DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
No. 49
Honderd en elfden Jaargang
1909.
Deze Courant wordt eiken avond, behalve op Zon- en
Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden
voor Alkmaar f 0,80; franco door het geheele Rijk f 1,
Afzonderlijke nummers 3 Cents.
Prijs der gewone advertentiën:
Per regel f 0,10. Bij groote contracten rabat Groote
letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdrukkerij
v/h. HERMs. COSTER ZOON, Voordam C 9.
MAANDAG
1 MAART.
BINNENLAND.
Uit Hof- en Hoofdstad.
Telefoonnummer 3.
COURANT
HINDERWET.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALK
MAAR brengen ter al gemeen e kennis, dat heden op de
gemeente-secretarie ter visie is gelegd het aan hen in
gediende verzoek met biilagen van N. J. H. VAN
GROENENDAEL te "BREDA, om vergunning tot
het oprichten van een PETROLEUM-MOTOR van
33/.. paardenkracht tot het in beweging brengen van
een mortelmolen en een lintzaagbank op het terrein
der (e bouwen R. C. kerk aan den Kennemersingel,
Sectie E No. 2318.
Bezwaren tegen deze oprichting kunnen worden in
gediend ten raadhuize dezer gemeente, mondeling op
V K1JDAG 12 MAART e.k., 's-Voormiddags te elf uur
ei: schriftelijk vóór of op dien tijd. Gedurende drie da
gen vóór gemelden dag kan de verzoeker en hij, die be
zwaren heeft ingebracht, op de secretarie dezer ge
meente van de terzake ingekomen schrifturen kennis
nemen.
Alkmaar, 26 Eebruari 1909.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
G. RIPPING, Voorzitter.
DONATH, Secretaris.
HINDERWET.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALK
MAAR brengen ter algemeene kennis, dat heden op de
gemeente-secretarie ter visie is gelegd het aan hen in
gediende verzoek met bijlagen van T. P. ADOLF, al
daar, om vergunning tot het oprichten van een LOOD
GIETERS- en ZINKWERKERSWERKPLAATS in
het perceel Achterstraat Wijk B No. 20.
Bezwaren tegen deze oprichting kunnen worden in
gediend ten raadhuize dezer gemeente, mondeling op
VRIJDAG 12 MAART e.k., 's-Voormiddags te elf uur
t-n schriftelijk vóór of op dien tijd. Gedurende drie da
gen vóór gemelden dag kan de verzoeker en hij, die be
zwaren heeft ingebracht, op de secretarie dezer ge
meente van de terzake ingekomen schrifturen kennis
nemen.
Alkmaar, 26 Februari 1909.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
G. RIPPING, Voorzitter.
DONATH. Secretaris.
HINDERWET.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALK
MAAR brengen ter algemeene kennis dat zij bij besluit
van 25 FEBRUARI 1.1. vergunning hebben verleend
aan de firma P. KLUITMAN aldaar, tot het uitbrei
den harer drukkerij, door het bijplaatsen van een boek
drukpers in het perceel Kennemerstraatweg E 55a.
Alkmaar, 27 Februari 1909.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
G. RIPPING, Voorzitter.
DONATH, Secretaris.
ALKMAAR, 1 Maart.
De Servische kwestie heeft in de afgeloopen week
veel beroering teweeg gebracht, welke zich op ver
schillende Europeesche beurzen afspiegelde.
Ruslands houding evenwel heeft de ongerustheid
doen ophouden. Kort en bondig heeft Rusland Ser
vië doen weten, dat aanspraken van Servië op eenig
grondgebied, bij de mogendheden, noch sympathie
noch steun zouden vinden, weshalve Servië goed zou
doen met zich maar kalm bij het besluit der mogend
heden neerteleggen. Bovendien moet Rusland in be
ginsel goedgevonden hebben deel te nemen aan de ver-
toogen der mogendheden tegen Servië's eischen.
De Duitsche bladen juichen dit natuurlijk van harte
toe. Zij zien er het eerste bewijs in van de Fransch-
Duitsche toenadering', immers Frankrijk moet er bij
Rusland krachtig op aangedrongen hebben, dat het
zijn sympathie voor Servië een weinig deed bekoelen.
Het komt er nu maar op aan een vorm te vinden
voor een gemeenschappelijk optreden der mogendhe
den. Allereerst heeft er een conversation collective,
een gemeenschappelijke gedachtenwisseling plaats tus-
schen Frankrijk, Rusland, Duitschland. Engeland en
Italië. Aan de Duitsche regeeringen lieten het de vier
andere regeeringen over om den vorm van devertcogen
te bepalen. Het diplomatieke „wetboek" kent voor zul
ke stappen namelijke verschillende vormen, waaronder
het met Oostenrijk steeds in contact blijvende Duitsch
land den geschiksten zal kiezen. De Temps meldt dat
Frankrijk het eerst over de keuze zal worden ingelicht,
om Ruslands toestemming te kunnen venverven, ter
wijl Engeland en Italië, wanneer de andere drie mo
gendheden het met elkaar eens zijn, geen bezwaren
meer zullen maken. Wanneer men den vorm heeft
zal Oostenrijk Servië zeker wel een gouden brug geven,
om zich daarover terug te trékken. Wanneer er van de
politieke eischen van Servië niets komt, zal Oostenrijk
wel bereid zijn, de economische in te willigen.
Hoe vat men deze wijziging in den toestand ten on
gunste van Servië, in Belgrado op?
De toon der pers is geheel omgeslagen.
En het volgende telegram van de Berl. Lok. Anzei-
ger van gisteren geeft de stemming in de Servische
hoofdstad weer:
In Belgrado spreken thans zelfs de meest oorlogs
zuchtige personen niet meer op een wijze, die een on
middellijk openen van vijandelijkheden doet vermoe
den. Uit de woorden van deze personen kan men af
leiden, dat eventueel de kritieke toestand eerst den
14den Maart volgens onze rekening, n.l. den lsten
Maart der Serviërs zou beginnen. Op het ijs van Do-
nau en Save en in de dalen ligt nog een dikke laag
sneeuw. De laatste nachten waren bitter koud en
overdag dooide het slechts enkele uurtjes. Dit alles
maakt de gedachte' aan een veldtocht niet aangenaam.
Men vindt menschen, die de Servische natie vergelij
ken met een persoon, die zijn huis en zijn zaak ver
koopt en het aldus verkregen bedrag in Monte Carlo
aan de groene tafel op één nummer zet. „Hoe, zoo
vragen zij, wilt ge zulk een persoon, of zulk een natie,
nog in de laatste seconde verhinderen zich in het on
geluk te storten? Heeft niet deze natie in den afge
loopen winter zoo slecht de zaak gedreven en 'zooveel
geld uitgegeven, dat zij toch failliet gaat, als zij zich
laat overreden om verstand te gebruiken en den vrede
te handhaven?"
Inderdaad hebben de Serviërs niet alleen alle voor
bereidselen genomen, maar ook goedgenomen. Het
laatst hebben ze veldhospitalen en andere benoodigd-
heden voor den gezondheidsdienst aangeschaft, die den
22sten Februari van Saloniki naar Nisj gingen. Daar
zijn, zooals de reizigers uit het raampje van de wag
gons kunnen zien, aan het station groote loodsen, die
er uitzien als barakken en die moeten dienen voor het
huisvesten van troepen en transportinrichtengen, ver
rezen. Veertigduizend man zijn er onder de wapens en
staan voor het meerendeel aan de Bosnische grens. In-
tusschen beschouwen zeer vele personen in Belgrado
dat troepenvertoon slechts als een handige manoeuvre
van de regeering. Sinds jaren was er op de militaire
uitgaven bezuinigd en nu bood er zich een schoone ge
legenheid aan, om het tekort in het leger aan te vul
len.
Maar noch in de oorlogstoebereidselen, noch in het
sabelgekletter, nóch in de groote woorden, zit het ern
stige besluit, dat het laatste en het hoogste op het
spel gezet zal worden.
De Serviërs hoopten door hun krijgsgeschreeuw de
gioote mogendheden tegen elkaar op te hitsen en tij
dens een oorlog in troebel water te visschen. Voor deze
meening spreekt het feit, dat het getal dergenen, die
tot behoud van den vrede aansporen, is toegenomen,
sedert Frankrijk openlijk de zijde van de vredesvrien-
den Duitschland en Oostenrijk heeft gekozen.
Natuurlijk hoort men bittere woorden tegen Frank-
ïijk en Duitschland, maar men krijgt den indruk, dat
de Serviërs zoo'n grooten mond opzetten, om van
Europa een kluifje te krijgen.
Verkiezingen Tweede Kamer.
De liberale kiesvereeniging „Burgerplicht" te Veen-
dam stelde voor de a.s. Tweede Kamerverkiezing tot
voorloopige candidateu de heeren mr. E. A. Smidt en
J. B. Westerdijk, lid van de Ged. Staten van Gronin
gen.
Afschaffing van den nachtarbeid voor bakkers.
Het bakkers-comité (voorzitter dr. J. Roeters van
Lennep, secretaris mr. II. Blaupot ten Cate) heeft in
Noorwegen en Italië een onderzoek doen instellen om
trent de gevolgen, welke de aldaar ingevoerde wetten
op de afschaffing van den nachtarbeid hebben gehad.
Omtrent den uitslag van dat onderzoek meldt het
comité
„Eenstemmig was men, zoowel in Noorwegen als in
Italië van oordeel, dat de hoedanigheid van het brood
en vooral van het eerste morgenbrood ten zeerste was
verminderd. In Noorwegen moest de broodprijs wor
den verhoogd en de arbeidsvoorwaarden der gezellen
zijn belangrijk slechter geworden, voornamelijk omdat
de patroons, daartoe gedwongen door de hoogere ex
ploitatiekosten, meer leerlingen in dienst namen dan
voorheen, hetgeen ten gevolge heeft gehad, dat de
werkloosheid Onder de volwassen bakkersgezellen
schrikbarend is gestegen. In Italië was volgens de
mededeelingen van een patroon de regeling tot
stand gekomen, omdat de gezellen er hun voordeel in
zagen. Echter zijn zij van dat oordeel al spoedig te
ruggekomen, omdat nu bij zooveel minder werktijd ten
gevolge van de afschaffing van den nachtarbeid, na
tuurlijk ook de loonen verlaagd zijn. Indien in Neder
land zoo vervolgt de patroon het bedrijf in de
zelfde conditiën verkeert als in Italië, kunnen we u
met zekerheid zeggen, dat de wet omtrent de afschaf
fing van den nachtarbeid niets anders dan onheil kan
teweegbrengen."
De toestand in de S D A P,
Naar de Tribune mededeelt, hebben thans reeds te
Rotterdam, Den Haag, Utrecht, Leiden, Zwolle en
Leeuwarden bijeenkomsten van groepen plaats gehad,
die zich direkt na het referendum als afdeelingen der
nieuwe Partij zullen konstitueeren. Te Amsterdam
vindt Dinsdag a.s. een dergelijke bijeenkomst plaats.
Liberale Unie.
(Vervolg.)
In de commissie tor hervorming vjtui het program
zijn gekozen de heeren mr. R. J. H. Patijn, Den Haag,
mr. M. M. Schim van der Loeff, Gouda, de heer Staal,
oud-Minister van Oorlog, Den Haag, en den heer Joh.
II. Koert, den Haag. Door het hoofdbestuur werden
nu aangewezen 3 leden, de heeren K. Eland, oud-Mi
nister van Oorlog, Den Haag, professor mr. G. A. van
Hamel, Amsterdam, en D. J. van Houten te Weesp.
De voorzitter stelt voor de motie-Meppel bij accla
matie aan te nemen. Zij toch wil hetzelfde als de Li
berale Unie, dc behartiging namelijk van de belangen
van de geheele natie. De motie wordt bij acclamatie
aangenomen.
De secretaris, de heer Roodhuyzen, doet voorlezing
van een ingekomen telegram van de Vereeniging voor
Vrouwenkiesrecht, te Utrecht vergaderd, vertrouwen
uitsprekende, dat de L. U. zal voortgaan op den in
1905 ingeslagen weg, toen men zich voor kiesrecht aan
alle gehuwde vrouwen heeft uitgesproken. Voorts
■feilde het telegram eritiek op de houding van het
hoofdbestuur, in de toelichting ter zake van het vrou
wenkiesrecht aangenomen.
De agenda voor de openbare vergadering was afge
handeld. Vóórdat ze werd gesloten, wenschte de voor
zitter mr. Goeman Borgesius een slotwoord te spreken.
Nog drie maanden, zeidc hij, en wij staan weer aan de
stembus. De ^vraag ligt op het hart, zal men ons volk
gereed vinden zooals in 1905, toen wij verschillende
districten, zelfs sommige die als vaste bolwerken van
de kerkelijke partijen werden beschouwd, hebben ver
overd. Zullen wij weer de overwinning behalen?
Na deze vergadering achtte spreker geen twijfel
mogelijk. De eensgezindheid is op overtuigende wijze
gebleken, de vergadering is uitstekend geslaagd. Reeds
komen er vele goede voorteekenen. De L. U. neemt
dag aan dag in kracht toe. En ook de jongelieden
staan gereed met grooten ijver enze zaak te dienen en
ons hun steun te verleenen. Hij brengt hulde aan de
ze jongelingschap. (Applaus.)
Zeker niet miSmoedig behoeven wij van hier te gaan,
maar wel met de gedachte en het voornemen om even
als in 1905 al het mogelijke te doen om te slagen. En
mocht het onverhoopt niet gelukken, dan hebben wij
onzen plicht gedaan. Want gij allen zult uw plicht
doen! (Applaus.)
De vergadering ging vervolgens over in comité-ge
neraal.
De Haagsche medewerker van de Opr. Haarl. Ct.
vergelijkt vroegere parlementaire toestanden met die
van nu.
„Er werd, zegt hij, toen niet zóó schrikbarend, zóó
overstelpend, verbijsterend veel, druk gepraat als nu.
Er werd ook wel gewerkt, en goed. Er waren toen
meen ik te mogen zeggen evenals nu zwakke broe
ders en minder „getapte" figuren. Dat is onvermij
delijk, 't hebben ook van zulke tinten bij bonte scha-
keeriug. Maar zekere grens van hoffelijkheid, van
waardeering, ook wel van andere dnigen, die ik nu
maar buiten bespreking laat, werd niet overschreden.
De Kamer van nu, van later dagen, telt geniale
figuren; sieraden van elke Volksvertegenwoordiging,
waarin zij zitting zouden hebben. En dat onder alle
partijen. Te zeggen, dat het „intellectueel peil," zoo
in 't algemeen aangeduid, gedaald is: wie durft de
thesis volhouden?
En tochEn tochEr is iets veranderd, waar
van men de metamorphose niet van guller en gan
seher harte kan toejuichen. Er is iets verdwenen, voor
goed heengegaan, dat weemoed van scheiden achter
laat. Heel natuurlijk, roept sceptisch-bespiegelend
wijsgeer uit. Alsof niet alles wat tot de dingen-van-
gisteren behoort, ons, ook zelfs, wanneer 't ons,
toen 't nog fleurde, groeide, bloeide, niet aantrek
kelijk leek door het scheiden-zelf, door den al-groo-
ter wordenden afstand tusschen toen en thans, anders,
beter, begeerlijk lijkt
't Is mogelijk. En naarmate men zelf meer recht
krijgt zich tot de „senes" te gaan rekenen, wordt, zeer
waarschijnlijk, het oordeel in deze minder zuiver-on-
partijdig, meer eenzijdig-subjectief.
En toch. Om precies uit te drukken wat ik be
doel, zou een der veteranen der Kamer 't zelf moeten
zeggen.... Bijvoorbeeld die uit Zutfen
Volgens den llaagschen kiekjesman van het N. v. h
Noorden heeft men den meesten last met het arbeids
contract, hoewel men er het minst van hoort, in den
huiselijken kring, waar mevrouw en de dienstmeisjes
de grootste moeite hebben om den vrede op grondslag
van die „papieren formulieren" te handhaven. „Daar
hoort men werkelijk merkwaardige dingeti over. Voor
al in een stad als den Haag is dit te begrijpen. H5 :r
toch verwisselen de. "dames gemakkelijker van „meisje"
dan van melkboer en omgekeerd, zoodat een arbeids
contract, dat juist beoogt het brengen van meer stabi
liteit in de te presteeren arbeidsverrichtingen, voort
durend een steen des aanstoots is voo*. heide partijen.
Mevrouw heeft het laud aan het „ding," en het meisje
beeft er glad maling aan, in zoover het ingaat tegen
hetgeen zij „netjes en fatsoendelijk" noemt. Overigens
zijn de vrijmoedigsten onder haar zoo „bewust," dat
zij het „ding" in haar portemonnaie bewaren en dade
lijk te voorschijn halen als er „onaangenaamheden"
voorvallen. Pracht van toestanden heeft men in menig
gezin hiermede al beleefd.
Ruzies, die tusschen mevrouw en het meisje uitbre
ken worden in de gang, liefst aan de deur, uitgevoch
ten, waarbij de voorlichting der dagelijksche afgezan
ten der huisleveranciers als autoriteit van wetsuitleg-
ging wordt ingeroepen. liet engageeren van „meis
jes kan ook eigenaardige moeielijkheden medebrengen
als beide partijen ieder een ander formulier hebben en
daaruit 'n compromis contract moet worden samenge
steld. Er zijn gedienstige geesten, die absoluut wei
geren op de „wet v. Houten" (bedoeld wordt het for
mulier v. H.) aangenomen te worden. Voor zulke dien
sten bedanken zij in principe. Ditzelfde genre dienst
maagden wil er ook niets van weten, dat het uur, waar
op de arbeid aan zal vangen, nader aangeduid wordt.
Teder mensch begint volgens deze categorie te wer
ken als hü „opgestaan" is. Nadere aanduiding is hier
absoluut overbodig. Wat echter te zeggen van het vol
gende verhaal, dat historisch is:
's Avonds om elf uur komt de dienstmaagd van een
oude dame thuis. Het was reeds een uur over haar
tijd, maar op kleinigheden zal hier niet gelet worden.
Meisje spreekt mevrouw nu in dc volgende bewoordin
gen toe: „goeden avond mevrouw; ik ben naar den
dokter en apotheker geweest; ik heb witte vlekken in
mijn keel en pijn in mijn beenen en ga nu naar bed en
kom er morgen niet uit. Wilt u mij morgen een kopje
thee brengen, want ik moet „verpleegd" worden en de
dokter en apotheker moet u betalen. Meisje afoude
dame dacht dat het meisje niet wel bij het hoofd was
gewordenzat intussehen maar „zonder." Om elf uur
s avonds was er geen hulp bij de hand en zij moest
alleen naar bed gaan. Het meisje was ziek en moest
„verpleegd" worden.
Wat bleek echter den volgenden morgen? Dat het
.meisje" ruzie had gehad met haar vrijer, den dokter
maar wat had verteld en overspannen door de ruzie
maar „ziek" was geworden. Mevrouw moest het toch
betalen en de vrijer kon zij meteen de stuipen op het
lijf jagen als hij haar, gelijk hij steeds deed, den vol
genden avond kwam opzoeken.
De vrijer en de moeder van het meisje hadden ech
ter gelukkig een andere opvatting van het arbeidscon
tract dan het meisje, zoodat de jonge juffrouw al heel
spoedig van die vlekken in de keel en die „pijn in de
beenen" was genezen.
Maar wat had die oude dame moeten aanvangen, als
deze personen er eens anders over gedacht hedden?
Is het te verwonderen, dat hier de „coöperatieve
cukens" als paddestoelen uit den grond vei rij zen en
dat er meer dan 2000 pensiongelegenheden bestaan?
Het arbeidscontract kan nog de rots worden, waar
op dergelijke inrichtingen zullen opgebouwd worden.
De Haagsche briefschrijver van de „Prov. Overijs. en
Zwolsche Cour." vraagt: „Waar zijn de sterke stoffen
van vroeger?
Ik ga om mijn kleeren niet in een magazijn en niet
bij den goedkoopsten kleermaker. Toch ben ik, als re
gel, in de noodzakelijkheid, bij elk nieuw „kompleet"
van de broek een duplikaat te bestellen, daar dit on
derdeel in slijting de rest altijd een paar maanden
vooruit is.
Ik herinner mij uit mijn jeugd, hoe in ons groot ge
zin de afgedragen plunje van papa overging op den
oudsten jongen, en van dezen, over den middelsten
broeder heen, bij mij terecht kwam, ingekort hier, uit
gelegd daar, geminacht en verfoeid, maar nooit glim
mend, vast van kleur, en zoo sterk, dat, wanneer einde
lijk de broekspijpen onder de vele en zware aan haar
taak gestelde eischen bezweken "waren, mama met een
onderzoekend oog overlegde, of uit het bovendeel, dat
de Geldersche boeren den „achterzolder" noemen, nog
niet een „aardig petje" zou te maken zijn, welke toe
leg tot mijn walging niet zelden gelukte.
De tegenwoordige kleerstoffen leenen zich niet meer
tot dergelijk economisch bedrijf, en daarmee is voor
onze hedendaagsche jeugd een leed bespaard, dat als
een slagschaduw de jongelingsjaren van menigen,
tweeden, derden of vierden zoon heeft verduisterd."
Deze week, aldus Flanor in do Leeuw. Ct., heeft de
doodsklok weer menigeen uitgeluid, die het slachtoffer
van het dobbelen in Amerikaantjes is geworden. Het
platteland van Frankrijk heeft zijn guillotine, waar
heen de menschen zich reppen, om de laatste doods-
stuipen van een veroordeelde te zien. Wij hebben onze
Beurs, waar we als er een paniek heerscht, naar toe
wandelen, om de lange gezichten van de Beursbezoe
kers te zien. Deze week hadden wij daartoe veel ge
legenheid. De vorige week was er al een aardig pa-
niekje geweest, in verband met de daling van aandee-
len in de Algemeene exploitatie-Maatschappij. In drie
dagen tijds daalden de aandeelen van 240 op 70 pro
cent. „Je had tranen kunnen zien," zeide mij een
trouw Beursbezoeker. Wat drommel, waarom wagen
de menschen haar toekomst aan de onzekere beurskan-
sen.
Alles is tegenwoordig onecht schreef ik. Ook de
handel. In plaats van reëelen goederenhandel hebben
wij het beursdobbelspel. Op de paniek tengevolge van
de daling in Exploratle-Maatschappij-aandeelen is die
tengevolge van de daling in Amerikaansche spoorweg
vaarden gevolgd. De volgende week zijn weer ver
scheiden executorieele verkoopen ter Beurze te wach
ten. De Fransehen lappen moppen op de guillotine,
wij op de Beurs. Dezer dagen was men er vol van een
gewezen kantoorbediende, sedert kort speculant in ef
fecten, die in eenige dagen tijds 60.000 in Steels ge
wonnen had. De man heette Klok, Ambrosius of
Joachim Klok, dat doet er minder aan toe. Men vond
echter, dat zoo'n rijke man nu niet meer Klok moest
heeten en noemde hem meneer de la Pendule. Doch
door de later ingetreden daling in Steels was hij in
eenige dagen tijds weer meer dan straatarm. Nu noemt
men hem „Die versunkene Glocke."
Zooals sommigen zeker weten, kan men ook bij ver
schillende instellingen hier ter stede onderling wed
denschappen aangaan in verband met te verwachten
rijzingen of dalingen der fondsen. De een zet een rijks
daalder, dat de Erie's, een ander, dat de Missouri's
met de hoogste rijzing uit New-York zullen afkomen.
Wie het geraden hebben, krijgen den totalen inzet