/q van de stich- tingskosten, onder voorwaarde, dat, wanneer tijdens den loop der huur vergrooting van het gebouw noodig mocht zgn en daartoe wordt overgegaan, de nader te bepalen hoogere huursom zal worden gesteld op 6.8 O/q van de uitbreidingskosten en verder op de nader door Burgemeester en Wethouders vast te stellen voor- wrarden. De Voorzittter herinnert aan het schrijven van de Kamer van Koophandel, waarin wordt betoogd, dat het wenschelijk is het telegraafkantoor in de omge ving der markt te houden. Spr. wijst er op, dat aan dien wensch tegemoet kan worden gekomen, door een telefooncel in het Waaggebouw, waardoor de telegram men telefonisch kunnen worden opgegeven aan het te legraafkantoor. Voorts zegt spr., dat er is ingekomen een amende ment van den heer Van Buijsen, strekkende tot ver hooging van de huursom. De heer Van Buijsen zijn amendement toelich tende zegt, dat een uitvoerige briefwisseling met het rijk heeft plaats gehad. Daaruit is hem gebleken, dat B. en W. aanvankelijk hebben geëischt, dat het rijk zou betalen 4 voor den grond en 7 voor het gebouw. Die 7 is op zich zelf niet te hoog. B. en W. hebben daarbij in aanmerking genomen, dat betaald moest worden grondbelasting. De minister heeft er op gewezen, dat grondbelasting voor het ge bouw niet zal worden betaald. B. en W. hebben echter daarna het bedrag bepaald op 5,8 van de kosten van het gebouw, dat is een belangrijke verlaging. Spr. wijst op een dergelijke overeenkomst met de ge meen te Zutfen, die ook 672 heeft geëischt van do bouwsom. Het gemeentebelang is slechts op grooten afstand met deze zaak gemoeid. Het ongerief, dat de gebouwen niet onder één dak zijn, is niet groot. Wan neer de gemeente zich op het standpunt stelt, dat hare bemiddeling moet worden verleend tot de stichting van het gebouw zonder dat het de gemeente iets kost, dan neemt zij een zuiver standpunt in. De gemeente zal daarvoor moeten leenen en zal meer dan 1 's jaars moeten aflossen en vergeleken bij een huur van 5,8 zooals B. en W. voorstellen, zal dat niet mogelijk zijn zonder nadeel voor de gemeente. Waar Zutfen 61/2 vraagt, daar meent spr. dat Alkmaar ook een hooger huur kan eischen. Daarom stelt spr. voor de huur te bepalen op 61/2 dus op 3019. De voorzitter deelt nog mede, dat hij een eeaoek heeft gebracht aan de betrokken ministeries, doch dat door hem geen hooger huursom is kunnen worden bedongen. Bij dat bezoek heeft spr. ook Zutfen als voorbeeld aangehaald. De heer de Groot heeft zich verwonderd over de uitvoerige correspondentie, die over deze zaak met het Rijk is gevoerd. Spr. nu meent dat Alkmaar in dezen weer geen uitgaven moet doen, die boven de krachten gaan, er moet geremd worden en niet zachtjes ook. Naar aanleiding van de inlichtingen van Zutphen, meent spr. ook, dat een aflossing van 2 minstens noodzakelijk zal zijn. Stelt men nu de overeenkomst voor 20 jaar vast, dan wordt in dien tijd 40 afgelost en blijft dus nog 60 te betalen. Voorts berekent spr., dat de gemeente veel hooger huur moet hehben. Het gemeentebelang acht hij bij deze zaak niet genoeg mam betrokken, dan dat hij met een der voorstellen zou kunnen meegaan. Hij wil de zaak maar geheel aan het Rijk overlaten. Voor de gemeente wordt de uitgave te zwaar. De v o o r z i 11 e r meent, dat het gemeentebelang wel degelijk bij de zaak is betrokken. Een verbetering van het postkantoor zal bij weigering van de gemeente ftog langer uitblijven en dat is zeker niet in het belang der ingezetenen. De heer de Groot is van oordeel, dat indien het gemeentebestuur bij het Rijk aandringt op verbetering van het postkantoor, dat daaraan toch wel zal worden voldaan. De heer van den Bosch zou zich in deze toch niet aanstonds door het Rijk willen laten dwingen Spr. gevoelt veel voor het voorstel-van Buijsen. De heer D o r b e c k sluit zich daarbij geheel aan en verklaart ook met het voorstel-van Buijsen te kunnen meegaan. Alvorens thans tot stemming wordt overgegaan, zegt de heer d e W i t dat door het amendement van den heer van Buijsen de zaak wel moeilijk gemaakt wordt, daar het verschil met het voorstel van B. en W-. slechte 265 bedraagt. De heer van Buijsen erkent dat, maar vindt toch geen reden om zijn voorstel in te trekken. De Voorzitter wenseht nu eerst het voorstel van B. en W. in stemming te brengen, terwijl hij er op wijst, dat er ook nog een amendement is van den heer da Groot. De heer de Groot zegt, dat hij dat voorstel niet heeft gedaan, maar het thans wel wil doen, hij stelt voor de huui-som te bepalen op 3600. Het voorstel van B. en W. wordt daarna met 15 te- öen 2 stemmen verworpen. Vóór stemden de heeren Boelmans ter Spill en de Wit. Het voorstel-van Buijsen wordt verworpen met 11 tegen 3 stemmen. Tegen de heeren Wanna, Fortuin, de Groot, Glin derman, Zaadnoordijk, Pot, Melembrink, Luiting Ui- ienbosch, Dorbeck en van der Feen de Lille. De heer de Groot trekt zijn voorstel in. Oa Voorzitter antwoordt op een vraag den heer van den Bosch, dat thans de ouderhandelin gen met het Rijk zijn afgebroken. In verband met de tot stand gekomen reorganisatie van de Burgeravondschool, is het wenschelijk eene ver ordening vast te stellen tot regeling der belooning-.n van het onderwijzend personeel aan den nieuwen Han delsavondcursus voor handels- en kantoorbedienden en eveneens, dat de verordening tot regeling der beloonin gen van het onderwijzend en bedienend personeel aan de Burgeravondschool aan eene herziening worde on derworpen. Immers zijn de leeraren van laatstge- n(it mde inrichting nu tevens als zoodanig verbonden aan de nieuwe Avondschool voor handwerkslieden. B. en W. stellen daarom voor te nemen de navol gende besluiten: A. De titel der verordening op de B. A. S. fce doen luiden verordening tot regeling der belooningen van het onderwijzend en bedienend personeel aan de Burger avondschool en aan de Awondschool voor handwerks lieden. Tusschen de artt. 6 en 7 wordt een nieuw artikel ge veegd van den volgenden inhoud: De uit deze verordening voortvloeiende kosten ko men voor de helft ten laste van de Burgeravondschool en voor de andere helft ten laste van de Avondschool voor handwerkslieden. Art. 7 wordt geroyeerd en vervangen door een nieuw art. 8 van den volgenden inhoud: Deze verordening treedt in werking op den dag ha- afkondiging. B. Vast te stellen de navolgende verordening tot regeling der belooningen van het onderwijzend perso neel aan den Handelsavondcursus voor handels- en kantoorbedienden. De belooningen van de leeraren bedragen 1.50 voor elk werkelijk gegeven lesuur. Deze verordening treedt in werking op den dag ha- rer afkondiging. Goedgekeurd. Nur aanleiding van het besluit genomen in de ver gadering van den 30 December 1908 No. 5 om voor alsnog niet over te gaan tot de verbreedicg van de Heilcërbrug, mede naar aanleiding van het adres van Dr. Schiöder c s. waarbij de Raad wordt uitgenoodigd om alsnog te besluiten den Nieuwlandersingel bij de Emmastraat te overbruggen, is van den heer van den Bosch het voorstel ingekomen om den Nieuwlander singel tegenover de Emmaitraat en Zilverstraat met een rgbrug te overbruggen en B. en W. uit te noo- digen ten spoedigste daarvoor de plannen in te dienen, met dien verstande dat deze een bedrag van f 18000 niet zullen mogen overschrijden en deze na goedkeu ring ten spoedigste te doen uitvoeren. De voorzitter deelt mede, dat hij, ofschoon I ij van meening was, dat het adres van Dr. Schroder e. a. was afgehandeld, het nog mede ter inzage heeft gelegd ter wille van den heer Van den Bosch. De heer Van den Bosch zegt, dat hij in deze met den voorzitter verschilde, toen zijn voorstel in ver and stond met het bedoelde adres, was hij van oor deel, dat dat adres weder ter sprake moest komen. Een oogenblik wenseht spr. eerst stil te staan bij (ie geschiedenis van deze brug. Slechts 5 leden van 'ezen raad zullen weten, hoe het eigenlijk met deze brug, die er nog niet is, gesteld is. Als ooit de ge schiedenis van deze brug zal worden geschreven, dan can gevoeglijk dit het motto zijn: „To be or not to I o, that is the question." Spr. herinnert er aan dat reeds den 10 Febr. 1897 dus 12 jaar geleden een adres inkwam bij den raad van Mevr. de wed. Molenaar en den heer Conijn, als directeur van Reijnecom. Spr. gaat uitvoerig de behandeling van dat adres na aan de hand der Handelingen van den Raad, en wijst er op dat door B. en W. toen werd voorgesteld de brug Ie doen bouwen door adressanten, onder bepaling, dat de gemeente bereid was 1/i der kosten terug te geven, indien 50 nog 1/s, indien 100 en het restant, indien 150 huizen waren gebouwd. De heer de Groot wilde toen verder gaan en het aantal huizen in die considerans van B. en W. be palen op 3050 en 75. Spr. ging toen zelf met den heer de Groot mee. Het werd verworpen, doch aangenomen werd een voorstel van Jen heer Bosman om de getallen vast te tellen op 40, 70 en 100. Adressanten meenden echter dit niet te kunnen aanvaarden. Een nader adres had tengevolge, dat door adr. de Kneppelbrug werd gelegd. De raad gaf daarvoor toestemming, en was het blijkbaar eens met B. en W., die meenden dat deze brug slechts voor en kele jaren zou moeten dienen. Het tegenwoordig dagtlijkseh bestuur bleef dus ge heel in de lijn toen het het vorig jaar voorstelde de l rug te, maken, nu voldaan is aan de destijds vastge stelde voorwaarde. Zooals spr. nader aantoont zijn er thans reeds 129 huizen gebouwd met een gezamenlijke huurwaarde van 44750. Spreker behandelt verder de adressen die zijn inge komen met het verzoek, om zijn voorstel niet aan te nemen. Daann wordt betoogd, dat de gemeente be hoefte heeft aan eene goede verbinding met de rijks wegen. Spr. is dat volkomen eens, doch die verbin ding is voor het centrum der stad noodig door de Em- m ast raat en verkeerd is het dat verkeer te dwingen, te gaan langs de uiterste grens van de oude stad, via de Heiloërbrug. Voorziening der Heiloërbrug is volgens spr. niet zoo urgent als adressanten het voorstellen, de veiligheid is naar nog niet in gevaar. Spr. herinnert er aan wat de heer Meienbrink, die veel bij den weg is en goed uit zijn oogen ziet, daar van heeft gezegd; alleen na afloop de muziekuitvoe ring is het er wat te nauw. Spr. is dan ook overtuigd, dat bij behoorlijk politie toezicht op drukke oogenblikken, het veilig verkeer op de Heiloërbrug niet in het gedrang komt. Sprekers voorstel beoogt slechts de bevordering van het algemeen belang. Dat staat bij hem op den voor grond, en als toegift krijgt men dan nog een verbete ring van den toestand van de Heiloërbrug. Men mag in verband nigt de uitbreiding der gemeente niet zeg gen: „we hebben daar geen geld voor." Doen we dat, dan gaan we den verkeerden weg op: (le uitbreiding moeten we bevorderen. We moeten practisch te werk gaan. Bij de behandeling van het uitbreidingsplan van de gemeente hebben we, zegt spr., verschillende nieuwe bruggen geprojecteerd, de Ridderstraat gedeeltelijk af gebroken, maar dat alles kostte geen geld, dat was in 1 lieorie, doch men moet practisch zijn. Debrug bij de Emmastraat moet er toch komen. Dat men terug keert op een vroeger genomen besluit, is voor spr. geen bezwaar; dat besluit werd reeds 8 maanden gele den genomen. Ook wijst spr. er nog op, dat de onderteekenaars van do laatste adressen bewoners zijn uit den omtrek der Heiloërbrug, die zich waarschijnlijk hebben vergist en v illen zeggen inplaats van „algemeen belang" „ons persoonlijk belang." Ten slotte komt spr. nog terug op de onkosten. Spr. heeft genoemd een cijfer van 18000, omdat hij wilde voorkomen, dat de raad zou zeggenwe kunnen niet over het voorstel beslissen zonder dat we de kosten weten. Die 18000 is een maximum. Voorts betoogt spr. nog hoe de door hem voorge melde brug voor de omgeving passend is, hoe door een kleine aanplemping spr. heeft de ingezonden stuk- l;en te dier zake van den heer de Lange in de Alk maarsche Courant destijds met belangstelling gelezen de Singel niet wordt ontsierd, zooals reeds door hem in de zitting van 17 Juni werd betoogd. De heer Meienbrink is van meening, dat de verbin ding met den Rijksweg niet gaat door de Emmastraat. doch over de Heiloërbrug. Daarom is de opmerking van de adressanten alles zins juist. Voorts zegt spr. dat hij wel heeft gezegd, dat de Heiloërbrug niet zoo onvoldoende was, maar hij ij alleen tegen een nieuwe brug geweest omdat de kosten hem te hoog waren. Ten slotte zegt hij dat hij niet van aardigheden van den Jieer Van den Bosch gediend is. De heer Van den Bosch hierop antwoorden de, zegt, dat hij niets kwaads heeft bedoeld, maar hij gezegd heeft, dat de heer Meienbrink vaak bij den weg is. Hij apprecieert het, dat de heer Meienbrink dat l.an doen en daarbij goed toeziet. Spr. treedt daarna nog in een uitvoerige beschou wing van het belang van de brug bij de Emmastraat. 1 >e heer Zaadnoordijk ze-gt, dat er wel eens over is gesproken een adres te richten aan den raad van de zijde der bewoners van de Toussaintstraat enz. Spr. heeft daartoe nooit willen medewerken, en hij vestigt er nog de aandacht op dat het adres Schroder c. s. af komstig is van bew rners buiten Reijnecom. De heer Fortuin (raagt eVen de aandacht voor liet adre3 van de heeren Pels en IJspeert c. s. Do moraal daarvan is, dat adressanten zich bena deeld achten als de Emmabrug er komt. Het midden van de stad heeft reeds het drukke verkeer door het marktwezen. De brug. die de heer Van den Bosch wil acht spr. voorts niet een voldoende verbetering. Verder wijst spr. er op, dat door al de palen die bij de Kneppelbrug staan het verkeer wordt belemmerd. Spr.'zou melkboeren enz. verlof willen geven er 's mor gens over te rijden. Uit het oogpunt, dat geen uitgaven moeten worden gedaan buiten de begrooting om, en ie belangen der neringdoenden in het oog houdende, vindt spreker geen vrijheid een zoo hoog' bedrag voor de Emmastraat te voteeren. De voorzitter wijst den heer Fortuin er op dat het niet wel mogelijk is, het verbod van verkeer op te heffen, daarvoor is de brug te smal. De heer Fortuin meent, dat men dan een ver breeding van de brug in overweging kan nemen, terwijl verscherpt toezicht aan veel tegemoet kan komen. Den heer Pot komt het voor, dat als alle woorden, die over deze brug zijn gesproken, guldens waren, de brug er allang was. Hij zou nu willen voorstellen om nu maar niet meer over deze bruggeschiedenis te spre ken, en maar te besluiten de brug te maken. De heer Dorbeck sluit zich daarbij aan. Hij acht het nu niet moeielijk meer zijn stem te be palen en bréngt de heer Van den Bosch hulde voor zij ne propaganda voor deze brug. De heer Van Buijsen acht het voorstel van den Bosch een ander dan het vroegere, dat verworpen werd, daar hierin is opgenomen een aanplempling var- de Singel. De heer Van den Bosch heeft gezegd, dat B. en W. niet gebonden zijn aan dat bedrag van 18000, doch dat hij dat beschouwde als een maxi mum. Indien B. en W. het als zoodanig willen opvat ten, <lan kan spreker daarin meegaan. De heer (1 e Groot meent, dat de brug in geen geval in dit jaar kan worden gemaakt, met het oog op de begrooting. Verder zegt hij, dat voor 6000 een brug van 12 Me ter is te maken met landhoofden van zand en ijzeren leggers. Dat zou hij B. en W. in overweging willen geven, zoodat dus niet verder kan worden gegaan dan 6000. De voorzitter zou met het oog op de zoo pijn lijke verminking van het voorstel v. d. Bosch zich thans wel aan den wensch van den heer Pot willen houden, en de discussie willen beëindigen. De heer Van den Bosch wil toch nog een en kel woord zeggen in verband met hetgeen de heer For tuin heeft gezegd. De heer Fortuin heeft spreker hul de betuigd. Dat vindt spreker prettig of niet prettig. In elk geval is het wel aardig. Maar er zijn verkeerde pvattiugeii in het spel gekomen. Het is, naar spre kers meening, de plicht van een raadslid te zorgen dat het algemeen belang wordt gediend, en geen partijbe- langetjes. Dat door de adressanten van de bewoners van het Ritsevoort het eigenbelang wordt behartigd, heeft spreker niet willen zeggen, maar bij monde van den lieer Fortuin is de aap uit den mouw gekomen: adressanten hebben persoonlijk belang er bij dat de Kneppelbrug niet wordt vernieuwd. Het is wel heel aar, dat sommigen door een besluit worden getroffen, naar mag de Raad daarop alleen wel letten? Tegen over het belang dier ingezetenen weegt toch op het lelang van die anderen en men moet zulk een zaak in haar volle breedte beschouwen. Een enkel woord wil spreker nog zeggen over de „armoedige ideeën" 7 an den heer de Groot. Zoo donker als deze denfinan- eiëelen toestand der gemeente schelst is hij toch ook niet. Dc heer de Groot: „Nou." De lieer de Groot heeft vroeger anders gesproken. Sreker herinnert aan een uitlating van den heer de Groot bij de bespreking van het leggen der tram naar Haarlem uuor de staa, toen dit lid, doelende op de kos ten zeide: „Laten we toch niet te kleingeestig zijn, in andere plaatsen doet men voor het plaatselijk verkeer lies." Spreker heeft een bedrag van 18000 in zijn voorstel genoemd. Dat is een limiet, maar hij heeft voldoende vertrouwen in B. en W. dat deze met plan nen voor een brug zullen komen, welke zoo goedkoop mogelijk is. De lieer Dorbeck vraagt of men nu niet zal gaan stemmen. De voorzitter vindt dat goed, maar hij kan er toch niets aan doen, als er van zooveel zijden het ■voord gevraagd wordt. De lieer Dorbeck: Dat kunt U wel. De voorzitter: Wil rle. heer Dorbeck <lan zeggen hoe ik dat kan De heer Dorbeck: Door strikt het regit van orde toe te passen. De heer Boelmau» tor p i 11 wil nog ven kort zijn stein over dit voorstel motiveeren. Hij gelooft niet dat (le wijze waarop dit voorstel op de rgenda is gekomen, de juiste is. Eerst had de raad moeten beslissen, maar hij zal geen moeite doen, om het thans van de agenda af te voeren, temeer, daar de lieer Van den Bosch in zekeren zin een spoedsvoorstel er van heeft gemaakt. Maar wel meent hij er op te mogen aandringen, lat de Raad eerbied vertoont voor zijn eigen besluiten. In Juni 1908 is deze brugkwes- tie ampel en breed besproken, en toen is besloten, dat deze brug niet gemaakt zou worden. Dat besluit was niet twijfelachtig. Spreker heeft niets gehoord, dat een dwaling heeft aangetoond. Wel is het voorstel wat verwaterd, maar dat is ook alles. Op dit oogenblik kan, naar sprekers meening, de Raad niet anders doen dan het voorstel afstemmen. De discussies worden gesloten. De stemming heeft tot resultaat (dat het voorstel wordt verworpen met 11 tegen 6 stemmen. Vóór stem men de heeren Van den Bosch, Zaadnoordijk, Pot, van Buijsen, Govers en Uitenboseli. In verband met de reorganisatie, welke de dienst der begraafplaats in den laatsten tijd heeft ondergaan, is aan B. en W. de wensc.helijkheid gebleken ook de verordeningen betreffende dien tak van gemeente dienst aau eene herziening te onderwerpen, van welke gelegenheid zij tevens gebruik weusehen te maken voor den nieuw benoemden opzichter over de begraaf plaats eene instructie in het leven te roepen. Mitsdien bieden zij den raad ter vaststelling aan: I. Eene verordening op het heffen van begrafenis rechten, II. Eene verordening, regelende de invordering dier belasting, III. Een reglement op het begraven op de gemeen te-begraafplaats, IV. Eene instructie voor den opzichter over de ge meente-begraafplaats te Alkmaar, V. Eene instructie voor den doodgraver op de ge meente-begraafplaats te Alkmaar. Algemeene beschouwingen worden niet gehouden. De heer Van der Feen de Lille stelt bij de behandeling van art. 5 van verordeuing I een redac tiewijziging voor. Naar aanleiding hiervan maakt de heer Pot de opmerking, dat het wenschelijk is dat dergelijke amen dementen schriftelijk worden ingediend, nij betoogt, dat daarvoor gelegenheid genoeg is geweest, daar de leden van den raad al zes weken lang deze verordenin gen in hun bezit hebben. De Voorzitter is het daarmede eens. De heer Van der Feen de Lille die in 't algemeen meegaat, met hetgeen de heer Pot zegt, achtte (le door hem voorgestelde redactiewijziging van ve weinig belang, om die schriftelijk in te dienen. De wijziging wordt daarop goedgekeurd. Bij de verdere behandeling van deze verordeningen nz. worden nog enkele wijzigingen in de redactie van een paar artikelen aangebracht, waarna alle ontwerpen zonder hoofdelijke stemming worden goedgekeurd. 7. 2e ËUppletolre begrooting. dienst 1908. Goedgekeurd. Het onderzoek van de in handen der commissie tot dn belastingzaken enz. om bericht en raad gestelde begrooting van het gemeente-slachthuis voor het jaar 1909 heeft geen bezwaren van financieelen aard doen rijzen. Zij sluit in ontvangsten en uitgaven op f 26602.44. De opbrengst der slachtloonen wordt geraamd op f 21269.05, der stalgelden op f 1173, der weegloonen op f 366.43, keuiloon van ingevoerd vieesch f 1160.62, huur van koelcellen f 1860, terwijl de overige ont vangsten worden uitgetrokken tot ten bedrag van f 773.34. Onder de uitgaven wordt f 7574.16 geraamd voor salarissen en jwerkloonen, f 7390.73 voor andere uit gaven van allerlei aard, henevens f 10000 voor rente betaling en f 1637.55 voor afschrijving. De commissie stelt den Raad voor de begrooting goed te keuren in ontvang en uitgaaf op f 26602 44, onder bepaling dat rekening zal worden gehouden met de bedenkingen in het advies (opgenomen in bijlage Na. 9) nedergelegd. De heer De Wit meent, in verband met de op- meiking van de commissie, dat een splitsing van do rente en i flossing niet wenschelijk is, doch dat het beter is die onder een post te brengen annuïteit f 11637.55, te moeten opmerken, dat het da bedot ling is, deze post te splitsen in rente en aflossing, omdat op den duur de rente vermindert en de flossing grooter wordt. Voorts zegt sprnaar aanleiding van het bezwaar van de commissie tegen den post van f 300 voor een plaatsvervangend directeur, dat het wenschelijk is, dat deze post zoo wordt toegestaan, opdat er geen bezwaar kan zijn tegen eventueele vervanging. De Voorzitter gelooft niet dat het de bedoeling was, toen destijds daarvoor f 300 werd toegestaan. De heer de Lange is dat niet eens, in het vorig aar werd bepaald, dat een bedrag tot hoogstens f 300 beschikbaar kon worden gesteld. De commissie meende dan ook, dat alleen in die gevallen waar vervanging noodig is, dsarroor uitgaven kunnen worden gedaan. De Voorzitter vindt hot heter B en W. daarin de vrije hand te laten en vertrouwen te steil n in B. en W. waar het b itreft h.t besteden van «iie f300. Stelt men het bedrag van f 300 beschikbaar, dan kan in alle omstandigheden in de vervaDgirg worden voorzien. De heer van Buysen vindt nog al eenig ver schil in de opvatting van den Voorzitter en den heer c'e L&nge. De f 300 worden uitgetrokken vcor etn plaatsvervangend directt ur men sch'-pt er dus een nieuw ambtenaar bij, en daa juist was de raad in dertijd tegen. De Voorzitter wijst er op, dat reeds 14 d*gen per jaar, gedurende het verlof in de plaatsvervanging moet wenden voorzien, allicht komen daar nog eenige dagen bij door ongesteldheid bijv. en dan komt men gerekend naar f 10 per dag al gauw tot een bedrag van f 300. Geeft men die belooning gedurende een jaar, dan is de plaatsvervanger altijd beschikbaar en dat bevordert zeker een goeden gang van zaken. Bo vendien het is gebleken dat de begrooting deze uitgaaf best kan dragen. De hoer Van der Feen de Lille vraagt, of den directeur niet een rijksbetrekking is opgedragen, of de plaatsvervanging daarmede ook in verband kan st&ar, en of de directeur geen machtiging van den raad moet hebben die betrtkking waar te nemen. De Voorzitter antwoordt daarop, dat er wel sprake van is, den directeur de rijkskeuring op te dragen doch daarvoor wordt nog onderhandeld. In alle gevallen zal die keuriDg in het abattoir kunnen plaats hebben De begrootiog wordt daarop goedgekeurd. 9. Begrooting Huishoud- en Industrieschool, dienst 1909. Conform besloten. Voor de rondvraag verwijzen we n rar het verslag in het nummer van gisteren. AUevn laten we hier ntg even de motie van den heer Uitenbosch in haar geheel volgen„de Raad van oordeel, dat ia het be- Lng van een goeden gang var^ hst onderwijs aan het gymnasium, in hooge mate medebrengt de wensche- lijkheid ebner goede verstandhouding tusschen rector en Leraren onderling, spreekt met het oog op de be noeming van Dr. Boa», het verlangen uit dat die got de verstandhouding moge worden bestendigd." Druk N. V. roorh. Hermi. Ooster A Zn., Alkmaar.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1909 | | pagina 5