DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
Feuilleton.
No. 51.
Honderd en elfden Jaargang.
1909.
- Deze Courant wordt eiken avondbehalve op Zon- en
Feestdagenuitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden
voor Alkmaar f 0,80; franco door het geheele Rijk f 1,
Wonderlijke nummers 3 Cents.
WOENSDAG
Prijs der gewone advertentiën:
Per regel f 0,10. Bij groote contracten rabat Groote
letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdrukkerij
v/h. HERMs. COSTER ZOON, Voordam C 9.
3 MAART.
Zooals ook wij vergeven
BINNENLAND.
Telefoonnummer 3.
Emser Water (Kranchen)
<<s£
De scheuring In de S. D. A. P
Kiesrecht voor de vrouwen.
J
.26 CENT- PER HEELE KRUIK.
ALKMAAR, 3 Maart.
Gisteren werd in dit blad melding gemaakt van een
hongerkunstenares. Men heeft misschien onwillekeu
rig gedacht aan Papus en zijn beroemd geworden
worstjes, aan den mageren Herr Sacco of de mollige
Flora Tosca, specialiteiten, die hier te lande bekend
zijn, en met meer of minder succes zijn opgetreden.
Hun optreden was een publieke vermakelijkheid. Wat
er voor vermakelijks in steekt, iemand in een glazen
kastje te zien, die magerder wordt en zich blijkbaar
verveelt, is ons nooit duidelijk geworden. Maar de
menschen schenen er anders over te denken: het ging
den hongerkunstenaars naar den vleeze, hongerlijden
bleek een uitstekende broodwinning te zijn.
In den laatsten tijd hoorde men niet van deze man
nelijke en vrouwelijke hongerprofessoren op het ge
bied van de excentrieke zaken schijnt men het al heel
gauw tot professor te brengen.
Plotseling is echter door het bericht uit Berlijn de
aandacht op dit vak gevestigd. In het gevangenis-hos
pitaal Charité is een hongerkunstenares bezig onder
toezicht van doktoren een hongerkuur te ondergaan,
terwijl een andere deze reeds heeft volbracht. De laat
ste, een drie en twintig jarig meisje, heeft twee en
twintig dagen achtereen alleen van water geleefd, niet
in het ziekenhuis, maar aan huis, doch onder strenge
controle: haar kamer was steeds afgesloten, de ramen
eveneens, bij bezoeken was er steeds een verpleegster
tegenwoordig.
De andere is in het hospitaal twaalf dagen geleden
begonnen. Den eenen dag bevindt zij zich in een gla
zen kast, den anderen op een kamer. Die glazen kast
is geplaatst in een laboratorium; een rustbank is even
eens van glas, maar met leder overtrokken. Zij is
luchtdicht, voortdurend wordt door een slang lucht
toegevoerd, terwijl voor afvoer van de verbruikte lucht
gezorgd wordt. Bovendien is een telefoontoestel aan
gebracht. Haar kamer ziet er eenvoudig uit, er is
echter ook een ongewoon, in dit geval evenwel onmis
baar meubel een weegtoestel. De hongerkunstenares
is acht en dertig jaar, ziet er frisch uit heelemaal
niet verhongerd en alleen als ze spreekt, merkt men
een zekere matheid, terwijl de stem iets heesch en bijna
toonloos is.
Voor het eerst hongerde zij om een vreeselijke hoofd
pijn kwijt te geraken. Het was haar opgevallen, dat
de pijn verdween als zij weinig of niets at. Daarom
zou, dacht ze, een lange vastentijd heilzaam voor haar
kunnen zijn, misschien ook wel helpen tegen andere
ziekten. Stelselmatig ging ze te werk. Zij begon met
het middagmaal eraan te geven en na eenigen tijd ge
bruikte zjj ook het avondeten niet meer, en zoo ver
minderde zij het dagelijksch voedsel steeds. Tenslotte
had zij per dag voldoende aan een kop melk en een
half kadetje. Zij gevoelde zich daarbij uitstekend en
ROMAN VAN
W. HEIMBURG.
Naar het Duitsch.
17)
Len oogenblik zat zij mij verschrikt met groote oo-
gen aan te kijken. „Waarom kijkt u zoo vreeselijk ver
schrikt
Ik kon geen antwoord geven.
„Ik heb haar van George gekregen, gisteravond toen
ik hem in 't bosch tegenkwam. U had haar gevonden,
zei hij, hij had ze op Polderabend verloren. Het was
een souvenir aan dien bitter treurigen dag, het was
toch gewoonte niet waar, om een cadeautje te geven
aan de bruidsmeisjes. Vindt u daar nu iets in?" vroeg
zij en haar stem klonk zoo vreemd, zoo hard. „Er zit
niets anders achter, tante Anna, daar geef ik mijn
woord van eer op niets dan een souvenir hebt u
het goed begrepen?"
„Ja, ik heb begrepen, dat het een souvenir is."
„Een souvenir, ja juist. En nu wou ik gaan slapen
en u ook, toe, u ookDit zeide zij weder met haar
gewone, lieve stem. Toen liet ik haar alleen met haar
souvenir en met droefheid van haar jeugdig, warm
hartje.
Langzamerhand verminderde mijn angst; naarmate
Johanna kalmer werd, werd ik het ook en ik trachtte
haar zooveel mogelijk werk te bezorgen, zooals zij ge-
venscht had. En de verhuizing begon te naderen.
Wij begonnen met den zolder, waar een ongeloofelijk
aantal voorwerpen was op te ruimen, hetgeen niet te
verwonderen was in een huis, bijna vijf en twintig
jaar lang door één familie bewoond.
Op Klein Zülla was men druk in de weer; het ge-
ging spoedig tot een geheele hongerkuur over. Toen
besloot zij daarmede den kost te verdienen zij is
gescheiden van haar man. In verschillende steden
trad zij op, verdiende per kuur, dat is in dertig dagen,
ongeveer 1200 a 1800 gulden. Nimmer heeft zij hon
ger, wel dorst. Slapen doet zij slecht, de slaap ver
kwikt haar niet, maar dit maakt haar toch niet zenuw
aehtig. Akelige droomen heeft zij niet. Zij is van
meening, dat menigeen zich door hongeren niet alleen
verjongt maar zich ook bittere levenservaring zou
kunnen sparen. Wie hongert, zegt zij, wordt nimmer
verliefd en kent dus geen ongelukkige liefde.
De staat betaalt haar slecht: zij krijgt voor de dertig
dagen slechts 180 gulden.
Men zal vragen, welk belang de staat bij een uitge
hongerde vrouw heeft? Het moet voor de wetenschap
van belang zijn, vast te stellen, hoe groot het weer
standsvermogen van het menschelijk lichaam is, hoe
lang het organisme zonder toevoer van voedsel zijn
functies kan verrichten. Van veel gewicht is, volgens
een deskundige, voorts het onderzoek naar de samen
stelling van de uitgeademde lucht, van het bloed, van
de afgescheiden stoffen. Men hoopt op deze wij ze den
invloed van het vasten op het weefsel van het mensche
lijk lichaam te leeren kennen en vast te stellen velke
bijkomende verschijnselen zijn waartenemen bij de or
ganen als het hart, de nieren, de longen, en ook bij het
zenuwstelsel. In bepaalde ziekte-gevallen zou de we
tenschap hiermede haar voordeel kunnen doen.
tenschap hiermede haar voordeel kunnen doen. En
daarom wacht men in wetenschappelijke kringen met
belangstelling de resultaten van deze hongerkuur af.
deelte dat door ons bewoond zou worden werd netjes
opgeknapt. Ofschoon mevrouw Hildebrandt reeds
vertrokken was, zouden wij toch niet de eenige bewo
ners zijn; de benedenverdieping van onzen vleugel
werd bewoond door den houtvester van den heer Rho-
den, een zekeren Schertz met zijn vrouw; twee kamers
waren ingericht voor de oude Lotje Breiter, de kame
nier van de oude mevrouw Rhoden, die dertig jaren
lang lief en leed met haar meesters had gedeeld. Men
zal zich herinneren dat Caroline haar haar congé had
gf geven, maar George had medelijden met de oude
vrouw en gaf haar kost en inwoning en een klein pen
sioentje; daarvoor moest zij zorgen voor de onbe
woonde vertrekken van het huis; zij noemde zich zelve
schertsend de „chatelaine" en had altijd een grooten
sleutelbos aan haar ceintuur bengelen. En zij haatte
de nieuwe mevrouw met al den haat die in haar was.
De bovenverdieping van den andereu vleugel stond
keg; in het sousterrein waren de melkkelders en be
neden, rez-denchaussée, woonden de melkboer en zijn
bedienden.
Rhoden bezat veel vee; melkerij en kaasbereiding
zouden uitgebreid worden, de boter werd dagelijks naar
Berlijn gezonden.
En ook de dienstboden en de huishoudster woonden
op Klein Zülla; wij zouden het er niet eenzaam heb
ben. Na wekenlange voorbereiding deden wij er den
21 sten Juni onzen intocht.
Hoewel het mijnheer Nordmann zeer veel moeite ge
kost had het huis te verlaten waar hij zooveel jaren
had gewoond, hij kon een welbehagelijk lachje niet on
derdrukken toen hij de gezellig ingerichte kamers bin
nentrad en Johanna was bepaald tot tranen toe bewo
gen toen zij al de bloemen zag waarmee de tuinman,
op Rhodens bevel, de kamers versierd had. Juffrouw
Breiter had de keuken en de kamer van Juuske met
guirlandes van groen versierd; zij hoopte op een ge-
zclligen omgang met onze brave Juuske en stelde zich
gaarne beschikbaar wanneer zij ons van dienst kon
wezen. En s avonds kwam het jeugdige echtpaar ons
welkom heeten.
Wij gingen in optocht alle kamers door. En toen
Tweede Kamer.
Bij de voortgezette behandeling van het wetsont
werp tot heffing van personeele belasting op motorrij
tuigen bestreed de heer Patijn liet amendement van
den heer Van Citters, om niet slechts electromotorrij-
tuigen van verhuurders met ten hoogste 10 te belas
ten, maar ook andere soorten van auto's van verhuur
ders niet hooger aan te slaan. Spreker oordeelde met
minister Kolkman, dat er geen reden bestaat om groo
te toerrijtuigen zoo laag aan te slaan. Voor station-
neerende auto's wenschte spreker eene belasting van
7.50, ook al zijn het electrisehe in plaats van benzi-
ne-aapjes.
De minister van financiën, de heer Kolkman, achtte
het laagste tarief voor electrisehe aapjes onvoldoende.
Voor deze soort van rijtuigen handhaafde hij een be
lastingbedrag van 10.
Na eenig debat werd het amendement-Van Citters
in stemming gebracht. Er werden 37 stemmen tegen
en 8 vóór uitgebracht. Wijl het vereischte aantal leden
dus niet aanwezig was, werd de vergadering verdaagd
tot halftwee.
Opnieuw kwam toen in stemming het amendement-
Van Citters dat verworpen werd met 52 tegen 9 stem
men.
Artikel 1 werd daarna zonder stemming goedge
keurd.
Aan de orde was art. 2 waarop door de heeren Van
Citters, Roessingh en Ilelsdingen, een amendement is
voorgesteld strekkende om dat artikel te doen verval
len.
Artikel 2 werd aangenomen met 56 tegen 12 stem
men.
Bij art. 3 betoogde de heer Van Citters dat thans
zal moeten worden uitgemaakt of hooger beroep zal
zijn toegelaten. De minister heeft wel gezegd dat die
quaestie van het aantal p. k. zoo gemakkelijk is, maar
kan dat nog niet toegeven. Artikel 3 werd aangeno
men met 36 tegen 25 stemmen.
Bij art. 4 drong de heer De Waal Malefijt er op aan
om duidelijk te doen vaststellen het onderzoek tusschen
motorrijtuigen en motorrijwielen, het aantal p. k. toch
kan het criterium niet zijn.
De minister antwoordde dat motorrijwielen zijn wat
men in de wandeling noemt motorfietsen, voertuigen
op twee of drie wielen, die ook met pedalen kunnen
worden voortbewogen.
De heer De Waal Malefijt is door dit antwoord niet
bevredigd en geeft den minister in overweging voor de
tweede lezing nog eens naar een goede definitie te zoe
ken.
De minister acht dit niet noodig.
Artikel 4 werd goedgekeurd.
Bij artikel 6 lichtte de heer Van Asch van Wijck
een door hem voorgesteld amendement toe, strekkende
om de wet niet in werking te doen treden 1 Januari
1909, maar 1 Januari 1910.
De heer De Waal Malefijt gaf in overweging de wet
gewoon in werking te laten treden den twintigsten dag
na haar afkondiging. Het amendement-Van Asch van
W ijck gaat hem te ver.
De heer Van Citters betoogde, dat het inwerking
doen treden met 1 Januari 1909 aanleiding tot groote
onbillijkheid zal geven. Iemand die nu "bijv. op 1
Maart zijn auto wegdoet, zou toch over 1909 belasting
moeten betalen.
De minister antwoordde dat de autohouders en han
delaren deze belasting al lang hebben zien aankomen.
ik na afloop van deze wandeling met een aardbeien
bowl binnenkwam, hoorde ik Caroline zeggen: „Het
is een vorstelijke woning, vader! Als u zoo'n huis in
de stad wou bewonen, nu ik zou u danken om de huur
te betalen
„Ja antwoordde de oude heer deemoedig, „dat
weet ik wel eii ik ben je man dan ook zeer dankbaar
dat hij mij dit toevluchtsoord heeft aangeboden. Hij
stak zijn schoonzoon de hand toe. „Het is te hopen,
dat ik je nu ook van eenig nut kan wezen, beste
George."
an veel meer nut dan ik u ooit zal kunnen vergel
den", antwoordde de vriendelijke jongeman.
„Ja, ja, oudje, dat kunt u best, u heeft relaties ge-
noeg bracht Proline in t midden. Belast u maar
eens met het verkoopen van Iverstboomen, dat brengt
heel aardig voordeel op. Werkelijk, ik heb het in een
vakblad gelezen. andaag hebben wij een visite behad
van de jong getrouwde mijnheer en mevrouw iSchei-
bendorffer. Een echte landedelvrouw is zij niet, dat
mooie poppetje, heelemaal kant en lint en falbala's
en alles met zijde gevoerd, en lachen en babbelen als
zij kanZij zal ook wey gauw tot de conclusie komen,
dat men ieder dubbeltje driemaal moet omdraaien als
men van een buitengoed leven moetRhoden" zij
\»ees op haar man, die met haar vader een kaart zat in
t kijken heeft geen flauw besef hoe goed hij het
tegenwoordig heeft, als ik alleen maar denk aan de
rubriek, die in het kasboek van zijn moeder „Toilet
zaken genoteerd staat wat die Gerson alleen aan
haar .verdiende
""V.1.' 'lct xou Keen kwaad kunnen", zeido Johanna,
,als jij daar een beetje meer aan uitgaf" en zij wierp
een blik op den zwart wollen rok en de zwarte, ïeeds
i n beetje grijs geworden blouse van satinet.
„O, laat dat maar aan mij over", antwoordde Caro
line op boozen toon, „als ik er maar tevreden mee
ben
„Ik dacht aan je man hij zon het misschien wel
prettig vinden als je je
„Wat mijn man prettig vindt gaat jou geen zier
aan antwoordde Caroline op nog veel scherper toon,
Met hen behoeft men geen medelijden te hebben. Te
rugwerkende kracht aan een wet te geven is dikwijls
cnpleizierig en soms onbillijk, maar kan niet anders
of met 1 Januari 1909 of met 1 Januari 1910 moet de
wet in werking treden, tusschentijds gaat niet. Ts een
auto weggedaan na 15 Januari 1909, dan kan men ont
heffing of vrijstelling krijgen. Met alle dergelijke za
ken moet geschipperd worden, en vooral belastingza
ken moeten in liberalen zin uitgevoerd worden.
Het amendement werd verworpen met 47 tegen 17
stemmen.
De eindstemming zal plaats hebben op nader te be
palen dag.
Aan de orde was het wetsontwerp tot regeling van
openbare inzamelingen.
De heer Van Doorn stelt mede namens de heeren De
Visser, Van Idsinga, Tydeman, Hugenholtz en Van
Vuuren de volgende motie voor: „De Kamer, van oor
deel dat het wetsontwerp tot regeling der openbare in
zamelingen instemming heeft, doch de voorgedragen
regeling te omslachtig is noodigt de Regeering uit de
behandeling van dit ontwerp te schorsen, in de hoop
dat zij een meer eenvoudige'regeling wel zal willen
voorstellen."
De motie werd zonder stemming aangenomen.
Heden 11 uur voortzetting.
Rijks-Postspaarbank
De Staatscourant van 17 Februari jl. bevat het Ko
ninklijk Besluit van 29 Januari jl., houdende o.m. de
intrekking der art. 8 en 9 van onze spaarbankwet.
Die art. schrijven voor dat de inlegger, na eiken in
leg van 25 of hooger, van den Directeur der Rijks
postspaarbank binnen een bepaalden tijd moet ontvan
gen: eene kennisgeving dat die inleg ten zijnen name
bij die instelling is geboekt, en dat hij zich, bij de ont
vangst van dat stuk, moet verzekeren of de inschrij
ving in zijn boekje daarmede overeenstemt.
Bedoeld besluit treed reeds binnen enkele dagen in
werking, en dus worden de kennisgevingen weldra af
geschaft.
Deze afschaffing houdt oorzakelijk verband met de
invoering van nieuwe controle-maatregelen, waardoor
de kennisgevingen overbodig zijn geworden.
Onder voorzitterschap van den heer D. J. Wijnkoop,
heeft gisteravond in een der zalen van „d'Geelvinck"
te Amsterdam een zeer druk bezochte vergadering
plaats gehad van Marxisten, oud-leden en leden der S.
I). A. P.
Een afdeeling Amsterdam van de nieuwe partij werd
opgericht met aanvankelijk 150 leden, en een voorloo-
pig bestuur gekozen.
Volgens het Hbld. heeft het dagelijksch bestuur der
Internationale, dat naar het Brusselsche orgaan Le
Peuple een verzoening der twee partijen tot stand
tracht te brengen, reeds conferenties gehouden, terwijl
van beide partijen voormannen zullen worden gehoord.
De Tribunisten moeten blijven weigeren hun orgaan
op te heffen.
Dr. Gorter moet zich ook bereid hebben verklaard
voor de hieuwe partij een Kamercandidatuur te aan
vaarden.
In een adres aan den minister van binnenlandsche
zaken verzoekt de vereenigiug voor vrouwenkiesrecht
bij de Regeering en de Staten-Generaal aan te dringen
op zoodanige onmiddellijke vereenvoudiging der
Grondwetsherziening dat de gewone wetgever bevoegd
„hij heeft nog niets op mijn toilet aan te merken ge
had, dus een ander heeft er zich ook niet mee te be
moeien. Of heeft hij er soms tegen jou over ge
klaagd?"
„O neen, in de verste verte niet!"
„Nu, bemoei er je dan ook maar niet mee".
„Je.hebt gelijk, Caroline, je hebt volkomen gelijk,
het gaat mij niets aan, daar dacht ik een oogenblik
niet aan."
„Ik heb iets bedacht", ging Caroline voort, „waar
mee je een weinig goed kunt maken alles wat je hier
geniet. George heeft door den overvloed van levens
middelen, die het landgoed opbrengt, ook bijna geheel
voor jullie gezorgd, in de keuken nietwaar. Dat moet
je zeker wel een beetje bezwaren, denk ik."
„Ja, wel wat", antwoordde Johanna, „maar toch,
neen, bezwaren is eigenlijk het woord niet; het wekt
wel den wensch bij mij op ook van mijn kant eens iets
t" kunnen doen om nuttig te zijn."
„Juist, dat dacht ik wel. Nu had ik er dit op be
dacht. George en jij hebt beiden het edelmoedige, het
royale van je moeder geërfd. Ik heb al steeds zitten
denken waarom wij dien eenen vleugel van het huis
hier toch eigenlijk leeg laten staan. Wij hebben nog
een heele boel oude meubelen, daar konden wij de ka
mers best mee inrichten, en hulp heb je genoeg als
juffrouw Maaszen het niet beneden haar waardigheid
rekent een beetje mee te helpen. Lotje Breiter voert
den ganschen dag ongeveer niets uit. Mijn oom en
tante Gellern op Botterode in den Harz verhuren zo
mers altijd kamers aan vreemdelingen en dat brengt
aardig wat op. En die streek is niet te vergelijken
bij de onze. Als je een beetje je best wou doen, zou je
dit groote huis er heel mooi voor kunnen inrichten.
Bijvoorbeeld zou je dames kunnen nemen, die voor her
stel van gezondheid een luehtkuur moesten doen. Ik
voor mij zou het heel graag op Groot Zülla willen
doen, maar dat schijnt nu eenmaal niet te kunnen,
daar zijn de Rhodens een te voorname familie voor.
iiever werken voor niets of met verlies, maar toch
altijd heel voornaam."
Wordt vervolgd.