wê. WA, m m Mêi ■M mm émI '&i ÜP I IP ill i W/M m mm Buizen, Jassen, Broeken A I» VERTENTIEN. Vraag en Aanbod. J. B0ELHÜÏS te KERKBUURT, Oproeping. ScfoaakRHibiüeka Je ware adres ^■i 32 Probleem No. 170. Ah.ült iH IW—M zetten. Probleem No. 171. v/mn. zetten. voor dis soorten aoo dan fl Langestraat 91, Alkmaar. Lage doch va&te prijzen. puik best VEE, Boeren- en bouwgereedschappen, Vooits meubelen en huisraad, Alles contant. P. J. C. VAN TOORNEN BURGH, Notaris te Alkmaar. Het leveren van bouwmaterialen voor den dienst 1909, in vier perceelenI Houtwaren, II Metselniaterialen, III Ijzerwaren, Gereed schappen enz., IY Verfwaren, Glas enz. Da gezegelde insein ij vingsbilj tten, door aannemer en borgen- persoonlijk onderteekend, moeten op den dag der besteding vóór des middags 12 uur ter ge- meente-aecreiarie bezorgd zijnterwijl hot bestek aldaar verkrijgbaar is tegen betaling van f 0.25. „laat het voor ont- 1906, in tegenwoordigheid van talrijke mannen van naam, genoodigd door het be9tuur van den ..Bond van vrienden der boomen.'' De kinderen, ten getale vaif ongeveer duizend, ver gezeld van talrijke muziekvereenigingen, togen in op tocht naaik.de bestemde plaats. In den optocht zag men talrijke borden met opschriften, als „Hebt uw gelij ken lie, beschermt de dieren, eerbiedigt de beplantin gen';' „Onze groenende parken en wandelingen zijn do longen van Antwerpen, waakt over deze boomen van 't leven." Na langs de autoriteiten en genoodigden te zijn ge trokken, gingen 600 kinderen in groepen van 3 naar den boom, die hun vooraf was aangewezen, en wacht ten het teeken af om met het werk te beginnen. Mid delerwijl begaven zich de autoriteiten en genoodigden naar het midden van het terrein en sprak de waarne mende burgemeester van Antwerpen do kinderen toe, en daarna de afgevaardigde van den „Bond van vrien- dtn der boomen." Beiden wezen de kinderen op den eerbied, dien wij verschuldigd zijn aan het plantenrijk en de weldaden die ditons bewijst. De afgevaardigde van den „Bond van Vrienden der boomen", zich herinnerend, dat de plek waar het feest plaats vond een verlaten kerkhof was, riep de gedach tenis op aan do dooden, die hij aan de vreugde der le venden verbond. De boom is een eerste kracht, waarvan men pas se dert kort den invloed kent. Wie weet niet dat het be staan van boomen invloed uitoefent op de leiding van rivieren en stroomen. Het verwoesten der boomen ver oorzaakt rampen. „Laat ons", riep de spreker den kinderen toe, ons alles bewonderen wat in verband staat met heelal en hoe boomen zich broederlijk vereenigen of tegen den mensch, al naarmate hij erkent of kent hunnen stillen en eeuwïgdurenden invloed. Zoo vereerde oudtijds de herder, de landbouwer en de schipper de drie soorten menschen, die de werke lijke macht der volken uitmaken de boomen, opdat deze aan bergen en rivieren den raad zouden geven het menschdom niet te zeer tegen te werken. Antwerpen's waarnemende burgemeester gaf den raad bosschen aan te leggen. De boom zal er ons op honderd manieren voor beloonen. De boom speelt een rol in nijverheid, een rol in de kunst. Do burgemeester eindigde zijne rede met deze woor den: „Luistert naar wat wij boomen u zullen zeggen: „Kind, wees geduldig en volhardend; zie hoe ik den regen, den hagel, den storm opvang draag; nauwe lijks hoort ge mij zuchten. Ziet hoe mijn bladeren glinsteren in de eerste zonnestralen. Gij moet het le ven liefhebben. Gij zult evenals ik groot worden, al tijd zoekend naar hooger licht, altijd meer willende weten. Bewondert hen, die uitblinken boveu de me nigte en schrijft hun nooit leelijke drijfveeren toe. Luistert verder, kinderen. Onze rol in de wereld is groot, wij vervullen die ook als wij, onzen plicht ver vullend, eenvoudig ons leven leven. Doet als wij, vol voert uw dagelijksch werk met vreugde en moed, gaat recht op uw doel af en weest van goeden wille. Op die wijze zult gij onder de menschen doen heerschen den broederlijken vrede der boomen." Na het uitspreken der redevoeringen werd de va- derlandsche vlag geheschen en het volkslied gezongen. Daarna ging het onmiddellijk aan het boomen plan ten. De kinderen vulden met zorg de kuilen, waarin do boompjes voor de planting gereed gezet waren. Na het eindigen hiervan teekenden allen, genoodigden en kinderen, op een grooten plattegrond hun naam naast de plaatsaanwijzing van den door hen geplanten boom. Deze groote plattegrond, die dient tot herdenking van het „Feest der Boomen", werd opgehangen in een der stadsscholen, het dichtst bij Stuyvenberge, om den toe- komstigen leerlingen eerbied in te boezemen voor de beplanting, door hun voorgangers verricht. Een ver kleinde afbeelding van den plattegrond met de inge schreven namen van de deelnemers werd geplaatst in elk der scholen. De heer Ch. Boissevain ontvonkte in geestdrift, van den heer Springer alles vernemende over het boomen- feest in Antwerpen, en beval navolging aan tot zulk een lentefeest. „Gesteld eens zeide hij dat men in ons land tot zoo iets kon komen. De omgeving van vele Voluw- sche of Gooisehe dorpen zoude dan door openbare wandelbosscheu omringd zijn, ter vervanging van de particuliere, die langzamerhand voor het publiek ge sloten worden. Menig stukje woeste grond kon op die wijze in bosch veranderd worden en 's volks eigendom vergroot worden. Het brengt natuurlijk zijn kosten mede, maar deze behoeven jaarlijks niet grr,ot te zijn. Als men dan zulk een plantdag tot een feestdag maak te, gelijk aan het lentefeest onzer voorvaderen, kan men zeker zijn, dat elk kind met. hartelijke belangstel ling naar zulk een dag verlangen zou. Maar de ziel van de zaak is, dat de kinderen, jong zijnde, eerbied zullen krijgen voor de boomen. Vele ouderen ontzien thans niet in het minste de boomen, omdat hun in de jeugd daarover niets verteld *s, cm- dat ze nooit verwezenlijkt hebben het nut van een boom voor 's volks gezondheid en schoonheidsgevoel. Zij zien in een boom geen levend en nuttig wezen, zij zien het alleen aan als een stuk hout, dat dient om verbrand te worden, of als werkmateriaal. Maar de jonge boomenplantertjes zullen, ouder ge worden, de boomen waardeeren, omdat ze die hebben lief gekregen. Misschien is hier de opmerking op zijn plaats, dat In vele plaatsen van Amerika ook boomenfeesten plaats hebben. De practische Amerikanen planten dan appelboomen, omdat de appel bijzonder gezond is en goed voor de hersenen. Het gemaskerde ocgenblik van het Wedstrijd „Op de Hoogte", klasse A. Derde Prijs. 78. Motto „Duralex." 7/W//0. Y/////////A l Wedstrijd „Op de Hoogte", klasse A. late Eerv. Verm. Motto „Brutus." ////MVA Oplossing van Probleem No. 167 (W. B^yer.) 1 Dhl hb enz. Nevenopl. 1 Pgl t- Goede oplossingen ontvingen wij van de heeren P. J. Boom, F. Böttger 1), O. Bramer, G. van Dort, G. Imhtllsen, A. Moaijboer, G, Nobel, H. Sjoers, en C. Visser allen te Alkmaar; Mr. Ch. Enschedé te II' r- lem, P. Bskker, J VgeeUar en H. Wecnink 1) te Am sterdam, J. H. de Ruwe te Hilversum, S. te S O. Slot Ktn„ te Broek op Lagendijk,, „Schaaklust te Koedijk, P. Ooijkaas te Limmen, O. Bocmsma te Ksmpen, G. Fijth Jr. en C. J. Strick var. Linschoten te Bunnik. De heer Weenink geeft ons een doeltreffend middel aan ter verbetering van No. 166 n.l. door de geheele stelling2) één veld naar links te brengen. Inderdaad, door deze hoogst eenvoudige manipulatie is het pro bleem correct. Nu kennen wij den heer Meijer, componist van No. 166, in bet geheel niet als zoodanig en geloo- ven bovendien, dat hij, was hij een oude rot in de „pro- bïeemkonste" geweest, dat hij het probleem dan niet met deze zoo eenvoudig te verbeteren nevenopl. had laten uitgaan. Dochdo naïve tekortkomingen van probleemcomponisten zijn vele. En dit wordt ook be grijpelijk indien men zich eenig idee kan vormen van het, ja, ronduit gezegd, stumperige van hun arbeid. Dit zal ook u duidelijk worden, naar wij vér- trouwen, waarde lezer, indien u leest wat een werkelijk bekend componist ons van zijn arbeid mededeelde. „Zie je, nu heb je een idee en je werkt dat uit, ziedaar de eerste periode. Je bent er nog al tevreden over, be kijkt het van alle kanten en ontdekt een storenden du- al. Ook deze wordt verwijderd: tweede periode, 't Weer bekijken van alle kanten enverdompeld, daar vind ji een nevenoplossing! Nu word je langzamerhand nijdig maar je houdt koppig vol en wurmt ook de nevenoplossing er uit: der de periode. Je gaat alles weer na en zendt het naar een vriend ter- beoordeeling om tot antwoord te krij gen: heel aardig beste kerel, maar is het niet onop losbaar? Je schrikt, onderzoekt en gooit de lieele santé boutique door elkaar. Want je bent als een spin! Later kom je dan het ding nog eens tegen, vat. het thema weder op, werkt het op een geheel ande re wijze uit en je vindt evenmin als je schaakvriend ongerechtigheden. Heb je nu deze geheele lijdensge schiedenis van je opus doorleefd dan, ja, dan kan het wel eens zijn, dat je een behoorlijk probleem ter wereld hebt gebracht!" Met allen eerbied voor den werkelijk bekenden com ponist, het is best mogelijk dat de man gelijk heeft, maar wij nemen nog niet zoo grif aan, dat het allen componisten zoo gaat en vooral niet, dat de compo nist van No. 166 dan, om zoo te zeggen, in de 3e peri ode is blijven steken. Wel zijn wij de meening toege daan, dat de grootsten onder do grooten bokken maken als de componist van No. 166, doch binnenshuis, weet u? M. a. W. een oude rot maakt zulke bokken ook, dochpubliceert de opgave zonder deze. Toch hebben wij persoonlijk een aardig voorbeeld van het tegendeel ondervonden. Jaren geleden ont vingen wij als probleemredacteur van een vakblad een 2zet van een buitenlandschen medewerker, een 2zetters componist met een wereldreputatie. Zijn naam zullen wij niet rechtstreeks noemen, doch indirekt onthullen door de mededeeling, dat enkelen onzer lezers persoon lijk met hem kennis hebben gemaakt. Wij ontvingen dus dien 2zet, docheenige dagen later er naar zoekende, konden wij de opgave niet te rugvinden. Enfin, het ding bleef weg en dat was een gek geval, want de man rekende op de publicatie om dat wij hem om een bijdrage verzocht hadden. Goede raad was duur, doch ten slotte namen wij een kloek be sluit en trachtten den 2zet uit het geheugen op te zet ten. Het resultaat hiervan zonden wij den componist met een volledige biecht. En weet u wat wij ten ant woord kregen? „Niet alleen, dat u mijn 2zet goed heeft- wedergegeven, doch u heeft er nog een nevenopl. uitgehaald, die ik overzien had." Wij hadden ergen schik in het geval èn om het feit op zichzelf èn om het openhartig antwoord. Correspondentie, Wij hebben reeds enkele onjuiste sleutelzJetten van No. 169 ontvangen o. a. TdÖ, die ons toeschijnt, dat gemakkelijk door zwart weerlegd wordt. Dit is echter een ander geval met 1 Dc7, die o. i. zeer handig door pd6 gepareerd wordt. Immers dan is de matzet 2 Pr? niet meer mogelijk. ENZ. ENZ. voor Koks, Banketbakkers, Slage'.s, Krui denier», Com-stibliers, Huisknechts, Smeden, Monteurs, Meubelmakers, Letterzett-ra, Schilder», Veekoopers, Stcfj »»sen voor motor, fabriek en magazijn, atucadoors ödz. enr. Is os fa T>AARD£S«t4<^ rn er. kïN'ÜtrreL-DIEH57 T. Gocdkooj er dan Holl.IJ. Spoor zelf. 7 cent perlOOK.G. ven de loods (sta tion! naar huis. Vrijmaken van buitenl. zendingen. Expeditie. Tie koop: DRIE-KWARTEN en 2 HALVE PRAMEN, waarvan één nieuw. Tevens nie^-ve en nbruikte SCHUITJES. Te bevragen bij J. BRUIN, St. Panera s. Aan 't zelfde adres HUIZEN en BOUWTERREIN te koop. tPE HUUR een mod rn HEERENHUIS, Verdron- kenoovd over de Steenenbrug. Te bevragen bij J. H. ALBERS, Kapelsteeg. ct. prima, prima 32 ct., KALFSGEHAKT van zware k 1veren. Beleefd aanbevelend, K. PESSER, Zijdaro 8. Ike ondergeteekende beve It zich bij herinnering be- U leefd aan voor 't SCHOORSTEENVEGEN Bood- schappen worden aangenomen bij C. GROOTES, He- keh raat, rp Wed. P. BLAAIJW, Ritsevoort. J. v. d. SLUIS, Ged Baaosloot 35, telef. 111, Alkmaar. LUKENHOUTEN TREKMANGEL te koop g e- v r a a g d. Adres bureau dezer courant. Ook worden alle soorteu Werkmans broeken, Fietsbroekeu, enz. door ons in elk gewenscht model gemaakt. Op aanvrage worden de stalen toegezonden. Van 1—5 regels 25 Cents, bij vooruitbetaling. B. L. SIMON, Alkmaar. Steenhouwerij Ko- uingsw eg 67. Graftoekenen, Schoorsteen mantels enz. m koop sen i» f klein DAMESHONDJE bpj J. A BRANDS Fz Scbapensteeg 24. me huur «en PAKHUIS in de St. Jacobfctiaat. Te bevragen bij Jb, KISTEMAKER, Hekelstraat. 'en net MEISJE beveelt z:ch b, leefd aan voor het maken van DAMES- en KINDERCOSTUMES, ook niet ongenegen om sau huis te naaien. Adres OuJegiacht 83. Met Mei ot eerder te koop of te huur een net ingericht RENTENIERSHUIS, direct bij spoor en Prachtig gelegen. Adres C. HARTOG, Egnion- T WEE DE AANKONDIGING. Bij vonnis der Arrondissements-rechtbank te ALK MAAR, d.d. 24 DECEMBER 1908, is het huwelijk tusschen JOHANNES VAN DER HEIJDE, kwar tiermeester bij de Koninklijke Nederlandsche Marine, en ANNA ELISABETH GODFROIJ, zonder beroep, beiden wonende te HELDER, ten verzoeke van eerst genoemde door echtscheiding ontbonden verklaard, met de gevolgen volgens de wet. De Procureur van den Eischer, D. SLUIS. Alkmaar, 28 Februari 1909. gemeente HARENKARSPEL, ten huize van Mej. de wed. J. BOOD, kasteleines, op Dinsdag 16 Maart 1909, d«s morgens 10 uur, van als1 vette koe, 1 geldekoe, 2 kalf koeien, waaronder 1 herfatkslver, ongeveer 4000 K.G. BEST LANDHOOI, OUDE en NIEUWE ME8T, stroo. waaronder schuiij«, zoutkisten, kaaspers, zaadwaaier, z&adkist, kaïn, kasstobbe, botertonen, harken, vorken en derg lijk«. waarbij 30 zoo goed als nieuwe herbergatoeleD, lin nenkast, en wat meer zal worden aangeboden. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALK- MAAR. zullen op Donderdag 4 Maart a s. des nam. 1 uur, ten sitsdhuize aldaar, in het open baar aanbesteden: Inlichtingen worden, desverlangd, verstrekt door den Directeur d6r gemeente-werken. Burgemeester en Wethouders voornoemd, G. RIPPING, Voorzitter. DONATH, Secretaris. Allen die iets te vorderen hebben van-, verschuldigd zijn aan, of orgUchten onder rich hebbeD. geteekend door wijlen M-jtffrouw M. M. VAN BERKUM, weduwe van den heer P. G. GRIJP, worden vei zocht daarvan pgave of betaling te doen vóór of op 15 Maart a.S., ten mijnen woo huize Nieuwesloot 22. J. P. BESTEMAN, Executeur-testamentair. 1) Beide oplossingen. t 2) Kb3, Dhl, TgS, Lc4 en g3, Pc f3 pb4 en g4, pi f6. stad. derstraat. en g2; kd4, r» - koop 4 KIPPEN met oen HAAN (zwarte mi nor ca's, broed 1908). Adres Dioivenlaan 29. bal liep ten einde. Weldra zou het démasqué zijn aangebroken. ,De polonaise, dames en heeren, de polonaise", zoo klonk de stem van den dansmeester door de zaal. Het dikke heertje was uit zijn humeur. Hij hield niet van gemaskerde bals, waarop zoo weinig gelet werd op fatsoen en op de waardigheid van een professeur de danse. De menschen misbruiken hun maskers om inbreuk te maken op de goede orde en om den draak te steken met zijn bal-principes. „De polonaise, dames en heeren" Eindelijk stonden de bonte paartjes gereed. De muziek zette in. Nog een strenge blik van den dansmeester de dans begon. Klein, in een hoekje van de zaal, stond een vlinder tje met teere vleugeltjes aan de magere schouders. Zij danste niet, had den geheelen avond niet gedanst. En hoe gaarne zou ze niet gewild hebben! Als ze maar één keertje gevraagd was! Daar kwam een groote Mephisto dp het vlindertje af, kneep haar eventjes in den arm en zei „Jij bent de mooiste, vlindertje! Hop Marianneke, hop." Onder het masker werd het vlindertje rood van plei- zier. Een heusch compliment het eerste van dpn avond. Zou hij haar vragen? Hij vroeg haar niet, kwam ook niet weer terug, maar zweefde weldra met een friscli dienstmeisje voorbij. „Vandaag, vandaag alleen, voel ik me blij", zong het dienstmeisje op de maat van de muziek. Vandaag, vandaag alleen! Het vlindertje had zich op dat „vandaag" reeds zoo lang verheugd. Weken lang had ze gespaard om een toegangskaart te kunnen koopen en 's nachts was ze lang opgebleven om haar eigen costuum te maken, want overdag moest ze voor anderen naaien. Wat was het heerlijk geweest, toen het pakje klaar was en daar zoo netjes uitgespreid op haar bed lag! Maar bier, onder die schitterende en kostbare oos tunies, kwam het niet uit. Die Mephisto had strakjes wel gezegd, dat zij de mooiste was, maar hij had het stellig niet gemeend, kon het ook niet meenen. Het vlindertje zuchtte. Plotseling schrok zij. Precies vóór haar, voor haar boog iemand. Hij zag er niet mooi uit, zijn masker leek wel op een notenkraker, maar hij stond voor haar en hij zei met een krakende stem „Mag ik het genoegen hebben?. „O, zekergraag", stamelde zij, verlegen en ver rukt tevens. En ze dansten, oh, ze dansten! Wel een beetje onbeholpen, niet altijd op de maat en ook trapten ze elkaar soms op de teenen, maar wat zou dat? Ze dansten dat was de hoofdzaak. Het was vlindertje alsof de zaal, die ze zooeven nog met sombere blikken had aanschouwd, een hooge, lich te feestzaal was geworden, alsof al die menschen vroo- lijk waren om harentwille, om in haar blijdschap te deelen, om de dagelijksche zorgen van haar weg te vagen. Vlindertje werd overmoedig. Zij herhaalde de woorden, die ze van het dienstmeisje gehoord had: „Vandaag, vandaag alleen voel ik me blij." „Een zingend vlindertje, wie heeft daarvan ooit ge hoord", zei de notenkraker en hij voegde er galant aan toe: „en wat een lieve stem." „Meent u dat heusch? Ik zing altijd onder mijn werk", zeide zij gevleid. „U zingt zeker ook?" „O neen, juffrouw. Mensehen die zorgen hebben, zingen niet.". „Démasqué" riep plotseling een stentorstem. De maskers werden afgenomen en op hetzelfde oo- genblik kwamen er allerlei verrassingen van aangena- men en onaangenainen aard. De teleurgestelden tracht ten nu zonder masker! hun gevoelens zoo goed mogelijk te verbergen, de anderen, wier gespannen verwachtingen niet bedrogen waren uitgekomen, had den des te meer pret. Een schoone Spaansche stond koel beleefd tegenover een middeleeuwsch ridder, die zich als een bleek kan toorklerkje had ontpopt, de Mephisto staarde ver baasd naar zijn dienstmeisje dat misschien wel blij maar niet mooi was. Een vee in wit slepend gewaad stond op het podi um en strooide roode rozen onder de menigte. Kleurige serpentines schoten door de lucht en kron kelden zich om sneeuwwitte halzen. Een wolk van confetti's daalde neer. De zwarte nar met een rooden koningsmantel reed op zijn ezel rond en stiooide met volle handen waarde- looze penningen onder zijn „volk". Het vlindertje en de notenkraker keken elkaar aan. Zij zagen beiden een gelaat, waarin zelfs de opgewon denheid van den dans de sporen van leed en kommer niet had weggewischt. Eventjes glimlachte zij. „Zooveel zorgen heeft u?" vroeg ze machinaal. Met een: „Wat ziet u er allerliefst uit" ontweek hij een antwoord op die vraag, dubbel pijnlijk in deze omgeving en op dit oogenblik. „Mag ik uw naam we ten Ze vond die vraag zoo prettig, dat het spreken haar moeilijk viel. „Truitje, èh, juffrouw Mulder, en u?" „Smit." „O, mijnheer Smit, ik dank u wel, dat u zoo vriende lijk voor me geweest is." „Heelemaal niet vriendelijk, juffrouw Mulder. In ttgendeel, de vriendelijkheid kwam van uw kant." Plotseling ontstond er een gejoel en gehos. „Op zij, op zij, ruimte voor den koning en de ko ningin!" zoo klonk het uit veler mond. Een nynipf en een nar reden nu samen op den ezel er- vroolijk hosten vele paren daar achteraan. Bijna was Truitje Mulder onder den voet gekomen. De notenkraker had haar nog juist bij tijds terugge trokken en toevallig bleef zijn hand een oogenblik op haar schouder rusten. Zij voelde zich gelukkig en dat gevoel was haar vreemd. Zij had altijd gelezen, dat een gemaskerd bal schijn en leugen was, maar onder het haastig wer ken aan pracht-japons, die altijd „zoo gauw mogelijk klaar moesten", had zij het zich anders gedroomd. Zou die droom nu werkelijkheid worden? De muziek weerklonk en weer rangschikten zij zich onder de paren die ten dans gereed stonden. Het dan sen maakte haar lichter en blijer, schonk haar onge kend genot. Het was haar alsof het altijd zoo zou blij ven, die vroolijkheid in en om haar, die zee van licht, welke zoo fel contrasteerde met de gele gasvlam in haar slaapkamertje. Eindelijk waren ze moe gedanst. Ze hadden een knus zitje gevonden en daar dronken ze nu Rijnwijn. In één teug had ze, dol-opgewonden, het glas leegge dronken. Hij nam kleine slokjes, heel voorzichtig, heer lijk genietend. En over zijn gelaat kwam een glans, die hem jeugdiger maakte. Haar scheen de wereld veranderd in een paradijstuin, waarin het vlindertje lustig rondfladderde. Als van bloem tot bloem vloog zij van de eene gedachte naar de andere. Zij werden vertrouwelijker en zaten hand in hand. Hij moedigde haar steeds meer aan. Woorden, die zij vroeger nimmer had uitgesproken, gleden haar van de lippen. En wat haar mond niet vertelde, dat zeiden haar oogen. Toen gevoelde hij, dat hij het spel te ver gedreven had, dat zijn houding misdadig was. „Wat ben ik begonnen, hoe moet ik 't U zeggen. Een stuk ellende is in'n leven. En nu wilde ik er uit, wilde ik een paar uurtjes me-zelf niet zijn, maar een ander en als een ander vroolijk zijn, een paar uurtjes maar. Ik ben getrouwd en Zij luisterde niet meer. Sneeuwwit was haar ge laat geworden en nerveuze trekjes gaven weer wat er op dat oogenblik in haar omging. Met moeite richtte zij zich op. „Het is al laat, morgenochtend vroeg moet ik weer aan het werk. de bruidsjapon van freule Van Doorn moet overmorgen gereed zijn." De ironie van haar woorden schrijnde door zijn ziel en hij miste den moed iets tot haar te zeggen. .Het vlindertje verdween onder de menigte Een paar minuten later liep in een hevigen sneeuw bui een klein vrouwtje. Onder de ijsmuts kwam bet bleeke, magere gezichtje van Truitje Smit te voorschijn. Het leven had zijn gewaad van klatergoud afgelegd. Het stond daar voor haar in zijn afschuwelijke naakt heid zonder masker!

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1909 | | pagina 6