wê. WA,
m m Mêi
■M
mm
émI '&i
ÜP I
IP ill i
W/M m
mm
Buizen, Jassen, Broeken
A I» VERTENTIEN.
Vraag en Aanbod.
J.
B0ELHÜÏS te KERKBUURT,
Oproeping.
ScfoaakRHibiüeka
Je ware adres
^■i
32
Probleem No. 170.
Ah.ült
iH IW—M
zetten.
Probleem No. 171.
v/mn.
zetten.
voor dis soorten
aoo
dan fl
Langestraat 91, Alkmaar.
Lage doch va&te prijzen.
puik best VEE,
Boeren- en bouwgereedschappen,
Vooits meubelen en huisraad,
Alles contant.
P. J. C. VAN TOORNEN BURGH,
Notaris te Alkmaar.
Het leveren van bouwmaterialen voor den
dienst 1909, in vier perceelenI Houtwaren,
II Metselniaterialen, III Ijzerwaren, Gereed
schappen enz., IY Verfwaren, Glas enz.
Da gezegelde insein ij vingsbilj tten, door aannemer
en borgen- persoonlijk onderteekend, moeten op den
dag der besteding vóór des middags 12 uur ter ge-
meente-aecreiarie bezorgd zijnterwijl hot bestek
aldaar verkrijgbaar is tegen betaling van f 0.25.
„laat
het
voor
ont-
1906, in tegenwoordigheid van talrijke mannen van
naam, genoodigd door het be9tuur van den ..Bond van
vrienden der boomen.''
De kinderen, ten getale vaif ongeveer duizend, ver
gezeld van talrijke muziekvereenigingen, togen in op
tocht naaik.de bestemde plaats. In den optocht zag men
talrijke borden met opschriften, als „Hebt uw gelij
ken lie, beschermt de dieren, eerbiedigt de beplantin
gen';' „Onze groenende parken en wandelingen zijn
do longen van Antwerpen, waakt over deze boomen van
't leven."
Na langs de autoriteiten en genoodigden te zijn ge
trokken, gingen 600 kinderen in groepen van 3 naar
den boom, die hun vooraf was aangewezen, en wacht
ten het teeken af om met het werk te beginnen. Mid
delerwijl begaven zich de autoriteiten en genoodigden
naar het midden van het terrein en sprak de waarne
mende burgemeester van Antwerpen do kinderen toe,
en daarna de afgevaardigde van den „Bond van vrien-
dtn der boomen." Beiden wezen de kinderen op den
eerbied, dien wij verschuldigd zijn aan het plantenrijk
en de weldaden die ditons bewijst.
De afgevaardigde van den „Bond van Vrienden der
boomen", zich herinnerend, dat de plek waar het feest
plaats vond een verlaten kerkhof was, riep de gedach
tenis op aan do dooden, die hij aan de vreugde der le
venden verbond.
De boom is een eerste kracht, waarvan men pas se
dert kort den invloed kent. Wie weet niet dat het be
staan van boomen invloed uitoefent op de leiding van
rivieren en stroomen. Het verwoesten der boomen ver
oorzaakt rampen.
„Laat ons", riep de spreker den kinderen toe,
ons alles bewonderen wat in verband staat met
heelal en hoe boomen zich broederlijk vereenigen
of tegen den mensch, al naarmate hij erkent of
kent hunnen stillen en eeuwïgdurenden invloed.
Zoo vereerde oudtijds de herder, de landbouwer en
de schipper de drie soorten menschen, die de werke
lijke macht der volken uitmaken de boomen, opdat
deze aan bergen en rivieren den raad zouden geven het
menschdom niet te zeer tegen te werken.
Antwerpen's waarnemende burgemeester gaf den
raad bosschen aan te leggen. De boom zal er ons op
honderd manieren voor beloonen. De boom speelt een
rol in nijverheid, een rol in de kunst.
Do burgemeester eindigde zijne rede met deze woor
den: „Luistert naar wat wij boomen u zullen zeggen:
„Kind, wees geduldig en volhardend; zie hoe ik den
regen, den hagel, den storm opvang draag; nauwe
lijks hoort ge mij zuchten. Ziet hoe mijn bladeren
glinsteren in de eerste zonnestralen. Gij moet het le
ven liefhebben. Gij zult evenals ik groot worden, al
tijd zoekend naar hooger licht, altijd meer willende
weten. Bewondert hen, die uitblinken boveu de me
nigte en schrijft hun nooit leelijke drijfveeren toe.
Luistert verder, kinderen. Onze rol in de wereld is
groot, wij vervullen die ook als wij, onzen plicht ver
vullend, eenvoudig ons leven leven. Doet als wij, vol
voert uw dagelijksch werk met vreugde en moed, gaat
recht op uw doel af en weest van goeden wille. Op
die wijze zult gij onder de menschen doen heerschen
den broederlijken vrede der boomen."
Na het uitspreken der redevoeringen werd de va-
derlandsche vlag geheschen en het volkslied gezongen.
Daarna ging het onmiddellijk aan het boomen plan
ten. De kinderen vulden met zorg de kuilen, waarin
do boompjes voor de planting gereed gezet waren. Na
het eindigen hiervan teekenden allen, genoodigden en
kinderen, op een grooten plattegrond hun naam naast
de plaatsaanwijzing van den door hen geplanten boom.
Deze groote plattegrond, die dient tot herdenking van
het „Feest der Boomen", werd opgehangen in een der
stadsscholen, het dichtst bij Stuyvenberge, om den toe-
komstigen leerlingen eerbied in te boezemen voor de
beplanting, door hun voorgangers verricht. Een ver
kleinde afbeelding van den plattegrond met de inge
schreven namen van de deelnemers werd geplaatst in
elk der scholen.
De heer Ch. Boissevain ontvonkte in geestdrift, van
den heer Springer alles vernemende over het boomen-
feest in Antwerpen, en beval navolging aan tot zulk
een lentefeest.
„Gesteld eens zeide hij dat men in ons land
tot zoo iets kon komen. De omgeving van vele Voluw-
sche of Gooisehe dorpen zoude dan door openbare
wandelbosscheu omringd zijn, ter vervanging van de
particuliere, die langzamerhand voor het publiek ge
sloten worden. Menig stukje woeste grond kon op die
wijze in bosch veranderd worden en 's volks eigendom
vergroot worden. Het brengt natuurlijk zijn kosten
mede, maar deze behoeven jaarlijks niet grr,ot te zijn.
Als men dan zulk een plantdag tot een feestdag maak
te, gelijk aan het lentefeest onzer voorvaderen, kan
men zeker zijn, dat elk kind met. hartelijke belangstel
ling naar zulk een dag verlangen zou.
Maar de ziel van de zaak is, dat de kinderen, jong
zijnde, eerbied zullen krijgen voor de boomen. Vele
ouderen ontzien thans niet in het minste de boomen,
omdat hun in de jeugd daarover niets verteld *s, cm-
dat ze nooit verwezenlijkt hebben het nut van een
boom voor 's volks gezondheid en schoonheidsgevoel.
Zij zien in een boom geen levend en nuttig wezen, zij
zien het alleen aan als een stuk hout, dat dient om
verbrand te worden, of als werkmateriaal.
Maar de jonge boomenplantertjes zullen, ouder ge
worden, de boomen waardeeren, omdat ze die hebben
lief gekregen.
Misschien is hier de opmerking op zijn plaats, dat
In vele plaatsen van Amerika ook boomenfeesten
plaats hebben. De practische Amerikanen planten dan
appelboomen, omdat de appel bijzonder gezond is en
goed voor de hersenen.
Het gemaskerde
ocgenblik van het
Wedstrijd „Op de Hoogte", klasse A.
Derde Prijs. 78. Motto „Duralex."
7/W//0.
Y/////////A l
Wedstrijd „Op de Hoogte", klasse A.
late Eerv. Verm.
Motto „Brutus."
////MVA
Oplossing van Probleem No. 167 (W. B^yer.)
1 Dhl hb enz. Nevenopl. 1 Pgl t-
Goede oplossingen ontvingen wij van de heeren
P. J. Boom, F. Böttger 1), O. Bramer, G. van Dort,
G. Imhtllsen, A. Moaijboer, G, Nobel, H. Sjoers, en C.
Visser allen te Alkmaar; Mr. Ch. Enschedé te II' r-
lem, P. Bskker, J VgeeUar en H. Wecnink 1) te Am
sterdam, J. H. de Ruwe te Hilversum, S. te S O.
Slot Ktn„ te Broek op Lagendijk,, „Schaaklust te
Koedijk, P. Ooijkaas te Limmen, O. Bocmsma te
Ksmpen, G. Fijth Jr. en C. J. Strick var. Linschoten
te Bunnik.
De heer Weenink geeft ons een doeltreffend middel
aan ter verbetering van No. 166 n.l. door de geheele
stelling2) één veld naar links te brengen. Inderdaad,
door deze hoogst eenvoudige manipulatie is het pro
bleem correct. Nu kennen wij den heer Meijer, componist
van No. 166, in bet geheel niet als zoodanig en geloo-
ven bovendien, dat hij, was hij een oude rot in de „pro-
bïeemkonste" geweest, dat hij het probleem dan niet
met deze zoo eenvoudig te verbeteren nevenopl. had
laten uitgaan. Dochdo naïve tekortkomingen van
probleemcomponisten zijn vele. En dit wordt ook be
grijpelijk indien men zich eenig idee kan vormen van
het, ja, ronduit gezegd, stumperige van hun
arbeid. Dit zal ook u duidelijk worden, naar wij vér-
trouwen, waarde lezer, indien u leest wat een werkelijk
bekend componist ons van zijn arbeid mededeelde. „Zie
je, nu heb je een idee en je werkt dat uit, ziedaar de
eerste periode. Je bent er nog al tevreden over, be
kijkt het van alle kanten en ontdekt een storenden du-
al. Ook deze wordt verwijderd: tweede periode, 't Weer
bekijken van alle kanten enverdompeld, daar vind
ji een nevenoplossing!
Nu word je langzamerhand nijdig maar je houdt
koppig vol en wurmt ook de nevenoplossing er uit: der
de periode. Je gaat alles weer na en zendt het naar
een vriend ter- beoordeeling om tot antwoord te krij
gen: heel aardig beste kerel, maar is het niet onop
losbaar? Je schrikt, onderzoekt en gooit de
lieele santé boutique door elkaar. Want je bent als
een spin! Later kom je dan het ding nog eens tegen,
vat. het thema weder op, werkt het op een geheel ande
re wijze uit en je vindt evenmin als je schaakvriend
ongerechtigheden. Heb je nu deze geheele lijdensge
schiedenis van je opus doorleefd dan, ja, dan kan het
wel eens zijn, dat je een behoorlijk probleem ter wereld
hebt gebracht!"
Met allen eerbied voor den werkelijk bekenden com
ponist, het is best mogelijk dat de man gelijk heeft,
maar wij nemen nog niet zoo grif aan, dat het allen
componisten zoo gaat en vooral niet, dat de compo
nist van No. 166 dan, om zoo te zeggen, in de 3e peri
ode is blijven steken. Wel zijn wij de meening toege
daan, dat de grootsten onder do grooten bokken maken
als de componist van No. 166, doch binnenshuis, weet
u? M. a. W. een oude rot maakt zulke bokken ook,
dochpubliceert de opgave zonder deze.
Toch hebben wij persoonlijk een aardig voorbeeld
van het tegendeel ondervonden. Jaren geleden ont
vingen wij als probleemredacteur van een vakblad een
2zet van een buitenlandschen medewerker, een 2zetters
componist met een wereldreputatie. Zijn naam zullen
wij niet rechtstreeks noemen, doch indirekt onthullen
door de mededeeling, dat enkelen onzer lezers persoon
lijk met hem kennis hebben gemaakt.
Wij ontvingen dus dien 2zet, docheenige dagen
later er naar zoekende, konden wij de opgave niet te
rugvinden. Enfin, het ding bleef weg en dat was een
gek geval, want de man rekende op de publicatie om
dat wij hem om een bijdrage verzocht hadden. Goede
raad was duur, doch ten slotte namen wij een kloek be
sluit en trachtten den 2zet uit het geheugen op te zet
ten. Het resultaat hiervan zonden wij den componist
met een volledige biecht. En weet u wat wij ten ant
woord kregen? „Niet alleen, dat u mijn 2zet goed
heeft- wedergegeven, doch u heeft er nog een nevenopl.
uitgehaald, die ik overzien had."
Wij hadden ergen schik in het geval èn om het feit
op zichzelf èn om het openhartig antwoord.
Correspondentie, Wij hebben reeds enkele
onjuiste sleutelzJetten van No. 169 ontvangen o. a. TdÖ,
die ons toeschijnt, dat gemakkelijk door zwart weerlegd
wordt. Dit is echter een ander geval met 1 Dc7, die
o. i. zeer handig door pd6 gepareerd wordt. Immers
dan is de matzet 2 Pr? niet meer mogelijk.
ENZ. ENZ.
voor Koks, Banketbakkers, Slage'.s, Krui
denier», Com-stibliers, Huisknechts, Smeden,
Monteurs, Meubelmakers, Letterzett-ra,
Schilder», Veekoopers, Stcfj »»sen voor motor,
fabriek en magazijn, atucadoors ödz. enr.
Is
os fa
T>AARD£S«t4<^
rn er.
kïN'ÜtrreL-DIEH57
T.
Gocdkooj er dan
Holl.IJ. Spoor zelf.
7 cent perlOOK.G.
ven de loods (sta
tion! naar huis.
Vrijmaken van
buitenl. zendingen.
Expeditie.
Tie koop: DRIE-KWARTEN en 2 HALVE
PRAMEN, waarvan één nieuw. Tevens nie^-ve
en nbruikte SCHUITJES. Te bevragen bij J. BRUIN,
St. Panera s. Aan 't zelfde adres HUIZEN en
BOUWTERREIN te koop.
tPE HUUR een mod rn HEERENHUIS, Verdron-
kenoovd over de Steenenbrug. Te bevragen bij J. H.
ALBERS, Kapelsteeg.
ct. prima, prima 32 ct., KALFSGEHAKT van
zware k 1veren. Beleefd aanbevelend, K. PESSER,
Zijdaro 8.
Ike ondergeteekende beve It zich bij herinnering be-
U leefd aan voor 't SCHOORSTEENVEGEN Bood-
schappen worden aangenomen bij C. GROOTES, He-
keh raat, rp Wed. P. BLAAIJW, Ritsevoort.
J. v. d. SLUIS, Ged Baaosloot 35, telef. 111, Alkmaar.
LUKENHOUTEN TREKMANGEL te koop g e-
v r a a g d. Adres bureau dezer courant.
Ook worden alle soorteu Werkmans
broeken, Fietsbroekeu, enz. door ons in elk
gewenscht model gemaakt.
Op aanvrage worden de stalen toegezonden.
Van 1—5 regels 25 Cents, bij vooruitbetaling.
B. L. SIMON, Alkmaar. Steenhouwerij Ko-
uingsw eg 67. Graftoekenen, Schoorsteen
mantels enz.
m koop sen i» f klein DAMESHONDJE bpj J.
A BRANDS Fz Scbapensteeg 24.
me huur «en PAKHUIS in de St. Jacobfctiaat. Te
bevragen bij Jb, KISTEMAKER, Hekelstraat.
'en net MEISJE beveelt z:ch b, leefd aan voor het
maken van DAMES- en KINDERCOSTUMES,
ook niet ongenegen om sau huis te naaien.
Adres OuJegiacht 83.
Met Mei ot eerder te koop of te huur een net
ingericht RENTENIERSHUIS, direct bij spoor en
Prachtig gelegen. Adres C. HARTOG, Egnion-
T WEE DE AANKONDIGING.
Bij vonnis der Arrondissements-rechtbank te ALK
MAAR, d.d. 24 DECEMBER 1908, is het huwelijk
tusschen JOHANNES VAN DER HEIJDE, kwar
tiermeester bij de Koninklijke Nederlandsche Marine,
en ANNA ELISABETH GODFROIJ, zonder beroep,
beiden wonende te HELDER, ten verzoeke van eerst
genoemde door echtscheiding ontbonden verklaard,
met de gevolgen volgens de wet.
De Procureur van den Eischer,
D. SLUIS.
Alkmaar, 28 Februari 1909.
gemeente HARENKARSPEL, ten huize van
Mej. de wed. J. BOOD, kasteleines, op Dinsdag 16
Maart 1909, d«s morgens 10 uur, van
als1 vette koe, 1 geldekoe, 2 kalf koeien, waaronder
1 herfatkslver,
ongeveer 4000 K.G. BEST LANDHOOI, OUDE en
NIEUWE ME8T, stroo.
waaronder schuiij«, zoutkisten, kaaspers, zaadwaaier,
z&adkist, kaïn, kasstobbe, botertonen, harken, vorken
en derg lijk«.
waarbij 30 zoo goed als nieuwe herbergatoeleD, lin
nenkast, en wat meer zal worden aangeboden.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALK-
MAAR. zullen op Donderdag 4 Maart a s. des
nam. 1 uur, ten sitsdhuize aldaar, in het open
baar aanbesteden:
Inlichtingen worden, desverlangd, verstrekt door
den Directeur d6r gemeente-werken.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
G. RIPPING, Voorzitter.
DONATH, Secretaris.
Allen die iets te vorderen hebben van-, verschuldigd
zijn aan, of orgUchten onder rich hebbeD. geteekend
door wijlen M-jtffrouw M. M. VAN BERKUM, weduwe
van den heer P. G. GRIJP, worden vei zocht daarvan
pgave of betaling te doen vóór of op 15 Maart a.S.,
ten mijnen woo huize Nieuwesloot 22.
J. P. BESTEMAN,
Executeur-testamentair.
1) Beide oplossingen.
t 2) Kb3, Dhl, TgS, Lc4 en g3, Pc f3
pb4 en g4, pi f6.
stad.
derstraat.
en g2; kd4, r»
- koop 4 KIPPEN met oen HAAN (zwarte mi
nor ca's, broed 1908). Adres Dioivenlaan 29.
bal liep ten einde. Weldra zou het
démasqué zijn aangebroken.
,De polonaise, dames en heeren, de polonaise",
zoo klonk de stem van den dansmeester door de zaal.
Het dikke heertje was uit zijn humeur. Hij hield niet
van gemaskerde bals, waarop zoo weinig gelet werd op
fatsoen en op de waardigheid van een professeur
de danse. De menschen misbruiken hun maskers om
inbreuk te maken op de goede orde en om den draak te
steken met zijn bal-principes.
„De polonaise, dames en heeren"
Eindelijk stonden de bonte paartjes gereed.
De muziek zette in.
Nog een strenge blik van den dansmeester de
dans begon.
Klein, in een hoekje van de zaal, stond een vlinder
tje met teere vleugeltjes aan de magere schouders.
Zij danste niet, had den geheelen avond niet gedanst.
En hoe gaarne zou ze niet gewild hebben! Als ze
maar één keertje gevraagd was!
Daar kwam een groote Mephisto dp het vlindertje
af, kneep haar eventjes in den arm en zei
„Jij bent de mooiste, vlindertje! Hop Marianneke,
hop."
Onder het masker werd het vlindertje rood van plei-
zier. Een heusch compliment het eerste van dpn
avond. Zou hij haar vragen? Hij vroeg haar niet,
kwam ook niet weer terug, maar zweefde weldra met
een friscli dienstmeisje voorbij.
„Vandaag, vandaag alleen, voel ik me blij", zong
het dienstmeisje op de maat van de muziek.
Vandaag, vandaag alleen!
Het vlindertje had zich op dat „vandaag" reeds zoo
lang verheugd. Weken lang had ze gespaard om een
toegangskaart te kunnen koopen en 's nachts was ze
lang opgebleven om haar eigen costuum te maken,
want overdag moest ze voor anderen naaien. Wat was
het heerlijk geweest, toen het pakje klaar was en daar
zoo netjes uitgespreid op haar bed lag!
Maar bier, onder die schitterende en kostbare oos
tunies, kwam het niet uit. Die Mephisto had strakjes
wel gezegd, dat zij de mooiste was, maar hij had het
stellig niet gemeend, kon het ook niet meenen.
Het vlindertje zuchtte.
Plotseling schrok zij. Precies vóór haar, voor haar
boog iemand. Hij zag er niet mooi uit, zijn masker
leek wel op een notenkraker, maar hij stond voor haar
en hij zei met een krakende stem
„Mag ik het genoegen hebben?.
„O, zekergraag", stamelde zij, verlegen en ver
rukt tevens.
En ze dansten, oh, ze dansten!
Wel een beetje onbeholpen, niet altijd op de maat
en ook trapten ze elkaar soms op de teenen, maar wat
zou dat? Ze dansten dat was de hoofdzaak.
Het was vlindertje alsof de zaal, die ze zooeven nog
met sombere blikken had aanschouwd, een hooge, lich
te feestzaal was geworden, alsof al die menschen vroo-
lijk waren om harentwille, om in haar blijdschap te
deelen, om de dagelijksche zorgen van haar weg te
vagen.
Vlindertje werd overmoedig. Zij herhaalde de
woorden, die ze van het dienstmeisje gehoord had:
„Vandaag, vandaag alleen voel ik me blij."
„Een zingend vlindertje, wie heeft daarvan ooit ge
hoord", zei de notenkraker en hij voegde er galant aan
toe: „en wat een lieve stem."
„Meent u dat heusch? Ik zing altijd onder mijn
werk", zeide zij gevleid. „U zingt zeker ook?"
„O neen, juffrouw. Mensehen die zorgen hebben,
zingen niet.".
„Démasqué" riep plotseling een stentorstem.
De maskers werden afgenomen en op hetzelfde oo-
genblik kwamen er allerlei verrassingen van aangena-
men en onaangenainen aard. De teleurgestelden tracht
ten nu zonder masker! hun gevoelens zoo goed
mogelijk te verbergen, de anderen, wier gespannen
verwachtingen niet bedrogen waren uitgekomen, had
den des te meer pret.
Een schoone Spaansche stond koel beleefd tegenover
een middeleeuwsch ridder, die zich als een bleek kan
toorklerkje had ontpopt, de Mephisto staarde ver
baasd naar zijn dienstmeisje dat misschien wel blij
maar niet mooi was.
Een vee in wit slepend gewaad stond op het podi
um en strooide roode rozen onder de menigte.
Kleurige serpentines schoten door de lucht en kron
kelden zich om sneeuwwitte halzen.
Een wolk van confetti's daalde neer.
De zwarte nar met een rooden koningsmantel reed
op zijn ezel rond en stiooide met volle handen waarde-
looze penningen onder zijn „volk".
Het vlindertje en de notenkraker keken elkaar aan.
Zij zagen beiden een gelaat, waarin zelfs de opgewon
denheid van den dans de sporen van leed en kommer
niet had weggewischt. Eventjes glimlachte zij.
„Zooveel zorgen heeft u?" vroeg ze machinaal.
Met een: „Wat ziet u er allerliefst uit" ontweek
hij een antwoord op die vraag, dubbel pijnlijk in deze
omgeving en op dit oogenblik. „Mag ik uw naam we
ten
Ze vond die vraag zoo prettig, dat het spreken haar
moeilijk viel.
„Truitje, èh, juffrouw Mulder, en u?"
„Smit."
„O, mijnheer Smit, ik dank u wel, dat u zoo vriende
lijk voor me geweest is."
„Heelemaal niet vriendelijk, juffrouw Mulder. In
ttgendeel, de vriendelijkheid kwam van uw kant."
Plotseling ontstond er een gejoel en gehos.
„Op zij, op zij, ruimte voor den koning en de ko
ningin!" zoo klonk het uit veler mond.
Een nynipf en een nar reden nu samen op den ezel
er- vroolijk hosten vele paren daar achteraan.
Bijna was Truitje Mulder onder den voet gekomen.
De notenkraker had haar nog juist bij tijds terugge
trokken en toevallig bleef zijn hand een oogenblik op
haar schouder rusten.
Zij voelde zich gelukkig en dat gevoel was haar
vreemd. Zij had altijd gelezen, dat een gemaskerd
bal schijn en leugen was, maar onder het haastig wer
ken aan pracht-japons, die altijd „zoo gauw mogelijk
klaar moesten", had zij het zich anders gedroomd. Zou
die droom nu werkelijkheid worden?
De muziek weerklonk en weer rangschikten zij zich
onder de paren die ten dans gereed stonden. Het dan
sen maakte haar lichter en blijer, schonk haar onge
kend genot. Het was haar alsof het altijd zoo zou blij
ven, die vroolijkheid in en om haar, die zee van licht,
welke zoo fel contrasteerde met de gele gasvlam in
haar slaapkamertje.
Eindelijk waren ze moe gedanst. Ze hadden een
knus zitje gevonden en daar dronken ze nu Rijnwijn.
In één teug had ze, dol-opgewonden, het glas leegge
dronken. Hij nam kleine slokjes, heel voorzichtig, heer
lijk genietend. En over zijn gelaat kwam een glans,
die hem jeugdiger maakte. Haar scheen de wereld
veranderd in een paradijstuin, waarin het vlindertje
lustig rondfladderde. Als van bloem tot bloem vloog
zij van de eene gedachte naar de andere.
Zij werden vertrouwelijker en zaten hand in
hand. Hij moedigde haar steeds meer aan. Woorden,
die zij vroeger nimmer had uitgesproken, gleden haar
van de lippen. En wat haar mond niet vertelde, dat
zeiden haar oogen.
Toen gevoelde hij, dat hij het spel te ver gedreven
had, dat zijn houding misdadig was.
„Wat ben ik begonnen, hoe moet ik 't U zeggen.
Een stuk ellende is in'n leven. En nu wilde ik er uit,
wilde ik een paar uurtjes me-zelf niet zijn, maar een
ander en als een ander vroolijk zijn, een paar uurtjes
maar. Ik ben getrouwd en
Zij luisterde niet meer. Sneeuwwit was haar ge
laat geworden en nerveuze trekjes gaven weer wat er
op dat oogenblik in haar omging. Met moeite richtte
zij zich op.
„Het is al laat, morgenochtend vroeg moet ik weer
aan het werk. de bruidsjapon van freule Van
Doorn moet overmorgen gereed zijn."
De ironie van haar woorden schrijnde door zijn ziel
en hij miste den moed iets tot haar te zeggen.
.Het vlindertje verdween onder de menigte
Een paar minuten later liep in een hevigen sneeuw
bui een klein vrouwtje.
Onder de ijsmuts kwam bet bleeke, magere gezichtje
van Truitje Smit te voorschijn.
Het leven had zijn gewaad van klatergoud afgelegd.
Het stond daar voor haar in zijn afschuwelijke naakt
heid zonder masker!